Samenstelling
Alizem Pierre Fabre Benelux
- Toedieningsvorm
- Capsule, zacht
- Sterkte
- 10 mg, 30 mg
Toctino GlaxoSmithKline bv
- Toedieningsvorm
- Capsule, zacht
- Sterkte
- 10 mg, 30 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Vesanoid (all-trans-retinoïnezuur) XGVS Cheplapharm Arzneimittel GmbH
- Toedieningsvorm
- Capsule
- Sterkte
- 10 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Identificeer bij contacteczeem primair de betreffende contactstoffen (allergenen, irritantia) en adviseer deze zoveel mogelijk te vermijden. Dagelijks gebruik van een indifferente (vet)crème of zalf meerdere keren per dag, vormt de basis van de behandeling en werkt tevens preventief. Dermatocorticosteroïden zijn de eerste keus in de medicamenteuze behandeling van contacteczeem naast de basisbehandeling. Bij contacteczeem op locaties elders dan de handen kan in milde gevallen veelal een indifferente (vet)crème, en bij matig contacteczeem een klasse 1- of 2-corticosteroïd volstaan. Bij mild tot matig contacteczeem aan de handen altijd starten met een klasse 2-corticosteroïd. Bij ernstig contacteczeem heeft starten met een klasse 3- of (in de tweedelijnszorg) met klasse 4-corticosteroïd de voorkeur. Bij onvoldoende effect, kunnen in de tweedelijnszorg intensievere vormen van lokale behandeling, lichttherapie of systemische middelen worden toegepast.
Alitretinoïne is de eerstekeus systemische behandeling bij ernstig chronisch contacteczeem aan de handen dat niet of onvoldoende reageert op dermatocorticosteroïden in de tweedelijnszorg.
Advies
Zie voor de behandeling van acute promyelocytaire leukemie (APL) de richtlijn (2021) Acute myeloïde leukemie (AML) van de leukemiewerkgroep op Hovon.nl.
Indicaties
- Ernstig, chronisch handeczeem bij volwassenen, dat niet verbetert bij een behandeling met sterk werkende dermatocorticosteroïden.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Nieuw gediagnosticeerde, gerecidiveerde of voor chemotherapie refractaire acute promyelocytaire leukemie (APL) in combinatie met arseentrioxide of chemotherapie.
Doseringen
Chronisch handeczeem
Volwassenen
De aanbevolen startdosis is 30 mg 1×/dag. Bij onaanvaardbare bijwerkingen de dosering verlagen naar 10 mg 1×/dag. Een behandelkuur duurt 12–24 weken, afhankelijk van de mate van verbetering van het eczeem. Overweeg de behandeling te staken, indien na 12 weken de aandoening nog ernstig is. Bij optreden van een recidief, kan de behandeling worden herhaald. De NVDV-Richtlijn Handeczeem (2019) beveelt aan bij verbetering van het handeczeem na 12 weken behandeling, deze voort te zetten tot 24 weken in totaal en daarna de behandeling te staken.
Ouderen: er is geen dosisaanpassing nodig op basis van alleen de leeftijd.
Verminderde nierfunctie: er is geen dosisaanpassing nodig bij een lichte nierfunctiestoornis (creatinineklaring ≥ 60 ml/min). Gebruik bij een matige nierfunctiestoornis (creatinineklaring 30–60 ml/min) wordt niet aanbevolen vanwege onvoldoende gegevens. Gebruik bij een ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min) is gecontra-indiceerd.
Verminderde leverfunctie: gebruik bij een leverfunctiestoornis is gecontra-indiceerd.
Bij comedicatie met CYP3A4-, CYP2C8- of CYP2C9-remmers: overweeg dosisverlaging tot 10 mg 1×/dag.
Voorschriften voor vruchtbare vrouwen dienen tot 30 dagen beperkt te blijven.
Toediening
- De capsule heel innemen tijdens de hoofdmaaltijd;
- Vanaf het begin van de behandeling een (vaseline)crème en een lippenbalsem gebruiken tegen droogheid van huid en lippen.
