Samenstelling
Verzenios XGVS Lilly Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 50 mg, 100 mg, 150 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Vitrakvi Aanvullende monitoring Bayer bv
- Toedieningsvorm
- Capsule
- Sterkte
- 25 mg, 100 mg
- Toedieningsvorm
- Drank
- Sterkte
- 20 mg/ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Voor abemaciclib in combinatie met niet-steroïdale aromataseremmer of fulvestrant bij gemetastaseerd HR-positief, HER2-negatief mammacarcinoom staat het advies van de commissie BOM op NVMO.org.
Zie voor de behandeling van borstkanker de geldende behandelrichtlijn op de richtlijnendatabase.nl.
Advies
Patiënten met solide tumoren met een NTRK-genfusie die geen bevredigende behandelopties hebben, vertonen een klinisch relevante respons op behandeling met larotrectinib. Of dit zich uiteindelijk vertaalt in een langere overleving is onbekend. De EMA heeft de marktregistratie van dit geneesmiddel voorwaardelijk goedgekeurd om het versneld beschikbaar te maken; aanvullend bewijs over de baten van dit geneesmiddel wordt afgewacht.
Zie voor de adviezen van de commissie BOM op Oncologische middelen van nvmo.org, onder larotrectinib.
Indicaties
Vroeg mammacarcinoom
- adjuvante behandeling van hormoonreceptor (HR)-positief, humane epidermale groeifactorreceptor 2 (HER2)-negatief, klierpositief vroeg mammacarcinoom met een hoog risico op recidief bij volwassenen, in combinatie met endocriene therapie.
Bij pre- of perimenopauzale vrouwen endocriene therapie met een aromataseremmer combineren met een luteïniserend hormoon-releasing hormoon (LHRH)-agonist.
Gevorderd of gemetastaseerd mammacarcinoom
- HR-positief, HER2-negatief, lokaal gevorderd of gemetastaseerd mammacarcinoom
- in combinatie met een aromataseremmer of fulvestrant als initiële endocriengebaseerde therapie, óf
- indien eerdere endocriene therapie heeft plaatsgehad.
Bij pre- of perimenopauzale vrouwen de hormoonbehandeling combineren met een LHRH-agonist.
Indicaties
Solide tumoren met een neurotrofe tyrosinereceptorkinase (NTRK)-genfusie als monotherapie bij volwassenen en kinderen. bij lokaal gevorderd of gemetastaseerde ziekte of indien operatieve resectie niet geschikt is, en indien er geen andere toereikende behandelopties zijn.
Doseringen
Het wordt aanbevolen abemaciclib pas toe te dienen bij een absolute neutrofielentelling (ANC) ≥ 1,5 × 109/l, een trombocytenaantal ≥ 100 × 109/l en hemoglobinegehalte ≥ 5 mmol/l.
Bij pre- of perimenopauzale vrouwen de hormoonbehandeling altijd combineren met een LHRH-agonist.
Vroeg mammacarcinoom of lokaal gevorderd of gemetastaseerd mammacarcinoom
Volwassenen (incl. ouderen)
150 mg 2×/dag (continue toediening), in combinatie met endocriene therapie (zie hiervoor de betreffende geneesmiddeltekst).
Bij vroeg mammacarcinoom de behandeling voortzetten gedurende twee jaar, of totdat de ziekte terugkeert of totdat onaanvaardbare toxiciteit optreedt.
Bij gevorderd of gemetastaseerd mammacarcinoom de behandeling voortzetten zolang er klinisch voordeel is of totdat onaanvaardbare toxiciteit optreedt.
Indien gebruik van sterke CYP3A4-remmers onvermijdelijk is, dan de dosis van abemaciclib verlagen tot 100 mg 2×/dag en extra controleren op bijwerkingen. Indien de dosis al verlaagd was naar 100 mg 2×/dag, deze dan verlagen naar 50 mg 2×/dag; indien de dosis al verlaagd was naar 50 mg 2×/dag, deze dan verlagen naar 50 mg 1×/dag of de behandeling met abemaciclib staken. Bij staken van de sterke CYP3A4-remmer de dosis weer verhogen na 3–5× de eliminatiehalfwaardetijd van die remmer.
