Samenstelling
Malacef 60 XGVS ACE Pharmaceuticals bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof
- Sterkte
- 60 mg
- Verpakkingsvorm
- + solvens (natriumwaterstofcarbonaat 5%) 1 ml
Wordt als niet-geregistreerd geneesmiddel op artsenverklaring geleverd (art. 3.17 RGW). Aangewezen als weesgeneesmiddel.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
A–QS 200 (sulfaat) ACE Pharmaceuticals bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 200 mg
Kinine Infusievloeistof FNA (sulfaat) Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 120 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 5 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
De behandeling van malaria wordt bepaald aan de hand van de aangetoonde verwekker, en de ernst van de ziekte, en gebeurt in overleg met een gespecialiseerd centrum.
Artesunaat (i.v.) is eerstekeus in de behandeling van ernstige malaria tropica (veroorzaakt door Plasmodium falciparum); ook bij kinderen en tijdens de zwangerschap.
Advies
De behandeling van malaria wordt bepaald aan de hand van de aangetoonde verwekker, en de ernst van de ziekte, en gebeurt in overleg met een gespecialiseerd centrum.
Kinine kan gebruikt worden als vierdekeusmiddel bij niet-ernstige malaria tropica bij volwassenen, in combinatie met doxycycline of clindamycine.
Indicaties
- Spoedbehandeling van ernstige en/of gecompliceerde malaria door Plasmodium falciparum of Plasmodium vivax bij volwassenen en kinderen. Denk bij gecompliceerde malaria aan cerebrale malaria, het optreden van convulsies, long- en nierproblemen.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Behandeling van niet–ernstige chloroquineresistente malaria tropica.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Plasmodium falciparum-malaria, Plasmodium vivax-malaria
Volwassenen en kinderen ≥ 20 kg lichaamsgewicht
De eerste dag: als i.v.-injectie: 2,4 mg/kg lichaamsgewicht per toediening om de 12 uur (3 toedieningen), gevolgd door 2,4 mg/kg lichaamsgewicht iedere 24 uur. Waar mogelijk daarna overgaan op orale (combinatie) antimalariatherapie. De totale behandelduur van intraveneuze en orale therapie is ten minste 7 dagen. In geval van Plasmodium vivax malaria na de parenterale toediening van artesunaat de therapie afmaken met orale artemisinine-gebaseerde combinatietherapie (ACT) of chloroquine (–na een muggenbeet– in landen waar chloroquine de behandeling van voorkeur is). Een volledige nabehandeling met primaquine geven, na klinisch herstel.
Kinderen < 20 kg lichaamsgewicht
De eerste dag: als i.v. injectie: 3 mg/kg lichaamsgewicht per toediening om de 12 uur (3 toedieningen), gevolgd door 3 mg/kg lichaamsgewicht iedere 24 uur. Waar mogelijk daarna overgaan op orale (combinatie) antimalariatherapie. De totale behandelduur van intraveneuze en orale therapie is ten minste 7 dagen. In geval van Plasmodium vivax malaria na de parenterale toediening van artesunaat de therapie afmaken met orale artemisinine-gebaseerde combinatietherapie (ACT) of chloroquine (–na een muggenbeet– in landen waar chloroquine de behandeling van voorkeur is). Een volledige nabehandeling met primaquine geven, na klinisch herstel.
Verminderde nier- of leverfunctie: geen dosisaanpassing nodig.
Toediening: Na reconstitutie de dosis als i.v.-injectie toedienen met een snelheid van max. 30 mg/min.
Doseringen
Kinine wordt bij malaria gegeven in combinatie met doxycycline (normale kuur of 4 mg/kg lichaamsgewicht 1×/dag) óf clindamycine (10 mg/kg 2×/dag).
Malaria tropica
Oraal: 10 mg/kg lichaamsgewicht (max. 600 mg) 3×/dag. De behandelduur is tot 7 dagen nadat de patiënt koortsvrij is. I.v.: 10 mg/kg (max. 600 mg) in 4 uur toedienen elke 8 uur.
