Samenstelling
Strensiq Aanvullende monitoring Alexion Pharma Netherlands bv
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 40 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 0,45 ml, 0,7 ml, 1,0 ml
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 100 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 0,8 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Elaprase XGVS Aanvullende monitoring Takeda Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 2 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 3 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij hypofosfatasie (HPP) met een perinatale of infantiele aanvang, waarbij de eerste symptomen van de ziekte zijn opgetreden in de baarmoeder of vóór een leeftijd van 6 maanden, lijkt asfotase alfa een positief effect te hebben op de overleving en de respiratoire functie. Vanwege beperkingen in de studieopzet (niet-vergelijkende studies met zeer kleine aantallen patiënten) bestaat onzekerheid over de grootte van het effect. Er zijn onvoldoende onderzoeksgegevens over het toepassen van asfotase alfa bij HPP met juveniele aanvang (eerste symptomen op een leeftijd van 6 maanden tot 18 jaar).
Aan de vergoeding van asfotase alfa zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Dit geneesmiddel is geregistreerd onder uitzonderlijke omstandigheden; vanwege de zeldzaamheid van de ziekte zijn er relatief weinig gegevens over de werkzaamheid en de veiligheid.
Advies
Idursulfase heeft bij mucopolysaccharidose II therapeutische meerwaarde ten opzichte van de best mogelijke ondersteunende zorg.
Dit geneesmiddel is geregistreerd onder uitzonderlijke omstandigheden; vanwege de zeldzaamheid van de ziekte en/of om ethische redenen zijn er relatief weinig gegevens over de werkzaamheid en de veiligheid.
Indicaties
Langdurige enzymvervangingstherapie bij patiënten met botmanifestaties bij hypofosfatasie, indien de eerste symptomen vóór de leeftijd van 18 jaar zijn opgetreden.
Indicaties
Langdurige enzymsubstitutietherapie bij mucopolysaccharidose II (Hunter-syndroom, MPS II).
Doseringen
Hypofosfatasie
Kinderen en volwassenen
S.c. 2 mg/kg lichaamsgewicht 3×/week óf s.c. 1 mg/kg lichaamsgewicht 6×/week. De max. dosis is 6 mg/kg/week. Zie voor meer informatie het doseerschema in de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2).
Een vergeten dosis mag niet worden ingehaald door een dubbele dosis te injecteren.
Toediening: subcutaan. Als meer dan 1 ml per injectie nodig is, dan toedienen via meerdere injecties. Geef elke volgende injectie op een andere plaats volgens een rotatieschema, en controleer nauwkeurig op tekenen van mogelijke reacties.
Doseringen
Overweeg premedicatie met antihistaminica, antipyretica en zonodig corticosteroïden of bij onderliggende longaandoeningen verneveling met een β-agonist. Zie ook de rubriek Waarschuwingen en Voorzorgen.
Mucopolysaccharidose type II:
Volwassenen en kinderen:
0,5 mg/kg lichaamsgewicht 1×/week, via i.v. infusie gedurende 3 uur; indien geen infusiereacties optreden kan de infusieduur geleidelijk worden verlaagd tot 1 uur.
Overweeg bij patiënten die reeds een aantal keren klinisch zijn behandeld en die de infusies goed verdragen thuisbehandeling onder medisch toezicht.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn. Erytheem. Pijn in extremiteit. Injectieplaatsreactie (waaronder atrofie, abces, erytheem, pijn, jeuk, zwelling, lipodystrofie, verharding, nodule, uitslag, papula, hematoom, ontsteking, urticaria, calcificatie, warmte, hemorragie, exfoliatie en blaasjes op de injectieplaats), koorts, prikkelbaarheid. Kneuzing.
Vaak (1-10%): anafylactoïde reacties, overgevoeligheid. Cellulitis op de injectieplaats. Verhoogde neiging tot bloeduitstorting. Hypocalciëmie. Opvliegers. Orale hypo-esthesie, misselijkheid. Huidverkleuring, uitgerekte huid. Nefrolithiase. Spierpijn. Koude rillingen. Litteken.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): vorming van IgG-antilichamen (50%), bij 24% neutraliserende antilichamen. Infusiegerelateerde reacties zoals huidreacties (huiduitslag, jeuk, urticaria en erytheem), koorts, roodheid in het gezicht, piepende ademhaling, dyspneu, hoofdpijn, misselijkheid, braken, buikpijn, diarree en pijn op de borst.