Verminderde nierfunctie: bij een licht tot matig verminderde nierfunctie (creatinineklaring ≥ 30 ml/min) is geen dosisaanpassing nodig. Wees vanwege onvoldoende gegevens voorzichtig bij een ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min) en controleer extra op bijwerkingen.
Verminderde leverfunctie: bij een licht tot matig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 5–9) is geen dosisaanpassing nodig. Het wordt aanbevolen om bij een ernstig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 10–15) de toedieningsfrequentie aan te passen naar 1×/dag.
Ernstige bijwerkingen: zie voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of stopzetting van de behandeling bij (ernstige) bijwerkingen (hematologische toxiciteit, diarree, verhoogde aminotransferasen, interstitiële longziekte/pneumonitis, overige niet-hematologische toxiciteit) de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, tabellen1 t/m 7), zie hiervoor de link onder 'Zie ook'.
Bij uitbraken of overslaan van een dosis, géén extra dosis innemen, maar de volgende dosis op het gebruikelijke tijdstip innemen.
Toediening: de tabletten in zijn geheel doorslikken; niet kauwen, breken of verpulveren. Innemen met of zonder voedsel op ongeveer dezelfde tijdstippen van de dag. Niet innemen met grapefruit-/pompelmoessap.
Doseringen
De drank is bio-equivalent aan de capsules. Ze zijn daarom uitwisselbaar en de dosering is gelijk.
Stel een NTRK-genfusie vast vóór start van de behandeling middels een gevalideerde test.
Solide tumoren met NTRK-genfusie
Volwassenen (incl. ouderen)
Capsule of drank: 100 mg 2×/dag. De behandeling voortzetten tot aan ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit.
Indien dosisverlaging noodzakelijk is, dan is het eerste verlaagde dosisniveau 75 mg 2×/dag, het tweede dosisniveau 50 mg 2×/dag en het derde dosisniveau 100 mg 1×/dag. De behandeling definitief staken bij niet verdragen van drie dosisaanpassingen.
Kinderen < 18 jaar
Capsule of drank: 100 mg/m² lichaamsoppervlak 2×/dag, maximaal 100 mg per dosis. De behandeling voortzetten tot aan ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit.
Indien dosisverlaging bij kinderen met een lichaamsoppervlak van ≥ 1 m², dan is het eerste verlaagde dosisniveau 75 mg 2× per dag, het tweede dosisniveau 50 mg 2× per dag en het derde dosisniveau 100 mg 1× per dag. Bij kinderen met een lichaamsoppervlak < 1 m² is het eerste verlaagde dosisniveau 75 mg/m² 2× per dag, het tweede dosisniveau 50 mg/m² 2×/dag en het derde dosisniveau 25 mg/m² 2×/dag. Bij kinderen die 25 mg/m² 2×/dag krijgen dient deze dosis te worden gehandhaafd, ook al wordt het lichaamsoppervlak groter dan 1 m² tijdens de behandeling. De behandeling definitief staken bij niet verdragen van drie dosisaanpassingen.
Verminderde nierfunctie: er is geen dosisaanpassing nodig.
Bij een licht verminderde leverfunctie: (Child-Pughscore 5–6) is geen dosisaanpassing nodig. Bij een matig tot ernstig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore ≥ 7) de dosis halveren.
In combinatie met een krachtige CYP3A4-remmer de dosis halveren. Larotrectinib in de oorspronkelijke dosis hervatten na 3–5× de halfwaardetijd van de krachtige CYP3A4-remmer.
Bij bijwerkingen graad 2 kan de behandeling worden voortgezet, onder nauwgezette controle. Bij niet-lever gerelateerde bijwerkingen graad 3 of 4 de behandeling onderbreken totdat de bijwerking verdwijnt tot de uitgangssituatie of graad 1. Hervat de behandeling bij de volgende aanpassing van de dosis als de bijwerking binnen 4 weken verdwijnt. Staak de behandeling definitief als de bijwerking niet binnen 4 weken verdwijnt. Zie voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of staken van de behandeling bij afwijkingen in leverfunctieonderzoeken de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, tabel 2), zie hiervoor de link onder 'Zie ook'.
