Samenstelling
Scemblix XGVS Aanvullende monitoring Novartis Europharm ltd.
- Toedieningsvorm
- Tablet, filmomhuld
- Sterkte
- 20 mg, 40 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Pemazyre XGVS Aanvullende monitoring Incyte Biosciences Benelux BV
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 4,5 mg, 9 mg, 13,5 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Zie voor de behandeling van chronische myeloïde leukemie de geldende behandelrichtlijn op hovon.nl.
Advies
Dit geneesmiddel is geregistreerd onder voorwaardelijke toelating om het versneld beschikbaar te maken; er zijn echter nog onvoldoende gegevens over de werkzaamheid en de veiligheid.
Indicaties
Philadelphia-chromosoompositieve chronische myeloïde leukemie in de chronische fase (Ph+ CML-CP) bij volwassenen na eerdere behandeling met twee of meer tyrosinekinaseremmers.
Indicaties
Lokaal gevorderd of gemetastaseerd cholangiocarcinoom met een fusie of herschikking van fibroblastgroeifactorreceptor 2 (FGFR2), als monotherapie bij volwassenen met ziekteprogressie na eerdere systemische therapie.
Doseringen
Philadelphia-chromosoompositieve CML in de chronische fase
Volwassenen (incl. ouderen)
40 mg 2×/dag. De behandeling voortzetten zolang er klinisch voordeel is of tot onaanvaardbare toxiciteit optreedt.
Dosisaanpassing vanwege bijwerkingen: verlaag de dosis naar 20 mg 2×/dag. Bij niet verdragen van deze dosis de behandeling definitief staken. Zie verder voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of staken van de behandeling bij (ernstige) bijwerkingen (zoals trombocytopenie en/of neutropenie, stijging lipase en/of amylase of niet-hematologische bijwerkingen), de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, tabel 1).
Verminderde nierfunctie er is geen dosisaanpassing nodig.
Verminderde leverfunctie: er is geen dosisaanpassing nodig.
Gemiste dosis: binnen 6 uur innemen, daarna niet meer.
Toediening
- de tabletten in hun geheel (dus niet breken, fijnmaken of kauwen) innemen met water;
- innemen op een lege maag: vanaf 2 uur voor tot 1 uur na inname niet eten.
Doseringen
Beoordeel voorafgaand aan de behandeling positiviteit van FGFR2-fusie met een geschikte test.
Cholangiocarcinoom
Volwassenen (incl. ouderen)
13,5 mg 1×/dag op dag 1-14 van een cyclus van 21 dagen. De behandeling voortzetten tot ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit.
Bij een gemiste dosis ≥ 4 uur of na braken: de dosis níet alsnog innemen.
In combinatie met een sterke CYP3A4-remmer: indien vermijden niet mogelijk is de dosis pemigatinib verlagen van 13,5 mg naar 9 mg 1×/dag, of van 9 mg naar 4,5 mg 1×/dag.
Verminderde nierfunctie: bij een licht of matig verminderde nierfunctie (creatinineklaring ≥ 30 ml/min) of bij eindfase nierfalen (creatinineklaring < 30 ml/min en met hemodialyse) is geen dosisaanpassing nodig. Bij een ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min en niet op hemodialyse) de dosis verlagen van 13,5 mg naar 9 mg 1×/dag, of van 9 mg naar 4,5 mg 1×/dag.
Verminderde leverfunctie: bij een licht of matig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 5-9) is geen dosisaanpassing nodig. Bij een ernstig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore ≥ 10) de dosis verlagen van 13,5 mg naar 9 mg 1×/dag, of van 9 mg naar 4,5 mg 1×/dag.
Ernstige bijwerkingen: zie voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of staken van de behandeling bij (ernstige) bijwerkingen (zoals hyperfosfatemie, ernstige netvliesloslating), de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2 (tabel 1-3) en 4.4).
Toediening: de tabletten in zijn geheel (dus niet kauwen, breken of oplossen) innemen, met of zonder voedsel. Neem de tabletten elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip in.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): bovensteluchtweginfectie. Trombocytopenie, neutropenie, anemie. Dyslipidemie. Hoofdpijn, duizeligheid. Hypertensie. Hoesten, dyspneu. Stijging lipase- en amylase-spiegel in het bloed, hyperlipasemie, braken, diarree, misselijkheid, buikpijn. Stijging ALAT, ASAT en gamma-GT . (Maculopapuleuze) huiduitslag, jeuk. Spierpijn, gewrichtspijn, botpijn. Vermoeidheid, asthenie, (perifeer) oedeem, koorts.
Vaak (1-10%): ondersteluchtweginfectie, influenza. Verminderde eetlust, hyperglykemie. Droge ogen, wazig zien. Hartkloppingen. Pleurale effusie, niet-cardiale pijn op de borst. Pancreatitis. Stijging bilirubine in het bloed. Urticaria. Stijging creatinekinase in het bloed. QT-interval verlengd.
Soms (0,1-1%): febriele neutropenie, pancytopenie. Overgevoeligheid.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hyponatriëmie, hyperfosfatemie, hypofosfatemie. Dysgeusie. Droge ogen. Misselijkheid, stomatitis, diarree, obstipatie, droge mond. Hand-voetsyndroom, nageltoxiciteit, alopecia, droge huid. Artralgie, Vermoeidheid. Stijging creatininespiegel in bloed.
Vaak (1-10%): sereuze netvliesloslating, keratitis punctata, wazig zien, trichiasis. Abnormale haargroei.
Soms (0,1-1%): huidverkalking.
Interacties
Wees voorzichtig bij gelijktijdig gebruik met geneesmiddelen met een bekend risico op 'torsade de pointes' (zoals chloroquine, claritromycine, haloperidol, methadon, moxifloxacine, pimozide).
Wees voorzichtig bij gelijktijdig gebruik met sterke CYP3A4-inductoren (zoals carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne of sint-janskruid (Hypericum perforatum), omdat de blootstelling aan asciminib kan verminderen.
Wees voorzichtig bij gelijktijdig gebruik met CYP3A4-substraten met een smalle therapeutische breedte (zoals fentanyl, alfentanil, ergotamine), omdat de blootstelling van het substraat kan toenemen. Aanpassing van de dosis asciminib is niet nodig.
Wees voorzichtig bij gelijktijdig gebruik met CYP2C9-substraten met een smalle therapeutische breedte (zoals fenytoïne), omdat de blootstelling van het substraat kan toenemen. Aanpassing van de dosis asciminib is niet nodig.
Op basis van farmacokinetisch onderzoek is voorzichtigheid geboden bij gelijktijdig gebruik met substraten van OATP1B en/of BCRP, waaronder atorvastatine, methotrexaat, rosuvastatine, simvastatine, sulfasalazine.
Op basis van farmacokinetisch onderzoek is voorzichtigheid geboden bij gelijktijdig gebruik met Pgp-substraten met een smalle therapeutische breedte, zoals colchicine, dabigatran en digoxine,
Interacties
Gelijktijdig gebruik met sint-janskruid is gecontra-indiceerd. Vermijd gebruik met andere matige of sterke CYP3A4-inductoren (zoals carbamazepine, fenytoïne, fenobarbital, rifampicine) omdat de blootstelling van pemigatinib kan afnemen. In combinatie met andere enzyminductoren (zoals efavirenz) de patiënt nauwlettend controleren.
Vermijd gelijktijdig gebruik met een sterke CYP3A4-remmer (zoals claritromycine, itraconazol, posaconazol, voriconazol, sommige HIV-proteaseremmers, grapefruit-/pompelmoessap) omdat de blootstelling aan pemigatinib kan toenemen. Indien vermijden niet mogelijk is de dosis pemigatinib verlagen, zie de rubriek Dosering.
Vermijd gelijktijdig gebruik met protonpompremmers omdat de blootstelling aan pemigatinib kan afnemen.
In vitro is pemigatinib een remmer van Pgp. Dien pemigatinib minstens 6 uur vóór of na toediening van een Pgp-substraat met een smalle therapeutische breedte toe. Gelijktijdige toediening van pemigatinib met Pgp-substraten (bv. digoxine, dabigatran, colchicine) kan de blootstelling aan het Pgp-substraat doen toenemen.
In vitro is pemigatinib een inductor van CYP2B6. Wees voorzichtig bij gelijktijdige toediening met een CYP2B6-substraat (zoals cyclofosfamide, ifosfamide, methadon, efavirenz) omdat de blootstelling aan het CYP2B6 kan afnemen.
Het is niet bekend of pemigatinib de werkzaamheid van hormonale anticonceptiva kan verminderen; pas een additioneel barrièremiddel toe.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens geen gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken (embryotoxisch, foetotoxisch en teratogeen)
Advies: Gebruik ontraden.
Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende én tot ten minste 3 dagen na de therapie.
