Geneesmiddelen
Stofnaam |
Geneesmiddel |
Indicatie |
Toediening |
---|---|---|---|
Kaliumchloride Drank FNA, Slow-K |
|
oraal |
|
Kaliumchloride |
|
parenteraal (inj./inf.) |
|
Kaliumchloride-glucose |
|
parenteraal (inj./inf.) |
|
Sibnayal |
|
oraal |
|
Kaliumwaterstoftartraat Suspensie FNA |
|
oraal |
Een volledig overzicht van alle indicaties per geneesmiddel kunt u vinden in de geneesmiddelteksten.
Werking
Werkingsmechanisme
Kalium is van belang voor o.a.:
- zuur-base evenwicht van de cel;
- isotonie;
- prikkelgeleiding;
- spiercontractie;
- enzymatische processen.
Effect
- herstel van (de gevolgen van) een verlaagde serumkaliumconcentratie.
Typerende bijwerkingen
Relatief frequent
- Maag-darmstoornissen, zoals misselijkheid, braken, maagpijn, diarree, flatulentie;
- Flebitis;
- Pijn op de injectieplaats.
Minder frequent
- Laesies in slokdarm, maag of duodenum;
- Gastro-intestinale bloedingen;
- Gastro-intestinale obstructie of perforatie;
- Hyperkaliëmie (met bijkomende kans op cardiale aritmieën).
Meer informatie
Bij orale toediening kunnen kaliumzouten irritatie van de mucosa in het maag-darmkanaal veroorzaken. Er kunnen maag-darmstoornissen optreden. De kans hierop is groter bij gebruik van een tablet dan bij gebruik van de drank, omdat met een tablet plaatselijk een hogere concentratie kalium wordt bereikt. In zeldzame gevallen kunnen er laesies in het maag-darmkanaal (ontsteking, erosies, ulcera) ontstaan, met risico op gastro-intestinale bloedingen of gastro-intestinale obstructie/perforatie 1. Het zittend of staand innemen van tabletten met veel water tijdens of na de maaltijd kan de kans op deze bijwerkingen verminderen.
Bij intraveneuze toediening kunnen flebitis en pijn op de injectieplaats optreden.
Met de toepassing van kaliumzouten bestaat de kans op hyperkaliëmie, maar deze is gering bij orale of langzame intraveneuze toediening bij personen met een normale nierfunctie. De kans op hyperkaliëmie neemt toe bij snelle intraveneuze infusie, bij gelijktijdig gebruik van kaliumsparende geneesmiddelen, zoals kaliumsparende diuretica, ACE-remmers en ARB's (angiotensinereceptorblokkers), en bij chronische nierinsufficiëntie 1.