febuxostat
Samenstelling
Adenuric Menarini Benelux nv
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 80 mg, 120 mg
Febuxostat Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 80 mg, 120 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Stimuleer ter preventie van (verergering van) met jicht geassocieerde cardiovasculaire en metabole aandoeningen een gezonde leefstijl. Behandel een acute jichtaanval kortdurend met een hoge dosering klassieke NSAID’s oraal (diclofenac of naproxen), orale glucocorticoïden of colchicine, afhankelijk van de comorbiditeit en comedicatie van de patiënt. Wissel van middel als na 3–5 dagen geen verbetering optreedt. Overweeg intra-articulaire corticosteroïdinjectie bij onvoldoende effect. Start, indien de diagnose voldoende zeker is, bij recidiverende jichtaanvallen of jichttophi profylaxe met allopurinol als urinezuurverlagende therapie. Behandel een ondanks profylaxe optredende jichtaanval als een acute jichtaanval. Overweeg bij hoge frequentie van tussentijdse aanvallen langdurige behandeling met een NSAID of colchicine.
Bij contra-indicaties voor allopurinol, onvoldoende effect en/of ernstige bijwerkingen van allopurinol zijn andere urinezuurverlagende opties benzbromaron, febuxostat en probenecide. Het is niet zinvol twee xanthine-oxidaseremmers (allopurinol en febuxostat) of twee uricosurica (benzbromaron en probenecide) te combineren.
Indicaties
- Behandeling van chronische hyperurikemie bij volwassenen, bij aandoeningen waarbij uraatafzetting al is opgetreden (incl. een ziektegeschiedenis met, of aanwezigheid van, jichtknobbels en/of jicht) (Adenuric en generiek).
- Preventie en behandeling van hyperurikemie bij volwassenen die chemotherapie ondergaan voor een hematologische maligne aandoening met een middelmatig tot hoog risico van tumorlysissyndroom (TLS) (Adenuric).
Gerelateerde informatie
Doseringen
Een leverfunctietest wordt aanbevolen voorafgaand aan het begin van de therapie met febuxostat en daarna periodiek aan de hand van het klinisch oordeel.
De behandeling niet starten tijdens een acute jichtaanval.
De fabrikant adviseert hartmonitoring bij patiënten die chemotherapie ondergaan voor hematologische maligne aandoeningen met een middelmatig tot hoog risico op tumorlysissyndroom.
Onderhoudsbehandeling bij chronische hyperurikemie
Volwassenen (incl. ouderen)
80 mg 1×/dag. Bij serum urinezuurwaarden na 2 tot 4 weken > 6 mg/dl (357 micromol/l) kan toediening van 120 mg 1×/dag worden overwogen. Streefwaarde is verlaging van de serum urinezuurwaarde naar en handhaving op < 6 mg/dl (357 micromol/l). Overweeg bij een hoge frequentie van tussentijdse aanvallen langdurige behandeling met een NSAID of colchicine; zie ook de rubrieken Advies en Waarschuwingen en voorzorgen.
Preventie van tumorlysissyndroom (TLS)
Volwassenen
Adenuric: 120 mg 1×/dag. Start 2 dagen voor het begin van de cytotoxische behandeling en ga door gedurende ten minste 7 dagen. Verleng eventueel tot 9 dagen afhankelijk van de duur van de chemotherapie en het klinisch oordeel.
Verminderde nierfunctie: bij een licht of matig verminderde nierfunctie is geen dosisaanpassing nodig, de veiligheid en werkzaamheid bij een ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min) zijn niet volledig beoordeeld.
Verminderde leverfunctie: bij een lichte leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 5-6) is bij gebruik voor jicht de aanbevolen dosering 80 mg, over gebruik bij een matig-ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 7-9) is weinig informatie beschikbaar. Bij toepassing voor preventie van TLS is in klinisch onderzoek bij een lichte tot matig-ernstige leverfunctiestoornis geen dosisaanpassing toegepast. De veiligheid en werkzaamheid zijn niet onderzocht bij een ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 10-15).
Toediening: de tabletten kunnen met of zonder voedsel kan worden ingenomen.
Bijwerkingen
Onderstaande frequenties zijn gebaseerd op toepassing bij jicht.
Vaak (1-10%): exacerbatie van acute jichtaanvallen bij het begin van de behandeling. Hoofdpijn, duizeligheid. Dyspneu, vermoeidheid. Diarree, misselijkheid. Artralgie, myalgie, pijn in de extremiteiten. Leverfunctieafwijkingen. Jeuk, huiduitslag, oedeem.
