Geneesmiddelen
Stofnaam |
Geneesmiddel |
Indicatie |
Toediening |
---|---|---|---|
Pabal |
|
parenteraal (inj./inf.) |
|
Oxytocine, Syntocinon |
|
nasaal, parenteraal (inj./inf.) |
Een volledig overzicht van alle indicaties per geneesmiddel kunt u vinden in de geneesmiddelteksten.
Werking
Werkingsmechanisme
Oxytocineagonisten:
- stimuleren de frequentie en kracht van de ritmische contracties van de uterus door aangrijpen op oxytocinereceptoren in de uterus;
- stimuleren bij lactatie ritmische contracties van de myo-epitheliale cellen rond de alveoli van de borst (oxytocine).
Effect
- bevordering van de uitdrijving;
- voorkoming of vermindering van postpartale bloedingen;
- stimulering en vergemakkelijking van de lediging van de melkklier (oxytocine).
Meer informatie
Oxytocine (letterlijk: snelle baring) veroorzaakt uteruscontracties vanaf de tweede helft van de zwangerschap, waarvan het patroon afhankelijk is van toedieningswijze en dosering. Oxytocine is niet werkzaam op een niet-zwangere uterus. Oxytocine veroorzaakt voorts contracties van het spierweefsel van de melkgangen bij doses lager dan die welke de à terme-uterus tot contractie brengen. Oxytocine werkt in vergelijking met secale-alkaloïden snel en kortdurend. De plasmahalfwaardetijd is zeer kort: circa drie minuten. Deze tijd wordt mede bepaald door het enzym oxytocinase en door de inactivering en excretie van oxytocine door de lever, de nieren en de darm. De halfwaardetijd voor het effect op de zwangere uterus bedraagt 15–30 minuten (mogelijk omdat de inactivering in het myometrium langzamer verloopt dan in het bloed).
Carbetocine is een langwerkende oxytocine-agonist met een werking overeenkomstig met die van oxytocine. Vanwege de langere werkingsduur (enkele uren) is carbetocine niet geschikt voor gebruik tijdens de baring.
Typerende bijwerkingen
Relatief frequent (bij i.v. toediening)
- hoofdpijn, opvliegers, warmtegevoel;
- metaalsmaak, misselijkheid, braken, buikpijn;
- (kortdurende) bloeddrukdaling, reflextachycardie.
Minder frequent
- acute waterintoxicatie met hersenoedeem en convulsies.
Meer informatie
Oxytocine veroorzaakt vasodilatatie van vasculair glad spierweefsel. Na intraveneuze toediening kan de bloeddruk tijdelijk dalen en kan tachycardie reflexmatig worden geïnduceerd. De initiële daling van de bloeddruk wordt meestal gevolgd door een kleine maar aanhoudende stijging van de bloeddruk.
Oxytocine lijkt qua structuur op vasopressine; in hogere doses wordt de vasopressine-V2-receptor geactiveerd, met een antidiuretisch effect tot gevolg. Waterintoxicatie is zowel bij intraveneuze als bij nasale toediening van oxytocine gemeld. Er is meer kans op waterintoxicatie bij toediening van hoge doses in combinatie met grote volumes zoutarme infusievloeistof.