Geneesmiddelen

Stofnaam

Geneesmiddel

Indicatie

Toediening

BCG-vaccin (als vaccin)

BCG-vaccin AJV

Tuberculose

parenteraal (inj./inf.)

bof-/mazelen-/rubellavaccin

MMRVaxPro

parenteraal (inj./inf.)

choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel

Dukoral

oraal

choleravaccin, levend verzwakt

Vaxchora

oraal

COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty)

Comirnaty Omicron XBB.1.5

COVID-19

parenteraal (inj./inf.)

COVID-19 subunitvaccin (Nuvaxovid)

Nuvaxovid Omicron XBB.1.5

COVID-19

parenteraal (inj./inf.)

denguevaccin

Qdenga

parenteraal (inj./inf.)

difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin

Vaxelis

hepatitis B

parenteraal (inj./inf.)

difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin

Boostrix

parenteraal (inj./inf.)

difterie-/tetanus-/poliovaccin

DTP-Vaccin, Revaxis

parenteraal (inj./inf.)

gelekoortsvaccin

Stamaril

parenteraal (inj./inf.)

haemophilus influenzae B-vaccin

Act-Hib

parenteraal (inj./inf.)

hepatitis A+B-vaccin

Ambirix, Twinrix Adult

hepatitis A hepatitis B

parenteraal (inj./inf.)

hepatitis A-vaccin

Avaxim, Havrix 1440, Havrix Junior, Vaqta Adult, Vaqta Junior

hepatitis A

parenteraal (inj./inf.)

hepatitis B-vaccin (Engerix)

Engerix-B, Engerix-B Junior

hepatitis B

parenteraal (inj./inf.)

hepatitis B-vaccin (Fendrix)

Fendrix

hepatitis B

parenteraal (inj./inf.)

hepatitis B-vaccin (HBVAX)

HBVAXPRO

hepatitis B

parenteraal (inj./inf.)

hepatitis B-vaccin (PreHevbri)

PreHevbri

hepatitis B

parenteraal (inj./inf.)

influenzavaccin

Influvac, Influvac Tetra, Vaxigrip Tetra

influenza

parenteraal (inj./inf.)

japanse-encefalitisvaccin

Ixiaro

parenteraal (inj./inf.)

leptospirosevaccin

Spirolept

parenteraal (inj./inf.)

meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y

MenQuadfi, Menveo, Nimenrix

parenteraal (inj./inf.)

meningokokkenvaccin type B

Bexsero, Trumenba

parenteraal (inj./inf.)

meningokokkenvaccin type C

NeisVac-C

parenteraal (inj./inf.)

papillomavirusvaccin (2-valent)

Cervarix

parenteraal (inj./inf.)

papillomavirusvaccin (4-valent)

Gardasil

parenteraal (inj./inf.)

papillomavirusvaccin (9-valent)

Gardasil 9

parenteraal (inj./inf.)

pneumokokkenvaccin (10-valent)

Synflorix

parenteraal (inj./inf.)

pneumokokkenvaccin (13-valent)

Prevenar 13

parenteraal (inj./inf.)

pneumokokkenvaccin (15-valent)

Vaxneuvance

parenteraal (inj./inf.)

pneumokokkenvaccin (20-valent)

Prevenar 20 (voorheen Apexxnar)

pneumokokkenvaccin (23-valent)

Pneumovax 23

parenteraal (inj./inf.)

pokkenvaccin

Imvanex

poliomyelitisvaccin

Poliomyelitisvaccin

parenteraal (inj./inf.)

rabiësvaccin

Rabiësvaccin Mérieux, Rabipur, Verorab

parenteraal (inj./inf.)

rotavirusvaccin

Rotarix

oraal

RS-virusvaccin

Abrysvo, Arexvy

parenteraal (inj./inf.)

tekenencefalitisvaccin

FSME-Immun, FSME-Immun Junior

parenteraal (inj./inf.)

tetanusvaccin

Tetanusvaccin

parenteraal (inj./inf.)

tyfusvaccin (parenteraal)

Typhim Vi

parenteraal (inj./inf.)

varicella-zostervaccin (Provarivax)

Provarivax

parenteraal (inj./inf.)

varicella-zostervaccin (Shingrix)

Shingrix

huidinfectie, herpes virus huidinfectie, herpes virus

parenteraal (inj./inf.)

varicella-zostervaccin (Zostavax)

Zostavax

huidinfectie, herpes virus

parenteraal (inj./inf.)

