maralixibat
Samenstelling
Livmarli (als chloride) XGVS Aanvullende monitoring Mirum Pharmaceuticals International B.V.
- Toedieningsvorm
- Drank
- Sterkte
- 9,5 mg/ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Van maralixibat is voor cholestatische jeuk bij het Alagille-syndroom en bij patiënten met progressieve familiaire intrahepatische cholestase geen advies vastgesteld.
Indicaties
- Cholestatische jeuk bij volwassenen en kinderen ≥ 2 maanden met het Alagille-syndroom (ALGS).
- Progressieve familiaire intrahepatische cholestase (PFIC) bij volwassenen en kinderen ≥ 3 maanden.
Doseringen
Cholestatische jeuk bij Alagille-syndroom
Volwassenen en kinderen ≥ 2 maanden
Startdosering: 190 microg/kg lichaamsgewicht 1×/dag. Na een week verhogen tot onderhoudsdosering: 380 microg/kg lichaamsgewicht 1×/dag. Max. 28,5 mg (= 3 ml) 1×/dag bij een gewicht van 70 kg of meer.
Voor een dosering per gewichtsgroep worden de volgende aantallen milliliters drank aanbevolen:
5–6 kg: 190 microg/kg: 0,1 ml; 380 microg/kg: 0,2 ml.
7–9 kg: 190 microg/kg: 0,15 ml; 380 microg/kg: 0,3 ml.
10–12 kg: 190 microg/kg: 0,2 ml; 380 microg/kg: 0,4 ml.
13–15 kg: 190 microg/kg: 0,3 ml; 380 microg/kg: 0,6 ml.
16–19 kg: 190 microg/kg: 0,35 ml; 380 microg/kg: 0,7 ml.
20–24 kg: 190 microg/kg: 0,45 ml; 380 microg/kg: 0,9 ml.
25–29 kg: 190 microg/kg: 0,5 ml; 380 microg/kg: 1,0 ml.
30–34 kg: 190 microg/kg: 0,6 ml; 380 microg/kg: 1,2 ml.
35–39 kg: 190 microg/kg: 0,7 ml; 380 microg/kg: 1,4 ml.
40–49 kg: 190 microg/kg: 0,9 ml; 380 microg/kg: 1,8 ml.
50–59 kg: 190 microg/kg: 1,0 ml; 380 microg/kg: 2,0 ml.
60–69 kg: 190 microg/kg: 1,25 ml; 380 microg/kg: 2,5 ml.
≥ 70 kg: 190 microg/kg: 1,5 ml; 380 microg/kg: 3,0 ml.
Als de dosis slecht wordt verdragen, deze zo nodig (tijdelijk) verlagen naar 190 microg/kg lichaamsgewicht 1×/dag, of de behandeling onderbreken. Als er na 3 maanden geen therapeutisch voordeel behaald is, overweeg dan een andere behandeling.
Bij een verminderde nierfunctie is een dosisaanpassing niet nodig, vanwege de minimale plasmaspiegels en verwaarloosbare uitscheiding via de nieren.
Bij een verminderde leverfunctie is een dosisaanpassing niet nodig, vanwege de minimale absorptie. Bij terminaal of gedecompenseerd leverfalen wel nauwlettend monitoren.
Progressieve familiaire intrahepatische cholestase
Volwassenen en kinderen ≥ 3 maanden
Startdosering: 285 microg/kg lichaamsgewicht 1×/dag. Na 1–2 weken verhogen tot onderhoudsdosering: 285 microg/kg lichaamsgewicht 2×/dag. Na weer 1–2 weken, als klinisch geïndiceerd en goed verdragen, de dosis verhogen tot 570 microg/kg lichaamsgewicht 2×/dag. Max. 57 mg (= 6 ml) per dag bij een gewicht van 50 kg of meer. Let op! Vanwege het gehalte propyleenglycol is de aanbevolen max. dosis bij kinderen < 5 jaar: 285 microg/kg 2×/dag.