Doseringen
Een combinatie van tretinoïne met chemotherapie of arseentrioxide is effectief en induceert zeer hoge aantallen van hematologische remissie bij patiënten met genetisch bevestigde APL. Voor de keuze van behandelingsstrategie het risico op een terugval in overweging nemen; hoog risico (WBC > 10 × 109/l), gemiddeld risico (WBC ≤ 10 × 109/l, bloedplaatjes ≤ 40 × 109/l), en een laag risico (WBC ≤ 10 × 109/l, bloedplaatjes > 40 × 109/l).
Acute promyelocytaire leukemie
Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen
Inductietherapie: 45 mg/m² lichaamsoppervlak per dag, verdeeld over twee gelijke doses. Voor volwassenen is dit ca. 8 capsules per dag. De behandeling voortzetten tot volledige remissie is bereikt, echter max. 90 dagen. Bij kinderen dosering verlagen tot 25 mg/m² lichaamsoppervlak, vooral bij het optreden van toxiciteitssymptomen zoals hardnekkige hoofdpijn. Er is relatief weinig informatie over het gebruik bij kinderen ten aanzien van veiligheid en effectiviteit.
Na inductietherapie volgt consolidatietherapie met dezelfde dosering tretinoïne, gevolgd door een eventuele onderhoudstherapie in dezelfde dosering. Na remissie en tijdens consolidatie- en onderhoudstherapie worden tretinoïne-vrije perioden (gepulseerde therapie) geadviseerd.
Bij optreden (vroege symptomen) APL-differentiatiesyndroom (A-DS)/retinoïnezuursyndroom (RAS): Zie voor meer informatie de rubriek Waarschuwingen en Voorzorgen.
Bij intracraniële hypertensie: dosering verlagen in aanvulling op toediening van diuretica (acetazolamide), corticosteroïden en/of analgetica.
Ouderen: er zijn relatief weinig gegevens over het gebruik van tretinoïne in combinatie met arseentrioxide.
Nier- en/of leverfunctiestoornis: 25 mg/m² lichaamsoppervlak per dag.
Toediening: de capsules in zijn geheel (zonder kauwen) innemen met water, tijdens of kort na de maaltijd.
Bijwerkingen
Zeer vaak (≥ 10%): hoofdpijn. Hypertriglyceridemie, hypercholesterolemie, verlaagd HDL.
Vaak (1–10%): misselijkheid, braken. Droge huid, droge mond en lippen, cheilitis, erytheem, dermatitis, alopecia. Droge ogen, conjunctivitis. Hypertensie. Blozen. Artralgie, myalgie. Anemie, verminderd aantal monocyten, groter aantal trombocyten. Verlaging TSH en vrij–T4. Verhoging transaminasen en creatinekinase. Duizeligheid. Vermoeidheid. Oorsuizen.
Soms (0,1–1%): jeuk, huiduitslag, schilferende huid, asteatotisch eczeem. Wazig zien, cataract. Bloedneus. Exostose, spondylitis ankylopoetica. Dyspepsie.
Zelden (0,1–0,01%): stemmingswisselingen, angst, (toename van) depressie, agressie. Benigne intracraniële hypertensie. Vasculitis. Fotosensibilisatie. Nagelafwijkingen. Veranderingen in de haartextuur (van steil naar krullend haar).
Zeer zelden (< 0,01%): zelfmoordneiging, zelfmoordpoging, psychotische symptomen/stoornissen, abnormaal gedrag.
Verder zijn gemeld: overgevoeligheidsreacties (inclusief anafylaxie). Inflammatoire darmziekte. Perifeer oedeem. Verminderd nachtelijk zicht.
Bij andere (systemische) retinoïden zijn nog gemeld: diabetes mellitus. Kleurenblindheid, contactlensintolerantie. Botafwijkingen (zoals vroegtijdige sluiting van epifysen, hyperostose en calcificatie van pezen en ligamenten).
