Geneesmiddelen
Stofnaam |
Geneesmiddel |
Indicatie |
Toediening |
---|---|---|---|
Adrenaline, Adrenaline, Emerade, EpiPen, Jext |
|
parenteraal (inj./inf.) |
|
Dobutamine |
parenteraal (inj./inf.) |
||
Dopamine |
|
parenteraal (inj./inf.) |
|
Efedrine |
|
parenteraal (inj./inf.) |
|
Biorphen, Fenylefrine injectie |
|
parenteraal (inj./inf.) |
|
Isoprenaline |
|
parenteraal (inj./inf.) |
|
Gutron |
|
oraal |
|
Noradrenaline, Noradrenaline, Sinora |
|
parenteraal (inj./inf.) |
Een volledig overzicht van alle indicaties per geneesmiddel kunt u vinden in de geneesmiddelteksten.
Werking
Werkingsmechanisme
De antihypotensiva vormen een heterogene groep van geneesmiddelen die via een of meerdere van onderstaande aangrijpingspunten hun werking uitoefenen:
- α-receptorstimulatie;
- β-receptorstimulatie;
- dopaminereceptorstimulatie.
Zie voor meer specifieke informatie over het aangrijpingspunt de betreffende geneesmiddelteksten.
Effect
- α-receptorstimulatie: constrictie van arteriolen in de huid, nieren en splanchnicus-gebied:
- stijging van de bloeddruk, met een gelijkblijvend of verder dalend hartminuutvolume;
- daling perifere circulatie (met name in de nieren);
- mogelijk toename cerebrale circulatie.
- β-receptorstimulatie: constrictie van arteriolen (huid, mogelijk ook in splanchnicus-gebied) en dilatatie van de arteriolen van de dwarsgestreepte skeletspieren:
- stijging van de kamerfrequentie en mogelijk ook van de contractiekracht van het hart;
- stijging van de polsdruk, toename van het hartminuutvolume en verbetering van de perifere circulatie.
- dopaminereceptorstimulatie:
- vasodilatatie (vooral van de nierarteriolen), met verbeterde nierdoorbloeding en versterkte natriurese.
Typerende bijwerkingen
Zie voor de bijwerkingen van deze middelen de betreffende geneesmiddelteksten.