Vaak (1-10%): duizeligheid, tremor. Aritmie, tachycardie, cyanose. Hypo- of hypertensie. Hypoxie, bronchospasme, hoesten. Dyspepsie. Artralgie. Gezwollen tong, oedeem in het gezicht, perifeer oedeem, zwelling op de infusieplaats.
Soms (0,1-1%): tachypneu.
Verder zijn gemeld: anafylactische/anafylactoïde reacties.
Interacties
Er is geen onderzoek naar interacties uitgevoerd.
De toediening van asfotase alfa interfereert met de bepaling van serum-alkalische fosfatase en vele laboratoriumtesten waarbij alkalische fosfatase als detectiereagens wordt gebruikt.
Zwangerschap
Asfotase alfa passeert de placenta bij dieren.
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.
Advies: Gebruik ontraden.
Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende de therapie.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Gebruik ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Ja, bij dieren.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
Ernstige of levensbedreigende overgevoeligheid voor asfotase alfa als de overgevoeligheid niet onder controle is te brengen.
Contra-indicaties
Ernstige of levensbedreigende overgevoeligheid bij eerdere toediening die niet onder controle kan worden gehouden.
Waarschuwingen en voorzorgen
Overgevoeligheidsreacties kunnen bestaan uit anafylactoïde reacties (moeite met ademhalen, gevoel van stikken, periorbitaal oedeem en duizeligheid), misselijkheid, braken, koorts, hoofdpijn, blozen, prikkelbaarheid, koude rillingen, erytheem, huiduitslag, jeuk en orale hypo-esthesie; ze treden op binnen minuten na toediening, en kunnen nog optreden na een behandelduur van 1 jaar. Als deze reacties optreden, de toediening direct staken. Na behandeling van een ernstige reactie de risico's en voordelen van opnieuw toedienen afwegen. Hernieuwde toediening dient onder medisch toezicht plaats te vinden, bij daarop volgende toedieningen is dit afhankelijk van het oordeel van de arts.
Injectiegerelateerde reacties treden veelal voor het eerst op binnen de eerste 12 weken van behandeling, maar kunnen tot 1 of meer jaren na aanvang van de behandeling nog optreden. Onderbreek de toediening bij een ernstige injectiegerelateerde reactie.
Voorvallen van craniostenose (geassocieerd met verhoogde intracraniale druk), waaronder verergering van reeds bestaande craniostenose en het voorkomen van Arnold-Chiari-malformatie zijn gemeld bij patiënten < 5 jaar. Er zijn onvoldoende gegevens om een causaal verband vast te stellen met blootstelling aan asfotase alfa. Craniostenose kan ook een manifestatie van hypofosfatasie zijn. Periodiek monitoren (met inbegrip van fundoscopie ter controle op tekenen van papiloedeem) wordt aanbevolen bij patiënten < 5 jaar.
Ectopische calcificatie (oftalmische calcificatie en nefrocalcinose) zijn gemeld. Er zijn onvoldoende gegevens om een causaal verband vast te stellen met blootstelling aan asfotase alfa. Oftalmische calcificatie en nefrocalcinose kunnen ook manifestaties van hypofosfatasie zijn. Oogonderzoek en echoscopie van de nieren worden bij baseline en periodiek aanbevolen.
De concentratie parathyroïdhormoon in serum kan stijgen tijdens de behandeling (met name de eerste 12 weken). Controle van parathyroïdhormoon en calcium in serum wordt aanbevolen. Suppletie van calcium en orale vitamine D kan nodig zijn.
Patiënten kunnen disproportionele gewichtstoename vertonen. Toezicht op het dieet wordt aanbevolen.
Indien de patiënt laboratoriumonderzoek moet krijgen, het laboratorium informeren dat de patiënt wordt behandeld met medicatie die invloed heeft op de AF-concentratie.