Zwangerschap
Teratogenese: bij de mens geen gegevens, bij dieren schadelijk gebleken.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Overig: een vruchtbare vrouw of man dient adequate anticonceptieve maatregelenen te nemen gedurende en tot ten minste 1 week na de therapie. Het is niet bekend of pemigatinib de werkzaamheid van hormonale anticonceptiva kan verminderen; pas een additioneel barrièremiddel toe. Voer voorafgaand aan de behandeling een zwangerschapstest uit.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een risico voor de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het geven van borstvoeding ontraden gedurende én tot ten minste 3 dagen na de therapie.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: het geven van borstvoeding ontraden gedurende en tot ten minste 1 week na de therapie.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Contra-indicaties
- gelijktijdig gebruik van sint-janskruid, zie ook de rubriek Interacties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Beenmergdepressie is een risico, daarom tijdens de eerste 3 maanden van de behandeling complete bloedtellingen uitvoeren, daarna maandelijks of op klinische indicatie. Controleer op tekenen en klachten van beenmergdepressie. Op basis van de ernst van de trombocytopenie en/of neutropenie de dosis verlagen of de behandeling tijdelijk of definitief staken. Beenmergdepressie komt vaak voor, waaronder ernstige (CTCAE graad 3 of 4) trombocytopenie en neutropenie. In klinisch onderzoek was deze doorgaans reversibel na tijdelijk staken van de behandeling.
Pancreastoxiciteit is gemeld en kan ernstig zijn. Daarom de serumlipase- en amylasewaarden tijdens de behandeling maandelijks of op klinische indicatie beoordelen. Controleer op tekenen en klachten van pancreastoxiciteit, in het bijzonder bij een voorgeschiedenis van pancreatitis. Als verhogingen van serumlipase en amylase gepaard gaan met abdominale klachten, de behandeling tijdelijk staken en onderzocht verrichten om pancreatitis uit te sluiten. Op basis van de ernst van de serumlipase- en amylaseverhogingen de dosis verlagen of de behandeling tijdelijk of definitief staken.
QT-verlenging is mogelijk, daarom aan het begin van de behandeling een ECG maken en tijdens de behandeling op klinische indicatie. Corrigeer hypokaliëmie en hypomagnesiëmie voorafgaand aan de behandeling en controleer de waarden tijdens de behandeling op klinische indicatie.
Op hypertensie en andere cardiovasculaire risicofactoren regelmatig controleren tijdens de behandeling. Behandel indien nodig.
Op het hepatitis B-virus (HBV)-dragerschap controleren voorafgaand aan de behandeling. Dragers van HBV tijdens de behandeling en een aantal maanden daarna nauwlettend op klachten en verschijnselen van een actieve HBV-infectie controleren. Van andere BCR-ABL-tyrosinekinaseremmers is bekend dat bij chronische dragers van HBV, reactivatie kan optreden.
Niet onderzocht: de werkzaamheid en veiligheid bij kinderen < 18 jaar is niet vastgesteld; er zijn geen gegevens beschikbaar.
Waarschuwingen en voorzorgen
Dit geneesmiddel is geregistreerd onder voorwaardelijke toelating om het versneld beschikbaar te maken; er zijn echter nog onvoldoende gegevens over de werkzaamheid en de veiligheid.
Vanwege de kans op hyperfosfatemie en hypofosfatemie dient de serumfosfaatconcentratie te worden gehouden tussen 5.5–7 mg/dl. Controleer patiënten met hyperfosfatemie of hypofosfatemie op ontregeling van de botmineralisatie. Overweeg bij hyperfosfatemie o.a. een fosfaatarm dieet, toediening van fosfaatverlagende therapie en dosisaanpassing indien vereist. Langdurige hyperfosfatemie kan neerslag van calciumfosfaatkristallen veroorzaken, wat kan leiden tot hypocalciëmie, mineralisatie van weke delen, anemie, secundaire hyperparathyroïdie, spierkrampen, convulsieactiviteit, verlenging van het QT-interval en hartritmestoornissen. Ernstige hypofosfatemie kan gepaard gaan met verwardheid, convulsies, focale neurologische bevindingen, hartfalen, ademhalingsfalen, spierzwakte, rabdomyolyse en hemolytische anemie.
