Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Abelcet (in lipidencomplex) XGVS Teva Nederland bv

Toedieningsvorm
Concentraat voor infusievloeistof
Sterkte
5 mg/ml
Verpakkingsvorm
20 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Bij de primaire behandeling van invasieve aspergillose met voor azolen gevoelige stammen is voriconazol of isavuconazol eerste keus. Isavuconazol geeft mogelijk minder bijwerkingen en interacties, maar de ervaring met isavuconazol is nog beperkt. Isavuconazol kan als alternatief dienen als niet met voriconazol behandeld kan worden vanwege contra-indicaties of intolerantie.

Het gebruik van amfotericine B lipidencomplex dient beperkt te blijven tot patiënten met ernstige systemische infecties met Candida albicans, Cryptococcus neoformans of Aspergillus fumigatus bij wie de eerste, tweede en evt. derde keus middelen niet meer gebruikt kunnen worden vanwege toxiciteit of resistentie. Zie daarom voor meer informatie over de behandeling van een invasieve schimmelinfectie met Aspergillus of Candida ook de SWAB-richtlijn invasieve schimmelinfecties (2017, respectievelijk chapter 2 en 3; op p. 16 en 33/34).

NB: Het gebruik van amfotericine B lipidencomplex is vele malen duurder dan gebruik van conventioneel amfotericine B (parenteraal).

Indicaties

  • Ernstige systemische en/of diepe mycosen veroorzaakt door Candida albicans of Aspergillus spp., indien gebruik van conventioneel amfotericine B (parenteraal) vanwege toxiciteit of een nierfunctiestoornis uitgesloten is.

Doseringen

Let op! Geneesmiddelen die amfotericine B bevatten zijn niet onderling uitwisselbaar.

In verband met het risico van acute bijwerkingen beveelt de fabrikant aan voorafgaand aan de behandeling een testdosis van 1 mg te infunderen gedurende 15 minuten.

Klap alles open Klap alles dicht

Ernstige systemische en/of diepe mycosen

Volwassenen (incl. ouderen ≥ 65 jaar) en kinderen ≥ 1 maand

Intraveneus: 3–5,5 mg/kg lichaamsgewicht/1× dag. Doseringen van meer dan 5,5 mg/kg lichaamsgewicht/dag zijn niet effectiever maar vergroten wel aanzienlijk de (nefro)toxiciteit. Verminder de infusiesnelheid bij het optreden van infusie-gerelateerde reacties (koorts, rillingen, hypotensie, misselijkheid, braken, anorexie, hoofd-, spier- of gewrichtspijn) of van rug– en botpijn, en dien passende medicatie toe, zoals antihistaminica, analgetica (bv. paracetamol) en/of adrenerge corticosteroïden. Overweeg bij progressieve veranderingen in lever- en nierfunctie de dosis te verlagen of de therapie met dit middel te staken. De behandelduur bedraagt ten minste 2 weken. Vermijd een cumulatieve dosis boven 10 gram.

A terme neonaat (0 jaar-1 maand)

Intraveneus: Volgens de pagina amfotericine B (parenteraal, inhalatie) van het Kinderformularium van het NKFK: 3-5 mg/kg lichaamsgewicht/dag in 1 dosis. Het NKFK merkt verder op dat er geen wetenschappelijke onderbouwing is voor de testdosis die de fabrikant aanbeveelt. Het levert ook geen betrouwbare voorspelling op voor de tolerantie.

Doseringen van meer dan 5,5 mg/kg lichaamsgewicht/dag zijn niet effectiever maar vergroten wel aanzienlijk de (nefro)toxiciteit. Vermijd daarom ook een cumulatieve dosis boven 10 gram.

Als dit middel langer dan 7 dagen wordt onderbroken, de behandeling opnieuw beginnen zoals beschreven.

Verminderde nier- of leverfunctie: Geen dosisaanpassing nodig. Kan worden toegediend aan patiënten die nierdialyse of hemofiltratie ondergaan.

Toediening

  • Verdunnen met glucose 5% tot een uiteindelijk infuusvolume van ca. 500 ml. Voor pediatrische en cardiovasculair belaste patiënten kan een uiteindelijk volume van 250 ml worden gebruikt.
  • Toedienen middels i.v.-infusie met een toedieningssnelheid van 2,5 mg/kg/uur, bij voorkeur via een infuuspomp. Spoel een bestaande i.v.-lijn eerst met glucose 5%; als dit niet mogelijk is, dien dit middel dan toe via een aparte i.v. lijn. Gebruik bij infusie eventueel een inline filter met een poriëngrootte van niet kleiner dan 5 micrometer.
  • Het product niet mengen met een zoutoplossing of met andere elektrolyten/geneesmiddelen.

Bijwerkingen

Amfotericine B lipidencomplex blijkt minder nefrotoxisch te zijn dan conventioneel amfotericine B (parenteraal).

Zeer vaak (> 10%): koorts, rillingen. Verhoogde waarden creatinine in bloed.

Vaak (1–10%): tachycardie, aritmie, hypertensie, hypotensie, pijn op de borst. Dyspneu, astma, hyperventilatie, hypoxie. Hoofdpijn, tremor, verwarde toestand. Rugpijn. Misselijkheid, braken, diarree, buikpijn. Anorexie. Trombocytopenie. Nierinsufficiëntie incl. nierfalen. Huiduitslag. Hypokaliëmie, hyperkaliëmie, hypomagnesiëmie. Abnormale leverfunctietestuitslagen, verhoging alkalische fosfatase, hyperbilirubinemie, verhoogd bloedureum.