Gemiste dosis of bij braken: niet twee doses tegelijk innemen om een vergeten dosis in te halen of ter compensatie van braken; neem de volgende dosis op het eerstvolgende geplande tijdstip in.
Toediening: voor oraal gebruik. De capsules (geheel) of drank, met of zonder voeding innemen; niet met grapefruit/pompelmoes(sap). Capsules niet openen of oplossen, omdat de inhoud erg bitter is. De drank via de mond toedienen met een doseerspuit van 1 of 5 ml of enteraal via een neus-maagsonde. Indien de drank via een neus-maagsonde wordt toegediend, mag het niet worden gemengd met een voedingsformule, vanwege de kans op verstopping van de slang.
Bijwerkingen
In combinatie met aromataseremmer of fulvestrant
Zeer vaak (> 10%): infecties (bij ca. 44%). Misselijkheid (bij ca. 44%), braken, diarree (bij ca. 85%; CTCAE-graad 3 ca. 12%), stomatitis. Verminderde eetlust. Smaakstoornis, duizeligheid, hoofdpijn. Vermoeidheid (bij ca. 41%), koorts. Jeuk, huiduitslag, alopecia. Neutropenie (bij ca. 45%; CTCAE-graad 3 ca. 23%), leukopenie, anemie (bij ca. 30%), trombocytopenie, lymfocytopenie. Stijging ASAT, ALAT.
Vaak (1–10%): veneuze trombo-embolie. Interstitiële longziekte/pneumonitis. Verhoogde traanvorming. Spierzwakte. Droge huid, nagelaandoening. Dyspepsie
Soms (0,1–1%): febriele neutropenie. Fotopsie.
Zelden (0,01-0,1%): erythema multiforme.
Verder is gemeld: verhoogd risico op ernstige arteriële trombo-embolische voorvallen.
Zie voor verhoging van de serumcreatininewaarde de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): anemie, neutropenie, leukopenie. Duizeligheid. Misselijkheid, braken, obstipatie, diarree. Myalgie. Vermoeidheid. Gewichtstoename. Stijging ALAT, ASAT in het bloed.
Vaak (1-10%): trombocytopenie. Loopstoornis, paresthesie. Smaakstoornis. Spierzwakte. Stijging alkalische fosfatase (AF) in het bloed.
Verder is gemeld: hepatotoxiciteit (alle gevallen met ALAT/ASAT ≥ 3 × ULN en bilirubine ≥ 2 × ULN.
Interacties
Vermijd in verband met een klinisch relevante verlaging van de plasmaspiegel van abemaciclib de combinatie met sterke CYP3A4-inductoren zoals fenytoïne, carbamazepine, rifampicine, fenobarbital en sint-janskruid. Er kan geen doseeradvies worden gegeven bij de combinatie met sterke CYP3A4-inductoren.
Vermijd in verband met een klinisch significante verhoging van de plasmaspiegel van abemaciclib de combinatie met sterke CYP3A4-remmers zoals claritromycine, itraconazol, ketoconazol, posaconazol, voriconazol, cobicistat, ritonavir en grapefruit-/pompelmoessap. Indien combinatie toch noodzakelijk is de dosering van abemaciclib verlagen (zie de rubriek Dosering). Bij de combinatie met lichte of matige CYP3A4-remmers is geen dosisaanpassing nodig, maar controleer wel extra op mogelijke toxiciteit.
In vitro remt abemaciclib P-glycoproteïne (Pgp), BCRP, OCT2, MATE1 en MATE2. Hierdoor kan abemaciclib mogelijk de blootstelling aan geneesmiddelen die gebruik maken van deze transporters verhogen, zoals digoxine, dabigatran, colchicine, pravastatine of posaconazol (alle Pgp), rosuvastatine, sulfasalazine of methotrexaat (alle BCRP) en metformine (OCT2). Bij de combinatie met metformine werd weliswaar een verhoging gezien van de plasmablootstelling van metformine (ca. 37%), maar deze werd niet klinisch relevant geacht.
Het is onbekend of abemaciclib invloed heeft op de blootstelling van orale anticonceptiva; een aanvullende anticonceptiemethode (zoals een barrièremiddel) wordt aanbevolen.