Verminderde lever– of nierfunctie: bepaal de kininespiegel en pas zonodig de toedieningsfrequentie aan. De therapeutische spiegel is 2,5–9,5 mg/l, de toxische spiegel is ≥ 10 mg/l.
Toediening
- Intraveneus: Het concentraat voor infusievloeistof verdunnen met 500 ml glucose–oplossing (50 g/l; 5%) of NaCl–oplossing (9 g/l; 0,9%).
- Oraal: De tabletten innemen na de maaltijd met water.
Bijwerkingen
Vaak (1–10%): hoofdpijn, duizeligheid, licht gevoel in het hoofd, slapeloosheid. Oorsuizen met of zonder gehoorverlies. Bittere/veranderde smaak, misselijkheid, braken, buikpijn of krampen, diarree. Vermoeidheid, malaise, koorts. Pijn op de injectieplaats.
Soms (0,1–1%): overgevoeligheid. Hoesten, neusverstopping. Huiduitslag, alopecia. Gewrichtspijn, spieraandoeningen. Anemie en neutropenie (beide soms ernstig), trombocytopenie. Voorbijgaande stijging van ASAT, ALAT.
Zelden (0,01–0,1%): allergische reactie (met urticaria, oedeem, hypotensie en/of dyspneu). Hepatitis. Pancreatitis. Verhoogde waarde van serumamylase.
Zeer zelden (< 0,01%): perifere neuropathie, paresthesie. Erytroblastopenie. 'Pure red cell'-aplasie.
Gemeld zijn: convulsies. Bradycardie, verlenging QT-interval. Flatulentie, anorexie. Jeuk. Toegenomen urineproductie. Geneesmiddelenkoorts. Reversibele bloedbeeldafwijkingen: een vertraagde of persisterende hemolytische anemie (toegenomen kans bij hyperparasitemie en bij jonge kinderen (bij 6 mnd.–10 jaar; ca. 7%)), reticulocytopenie. Hypoglykemie na de behandeling.
Bijwerkingen
Cinchonisme met als symptomen: duizeligheid, oorsuizen, gehoorstoornissen, tremoren, hoofdpijn, rillingen, visusstoornissen (bv. gestoorde kleurperceptie, fotofobie, nachtblindheid, wazig zien, mydriase, amblyopie, diplopie, optische atrofie en zelfs blindheid). Bij ernstige vormen van cinchonisme ook diarree, buikpijn en braken. Onrust, verwarring, convulsies, syncope, delier bij hoge doseringen.
Verder: bittere smaak, misselijkheid, braken, maagpijn, diarree. Allergische reacties zoals jeuk, urticaria, dyspneu, astmatische symptomen, angio-oedeem, en trombocytopenische purpura, acute interstitiële nefritis, koorts, zweten, blozen, hypotensie.
Zelden: hartritmestoornissen, angineuze klachten. Gedissemineerde intravasculaire stolling. Granulomateuze hepatitis. Hypoglykemie. Hypoprotrombinemie, trombocytopenie, agranulocytose, acute hemolyse, hemolytische anemie, hemolytisch uremisch syndroom, hemoglobinurie. Lichen planus.
Interacties
Er is géén farmacokinetische interactie met atovaquon/proguanil, mefloquine of pyrimethamine/sulfadoxine.
Interacties
Voorzichtig zijn bij combinatie met andere geneesmiddelen die het QT-interval kunnen verlengen.
Kinine word gemetaboliseerd door CYP3A4. Krachtige CYP3A4-remmers zoals (tri)azolen, cobicistat en ritonavir verhogen de kininespiegel. CYP3A4-inductoren zoals carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne, nevirapine en rifampicine verlagen de kininespiegel.
Kinine kan de spiegel van fenobarbital of carbamazepine verhogen, evenals die van ritonavir.
Bij combinatie van kinine met lopinavir/ritonavir kunnen de spiegels van lopinavir/ritonavir dalen.