Voor een dosering per gewichtsgroep worden de volgende aantallen milliliters drank aanbevolen:
3 kg: 285 microg/kg: 0,1 ml 1×/dag, dan 2×/dag;vervolgens 570 microg/kg: 0,2 ml 2×/dag.
4 kg: 285 microg/kg: 0,1 ml 1×/dag, dan 2×/dag; 570 microg/kg: 0,25 ml 2×/dag.
5 kg: 285 microg/kg: 0,15 ml 1×/dag, dan 2×/dag; 570 microg/kg: 0,3 ml 2×/dag.
6–7 kg: 285 microg/kg: 0,2 ml 1×/dag, dan 2×/dag; 570 microg/kg: 0,4 ml 2×/dag.
8–9 kg: 285 microg/kg: 0,25 ml 1×/dag, dan 2×/dag; 570 microg/kg: 0,5 ml 2×/dag.
10–12 kg: 285 microg/kg: 0,35 ml 1×/dag, dan 2×/dag; 570 microg/kg: 0,6 ml 2×/dag.
13–15 kg: 285 microg/kg: 0,4 ml 1×/dag, dan 2×/dag; 570 microg/kg: 0,8 ml 2×/dag.
16–19 kg: 285 microg/kg: 0,5 ml 1×/dag, dan 2×/dag; 570 microg/kg: 1,0 ml 2×/dag.
20–24 kg: 285 microg/kg: 0,6 ml 1×/dag, dan 2×/dag; 570 microg/kg: 1,25 ml 2×/dag.
25–29 kg: 285 microg/kg: 0,8 ml 1×/dag, dan 2×/dag; 570 microg/kg: 1,5 ml 2×/dag.
30–34 kg: 285 microg/kg: 0,9 ml 1×/dag, dan 2×/dag; 570 microg/kg: 2,0 ml 2×/dag.
35–39 kg: 285 microg/kg: 1,25 ml 1×/dag, dan 2×/dag; 570 microg/kg: 2,25 ml 2×/dag.
40–49 kg: 285 microg/kg: 1,25 ml 1×/dag, dan 2×/dag; 570 microg/kg: 2,75 ml 2×/dag.
50–59 kg; 285 microg/kg: 1,5 ml 1×/dag, dan 2×/dag; 570 microg/kg: 3,0 ml 2×/dag.
60–69 kg: 285 microg/kg: 2,0 ml 1×/dag, dan 2×/dag; 570 microg/kg: 3,0 ml 2×/dag.
70–79 kg: 285 microg/kg: 2,25 ml 1×/dag, dan 2×/dag; 570 microg/kg: 3,0 ml 2×/dag
≥ 80 kg; 285 microg/kg: 2,5 ml 1×/dag, dan 2×/dag; 570 microg/kg: 3,0 ml 2×/dag
Als de dosis slecht wordt verdragen, deze zo nodig (tijdelijk) verlagen of de behandeling onderbreken. Als er na 3 maanden geen therapeutisch voordeel behaald is, overweeg dan een andere behandeling.
Verminderde nierfunctie: Vanwege het gehalte propyleenglycol is bij een matige nierfunctiestoornis (creatinineklaring 30–60 ml/min) is de max. dosis 285 microg/kg lichaamsgewicht 2×/dag. Gebruik is gecontra-indiceerd bij een ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min).
Verminderde leverfunctie: Vanwege het gehalte propyleenglycol is bij een verminderde leverfunctie de max. dosis 285 microg/kg lichaamsgewicht 2×/dag. Gebruik is gecontra-indiceerd bij een ernstige leverfunctiestoornis.
Een gemiste dosis overslaan en doorgaan met het oorspronkelijke schema.