Interacties
Vermijd gelijktijdig gebruik met krachtige of matige CYP3A4-, Pgp- of BCRP-remmers (zoals ritonavir, saquinavir, ketoconazol, itraconazol, voriconazol, posaconazol, (sap van) grapefruit/pompelmoes en bittere (Sevilla-)sinaasappelen) vanwege meer kans op verhoogde blootstelling aan larotrectinib. Als gelijktijdig gebruik met een krachtige CYP3A4-remmer onvermijdelijk is, de dosis van larotrectinib aanpassen (zie ook de rubriek Dosering).
Vermijd gelijktijdig gebruik met krachtige of matige CYP3A- inductoren of sterke Pgp-inductoren (zoals carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne, rifabutine, rifampicine, sint-janskruid), vanwege meer kans op een verlaagde blootstelling van larotrectinib.
Wees voorzichtig met gevoelige CYP3A4-substraten met een smalle therapeutische breedte (zoals ciclosporine, ergotamine, fentanyl, pimozide, kinidine, tacrolimus, alfentanil, sirolimus) vanwege meer kans op bijwerkingen. Een dosisverlaging kan nodig zijn om bijwerkingen te voorkomen.
Gelijktijdig gebruik van CYP2B6-substraten (zoals bupropion, efavirenz), kan de plasmaspiegels van deze geneesmiddelen mogelijk verlagen.
Gelijktijdig gebruik met gevoelige orale OATP1B1-substraten (zoals atorvastatine, pravastatine, rosuvastatine valsartan), kan de absorptie van deze geneesmiddelen mogelijk verhogen.
Het is onbekend of larotrectinib invloed heeft op de blootstelling van orale anticonceptiva; een aanvullende anticonceptiemethode (zoals een barrièremiddel) wordt aanbevolen.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens. Bij dieren in therapeutische doseringen schadelijk gebleken (teratogene afwijkingen, verlaagd foetaal lichaamsgewicht). Omdat abemaciclib cyclineafhankelijke kinasen remt die betrokken zijn bij de regulering van de celcyclus (CDK 4 en 6), zijn schadelijke effecten niet uit te sluiten.
Advies: Gebruik ontraden.
Vruchtbaarheid: Bij dieren kan de mannelijke vruchtbaarheid worden aangetast. Laat een man voorafgaand aan de behandeling overwegen om advies in te winnen over cryopreservatie van sperma.
Overig: Een vruchtbare vrouw dient effectieve anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens en tot ten minste 3 weken na de therapie. Het is onbekend of abemaciclib invloed heeft op de blootstelling van orale anticonceptiva; een aanvullende anticonceptiemethode (zoals een barrièremiddel) wordt aanbevolen.
Zwangerschap
Teratogenese: Onbekend bij de mens.
Advies: Gebruik ontraden.
Vruchtbaarheid: Voer voorafgaand aan de behandeling bij vruchtbare vrouwen een zwangerschapstest uit. Een vruchtbare vrouw of man dient zeer effectieve anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens en tot ten minste een maand na de therapie. Het is onbekend of larotrectinib invloed heeft op de blootstelling van orale anticonceptiva; een aanvullende anticonceptiemethode (zoals een barrièremiddel) wordt aanbevolen.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een nadelig effect op de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het geven van borstvoeding ontraden gedurende en tot ten minste 3 dagen na de therapie.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Waarschuwingen en voorzorgen
Myelotoxiciteit: vóór aanvang van de behandeling, regelmatig tijdens de behandeling en op klinische indicatie een volledige bloedtelling uitvoeren. Het wordt aanbevolen abemaciclib pas toe te dienen bij een absolute neutrofielentelling (ANC) ≥ 1,5×109/l, een trombocytenaantal ≥ 100×109/l en een hemoglobinegehalte van ≥ 5 mmol/l. Controleer op tekenen van infecties en laat de patiënt zich direct melden bij de ontwikkeling van koorts. De mediane tijd tot het optreden van neutropenie CTCAE-graad 3 of 4 in klinische onderzoeken bedroeg 29–33 dagen, de mediane duur bedroeg 11–15 dagen. Het wordt aanbevolen bij deze graden van neutropenie de dosering aan te passen.