Kinine kan de digoxinespiegel verhogen en het effect van vitamine K-antagonisten of van spierrelaxantia (bv. mivacurium, rocuronium) versterken.
Pyrimethamine en middelen die de urine alkaliseren (bv. acetazolamide, natriumwaterstofcarbonaat) kunnen de plasmaconcentraties van kinine verhogen met mogelijk toxische effecten.
Door gelijktijdig gebruik met mefloquine neemt de kans op convulsies toe.
Aluminiumbevattende antacida kunnen de absorptie van kinine verminderen of vertragen.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens; onvoldoende gegevens in het 1e trimester, te samen met gegevens van meer dan 4000 zwangerschapsuitkomsten bij vrouwen in het 2e en 3e trimester wijzen echter niet op nadelige effecten op de zwangerschap, op de foetus of neonaat.
Overig: Een malaria–infectie zelf kan zorgen voor een aanzienlijke morbiditeit voor moeder en kind en kan leiden tot spontane abortus en intra–uteriene vruchtdood.
Advies: Kan op strikte indicatie (bij een gecompliceerde malaria-infectie) worden gebruikt, tot orale medicatie wordt getolereerd.
Zwangerschap
Kinine passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens aanwijzingen voor schadelijkheid bij gebruik van supratherapeutische doseringen (oog– en oordefecten).
Farmacologisch effect: Gebruik tijdens het 3e trimester kan bij de foetus hypoglykemie induceren. Gebruik van hoge doses veroorzaakt uteruscontracties bij de moeder.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken (in die gevallen waarbij de behandeling levensreddend kan zijn).
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in kleine hoeveelheden (dihydroartemisinine). Naar verwachting zijn er geen nadelige effecten voor de borstgevoede zuigeling.
Overig: De hoeveelheid in de moedermelk beschermt de zuigeling niet tegen malaria.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel afwegen. Volgens de WHO-aanbeveling kan het kortdurend worden gebruikt tot orale medicatie wordt getolereerd.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in kleine hoeveelheden.
Advies: Kan worden gebruikt.
Contra-indicaties
- allergie voor artemisinine-derivaten.
Contra-indicaties
- Tinnitus;
- Neuritis optica;
- Bestaande hemoglobinurie, gepaard gaande met malaria;
- G6PD-deficiëntie;
- Overgevoeligheid voor aan kinine verwante stoffen (bv. kinidine).
Waarschuwingen en voorzorgen
In de kritieke fase van de Plasmodium falciparum-infectie wekelijks het bloed controleren op aanwezigheid van (en de kwantiteit van) deze malariaparasieten. Als er sprake is van een (vermoeden van) menginfectie met Plasmodium vivax, zijn ook andere malariamiddelen geïndiceerd. Bij herinfectie of bij het opnieuw optreden van symptomen na eerder herstel moet behandeld worden met een ander antimalariamiddel. De werking van artesunaat bij Plasmodium malariae of Plasmodium ovale is niet vastgesteld.
Omdat hemolyse en anemie nog 14–28 dagen ná de behandeling met artesunaat kan optreden, na de behandeling nog gedurende 4 weken het hemoglobine-gehalte controleren. Bij verslechtering of onvoldoende verbetering ook andere parameters voor hemolytische anemie controleren.
Waarschuwingen en voorzorgen
Resistentie kan optreden. Kinine voorkomt niet de recidieven van malaria tertiana, malaria ovale en malaria quartana.
Voorzichtig bij atriumfibrilleren, andere ernstige hartafwijkingen, myasthenia gravis, nier- of leverfunctiestoornissen.
Kinine verlengt het QT-interval op dosisafhankelijke wijze; wees voorzichtig bij aandoeningen die predisponeren voor QT-verlenging en bij patiënten met AV-blok.
Aanbevolen wordt tijdens behandeling de bloedglucosespiegels te bepalen.
Bij optreden van overgevoeligheidsreacties of hemolyse de behandeling onmiddellijk staken.