Een volledig overzicht van alle indicaties per geneesmiddel kunt u vinden in de geneesmiddelteksten.

Werking

Werkingsmechanisme

Zie voor meer informatie over het werkingsmechanisme en effect van passieve immunisatie de groepstekst Immunoglobulinen.

Een vaccinatie:

  • activeert het immuunsysteem. Hierdoor ontstaat zowel humorale (via B-cellen) als cellulaire (T-cellen) immuniteit tegen het specifieke antigeen.

Effect

  • preventie van een specifieke infectie;
  • vermindering van morbiditeit en mortaliteit door een specifieke infectie, indien deze toch optreedt;
  • als onderdeel van systematische vaccinatieprogramma’s algehele uitroeiing van ziekten.

Meer informatie

Immunisatie

  • is actief wanneer een (deel van een) specifiek antigeen, levend of dood, een immuunrespons opwekt. Door opbouw van geheugen is de respons van het immuunsysteem op een volgende blootstelling aan het antigeen snel. Dit wordt bereikt door het doormaken van ziekten en/of door vaccinaties;
  • is passief indien antistoffen tegen een specifiek antigeen worden toegediend (immunoglobulinen). Het beschermende effect is onmiddellijk, maar doordat er geen eigen immuunrespons plaatsvindt, is het effect van korte duur.

Informatie over het Nederlandse Rijksvaccinatieprogramma staat op de pagina Rijksvaccinatieprogramma - Informatie voor professionals op RIVM.nl.

Typerende bijwerkingen

Relatief frequent

  • koorts(stuip);
  • roodheid, zwelling, warmte en pijn op de injectieplaats.

Minder frequent

  • collapsreactie (wegraking);
  • 'extensive limb swelling' (ELS).

Meer informatie

Niet elke opgetreden reactie na vaccinatie komt door de inenting. Er zijn verschijnselen of ziekten waarvan aannemelijk is dat ze ook waren opgetreden zonder de vaccinatie (coïncidentele gebeurtenissen). Koorts kan bijvoorbeeld vele oorzaken hebben. Bijwerkingen zoals flauwvallen en huilen worden meestal veroorzaakt door het vaccineren en niet door het vaccin zelf. Vaak wordt geadviseerd om personen gedurende korte tijd (15–30 min) te observeren na het vaccineren.

Na het geven van een dood vaccin kan koorts optreden, meestal binnen 24 uur na vaccinatie en met een piek 6 tot 8 uur na toediening. Na het geven van een levend verzwakt vaccin kan na 5 tot 12 dagen koorts ontstaan.

Na vaccinatie krijgt een kind een enkele keer een koortsstuip. Ze worden vooral gemeld bij kinderen na de vierde vaccinatie van het RVP en na de BMR vaccinatie. De kans op herhaling bij volgende vaccinaties is klein.

Bij kinderen jonger dan 2 jaar kan een wegraking optreden ('hypotonic hyporesponsive episode'), meestal na de eerste vaccinaties, 2 tot 4 uur na toedienen. Vaak verdwijnt deze spontaan, maar soms pas na een uur tijd. Bij kinderen vanaf 2 jaar gaat het meer om flauwvallen.

Na vaccinatie kan de vaccinatieplaats rood aanlopen en opzwellen. Meestal beperkt de roodheid en zwelling zich tot de vaccinatieplaats. Een enkele keer is echter de hele bovenarm of het bovenbeen rood en gezwollen. Dit wordt ook wel ELS ('extensive limb swelling') genoemd. Zelden komen er met de injectie bacteriën vanaf de huid mee en kan een abces met pus ontstaan.