Toediening
- Alleen voor oraal gebruik;
- Tot 30 minuten vóór of tijdens de maaltijd innemen. Bij eenmaaldaagse dosering innemen in de ochtend en bij een tweemaaldaagse dosering innemen in de ochtend en avond;
- Gebruik één van de drie bijgeleverde doseerspuiten in de maten 0,5 ml (voor 0,1–0,5 ml), 1 ml (voor 0,6–1 ml) en 3 ml (voor 1,25–3 ml);
- Niet mengen met voedsel of drank voorafgaand aan de inname, dit is niet onderzocht.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): buikpijn (mediane duur: < 1 w. ), diarree (mediane duur 2 dagen).
Vaak (1-10%): stijging ALAT en ASAT, gedeeltelijk met een stijging van bilirubine.
Interacties
Maralixibat is een CYP3A4-remmer en OATP2B1-remmer. Een stijging van de plasmawaarden van CYP3A4-substraten (zoals midazolam, simvastatine) kan niet worden uitgesloten, let daarom op bij combinatie met deze middelen. Een daling van de orale absorptie van OATP2B1-substraten (zoals fluvastatine, rosuvastatine) kan niet worden uitgesloten, overweeg de werking van deze middelen te controleren.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens onbekend. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: Er worden geen effecten op de foetus verwacht, omdat de systemische blootstelling verwaarloosbaar is.
Advies: Gebruik ontraden (uit voorzorg).
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: Er worden geen effecten op de zuigeling verwacht, omdat de systemische blootstelling verwaarloosbaar is.
Advies: Vanwege het gehalte propyleenglycol bij voorkeur niet gebruiken in de periode dat borstvoeding gegeven wordt.
Contra-indicaties
Bij progressieve familiaire intrahepatische cholestase
- Ernstige lever- of nierfunctiestoornis, vanwege het gehalte propyleenglycol.
Waarschuwingen en voorzorgen
Controleer
- vooraf de waarden van de in vet oplosbare vitaminen (A, D en E) en van de INR. Bij een tekort aan deze vitaminen, moet aanvullende therapie worden voorgeschreven;
- vooraf en tijdens de behandeling de leverfunctiewaarden. Stijgingen van ALAT (zonder stijgingen van bilirubine) zijn waargenomen; de klinische significantie hiervan is niet bekend;
- tijdens episoden van diarree op voldoende hydratie.
Aandoeningen, geneesmiddelen of operatieve ingrepen die invloed hebben op de gastro-intestinale motiliteit of de enterohepatische circulatie van galzuren, kunnen invloed hebben op de werkzaamheid van maralixibat.
Niet onderzocht
- Veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 2 maanden met Alagille-syndroom en kinderen < 3 maanden met progressieve familiaire intrahepatische cholestase;
- Bij patiënten met chronische diarree die intraveneuze vloeistof of een interventie met voeding nodig hebben;
- Potentiële interacties met ursodeoxycholzuur.
Hulpstoffen: Propyleenglycol, in drank, bij een nier- of leverfunctiestoornis alleen gebruiken met extra controle op achteruitgang. Wees voorzichtig met propyleenglycol bij kinderen < 5 jaar, zeker in combinatie met andere middelen die een substraat van alcoholdehydrogenase, zoals propyleenglycol of ethanol, bevatten.
Overdosering
Neem voor een intoxicatie met maralixibat contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum
Eigenschappen
Maralixibat is een reversibele, selectieve remmer van het ileale galzuurtransporteiwit (IBAT). Maralixibat is lokaal werkzaam in het distale ileum: het vermindert de heropname en verhoogt de klaring van galzuren via het colon. Door verstoring van de enterohepatische kringloop daalt de concentratie van galzuren in het serum.
Kinetische gegevens
Resorptie | Verwaarloosbaar |
F | < 1%. |
Eiwitbinding | 91% (in vitro). |
Metabolisering | minimaal. |
Eliminatie | vooral ongewijzigd met de feces. Een verwaarloosbare hoeveelheid met de urine. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
maralixibat hoort bij de groep galtherapeutica, overige.