Hepatotoxiciteit: voorafgaand aan en regelmatig tijdens de behandeling ALAT- en ASAT-waarden bepalen. De mediane tijd tot het optreden van een ALAT-verhoging CTCAE-graad 3 of 4 in klinische onderzoeken bedroeg 57–61 dagen, de mediane duur bedroeg 14 dagen; de mediane tijd tot het optreden van een ASAT-verhoging CTCAE-graad 3 of 4 bedroeg 71–185 dagen, de mediane duur bedroeg 13–15 dagen. Het wordt aanbevolen bij deze graden van aminotransferaseverhoging de dosering aan te passen.
Gastro-intestinale toxiciteit: diarree komt zeer vaak voor en kan gepaard gaan met dehydratie. Laat de patiënt zich melden bij de eerste tekenen van waterige diarree; start een behandeling met een diarreeremmend middel zoals loperamide en zorg voor voldoende hydratie. Het wordt aanbevolen bij diarree CTCAE graad 2 die aanhoudt of terugkeert na hervatting met dezelfde dosis, ondanks maximale ondersteunende maatregelen, de dosis aan te passen. Diarree CTCAE graad 3 of 4 vereist hospitalisatie. De mediane tijd tot de eerste diarree is 6–8 dagen, de mediane duur is 7–12 dagen (graad 2) en 5-8 dagen (graad 3).
Veneuze trombo-embolie (VTE) is gemeld in combinatie met endocriene therapie. Controleer patiënten op eerste tekenen van VTE en longembolie en behandel zoals medisch aangewezen. Afhankelijk van de ernst van VTE kan een dosisaanpassing van abemaciclib noodzakelijk zijn.
Interstitiële longziekte (ILD)/pneumonitis: let op verergering van bestaande longklachten of het ontstaan van nieuwe pulmonale symptomen. Het wordt aanbevolen bij aanhoudende of recidiverende ILD/pneumonitis CTCAE-graad 2, die met maximale ondersteunende maatregelen niet binnen 7 dagen tot baseline of graad 1 afneemt, de dosis aan te passen. Staak de behandeling definitief bij ILD/pneumonitis CTCAE-graad 3 of 4.
Serumcreatinine: abemaciclib kan de serumcreatininewaarde verhogen door remming van secretietransporters in de niertubuli, zonder beïnvloeding van de glomerulusfunctie. De (reversibele) verhogingen treden op in de eerste maand van de behandeling en blijven gedurende de gehele behandelperiode (stabiel) verhoogd en gaan niet gepaard met veranderingen in markers van de nierfunctie zoals het bloedureum (BUN), cystatine C of de berekende glomerulaire filtratiesnelheid op basis van cystatine C.
Onderzoeksgegevens: er zijn geen gegevens over de werkzaamheid en veiligheid bij kinderen (< 18 j.), bij patiënten met ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min en/of dialyse) of met een viscerale crisis.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Waarschuwingen en voorzorgen
Het effect van larotrectinib kan kwantitatief verschillen afhankelijk van tumortype en gelijktijdige genoomveranderingen. Om deze reden mag dit geneesmiddel alleen gebruikt worden als er geen toereikende behandelopties zijn.
Neurologische reacties, zoals duizeligheid, loopstoornis en paresthesie zijn gemeld. De meeste neurologische reacties traden voor het eerst op binnen de eerste 3 maanden van de behandeling. Overweeg dosisverlaging of onderbreken of staken van de behandeling, afhankelijk van de ernst en duur van de symptomen.
Controleer vanwege kans op hepatotoxiciteit de leverfunctie (incl. ALAT en ASAT) voorafgaand aan de eerste dosis, elk 2 weken gedurende de eerste maand, maandelijks gedurende de volgende 6 maanden en vervolgens periodiek. Bij stijging van de transaminasewaarden naar graad 2, de leverfunctie iedere 1–2 weken evalueren totdat de waarden zijn hersteld. Een patiënt die verhoogde transaminasewaarden ontwikkelt vaker controleren. Verlaag de dosis, onderbreek de behandeling of staak de behandeling definitief op basis van de ernst.
Voor de behandeling van vruchtbare mannen, zie de rubriek Zwangerschap.
Hulpstoffen: wees voorzichtig met propyleenglycol in de drank bij zuigelingen < 4 weken, zeker in combinatie met andere middelen die propyleenglycol of ethanol bevatten.