Bijwerkingen
Zeer vaak (≥ 10%): hoofdpijn, duizeligheid, paresthesie. Verhoogde intracraniële druk, benigne intracraniële hypertensie/pseudotumor cerebri; zie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen. Astma, respiratoir falen. Verwardheid, angst, depressie, insomnia. Aritmie, pijn op de borst. Visusstoornissen, aandoeningen van het oogbindvlies. Gehoorbeschadiging. Verminderde eetlust. Droge mond, cheilitis, droge neusslijmvliezen. Misselijkheid, braken, pijn in de onderbuik, diarree, obstipatie. Pancreatitis. Blozen, erytheem, huiduitslag, jeuk, alopecia, hyperhidrose. Botpijn. Rillingen, malaise. Verhoogde spiegels in het bloed van triglyceride, cholesterol, creatinine en verhoogde transaminasewaarden. APL-differentiatiesyndroom (A-DS)/retinoïnezuursyndroom (RAS); zie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Bij kinderen en adolescenten is een hogere frequentie van intracraniële hypertensie waargenomen; de incidentie nam af met het gebruik van lagere dosis tretinoïne.
Verder zijn vermeld: cerebrovasculair accident, myocardinfarct, nierinfarct. Trombose. Necrotiserende fasciitis. Vasculitis, erythema nodosum, acute febriele neutrofiele dermatose (Sweet-syndroom). Myositis. Genitale ulceratie. Trombocytemie, leukocytose/hyperleukocytose, basofilie. Hypercalciëmie, verhoogd histamineniveau.
Interacties
Gelijktijdige behandeling met tetracyclinen is gecontra-indiceerd vanwege meer kans op benigne intracraniële hypertensie.
Alitretinoïne is substraat voor CYP2C8, CYP2C9 en CYP3A4. Gelijktijdige toediening van CYP3A4-remmers, zoals ketoconazol oraal, en sterke CYP2C9-remmers (fluconazol, miconazol) of sterke CYP2C8-remmers (gemfibrozil) kan de plasmaspiegel van alitretinoïne verhogen; overweeg dosisverlaging tot 10 mg. Alitretinoïne verlaagt de plasmaspiegel van simvastatine. Alitretinoïne kan de blootstelling aan CYP2C8-substraten zoals amiodaron, paclitaxel en repaglinide verhogen; combinatie met amiodaron vermijden, bij de andere middelen is voorzichtigheid geboden.
Niet gelijktijdig gebruiken met vitamine A (supplementen) of andere retinoïden vanwege de kans op hypervitaminose A.
Interacties
Gelijktijdig gebruik met een tetracycline (zoals doxycycline) is gecontra-indiceerd, vanwege meer kans op een verhoging van de intracraniële druk.. Ook combinatie met vitamine A en andere retinoïden is gecontra-indiceerd, dit in verband met de mogelijke versterking van de symptomen van hypervitaminose A.
Bij combinatietherapie met arseentrioxide is QTc-verlenging gemeld. Eerdere behandeling met antracyclinen leidt tot meer kans op verlenging van het QT-interval. Vermijd combinatie met QT-verlengende geneesmiddelen zoals amiodaron, kinidine, disopyramide, sotalol, methadon, tricyclische antidepressiva, sommige antipsychotica, macroliden, fluorchinolonen, enkele antimycotica (bv. voriconazol) en selectieve serotonine 5HT3-receptorantagonisten (granisetron, ondansetron); zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Gelijktijdige toediening van sterke CYP3A4-remmers (zoals fluconazol, voriconazol, posaconazol, HIV-proteaseremmers, macroliden) kan de plasmaspiegel van tretinoïne en toxiciteit verhogen; overweeg dosisverlaging. Bij combinatie met antimycotische azolen is toxiciteit van tretinoïne gemeld (o.a. pseudotumor cerebri, hypercalciëmie).
Tretinoïne versnelt zijn eigen klaring (auto-inductie), o.a. de azolen fluconazol en voriconazol kunnen deze auto-inductie doen afnemen via remming van CYP3A4 en CYP2C9.
Vooral tijdens de eerste maand van de behandeling kan trombose optreden; wees voorzichtig met de combinatie met antifibrinolytica zoals tranexaminezuur.
Zwangerschap
Teratogenese: Alitretinoïne is teratogeen. Gebruik bij de mens geeft een groot risico van ernstige aangeboren afwijkingen: hydrocephalus, cerebellaire misvormingen, microcefalie, faciale dysmorfie, gespleten gehemelte, afwijking aan het uitwendige oor, oogafwijking (microftalmie), cardiovasculaire afwijking (transpositie van de grote vaten, septumdefect, conotruncale misvorming), afwijking van de thymus en bijschildklier. Er is meer kans op een spontane abortus.
Advies: Let op! Gebruik is absoluut gecontra-indiceerd bij zwangere vrouwen. Bij behandeling van vruchtbare vrouwen dient een protocollair zwangerschapspreventieprogramma (ZPP) te worden toegepast. Daarom moet ten minste 1 maand vóór, tijdens en 1 maand ná behandeling met alitretinoïne effectieve anticonceptie zijn gewaarborgd. Er dient ten minste één zeer effectieve anticonceptiemethode (dat wil zeggen een gebruikeronafhankelijke methode), of twee elkaar aanvullende gebruikerafhankelijke anticonceptiemethoden te worden toegepast (waaronder een barrièremiddel), ook bij vrouwen met amenorroe. Enkele dagen vóór en ten minste 1 maand na start met de anticonceptie een zwangerschapstest (met een minimum gevoeligheid van 25 mIU/ml) uitvoeren tijdens het consult, om met zekerheid zwangerschap uit te kunnen sluiten vóórdat behandeling met alitretinoïne aanvangt. Vervolgens < 3 dagen na de tweede negatieve zwangerschapstest behandeling beginnen op de tweede of derde dag van de volgende menstruele cyclus. Vervolgconsulten behoren om de 28 dagen plaats te vinden; tijdens ieder vervolgconsult een zwangerschapstest uitvoeren om zwangerschap uit te sluiten; 1 maand na beëindiging van de behandeling een laatste zwangerschapstest uitvoeren. Zwangerschapstest, recept (maximaal voor 30 dagen) en aflevering vinden bij voorkeur op dezelfde dag plaats; aflevering door de apotheek dient binnen 7 dagen na uitschrijven van het recept plaats te vinden. Zie additioneel risicominimalisatie materiaal op geneesmiddeleninformatiebank.nl voor voorlichtingsmateriaal t.a.v. het ZPP voor zorgverleners en patiënten.
Vruchtbaarheid: Bij dieren hebben retinoïden, ook in therapeutische doseringen, reversibele effecten op de vruchtbaarheid van de man (gestoorde spermatogenese, degeneratieve aantasting van de testes) laten zien.
Zwangerschap
Teratogenese: Tretinoïne en sommige metabolieten veroorzaken ernstige misvormingen bij de foetus: hydrocephalus, cerebellaire misvormingen, microcefalie, faciale dysmorfie, gespleten gehemelte, afwijkingen aan het uitwendige oor, oogafwijkingen (microftalmie), cardiovasculaire afwijkingen (transpositie van de grote vaten, septumdefecten, conotruncale misvormingen), afwijkingen van de thymus en bijschildklier. Er is veel kans op ernstige aangeboren afwijkingen bij het kind en een spontane abortus.
Advies: Gebruik is in principe gecontra-indiceerd, m.n. tijdens het 1e trimester, tenzij de klinische toestand van de vrouw een behandeling met tretinoïne noodzakelijk maakt.
Overig: Tijdens en 1 maand ná behandeling met tretinoïne dient effectieve anticonceptie te zijn gewaarborgd (minimaal twee anticonceptiemethoden, waaronder een barrièremiddel). Geen laaggedoseerde progesteronpillen ('minipil') gebruiken, omdat het anticonceptieve effect onvoldoende kan zijn. Vóór begin van behandeling zwangerschap uitsluiten. Iedere maand een zwangerschapstest uitvoeren om zwangerschap uit te sluiten; vijf weken na beëindiging van de behandeling een laatste zwangerschapstest uitvoeren.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Zeer waarschijnlijk, omdat alitretinoïne zeer lipofiel is. Alitretinoïne heeft toxische eigenschappen, waardoor mogelijke risico’s voor de zuigeling niet zijn uit te sluiten.
Advies: Let op! Gebruik is gecontra-indiceerd bij vrouwen die borstvoeding geven.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja. Tretinoïne wordt oraal geabsorbeerd. Een nadelig effect op de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Let op! Gebruik is gecontra-indiceerd.
Contra-indicaties
- bij een vruchtbare vrouw: zwangerschap, lactatie, kinderwens of onvoldoende garantie op effectieve voorbehoedsmaatregelen. Er is een zwangerschapspreventieprogramma van kracht; zie de rubrieken Zwangerschap en Lactatie voor meer informatie;
- overgevoeligheid voor retinoïden;
- erfelijke fructose-intolerantie;
- leverinsufficiëntie;
- ernstige nierinsufficiëntie;
- hypervitaminose A;
- een ongecontroleerde hypercholesterolemie, hypertriglyceridemie en/of hypothyroïdie.
- allergie voor pinda's of soja (sojaolie in capsules).
Zie voor meer contra-indicaties onder de rubrieken Zwangerschap, Lactatie en Interacties.
Contra-indicaties
- gebruik door vruchtbare vrouwen, tenzij zwangerschap absoluut is uitgesloten en adequate anticonceptieve maatregelen zijn genomen; zie de rubriek Zwangerschap voor meer informatie;
- hypervitaminose A;
- allergie voor pinda of soja (vanwege aanwezigheid soja-olie);
- overgevoeligheid voor retinoïden.
Zie de rubrieken Zwangerschap, Lactatie en Interacties voor meer contra-indicaties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Controleer leverfunctie en serumlipiden (triglyceriden en cholesterol), nuchter, vóór aanvang van de behandeling en regelmatig tijdens de behandeling. De behandeling staken als de triglyceriden- of serumlipidenwaarden niet op een acceptabel niveau kunnen worden gehouden of als zich symptomen van pancreatitis voordoen. Bij patiënten met diabetes, obesitas, cardiovasculaire risicofactoren of een stoornis van het lipidenmetabolisme kan een frequentere controle van de lipidenwaarden en/of bloedglucosewaarden in serum noodzakelijk zijn. Bij blijvende klinische toename van de levertransaminasewaarden overwegen om de dosis te verlagen of de behandeling te staken.
Bij optreden van symptomen van benigne intracraniële hypertensie (hoofdpijn, misselijkheid, braken, visusklachten en papiloedeem), de behandeling onmiddellijk staken. Alitretinoïne kan verandering in TSH en T4-waarden geven (meestal reversibele daling).
Psychische stoornissen: Depressie (of verergering) en andere psychische stoornissen zoals angst, agressie, stemmingswisselingen, psychotische symptomen en zeer zelden zelfmoordneiging en pogingen, zijn gemeld. Wees voorzichtig bij een voorgeschiedenis van depressie of psychose; alle patiënten controleren op tekenen van depressie en andere psychische stoornissen. Bij optreden van depressieve symptomen, psychose of agressie de behandeling staken; verder psychiatrisch of psychologisch onderzoek kan nodig zijn.
Allergische reacties: Anafylactische reacties zijn gemeld bij systemische retinoïden, soms na eerdere blootstelling aan lokale retinoïden. Ernstige gevallen van allergische vasculitis, vaak met purpura (blauwe plekken en rode vlekken) van de ledematen en extracutane betrokkenheid, zijn gemeld. Staak of onderbreek de behandeling bij ernstige allergische reacties, zoals allergische vasculitis en anafylaxie.
Blootstelling aan overmatige UV-straling vermijden vanwege een versterkte zonnebrandreactie; adviseer een zonnebrandmiddel met minimaal factor 15.
Verwijs bij visusstoornissen naar een oogarts; staken van de behandeling kan nodig zijn. Systemische retinoïden zijn in verband gebracht met een troebele cornea en keratitis. Verminderd zicht in het donker is ook waargenomen bij alitretinoïne. Alitretinoïne kan tevens droge ogen veroorzaken. Droge ogen kunnen worden voorkómen door gebruik van kunsttranen. Intolerantie voor contactlenzen kan vóórkomen, het dragen van een bril tijdens de behandeling kan dan nodig zijn.
Inflammatoire darmziekte: Systemische retinoïden, waaronder alitretinoïne, zijn in verband gebracht met inflammatoire darmziekte (waaronder ileitis regionalis). Bij ernstige diarree de diagnose inflammatoire darmziekte overwegen en de behandeling onmiddellijk staken.
Doneer geen bloed tijdens de behandeling met alitretinoïne en binnen 1 maand na staken, vanwege potentieel risico voor de foetus indien de ontvanger een zwangere vrouw betreft.
