Geneesmiddelen

Stofnaam

Geneesmiddel

Indicatie

Toediening

apraclonidine

Iopidine

glaucoom

oculair

brimonidine (bij conjunctivale hyperemie)

Lumobry

oculair

brimonidine (bij glaucoom)

Alphagan, Brimonidine

glaucoom

oculair

fenylefrine (oculair)

Fenylefrine Minims 2,5%, Fenylefrine Minims 10%, Fenylefrine Monofree

oculair

Een volledig overzicht van alle indicaties per geneesmiddel kunt u vinden in de geneesmiddelteksten.

Werking

Werkingsmechanisme

Oculaire sympathicomimetica stimuleren de volgende adrenerge receptoren in het oog:

  • α1-receptoren (musculus dilatator pupillae);
  • α2-receptoren (corpus ciliare). Hierdoor neemt de productie van kamerwater af en verbetert de uveosclerale afvoer;
  • α2-receptoren (bloedvaatjes conjunctiva). Hierdoor treedt lokale vasoconstrictie op.

Effect

  • mydriase (α1-receptoren m. dilatator pupillae);
  • verlaging van de intra-oculaire druk (α2-receptoren corpus ciliare);
  • decongestie van het oogslijmvlies (α2-receptoren bloedvaatjes).

Typerende bijwerkingen

Relatief frequent

  • conjunctivale hyperemie, lokale allergische reacties, fotofobie;
  • hoofdpijn, droge mond, asthenie (apraclonidine, brimonidine);
  • sedatie (brimonidine).

Minder frequent

  • hartkloppingen.

Meer informatie

Fenylefrine: ernstige cardiovasculaire reacties en myocardinfarcten zijn voorgekomen vooral bij de hogere concentratie fenylefrine (100 mg/ml) en bij reeds bestaande cardiovasculaire aandoeningen. Na lokaal gebruik kan systemische toxiciteit optreden, met name bij kinderen en ouderen met bestaande cardiovasculaire aandoeningen.

Brimonidine en apraclonidine mogen niet gebruikt worden bij kinderen. Na gebruik van brimonidine bij pasgeborenen en bij jonge kinderen zijn symptomen van overdosering gemeld, zoals bewusteloosheid, lethargie, hypotensie, bradycardie, hypothermie, cyanose, ademhalingsdepressie en apneu. Bij kinderen van 2–7 jaar en/of met een gewicht < 20 kg is een hoge incidentie en ernstige mate van slaperigheid waargenomen.

Zie ook

Indicaties