Geneesmiddelen
Stofnaam |
Geneesmiddel |
Indicatie |
Toediening |
---|---|---|---|
Zinplava |
|
parenteraal (inj./inf.) |
|
Ronapreve |
parenteraal (inj./inf.) |
||
Megalotect |
|
parenteraal (inj./inf.) |
|
Hepatect CP, Uman Big, Zutectra |
parenteraal (inj./inf.) |
||
Cutaquig, Cuvitru, Gammanorm, Hizentra, Hizentra, HyQvia |
|
parenteraal (inj./inf.) |
|
Flebogamma DIF, Gammagard S/D, Gamunex, Intratect, Intratect, Kiovig, Nanogam, Octagam, Panzyga, Privigen |
|
parenteraal (inj./inf.) |
|
Synagis |
|
parenteraal (inj./inf.) |
|
Regkirona |
parenteraal (inj./inf.) |
||
Rhesonativ, Rhophylac |
|
parenteraal (inj./inf.) |
|
Tetagam P |
|
parenteraal (inj./inf.) |
|
Evusheld |
parenteraal (inj./inf.) |
Een volledig overzicht van alle indicaties per geneesmiddel kunt u vinden in de geneesmiddelteksten.
Werking
Werkingsmechanisme
Immunoglobulinen:
- binden aan een antigeen dat zich bevindt aan de buitenkant van een pathogeen (virus of bacterie) of toxine.
- neutraliseren pathogeen of toxine voordat binding aan de target-cel plaatsvindt, waarna verdere eliminatie kan plaatsvinden
- bij primaire immuun trombocytopenie (ITP), het syndroom van Guillain-Barré, multifocale motorische neuropathie (MMN), chronische inflammatoire demyeliniserende polyneuropathie (CIDP) en de ziekte van Kawasaki is het werkingsmechanisme niet volledig verklaard, maar omvat onder meer immunomodulerende effecten.
Effect
- tijdelijke bescherming tegen bepaalde ziekteverwekkers (= passieve immunisatie);
- compensatie van een tekort aan immunoglobulinen, hierdoor neemt het aantal infecties af (normaal immunoglobuline);
- immunomodulerend.
Meer informatie
Immunoglobulinen (ook wel antilichamen of antistoffen genoemd) past men toe bij passieve immunisatie. De werkingsduur is beperkt, desgewenst kan men de toediening herhalen om een langere werkingsduur te verkrijgen. Behalve als profylaxe bij gezonde personen dient men immunoglobulinen ook profylactisch toe bij immuundeficiënties en sommige auto-immuunziekten.
In de groep immunoglobulinen worden de volgende typen onderscheiden:
- humane immunoglobulinen, bereid uit humaan plasma, onder te verdelen in:
- normaal immunoglobuline, bereid uit een 'pool' van ten minste 1000 plasmadonaties, afkomstig van gezonde volwassenen. Ieder preparaat bevat breed spectrum aan antistoffen dat overeenkomt met de natuurlijke respons van volwassenen tegen algemeen voorkomende antigenen, waaronder pathogene micro-organismen. Er zijn preparaten voor i.m.- en/of s.c.- en voor i.v.-toediening;
- specifieke immunoglobulinen (cytomegalovirus-immunoglobuline, hepatitis-B-immunoglobuline en rhesus(D)immunoglobuline), afkomstig van reconvalescenten of gevaccineerden, gericht tegen één bepaald antigeen;
- monoklonale immunoglobulinen, geproduceerd met behulp van recombinant-DNA-technologie (bezlotoxumab, casirivimab, imdevimab, palivizumab).
Typerende bijwerkingen
Relatief frequent
- pijn op de injectieplaats (indien van toepassing), laaggradige koorts.
Minder frequent
- spierpijn en/of spierzwakte;
- lethargie;
- anafylactische shock;
- theoretisch: risico van transmissie van infectieziekten.