Botafwijkingen: Behandeling met andere systemische retinoïden is in verband gebracht met botafwijkingen waaronder vroegtijdige sluiting van de epifysen, hyperostose en calcificatie van pezen en ligamenten.
Onderzoeksgegevens: De werkzaamheid en veiligheid zijn niet vastgesteld bij kinderen en bij een matig verminderde nierfunctie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Controles tijdens de behandeling: het bloedbeeld, stollingsprofiel, de leverfunctie, triglyceriden- , cholesterol- en calciumspiegels frequent controleren.
Ondersteunende maatregelen om APL-geassocieerde coagulopathie tegen te gaan omvatten toediening van een transfusie met bloedplaatjes om het aantal bloedplaatjes > 30–50 × 10⁹/l te houden en vers ingevroren plasma of fibrinogeen om het fibrinogeen-niveau > 2,9–4,4 mmol/l te houden. Deze waarden dagelijks controleren en ondersteunende zorg voortzetten gedurende de hele inductiefase tot het verdwijnen van klinische en laboratoriumtekenen van coagulopathie.
Het APL-differentiatiesyndroom (A-DS)/retinoïnezuursyndroom (RAS) is frequent gemeld (ca. 26%) en kan een fatale afloop hebben. A-DS wordt gekenmerkt door koorts, dyspneu, acute ademnood, longinfiltraten, hypotensie, pleurale en pericardeffusies, hypotensie, oedeem, gewichtstoename, lever-, nier- en 'multiple organ dysfunction syndrome' (MODS). Vroege herkenning en behandeling van A-DS is van essentieel belang. Bij optreden van het syndroom direct dexamethason i.v. 10 mg elke 12 uur toedienen gedurende ten minste 3 dagen of tot de symptomen verdwijnen. In ernstige gevallen tijdelijke onderbreking van de behandeling met tretinoïne overwegen. A-DS gaat vaak gepaard met hyperleukocytose (zie Hyperleukocytose). Bij een verhoogde BMI nauwlettend controleren (ademhalingsfunctie, diurese en creatininegehalte) aangezien een verhoogde BMI een risicofactor is voor A-DS.
Hyperleukocytose behandelen met een volledige dosis chemotherapie op basis van antracycline. Onmiddellijke behandeling wordt aanbevolen indien aantal witte bloedcellen (WBC) ≥ 5 × 109/l is bij diagnose of gedurende behandeling met tretinoïne. Bij combinatietherapie van tretinoïne met arseentrioxide, het gebruik van hydroxycarbamide overwegen om WBC < 10 × 109/l te houden.
Tretinoïne kan intracraniële hypertensie/pseudotumor cerebri veroorzaken, gekenmerkt door hersenoedeem, hoofdpijn, papiloedeem, dubbelzien, en eventueel veranderde staat van bewustzijn. Indien intracraniële hypertensie zich voordoet, de dosis tretinoïne verlagen in aanvulling op toediening van diuretica (acetazolamide), corticosteroïden en/of analgetica.
QTc-verlenging: bij combinatietherapie met arseentrioxide zijn QTc-verlengingen gemeld. Beoordeel vóór starten en tijdens behandeling ECG's. Verlenging van het QT-interval kan leiden tot ventriculaire aritmie van het type 'torsade de pointes', dat fataal kan zijn. Extra alert zijn bij aanwezigheid van risicofactoren voor QT-verlenging (zoals hypokaliëmie, hypocalciëmie, hypomagnesiëmie, bradycardie, hartfalen, myocardinfarct, comedicatie met geneesmiddelen die het QT-interval verlengen, congenitale of verworven QT-verlenging, hoge leeftijd); zie voor meer informatie arseentrioxide.
Risico op levertoxiciteit is verhoogd bij combinatietherapie met arseentrioxide, m.n. tijdens de eerste fase van behandeling (inductietherapie); deze wordt vooral gekenmerkt door een stijging van transaminasen. Leverschade is reversibel bij het staken van arseentrioxide en/of tretinoïne.
Psychische stoornissen: (toename van) depressie en andere psychische stoornissen (o.a. angst, stemmingswisselingen) zijn gemeld bij gebruik van systemische retinoïden, waaronder tretinoïne. Wees alert bij een voorgeschiedenis van depressie of psychose; alle patiënten controleren op tekenen van depressie en andere psychische stoornissen en indien noodzakelijk doorverwijzen voor behandeling.