Soms (0,1-1%): buikpijn, pijn in de bovenbuik, abdominale distensie, braken, dyspepsie, obstipatie, frequente stoelgang, flatulentie, gastro-oesofageale reflux, droge mond, mondzweren, lipzwelling. Pancreatitis. Diabetes mellitus, hyperlipidemie, verminderde eetlust, gewichtstoename, galstenen. Malaise. Verminderd libido, erectiestoornis. slapeloosheid. Paresthesie, hemiparese, slaperigheid, smaakstoornissen, hypo-esthesie, hyposmie. Tinnitus. Atriumfibrilleren, palpitaties, afwijkend ECG, aritmie, hypertensie, opvliegers. Bij toepassing bij tumorlysissyndroom: linkerbundeltakblok, sinustachycardie, bloeding. Bronchitis, infecties van de luchtwegen, hoesten, rinorroe. Eczeem, psoriasis, erytheem, urticaria, huidverkleuring, petechie en jeukende, maculaire, papuleuze of maculopapuleuze huiduitslag. Alopecia, hyperhidrose, nachtzweten. Gewrichtspijn, artritis, spierpijn, spierzwakte, spierkrampen, stramme gewrichten of spieren, gezwollen gewrichten, rugpijn, kneuzing, bursitis. Nierfalen, nierstenen, hematurie, pollakisurie, proteïnurie, mictiedrang, urineweginfectie. Pijn of ongemak op de borst. Verhoging van het thyroïdstimulerend hormoon (TSH) in het bloed, hypothyroïdie. Stijging van de serumamylase- , serumcreatinine-, serumureum- en triglyceridenconcentratie, stijging van de lactaatdehydrogenasewaarde, stijging van de kaliumwaarde, verhoogde INR, daling van het hematocriet, het aantal trombocyten, leukocyten en lymfocyten, daling van het Hb-gehalte.
Zelden (0,01-0,1%): anafylactische reactie. Circulatoire collaps, plotselinge hartdood. Pneumonie. Geneesmiddel gerelateerde huidreactie met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS-syndroom) en ernstige huidreacties waaronder Stevens-Johnsonsyndroom (SJS), toxische epidermale necrolyse (TEN), erytheem en exfoliatieve, folliculaire, vesiculeuze, pustuleuze of morbilliforme huiduitslag. Mondulcera. Hepatitis, geelzucht, leverschade, cholecystitis. Nervositeit, depressieve gemoedstoestand, slaapstoornis. Vertigo. Gewichtsafname, eetstoornissen, ageusie. Gastro-intestinale perforatie, stomatitis. Rabdomyolyse, ‘rotator cuff’-syndroom, reumatische polymyalgie. Tubulo-interstitiële nefritis, dorst. Wazig zicht, occlusie netvliesslagader. Brandend of warm gevoel. Agranulocytose, trombocytopenie, pancytopenie, anemie. Verlenging van de geactiveerde partiële tromboplastinetijd (APTT), daling van het aantal erytrocyten, stijging van de bloedglucosewaarde, serum alkalische fosfatasewaarde, serum creatinekinasewaarde.
De ernstige overgevoeligheidsreacties en huidreacties treden veelal op tijdens de eerste maand van de behandeling; in sommige gevallen waren de patiënten al overgevoelig voor allopurinol.
Interacties
Febuxostat remt het metabolisme van azathioprine en mercaptopurine (door remming van xanthine-oxidase), waardoor de toxische effecten (myelotoxiciteit) van deze stoffen worden versterkt; gelijktijdig gebruik wordt niet aanbevolen. Als de combinatie onvermijdelijk is, de dosering van mercaptopurine of azathioprine verlagen tot 20% of minder van de tevoren voorgeschreven dosis, om hematologische effecten te vermijden. Interacties met andere cytotoxische geneesmiddelen zijn niet onderzocht en kunnen niet worden uitgesloten. Gelijktijdige toediening van theofylline en een lage dosis febuxostat (80 mg) heeft geen effect op de farmacokinetiek van theofylline. Er zijn geen gegevens beschikbaar over gelijktijdige toediening met hoge dosis febuxostat (120 mg).
Sterke UGT–inductoren kunnen het metabolisme van febuxostat versnellen, bij gelijktijdig gebruik de eerste 1–2 weken na aanvang met de UGT-inductor de urinezuurspiegel monitoren. Stoppen van een behandeling met een UGT-inductor kan mogelijk leiden tot een verhoging van de plasmaspiegel van febuxostat.
Geneesmiddelen die de glucuronidering remmen, zoals NSAID's en probenecide, kunnen in theorie de eliminatie van febuxostat verlagen. Hoewel gelijktijdig gebruik van febuxostat en naproxen in verband is gebracht met een stijging van de febuxostatspiegel, is dit klinisch niet relevant en is dosisaanpassing niet nodig.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij een zeer klein aantal gevallen zijn er geen nadelige effecten op de zwangerschap of de gezondheid van de foetus/het pasgeboren kind gezien. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Gebruik ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend, bij de mens. Ja, bij dieren, waarbij de ontwikkeling van zogende pups werd verstoord.