Overdosering
Voor informatie over een vergiftiging met abemaciclib neem contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met larotrectinib contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Proteïnekinaseremmer. Abemaciclib is een krachtige en selectieve remmer van cyclineafhankelijke kinasen (CDK) 4 en 6 en is het meest actief tegen cycline D1/CDK4. Abemaciclib voorkomt zo de fosforylering van het retinoblastoomeiwit (Rb), waardoor de voortgang van de G1-fase naar de S-fase van de celcyclus wordt geblokkeerd en de tumorgroei wordt geremd. In oestrogeenreceptor-positieve borstkankerlijnen voorkomt aanhoudende remming met abemaciclib een rebound van de Rb-fosforylering, wat tot apoptose leidt.
Kinetische gegevens
F | ca. 45%. |
T max | ca. 8 uur. |
V d | ca. 10,7 l/kg. |
Eiwitbinding | 96–98%. |
Overig | De concentraties van abemaciclib en van de actieve metabolieten in de liquor zijn vergelijkbaar met de ongebonden plasmaconcentraties. |
Metabolisering | vnl. door CYP3A4, tot even actieve N-desethyl- en N-desethylhydroxy-metabolieten en verder tot inactieve metabolieten. |
Eliminatie | vnl. met de feces (ca. 81%), vnl. als metabolieten. Ca. 3% met de urine. |
T 1/2el | ca. 25 uur, bij een ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 10–15) tot ca. 55 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Proteïnekinaseremmer. Larotrectinib is een ATP-competitieve en selectieve remmer van tropomyosinereceptor-tyrosinekinasen TRKA, TRKB en TRKC (gecodeerd door resp. neurotrofe-tyrosinereceptor-kinasegenen NTRK1, NTRK2 en NTRK3) met IC50 -waarden tussen 5 en 11 nm. Eerdere behandelingen met andere geneesmiddelen die dezelfde kinasen remmen, kunnen resistentie voor larotrectinib veroorzaken.
Kinetische gegevens
T max | ca. 1 uur. |
F | 34% (spreiding 32–37%). De biologische beschikbaarheid van de capsule en de drank is equivalent. |
V d | ca. 0,7 l/kg. |
Metabolisering | voornamelijk door CYP3A4/5 in de lever tot ongewijzigd larotrectinib en een O-glucoronideconjugaat. |
Eliminatie | voor ca. 58% met de feces en ca. 39% met de urine. |
T 1/2el | ca. 3 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
abemaciclib hoort bij de groep proteïnekinaseremmers.
- acalabrutinib (L01EL02) Vergelijk
- afatinib (L01EB03) Vergelijk
- alectinib (L01ED03) Vergelijk
- asciminib (L01EA06) Vergelijk
- avapritinib (L01EX18) Vergelijk
- axitinib (L01EK01) Vergelijk
- binimetinib (L01EE03) Vergelijk
- bosutinib (L01EA04) Vergelijk
- brigatinib (L01ED04) Vergelijk
- cabozantinib (L01EX07) Vergelijk
- ceritinib (L01ED02) Vergelijk
- cobimetinib (L01EE02) Vergelijk
- crizotinib (L01ED01) Vergelijk
- dabrafenib (L01EC02) Vergelijk
- dacomitinib (L01EB07) Vergelijk
- dasatinib (L01EA02) Vergelijk
- encorafenib (L01EC03) Vergelijk
- entrectinib (L01EX14) Vergelijk
- erlotinib (L01EB02) Vergelijk
- everolimus (bij maligne aandoening) (L01EG02) Vergelijk
- fedratinib (L01EJ02) Vergelijk
- gefitinib (L01EB01) Vergelijk
- gilteritinib (L01EX13) Vergelijk
- ibrutinib (L01EL01) Vergelijk