Bloeddonatie: tijdens de behandeling met tretinoïne en binnen 1 maand na staken geen bloed doneren, vanwege potentieel risico voor de foetus indien een zwangere vrouw een transfusie krijgt.
Het Sweet-syndroom (acute febriele neutrofiele dermatose) reageert goed op toediening van corticosteroïden; zie ook de rubriek Bijwerkingen.
Onderzoeksgegevens: er is relatief weinig informatie over de veiligheid bij het gebruik van tretinoïne bij kinderen. Er zijn meldingen over toegenomen toxiciteit bij kinderen die behandeld zijn met tretinoïne, m.n. toename van intracraniële hypertensie. Er zijn relatief weinig gegevens over het gebruik van tretinoïne in combinatie met arseentrioxide bij kinderen en ouderen.
Overdosering
Symptomen
Bij doseringen >10× de therapeutische dosering zijn de volgende symptomen (reversibel) opgetreden: ernstige hoofdpijn, diarree, blozen in gezicht, hypertriglyceridemie.
Zie voor meer informatie over symptomen en behandeling bij overdosering met vitamine A-zuurderivaten vergiftigingen.info.
Overdosering
Symptomen
Acute overdosering leidt tot het klinisch beeld van acute hypervitaminose A met als symptomen: hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid en/of braken, slaperigheid, prikkelbaarheid en jeuk.
Zie voor meer informatie over symptomen en behandeling: vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Alitretinoïne is een endogeen retinoïde. Het werkingsmechanisme bij chronisch handeczeem is onbekend. Alitretinoïne heeft immunomodulatoire en anti-inflammatoire effecten die relevant zijn voor huidontsteking. Het succes van de behandeling met alitretinoïne, is groter bij eczeem met hyperkeratotische verschijnselen dan bij eczeem dat zich vooral manifesteert als acuut ontstane blaasjes.
Kinetische gegevens
Resorptie | laag en variabel in nuchtere toestand; inname met een vetrijke maaltijd verhoogt de absorptie met > factor twee en vermindert de variabiliteit ervan. |
T max | ca. 4 uur |
Eiwitbinding | 99,1%. |
Metabolisering | in de lever door CYP3A4, CYP2C8 en CYP2C9 tot o.a. de actieve metaboliet 4-oxo-alitretinoïne (>70 %). |
Eliminatie | ca. 70% met de urine en ca. 30% met de feces, vnl. als metabolieten. |
T 1/2el | ca. 9 uur, 4-oxo-alitretinoïne ca. 10 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Natuurlijke metaboliet van retinol (vitamine A), behorend tot de groep retinoïden. In-vitro induceert tretinoïne de differentiatie en remt het de proliferatie bij cellen in getransformeerde hematopoëtische cellijnen, inclusief humane myeloïde leukemie cellijnen.
Het werkingsmechanisme bij acute promyelocytaire leukemie zou kunnen berusten op een modificatie in de binding van tretinoïne aan een nucleaire retinoïnezuurreceptor (RAR), gegeven het feit dat de α-receptor van retinoïnezuur wordt veranderd door fusie met een eiwit, PML genaamd.
Kinetische gegevens
F | (voor retinoïden) toenemend door voedsel. |
T max | ca. 3 uur. |
Eiwitbinding | > 95%. |
Metabolisering | uitgebreid in de lever door CYP450 tot o.a. de minder actieve metabolieten 4-oxo-tretinoïne, isotretinoïne en 4-oxo-isotretinoïne. Bij continue toediening kan een aanzienlijke afname van de plasmaconcentratie optreden, mogelijk door auto-inductie van het cytochroom P450-enzym. |
Overig | tretinoïne en de actieve metabolieten doorlopen een enterohepatische kringloop. |
Eliminatie | vnl. als metabolieten; ca. 60% met de urine en 30% met de feces. |
T 1/2el | ca. 0,7 uur (tretinoïne), ca. 19 uur (isotretinoïne), ca. 29 uur (4-oxo-isotretinoïne). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
alitretinoïne hoort bij de groep retinoïden, systemisch.
Groepsinformatie
tretinoïne (bij maligne aandoening) hoort bij de groep retinoïden, systemisch.