Overdosering
Symptomen
Casuïstiek bij een kind van 5 jaar meldt convulsies, melena, pancytopenie, multi-orgaan falen en overlijden.
Neem voor meer informatie over de symptomen en behandeling van een overdosering van artesunaat contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Symptomen
Braken en grote onrust, delirium, krampen, verlengd QT-interval, ventriculaire aritmieën gevolgd door coma met ademhalingsdepressie, bloeddrukdaling en hartstilstand.
Therapie
Ondersteunend. Aanzuren van de urine versnelt de eliminatie van kinine en zijn metabolieten, maar kan bij hemoglobinurie de nierfunctie sterk doen verslechteren. Overweeg in dat geval hemodialyse.
Neem voor meer informatie over een vergiftiging met kinine contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Antimalariamiddel. Hemisuccinaatderivaat van het natuurlijk voorkomende artemisinine (prodrug). Artesunaat heeft een bloedschizonticide werking. Na snelle metabolisering omgezet in het actieve dihydroartemisinine (DHA). Artesunaat bezit activiteit tegen alle erytrocytaire aseksuele vormen van de malariaparasiet. Ook actief bij resistentie van de parasiet tegen chloroquine. Het exacte werkingsmechanisme is niet bekend. Hypothesen zijn: in interactie met humaan haem leidt het tot vrijkomen van vrije radicalen en daarmee tot vernietiging van de parasitaire membraan, leidend tot de dood van de parasiet; ook is mogelijk sprake van de remming van het voor de parasiet essentiële calcium adenosine trifosfatase.
De werking is beperkt tot de Plasmodium falciparum en Plasmodium vivax parasieten.
Kinetische gegevens
Overig | artesunaat is een prodrug van het actieve dihydroartemisinine (DHA). |
Resorptie | i.m.: snel (artesunaat). |
T max | 0,5–15 min (DHA, na i.v.-toediening), 8–30 min (i.m.-toediening). |
Overig | DHA: wijde distributie, hoge concentraties in darmen, lever en nieren. Substantiële accumulatie in door P. falciparum geïnfecteerde erytrocyten. |
Eiwitbinding | ca. 93% (DHA). |
Metabolisering | snel en extensief door esterasen in plasma en erytrocyten tot de actieve metaboliet dihydroartemisinine (DHA). DHA wordt verder gemetaboliseerd via glucuronidering. |
Eliminatie | artesunaat voornamelijk door metabolisering, in kleine hoeveelheden in urine en feces. DHA als glucuronide met de urine. |
T 1/2el | ca. 20–60 min. (DHA). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Kinine is een Cinchona alkaloïd dat verwant is aan kinidine. Malariamiddel; grijpt aan op de erytrocytaire vormen van Plasmodium (bloedschizonticide werking). Kinine werkt niet op de stadia in de lever. Het werkingsmechanisme is nog onduidelijk. Hypothesen zijn: verstoring van de eiwitaanmaak via een invloed op het DNA van de parasiet en/of verhoging van de pH van de organellen van de parasiet waardoor deze sterft.
Kinetische gegevens
Resorptie | makkelijk en vrijwel volledig in het proximale deel van het jejunum. |
T max | oraal 1–3 uur. |
Overig | Er is distributie naar verschillende weefsels (longen, lever, nieren en milt). Bij de aangegeven dosering (10 mg/kg lichaamsgewicht) is de plasmaspiegel 7–17 mg/l. De concentratie in de cerebrospinale vloeistof is 2–5% van die in het plasma. |
Eiwitbinding | tot 90%. |
Metabolisering | grotendeels in de lever, vooral door CYP3A4. |
Eliminatie | met de urine, vnl. als metabolieten (bij aangezuurde urine 2× zo snel). |
T 1/2el | 5–10 uur, bij ernstige infectie verlengd tot gemiddeld 18 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
artesunaat hoort bij de groep malariamiddelen.
Groepsinformatie
kinine hoort bij de groep malariamiddelen.