- idelalisib (L01EM01) Vergelijk
- imatinib (L01EA01) Vergelijk
- lapatinib (L01EH01) Vergelijk
- larotrectinib (L01EX12) Vergelijk
- lenvatinib (L01EX08) Vergelijk
- lorlatinib (L01ED05) Vergelijk
- midostaurine (L01EX10) Vergelijk
- neratinib (L01EH02) Vergelijk
- nilotinib (L01EA03) Vergelijk
- nintedanib (bij interstitiële longziekte) (L01EX09) Vergelijk
- nintedanib (bij maligne aandoening) (L01EX09) Vergelijk
- osimertinib (L01EB04) Vergelijk
- palbociclib (L01EF01) Vergelijk
- pazopanib (L01EX03) Vergelijk
- pemigatinib (L01EN02) Vergelijk
- pirtobrutinib (L01EL05) Vergelijk
- ponatinib (L01EA05) Vergelijk
- regorafenib (L01EX05) Vergelijk
- ribociclib (L01EF02) Vergelijk
- ruxolitinib (L01EJ01) Vergelijk
- selpercatinib (L01EX22) Vergelijk
- sorafenib (L01EX02) Vergelijk
- sunitinib (L01EX01) Vergelijk
- temsirolimus (L01EG01) Vergelijk
- tepotinib (L01EX21) Vergelijk
- tivozanib (L01EK03) Vergelijk
- trametinib (L01EE01) Vergelijk
- tucatinib (L01EH03) Vergelijk
- vandetanib (L01EX04) Vergelijk
- vemurafenib (L01EC01) Vergelijk
- zanubrutinib (L01EL03) Vergelijk
Groepsinformatie
larotrectinib hoort bij de groep proteïnekinaseremmers.
- abemaciclib (L01EF03) Vergelijk
- acalabrutinib (L01EL02) Vergelijk
- afatinib (L01EB03) Vergelijk
- alectinib (L01ED03) Vergelijk
- asciminib (L01EA06) Vergelijk
- avapritinib (L01EX18) Vergelijk
- axitinib (L01EK01) Vergelijk
- binimetinib (L01EE03) Vergelijk
- bosutinib (L01EA04) Vergelijk
- brigatinib (L01ED04) Vergelijk
- cabozantinib (L01EX07) Vergelijk
- ceritinib (L01ED02) Vergelijk
- cobimetinib (L01EE02) Vergelijk
- crizotinib (L01ED01) Vergelijk
- dabrafenib (L01EC02) Vergelijk
- dacomitinib (L01EB07) Vergelijk
- dasatinib (L01EA02) Vergelijk
- encorafenib (L01EC03) Vergelijk
- entrectinib (L01EX14) Vergelijk
- erlotinib (L01EB02) Vergelijk
- everolimus (bij maligne aandoening) (L01EG02) Vergelijk
- fedratinib (L01EJ02) Vergelijk
- gefitinib (L01EB01) Vergelijk
- gilteritinib (L01EX13) Vergelijk
- ibrutinib (L01EL01) Vergelijk
- idelalisib (L01EM01) Vergelijk
- imatinib (L01EA01) Vergelijk
- lapatinib (L01EH01) Vergelijk
- lenvatinib (L01EX08) Vergelijk
- lorlatinib (L01ED05) Vergelijk
- midostaurine (L01EX10) Vergelijk
- neratinib (L01EH02) Vergelijk
- nilotinib (L01EA03) Vergelijk
- nintedanib (bij interstitiële longziekte) (L01EX09) Vergelijk
- nintedanib (bij maligne aandoening) (L01EX09) Vergelijk
- osimertinib (L01EB04) Vergelijk
- palbociclib (L01EF01) Vergelijk
- pazopanib (L01EX03) Vergelijk
- pemigatinib (L01EN02) Vergelijk
- pirtobrutinib (L01EL05) Vergelijk
- ponatinib (L01EA05) Vergelijk
- regorafenib (L01EX05) Vergelijk
- ribociclib (L01EF02) Vergelijk
- ruxolitinib (L01EJ01) Vergelijk
- selpercatinib (L01EX22) Vergelijk
- sorafenib (L01EX02) Vergelijk
- sunitinib (L01EX01) Vergelijk
- temsirolimus (L01EG01) Vergelijk
- tepotinib (L01EX21) Vergelijk
- tivozanib (L01EK03) Vergelijk
- trametinib (L01EE01) Vergelijk
- tucatinib (L01EH03) Vergelijk
- vandetanib (L01EX04) Vergelijk
- vemurafenib (L01EC01) Vergelijk
- zanubrutinib (L01EL03) Vergelijk