Vanwege de kans op netvliesloslating oftalmologisch onderzoek uitvoeren vóór de start van de behandeling en elke 2 maanden gedurende de eerste 6 maanden van de behandeling, daarna om de 3 maanden, en zo snel mogelijk op het moment dat er visuele symptomen zijn. Pemigatinib kan leiden tot ernstige reacties van netvliesloslating, die zich kunnen uiten met symptomen zoals wazig zicht, visuele glasvochttroebeling of fotopsie. Dit kan de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen matig beïnvloeden. Wees extra voorzichtig bij patiënten met bestaande klinisch significante medische oogaandoeningen.
Overweeg alternatieve markers van de nierfunctie bij aanhoudende verhoging van serumcreatinine. Pemigatinib kan het serumcreatininegehalte verhogen door de renale tubulaire secretie van creatinine te verlagen; dit kan optreden als gevolg van remming van de renale transporteiwitten OCT2 en MATE1 en heeft mogelijk geen invloed op de glomerulaire functie.
Onderzoeksgegevens: de werkzaamheid en veiligheid zijn niet vastgesteld bij kinderen < 18 jaar en bij patiënten met onbehandelde of progressieve metastasen in het CZS.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met asciminib contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met pemigatinib contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Tyrosinekinaseremmer. Asciminib is een sterke remmer van BCR-ABL, een fusie-eiwit dat wordt geproduceerd door het Philadelphia(Ph)-chromosoom. Het bindt binnen de zogenoemde myristoyl-pocket en induceert een inactieve conformatie.
Kinetische gegevens
Resorptie | vrijwel volledig. |
T max | 2–3 uur |
F | ca. 73%. |
V d | ca. 1,6 l/kg. |
Eiwitbinding | ca. 97,3%. |
Metabolisering | voornamelijk via CYP3A4-gemedieerde oxidatie en UGT2B7- en UGT2B17-gemedieerde glucuronidering. |
Eliminatie | uitscheiding voornamelijk via de feces (80%, waarvan 56,7% in onveranderde vorm) en in mindere mate in de urine (11%). Eliminatie vindt plaats via de gal door BCRP. |
T 1/2el | 7-15 uur. |
Overig | Een vetrijke maaltijd verlaagt de AUC van asciminib met ca. 62,3%. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Pemigatinib is een kinaseremmer van FGFR1, 2 en 3. Het remt de fosforylering en -signalering van FGFR. FGFR2-fusies/-herschikkingen zijn sterke oncogene drivers en worden bijna exclusief gevonden bij patiënten met een intrahepatisch cholangiocarcinoom. Bij deze patiëntengroep komen FGFR-2-genveranderingen voor bij 10-16% van de patiënten.
Kinetische gegevens
T max | 1-2 uur. |
Overig | de steady-state concentratie wordt na 4 dagen bereikt. |
V d | ca. 3,4 l/kg. |
Metabolisering | voornamelijk via CYP3A4. |
Eliminatie | voor ca. 82,4 % via de feces (waarvan ca. 1,4 % onveranderd) en ca. 12,6 % in de urine (waarvan ca. 1% onveranderd). |
T 1/2el | ca. 15,4 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
asciminib hoort bij de groep proteïnekinaseremmers.
- abemaciclib (L01EF03) Vergelijk
- acalabrutinib (L01EL02) Vergelijk
- afatinib (L01EB03) Vergelijk
- alectinib (L01ED03) Vergelijk
- avapritinib (L01EX18) Vergelijk
- axitinib (L01EK01) Vergelijk
- binimetinib (L01EE03) Vergelijk
- bosutinib (L01EA04) Vergelijk
- brigatinib (L01ED04) Vergelijk
- cabozantinib (L01EX07) Vergelijk
- ceritinib (L01ED02) Vergelijk
- cobimetinib (L01EE02) Vergelijk
- crizotinib (L01ED01) Vergelijk
- dabrafenib (L01EC02) Vergelijk
- dacomitinib (L01EB07) Vergelijk
