Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Praluent Bijlage 2 Sanofi SA

Toedieningsvorm
Oplossing voor injectie
Sterkte
75 mg/ml
Verpakkingsvorm
wegwerppen 1 ml
Toedieningsvorm
Oplossing voor injectie
Sterkte
150 mg/ml
Verpakkingsvorm
wegwerppen 1 ml, wegwerppen 2 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Bij hypercholesterolemie is een statine de eerste keus ter verlaging van het LDL-cholesterol; atorvastatine, rosuvastatine of simvastatine heeft de voorkeur. Intensiveer de lipidenverlagende therapie wanneer de streefwaarde niet bereikt wordt door het ophogen van de dosis als de maximumdosering nog niet bereikt is of door te switchen naar een potentere statine. Bij onvoldoende effect van een statine in de maximale (te verdragen) dosering kan bij een patiënt ≤ 70 jaar of bij niet–kwetsbare ouderen met hart– en vaatziekten (HVZ), ezetimib worden toegevoegd.

Alirocumab en evolocumab hebben een plaats in de behandeling bij hoogrisicopatiënten met familiaire heterozygote hypercholesterolemie en bij patiënten met een zeer hoog cardiovasculair risico vanwege eerder vastgestelde hart–en vaatziekte (volgens de definitie van de multidisciplinaire CVRM–richtlijn), als toevoeging aan de combinatie van een maximaal te verdragen statine en ezetimibe, indien hiermee onvoldoende effect wordt bereikt. In cardiovasculaire uitkomsten studies is een effect op morbiditeit en mogelijk ook op mortaliteit aangetoond.

Aan de vergoeding van alirocumab zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.

Indicaties

  • Aanvulling op het dieet bij volwassenen met primaire (heterozygote familiaire en niet-familiaire) hypercholesterolemie of gemengde dyslipidemie of bij kinderen ≥ 8 jaar met heterozygote familiaire hypercholesterolemie (HeFH):
    • in combinatie met een statine in de maximaal te verdragen dosering en eventueel andere lipidenverlagende behandelingen als de LDL-streefwaarde niet bereikt wordt;
    • als monotherapie of in combinatie met andere lipidenverlagende behandelingen als statinen gecontra-indiceerd zijn of niet verdragen worden.
  • Secundaire preventie als aanvulling op correctie van andere risicofactoren bij vastgestelde atherosclerotische cardiovasculaire aandoeningen bij volwassenen:
    • in combinatie met een statine in de maximaal te verdragen dosering en eventueel andere lipidenverlagende behandelingen;
    • als monotherapie of in combinatie met andere lipidenverlagende behandelingen als statinen gecontra-indiceerd zijn of niet verdragen worden.

Gerelateerde informatie

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Primaire hypercholesterolemie, gemengde dyslipidemie of als secundaire preventie

Volwassenen (incl. ouderen)

S.c. 75 mg 1×/2 weken. Als een sterkere LDL-cholesterol verlaging nodig is (> 60%): s.c. 150 mg 1×/2 weken of 300 mg 1×/4 weken. Vervolgens na 4–8 weken de dosering verhogen of verlagen op basis van lipidenconcentraties; max. dosering 150 mg 1×/2 weken.

Kinderen met HeFH ≥ 8 jaar

Bij een lichaamsgewicht < 50 kg: startdosering s.c. 150 mg 1×/4 weken. Als een sterkere LDL-cholesterol verlaging nodig is, na 8 weken de dosering aanpassen naar: s.c. 75 mg 1×/2 weken. Bij een lichaamsgewicht ≥ 50 kg: startdosering s.c. 300 mg 1×/4 weken. Als een sterkere LDL-cholesterol verlaging nodig is, na 8 weken de dosering aanpassen naar: s.c. 150 mg 1×/2 weken.

Verminderde nierfunctie: Bij een licht tot matig verminderde nierfunctie is geen dosisaanpassing nodig. Er zijn relatief weinig gegevens over toepassing bij een ernstige nierinsufficiëntie; in onderzoek is de blootstelling aan alirocumab ca. 2× hoger gebleken dan bij een normale nierfunctie; er kan echter geen dosisaanbeveling gedaan worden.

Verminderde leverfunctie: Bij een licht tot matig verminderde leverfunctie is geen dosisaanpassing nodig. Er zijn geen gegevens over toepassing bij een ernstige leverinsufficiëntie.

Vergeten dosis: Deze zo snel mogelijk toedienen en de behandeling hervatten volgens het originele schema.

