Geneesmiddelen

Stofnaam

Geneesmiddel

Indicatie

Toediening

cobicistat

Tybost

HIV-infectie

oraal

ritonavir

Norvir, Ritonavir

HIV-infectie

oraal

Een volledig overzicht van alle indicaties per geneesmiddel kunt u vinden in de geneesmiddelteksten.

Werking

Werkingsmechanisme

CYP3A-remmers:

  • remmen selectief de CYP3A-subfamilie van enzymen. Hierdoor verhogen ze de systemische blootstelling van geneesmiddelen waarvan het werkzame bestanddeel voornamelijk wordt gemetaboliseerd door CYP3A. Cobicistat heeft zelf geen antivirale activiteit.

Ritonavir behoort tot deze groep, maar omdat het óók als HIV-proteaseremmer inzetbaar is (heeft ook antivirale activiteit), is ritonavir eveneens ingedeeld in de groep HIV-proteaseremmers. De toegepaste dosering voor de inzet als CYP3A4-remmer verschilt van de dosering benodigd voor adequate antivirale effectiviteit.

Effect

  • Cobicistat en ritonavir versterken de werkzaamheid van antiretrovirale combinatietherapie (cART) bij een HIV-1-infectie.

Typerende bijwerkingen

CYP3A4-remmers worden ingezet om de plasmaspiegel van andere geneesmiddelen te verhogen. De gevonden typerende bijwerkingen zijn dan ook vaak een afspiegeling van de middelen waarmee ze worden gecombineerd.

Waargenomen bij het gebruik van ritonavir of cobicistat in de diverse combinatieregimes (cART) die er zijn, zijn:

Relatief frequent

  • bijwerkingen van het CZS; paresthesieën (ritonavir), vermoeidheid, duizeligheid;
  • huiduitslag;
  • gastro-intestinale bijwerkingen, zoals dyspepsie, misselijkheid, braken, diarree, flatulentie.

Minder frequent

  • verhoogde cholesterol- en triglyceridenwaarden (vaker bij ritonavir dan bij cobicistat);
  • lipoatrofie;
  • verlenging PQ-interval (ritonavir);
  • nefrotoxiciteit (cobicistat, bij combinatie met tenofovirdisoproxil), dit kan acuut nierfalen of het syndroom van Fanconi veroorzaken;
  • overgevoeligheidsreacties waaronder huiduitslag, anafylaxie, angio-oedeem, bronchospasme, erythema multiforme, toxische epidermale necrolyse, Stevens-Johnson-syndroom;
  • immuun reconstitutie inflammatoir syndroom (IRIS): een ontstekingsreactie op een latent aanwezige opportunistische infectie;
  • activatie van een auto-immuunaandoening, bv. de ziekte van Graves, auto-immuunhepatitis, polymyositis of het Guillain-Barré-syndroom.

Meer informatie

Gastro-intestinale bijwerkingen van ritonavir komen met een hogere frequentie voor bij gebruik van de tablet, waarvan de formulering anders is dan van de capsule, en waarbij een hogere Cmax ontstaat.

Ook paresthesieën kunnen vaker voorkomen bij gebruik van de ritonavir-tablet, door de hogere Cmax.

Aangetoond is dat cobicistat de geschatte creatinineklaring doet afnemen door remming van de tubulaire secretie van creatinine, zonder daarbij de renale glomerulaire filtratie (GFR) te beïnvloeden. Het veroorzaakt een lichte stijging van de serumcreatinineconcentratie, vooral in het begin van de behandeling. Bij een stijging van 26 micromol/liter (3 mg/l) of meer is controle van de nieren aanbevolen.

Zie ook

Indicaties