- dasatinib (L01EA02) Vergelijk
- encorafenib (L01EC03) Vergelijk
- entrectinib (L01EX14) Vergelijk
- erlotinib (L01EB02) Vergelijk
- everolimus (bij maligne aandoening) (L01EG02) Vergelijk
- fedratinib (L01EJ02) Vergelijk
- gefitinib (L01EB01) Vergelijk
- gilteritinib (L01EX13) Vergelijk
- ibrutinib (L01EL01) Vergelijk
- idelalisib (L01EM01) Vergelijk
- imatinib (L01EA01) Vergelijk
- lapatinib (L01EH01) Vergelijk
- larotrectinib (L01EX12) Vergelijk
- lenvatinib (L01EX08) Vergelijk
- lorlatinib (L01ED05) Vergelijk
- midostaurine (L01EX10) Vergelijk
- neratinib (L01EH02) Vergelijk
- nilotinib (L01EA03) Vergelijk
- nintedanib (bij interstitiële longziekte) (L01EX09) Vergelijk
- nintedanib (bij maligne aandoening) (L01EX09) Vergelijk
- osimertinib (L01EB04) Vergelijk
- palbociclib (L01EF01) Vergelijk
- pazopanib (L01EX03) Vergelijk
- pemigatinib (L01EN02) Vergelijk
- pirtobrutinib (L01EL05) Vergelijk
- ponatinib (L01EA05) Vergelijk
- regorafenib (L01EX05) Vergelijk
- ribociclib (L01EF02) Vergelijk
- ruxolitinib (L01EJ01) Vergelijk
- selpercatinib (L01EX22) Vergelijk
- sorafenib (L01EX02) Vergelijk
- sunitinib (L01EX01) Vergelijk
- temsirolimus (L01EG01) Vergelijk
- tepotinib (L01EX21) Vergelijk
- tivozanib (L01EK03) Vergelijk
- trametinib (L01EE01) Vergelijk
- tucatinib (L01EH03) Vergelijk
- vandetanib (L01EX04) Vergelijk
- vemurafenib (L01EC01) Vergelijk
- zanubrutinib (L01EL03) Vergelijk
Groepsinformatie
pemigatinib hoort bij de groep proteïnekinaseremmers.
- abemaciclib (L01EF03) Vergelijk
- acalabrutinib (L01EL02) Vergelijk
- afatinib (L01EB03) Vergelijk
- alectinib (L01ED03) Vergelijk
- asciminib (L01EA06) Vergelijk
- avapritinib (L01EX18) Vergelijk
- axitinib (L01EK01) Vergelijk
- binimetinib (L01EE03) Vergelijk
- bosutinib (L01EA04) Vergelijk
- brigatinib (L01ED04) Vergelijk
- cabozantinib (L01EX07) Vergelijk
- ceritinib (L01ED02) Vergelijk
- cobimetinib (L01EE02) Vergelijk
- crizotinib (L01ED01) Vergelijk
- dabrafenib (L01EC02) Vergelijk
- dacomitinib (L01EB07) Vergelijk
- dasatinib (L01EA02) Vergelijk
- encorafenib (L01EC03) Vergelijk
- entrectinib (L01EX14) Vergelijk
- erlotinib (L01EB02) Vergelijk
- everolimus (bij maligne aandoening) (L01EG02) Vergelijk
- fedratinib (L01EJ02) Vergelijk
- gefitinib (L01EB01) Vergelijk
- gilteritinib (L01EX13) Vergelijk
- ibrutinib (L01EL01) Vergelijk
- idelalisib (L01EM01) Vergelijk
- imatinib (L01EA01) Vergelijk
- lapatinib (L01EH01) Vergelijk
- larotrectinib (L01EX12) Vergelijk
- lenvatinib (L01EX08) Vergelijk
- lorlatinib (L01ED05) Vergelijk
- midostaurine (L01EX10) Vergelijk
- neratinib (L01EH02) Vergelijk
- nilotinib (L01EA03) Vergelijk
- nintedanib (bij interstitiële longziekte) (L01EX09) Vergelijk
- nintedanib (bij maligne aandoening) (L01EX09) Vergelijk
- osimertinib (L01EB04) Vergelijk
- palbociclib (L01EF01) Vergelijk
- pazopanib (L01EX03) Vergelijk
- pirtobrutinib (L01EL05) Vergelijk
- ponatinib (L01EA05) Vergelijk
- regorafenib (L01EX05) Vergelijk
- ribociclib (L01EF02) Vergelijk
- ruxolitinib (L01EJ01) Vergelijk
- selpercatinib (L01EX22) Vergelijk
- sorafenib (L01EX02) Vergelijk
- sunitinib (L01EX01) Vergelijk
- temsirolimus (L01EG01) Vergelijk
- tepotinib (L01EX21) Vergelijk
- tivozanib (L01EK03) Vergelijk
- trametinib (L01EE01) Vergelijk
- tucatinib (L01EH03) Vergelijk
- vandetanib (L01EX04) Vergelijk
- vemurafenib (L01EC01) Vergelijk
- zanubrutinib (L01EL03) Vergelijk