Toediening

  • Injectie subcutaan toedienen in buik, dijbeen of bovenarm; niet toedienen in een actieve huidaandoening, zoals zonnebrand, huiduitslag of ontsteking. Injectieplaats afwisselen.
  • Voor toedienen van 300 mg in één keer: 1 injectie van 300 mg geven of 2 opeenvolgende injecties (van 150 mg) geven op 2 verschillende injectieplaatsen.
  • Volwassen patiënten mogen zichzelf subcutaan injecteren na instructie van een beroepsbeoefenaar, Kinderen ≥ 12 jaar kunnen zichzelf injecteren onder toezicht van een volwassene, kinderen < 12 jaar moeten geïnjecteerd worden door een volwassene.

Bijwerkingen

Vaak (1-10%): jeuk (meestal voorbijgaand). Reacties op de injectieplaats (vaker bij dosering 300 mg 1×/4 weken, dan bij ca. 17%), zoals erytheem/roodheid, zwelling, pijn, gevoeligheid (meestal voorbijgaand). Verschijnselen van de bovenste luchtwegen (o.a. orofaryngeale pijn, rinorroe, niezen).

Zelden (0,1-1%): overgevoeligheidsreacties (o.a. urticaria, nummulair eczeem, vasculitis).

Verder zijn gemeld: spierpijn, griepachtige ziekte, angio–oedeem.

Interacties

Statinen en andere lipidenverlagende middelen kunnen de productie van PCSK9 verhogen, waardoor de systemische blootstelling aan alirocumab met 15–40% verlaagd kan worden. Bij een toediening van alirocumab 1× per 2 weken blijft de LDL-cholesterol verlaging echter gehandhaafd.

Zwangerschap

Monoklonale antilichamen passeren geleidelijk in toenemende mate tijdens het 2e en 3e trimester de placenta.

Teratogenese: Bij de mens, geen gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor teratogene effecten bij gebruik van hoge doseringen.

Farmacologisch effect: Bij hoge doseringen: wel maternale toxiciteit bij ratten en een verminderde secundaire immuunrespons bij de nakomelingen van apen.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Nauwelijks vanwege de molecuulgrootte. Eventueel via de moedermelk ingenomen antilichamen worden waarschijnlijk in het maag-darmkanaal van de pasgeborene geïnactiveerd.

Farmacologisch effect: Onwaarschijnlijk.

Advies: Ondanks het voorgaande wordt het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.

Contra-indicaties

Er zijn van dit middel geen (relevante) contra-indicaties bekend.

Waarschuwingen en voorzorgen

Sluit voor het starten van de therapie secundaire oorzaken van hyperlipidemie of gemengde dyslipidemie uit (bv. nefrotisch syndroom of hypothyroïdie).

Bij optreden van een allergische reactie de behandeling staken.

Onderzoeksgegevens: Er zijn geen gegevens betreffende werkzaamheid en veiligheid bij een leeftijd < 8 jaar of bij een ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 10–15) en relatief weinig gegevens bij een ernstige nierfunctiestoornis (eGFR < 30 ml/min/1,73 m²). Bij ernstige nierfunctiestoornis is een 2× hogere blootstelling aan alirocumab gezien.

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging met alirocumab contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Humaan monoklonaal IgG1 antilichaam, bereid via DNA-recombinanttechniek in ovariumcellen van de Chinese hamster, dat selectief bindt aan PCSK9. PCSK9 is een eiwit dat de hoeveelheid LDL-receptoren op de levercellen reguleert. Binding van alirocumab aan circulerend PCSK9 voorkomt dat PCSK9 zich bindt aan LDL-receptoren (LDLR) en verhindert PCSK9-gemedieerde LDLR-degeneratie. Hogere expressie van LDL-receptoren op de levercellen, leidt tot verlaging van de LDL-cholesterolconcentratie in het bloed. Naast verlaging van de concentratie van PCSK9 en LDL-C, verlaagt het tevens die van apoB, niet-HDL-cholesterol, VLDL-cholesterol, triglyceriden en lipoproteïne A.

De werking treedt in binnen 15 dagen, is maximaal na ca. 4 weken en houdt ten minste 2 jaar aan mits de therapie gecontinueerd wordt.

Kinetische gegevens

F s.c. ca. 85%.
T max 3–7 dagen.
Overig maandelijkse blootstelling aan 300 mg 1×/4 weken is vergelijkbaar met 150 mg 1×/2 weken.
V d 0,04–0,05 l/kg.
Metabolisering waarschijnlijk volgens de route van immunoglobulineklaring: afbraak tot kleine peptiden en afzonderlijke aminozuren.
Eliminatie bij lage concentraties vnl. via verzadigbare binding aan PCSK9, bij hoge concentraties vnl. via onverzadigbare proteolytische route.
T 1/2el 17–20 dagen (monotherapie); 12 dagen (bij combinatie met een statine).

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

alirocumab hoort bij de groep PCSK9-remmers.