Farmacologisch effect: Een nadelig effect voor de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen contra-indicaties bekend.
Waarschuwingen en voorzorgen
Pre-existente cardiovasculaire aandoeningen: Volgens de fabrikant voorzichtig zijn bij patiënten met ernstige cardiovasculaire aandoeningen (bv. bij ernstig hartfalen, instabiele angina pectoris of na een myocardinfarct of CVA) en deze nauwlettend volgen. In een postregistratiestudie (CARES) werd een hoger aantal fatale cardiovasculaire voorvallen waargenomen met febuxostat in vergelijking met allopurinol. In een latere postregistratiestudie (FAST) was febuxostat echter niet inferieur aan allopurinol wat betreft de incidentie van zowel fatale als niet-fatale cardiovasculaire voorvallen. Bij patiënten met kans op het tumorlysissyndroom is hartbewaking aangewezen.
Acute jichtaanvallen: De behandeling niet starten tijdens een acute jichtaanval. Vrijmaking van de uraatdepots kan in de eerste maanden van behandeling de frequentie van jichtaanvallen doen toenemen; dit kan worden verminderd door toevoeging van een NSAID of colchicine gedurende minimaal zes maanden; zie ook de rubriek Advies. Indien tijdens de behandeling een jichtaanval optreedt, de behandeling met febuxostat voortzetten en de tussentijdse aanval als een acute jichtaanval behandelen.
Ernstige allergische of overgevoeligheidsreacties: Controleer nauwlettend op tekenen en symptomen van allergische of overgevoeligheidsreacties; bij ernstige reacties behandeling onmiddellijk staken en nooit meer hervatten. Ernstige allergische -/overgevoeligheidsreacties, incl. levensbedreigend Stevens-Johnsonsyndroom (SJS), toxische epidermale necrolyse (TEN) en acute anafylactische reactie/shock zijn gemeld. Reacties traden veelal op tijdens de eerste maand van behandeling. Sommige van deze patiënten rapporteerden nierfunctiestoornissen en/of eerdere overgevoeligheid voor allopurinol. Ernstige overgevoeligheidsreacties, waaronder geneesmiddelgerelateerde eosinofilie en systemische symptomen (DRESS) gingen soms gepaard met koorts, hematologische afwijkingen, nier- of leveraantasting.
Lever- en nierfunctie: Een leverfunctietest wordt aanbevolen voorafgaand aan het begin van de therapie met febuxostat en daarna periodiek, aan de hand van het klinisch oordeel. Bij toepassing voor jicht wordt bij een milde leverfunctiestoornis een dosisaanpassing aanbevolen (zie rubriek Dosering). Over het gebruik bij jicht bij een matig-ernstige leverfunctiestoornis is weinig informatie beschikbaar. Bij een ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 10–15) en ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min) zijn de veiligheid en werkzaamheid van febuxostat niet onderzocht.
Bij schildklieraandoeningen voorzichtig zijn vanwege mogelijke stijging van de TSH-waarde.
Bij het syndroom van Lesch-Nyhan en ontvangers van een orgaantransplantatie wordt het gebruik van febuxostat niet aanbevolen, aangezien hierbij geen ervaring is opgedaan.
De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen (< 18 jaar) is niet vastgesteld.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met febuxostat contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Niet-purine, selectieve xanthine-oxidaseremmer. Febuxostat remt zowel de geoxideerde als de gereduceerde vormen van het enzym xanthine–oxidase. Hierdoor wordt de afbraak van hypoxanthine en xanthine tot urinezuur geremd en daalt de urinezuurconcentratie van het bloed geleidelijk, worden tophi kleiner en wordt vorming van uraatstenen voorkomen.
De urinezuurconcentratie is na 2–4 weken verlaagd tot een normale waarde. Het kan echter maanden duren tot de frequentie van acute aanvallen afneemt.
Kinetische gegevens
Resorptie | voor ten minste 84%, voedsel heeft geen significante invloed. |
T max | binnen 1-1½ uur. |
Eiwitbinding | febuxostat ca. 99% (aan albumine), actieve metabolieten 82–91%. |
Metabolisering | wordt uitgebreid gemetaboliseerd door conjugatie via het uridine-difosfaat-glucuronosyltransferase-enzymsysteem (UDPGT) en geoxideerd door CYP1A1, CYP1A2, CYP2C8 en CYP2C9 tot een aantal actieve metabolieten. |
Eliminatie | met de urine wordt ca. 3% onveranderd en 46% als metabolieten uitgescheiden; met de feces ca. 12% onveranderd en 33% als metabolieten. |
T 1/2el | 5–8 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
febuxostat hoort bij de groep xanthine-oxidaseremmers.