Soms (0,1–1%): anafylactische reactie. Hartstilstand, shock. Convulsies, perifere neuropathie. Respiratoir falen. Spierpijn, gewrichtspijn. Jeuk. Reactie op de toedieningsplaats.

Verder zijn gemeld: encefalopathie, bronchospasmen, dermatitis exfoliativa, hypostenurie, nefrogene diabetes insipidus en renale tubulaire acidose. Afname van de zuurstofsaturatie, cyanose.

Toename in serumcreatinine en dyspneu wordt vaker gemeld bij patiënten ≥ 65 jaar.

Interacties

Hoewel interacties van andere geneesmiddelen met amfotericine B lipidencomplex niet zijn waargenomen, wel rekening houden met de mogelijkheid ervan – zoals bij gebruik van conventioneel amfotericine B (parenteraal)#interacties.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij gebruik bij een zeer beperkt aantal zwangerschappen zijn geen duidelijke neveneffecten op de foetus waargenomen. Bij dieren bij normale doseringen aanwijzingen voor schadelijkheid (spontane abortus).

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Amfotericine B wordt oraal nauwelijks geabsorbeerd. Bij de zuigeling kunnen echter mogelijk toch met name lokale bijwerkingen optreden. Of er sprake is van een verhoogde absorptie door een nog niet geheel ontwikkeld darmslijmvlies is niet bekend.

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.

Contra-indicaties

Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.

Waarschuwingen en voorzorgen

De ervaring met de behandeling van systemische mycosen veroorzaakt door andere pathogenen dan Candida en Aspergillus is beperkt en wordt door de fabrikant niet aangeraden.

Controles van de nierfunctie vóór aanvang en tijdens de behandeling zijn nodig, omdat amfotericine B potentieel nefrotoxisch is. Dit is met name belangrijk bij patiënten met bestaande nierinsufficiëntie die al nierfalen hebben gehad, of wanneer gelijktijdig behandeld wordt met andere nefrotoxische geneesmiddelen. Ook wordt aanbevolen de leverfunctie en het serumelektrolytengehalte, met regelmaat met name het kalium en magnesium, te meten en de standaard bloedtellingen uit te voeren. Door het risico van hypokalïemie kan kaliumsuppletie noodzakelijk zijn tijdens deze behandeling. Er zijn echter ook gevallen van hyperkaliëmie gemeld, soms leidend tot hartritmestoornissen en hartstilstand. Meestal doet dit zich voor bij patiënten met nierinsufficiëntie en soms na kaliumsuppletie bij patiënten die eerder een hypokaliëmie hadden. De resultaten van laboratoriumonderzoek kunnen richting geven aan aanpassing van de dosering; overweeg bij progressieve veranderingen in lever- en/of nierfunctie dosisverlaging. Als de afwijkingen blijven aanhouden de mogelijke voordelen van deze behandeling afwegen tegen de bijwerkingen.

De werking en veiligheid zijn niet vastgesteld bij prematuren met een Aspergillus-infectie.

Hulpstoffen: Let op het natrium, in het concentraat voor infusievloeistof, bij een natriumarm dieet.

Overdosering

Symptomen

In klinisch onderzoek is een dosering van 10 mg/kg/dag toegediend zonder duidelijke dosisafhankelijke toxiciteit. Bij kinderen zijn epileptische aanvallen en bradycardie gemeld bij een dosis van 25 mg/kg.

Therapie

Er is geen specifiek antidotum bekend.

Neem voor meer informatie over een overdosering van amfotericine B lipidencomplex contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Fungistatisch en, vooral bij hoge concentraties en afhankelijk van de gevoeligheid van de schimmel, fungicide werkend polyeenantibioticum, verkregen uit een stam van Streptomyces nodosus. Amfotericine B bindt aan sterolen in de celmembraan van de schimmel, waardoor de permeabiliteit van de celmembraan wordt verhoogd en kalium en andere celbestanddelen verloren gaan; de cel sterft uiteindelijk af. Doordat amfotericine B in dit product is gekoppeld aan fosfolipiden kunnen, met name in relatie tot de (nefro)toxiciteit, waarschijnlijk hogere doses worden gegeven dan van conventioneel amfotericine B (parenteraal).

Amfotericine B in lipidencomplex is in vitro werkzaam tegen:

  • Schimmels: Aspergillus spp., Coccidioides immitis en Mucor spp.
  • Dimorfe fungi: Blastomyces dermatitidis, Histoplasma capsulatum en Sporothrix schenckii.
  • Gisten: Candida spp. en Cryptococcus neoformans.

Amfotericine B is niet werkzaam tegen bacteriën en virussen.

Kinetische gegevens

Overig De piekplasmaspiegels zijn lager dan van een equivalente dosis conventioneel amfotericine B (parenteraal). In de weefsels, met name in de lever, longen en milt, worden beduidend hogere, en in de nieren lagere concentraties bereikt dan na toediening van conventioneel amfotericine B (parenteraal).
V d ca. 32,7 l/kg.
Eliminatie Hemodialyse en peritoneale dialyse versnellen de eliminatie niet noemenswaardig.
T 1/2el ca. 173,4 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd