triamcinolonacetonide/lidocaïne
Samenstelling
Trianal XGVS Will-Pharma bv
- Toedieningsvorm
- Zalf
- Verpakkingsvorm
- 30 g
Bevat per g: triamcinolonacetonide 0,25 mg, lidocaïne(hydrochloride) 50 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
triamcinolonacetonide/lidocaïne vergelijken met een ander geneesmiddel.
Advies
Voor de symptomatische behandeling van hemorroïden volstaan bij de meeste patiënten niet-medicamenteuze adviezen, zoals het vermijden van persen, het niet uitstellen van toiletgang bij aandrang, eten van vezelrijke voeding en innemen van 1,5-2 liter vocht per dag. Pas eventueel lokale therapie toe ter verlichting van klachten. Geef bij jeuk en/of irritatie vaselinecetomacrogolcrème, zinksulfaatvaselinecrème of zinkoxide-zetpillen en kies voor lidocaïnevaselinecrème indien pijn en/of brandende jeuk op de voorgrond staat. Bij persisterende of ernstige klachten van hemorroïden kan een rubberbandligatie of operatie uitgevoerd worden.
Het is niet aangetoond dat toevoeging van de klasse 2-corticosteroïd triamcinolonacetonide een toegevoegde waarde heeft boven lidocainevaselinecrème, wel neemt de kans op bijwerkingen zoals chronische perianale dermatitis en lokale atrofie toe.
Indicaties
Symptomatische behandeling van:
- Uitwendige aambeien;
- Pruritus ani.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Uitwendige aambeien en pruritus ani
1–3 ×/dag aanbrengen op de uitwendige aambeien of op het gedeelte van de anus dat geïrriteerd is. Maximaal 30 g zalf (1 tube)/week gebruiken en max. 2–3 weken behandelen. Indien een nieuwe behandeling noodzakelijk is, eerst een corticosteroïdenvrije periode van ten minste twee weken aanhouden; zie voor meer informatie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Toediening: bij het aanbrengen een vingercondoom gebruiken of na het aanbrengen goed de handen wassen met zeep.
Bijwerkingen
Soms (0,1-1%): wazig zien.
Zelden (0,01-0,1%): overgevoeligheidsreacties.
Verder zijn gemeld: lokaal branderig gevoel (bij aanvang behandeling), soms jeuk en toename van tenesmus en secreties. Huidatrofie. Vertraging littekenvorming door corticosteroïden.
Interacties
Er zijn van dit middel geen interacties bekend.
Zwangerschap
Corticosteroïden en lidocaïne passeren de placenta.
Teratogenese: Ruime ervaring bij de mens laat geen schadelijke effecten zien van het lokaal en systemisch gebruik van lidocaïne en triamcinolonacetonide (cutaan gebruik).
Farmacologisch effect: Bij lokale toediening van lidocaïne is er sprake van beperkte systemische absorptie. Bij hoge systemische blootstelling van lidocaïne (parenterale toediening) tijdens de partus zijn foetale bradycardie en effecten op vitale functies van de neonaat gemeld. Echter gezien de toedieningsroute en lage dosering zijn deze effecten bij de zalf niet te verwachten.
Advies: Kan volgens de fabrikant kortdurend worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Triamcinolonacetonide: onbekend. Lidocaïne: in kleine hoeveelheden. Gezien de kleine hoeveelheden triamcinolonacetonide en lidocaïne in de zalf zal de blootstelling hieraan bij de zuigeling laag zijn.
Advies: Kan kortdurend worden gebruikt.
Contra-indicaties
- geïnfecteerde aandoeningen in het anale gebied;
- overgevoeligheid voor corticosteroïden of lokale anesthetica van het amide-type.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bij langdurig gebruik is er kans op het ontstaan van lokale allergische reacties en sensibilisatie. Vanwege de kans op chronische perianaal eczeem en lokale atrofie bij gebruik van lokale corticosteroïden, maximaal 2–3 weken gebruiken.
Wees voorzichtig met het gebruik bij anale fissuren omdat corticosteroïden de littekenvorming kunnen vertragen.
Corticosteroïden kunnen symptomen van lokale infecties maskeren.
Overweeg bij verandering in het gezichtsvermogen na langdurige gebruik door te verwijzen naar een oogarts ter beoordeling van mogelijke oorzaken waaronder cataract, glaucoom of zeldzame ziekten zoals centrale sereuze chorioretinopathie (CSCR) die zijn gemeld na gebruik van systemische en lokale corticosteroïden.
Overdosering
Lidocaïne wordt goed geresorbeerd door beschadigd epitheel en slijmvliezen, waardoor bij overmatig gebruik intoxicatie kan ontstaan met prikkeling van het centrale zenuwstelsel en depressie van het cardiovasculaire systeem.
Zie verder voor symptomen en behandeling de monografie op vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Triamcinolonacetonide is een matig-sterk werkend corticosteroïd, klasse 2. Het heeft anti-inflammatoire, anti-prurigineuze en vasoconstrictieve werking, wat mogelijk invloed heeft op jeuk- en pijnklachten. Lidocaïne is een oppervlakte-anestheticum van het amide-type. Het werkt pijn en jeukstillend en geeft verlichting van branderigheid en irritatie.
Kinetische gegevens
Resorptie | lidocaïne: matig door de intacte huid, goed door beschadigde huid en slijmvliezen. Triamcinolonacetonide: kan systemisch worden opgenomen via een intacte, gezonde huid. Occlusie en pathogene processen als ontsteking en beschadiging van de huid verhogen de percutane absorptie. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
triamcinolonacetonide/lidocaïne hoort bij de groep corticosteroïden, combinatiepreparaten cutaan.
- betamethason/salicylzuur (D07XC01) Vergelijk
- calcipotriol/betamethason (D05AX52) Vergelijk
- flumetason/clioquinol (bij secundaire huidinfectie) (D07BB01) Vergelijk
- flumetason/salicylzuur (D07XB01) Vergelijk
- hydrocortison/cinchocaïne/framycetine (C05AA01) Vergelijk
- hydrocortison/ureum (D07XA01) Vergelijk
- miconazol/hydrocortison (D01AC20) Vergelijk
- triamcinolon/salicylzuur (D07XB02) Vergelijk
- triamcinolon/ureum (D07XB02) Vergelijk