Onderzoeksgegevens: De veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld bij ouderen of bij personen met een verminderde nier- of leverfunctie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Infusiegerelateerde reacties: wees voorzichtig bij een ernstige onderliggende longaandoening vanwege de kans op hypoxie. In sommige gevallen kan positieve luchtwegdruk nodig zijn. Bij een acute met koorts gaande luchtwegaandoening uitstel van infusie overwegen. Hypoxie bij een ernstige longaandoening en infusiegerelateerde reacties zijn te voorkómen of te verminderen door de infusie te onderbreken of de inloopsnelheid te verlagen en door de patiënt (vooraf) te behandelen met antihistaminica, antipyretica (paracetamol), een lage dosis corticosteroïden of verneveling met een β-agonist zodat de behandeling van de patiënt kon worden voortgezet.
Patiënten met een volledige deletie of grote herschikking van het genotype hebben een aanzienlijke kans op het ontwikkelen van (neutraliserende) antilichamen en infusiegerelateerde bijwerkingen.
Bij een ernstige, mogelijk levensbedreigende, anafylactische reactie de behandeling onmiddellijk staken; bij een eerdere anafylactische reactie idursulfase uiterst voorzichtig toedienen.
Onderzoeksgegevens: over toediening bij nier- of leverinsufficiëntie en bij patiënten > 65 jaar zijn geen gegevens bekend.
Overdosering
Symptomen
Bij sommige patiënten anafylactische reactie; melding op basis van relatief weinig gegevens.
Eigenschappen
Asfotase alfa is een humaan, recombinant, niet-weefselspecifiek alkalische fosfatase-Fc-deca-aspartaatfusie-eiwit met enzymactiviteit. Het bevordert de mineralisatie van het skelet bij patiënten met hypofosfatasie.
Hypofosfatasie is een zeldzame, levensbedreigende, erfelijke aandoening veroorzaakt door mutaties in het gen dat codeert voor niet-weefselspecifieke alkalische fosfatase. De aandoening gaat gepaard met meerdere botmanifestaties, waaronder rachitis (bij baby's en kinderen), osteomalacie, veranderd calcium- en fosfaatmetabolisme, groei- en mobiliteitsstoornissen, respiratoire insufficiëntie waarvoor beademing nodig kan zijn en vitamine B₆-afhankelijke epileptische aanvallen.
Kinetische gegevens
F | ca. 60%. |
T 1/2el | 1,7–2,9 dagen. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Via recombinant technologie verkregen gezuiverde vorm van het lysosomaal enzym iduronaat-2-sulfatase. Het wordt na intraveneuze infusie door cellen opgenomen in lysosomen via mannose-6-fosfaatreceptoren. Bij het Hunter-syndroom is er sprake van een tekort aan het enzym iduronaat-2-sulfatase. Dit leidt tot de stapeling van de glycosaminoglycanen dermatan- en heparansulfaat in een groot aantal celtypen en weefsels; de gevolgen hiervan zijn cellulaire stuwing, organomegalie (vergroting van de lever en milt), weefselvernietiging en disfunctie van het orgaansysteem. Door substitutietherapie met idursulfase worden de gestapelde glycosaminoglycanen afgebroken. Het maximale effect treedt na 1–2 jaar op. Er zijn geen klinische gegevens die een gunstig effect laten zien op de neurologische verschijnselen.
Kinetische gegevens
V d | 21–25% van het lichaamsgewicht. |
Metabolisering | via peptidenhydrolyse. |
T 1/2el | ca. 48 min. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
asfotase alfa hoort bij de groep middelen bij metabole aandoeningen, enzymen.
- agalsidase alfa (A16AB03) Vergelijk
- agalsidase bèta (A16AB04) Vergelijk
- alglucosidase alfa (A16AB07) Vergelijk
- cerliponase alfa (A16AB17) Vergelijk
- elosulfase alfa (A16AB12) Vergelijk
- galsulfase (A16AB08) Vergelijk
- idursulfase (A16AB09) Vergelijk
- imiglucerase (A16AB02) Vergelijk
- laronidase (A16AB05) Vergelijk
- sebelipase alfa (A16AB14) Vergelijk
- velaglucerase alfa (A16AB10) Vergelijk
Groepsinformatie
idursulfase hoort bij de groep middelen bij metabole aandoeningen, enzymen.
- agalsidase alfa (A16AB03) Vergelijk
- agalsidase bèta (A16AB04) Vergelijk
- alglucosidase alfa (A16AB07) Vergelijk
- asfotase alfa (A16AB13) Vergelijk
- cerliponase alfa (A16AB17) Vergelijk
- elosulfase alfa (A16AB12) Vergelijk
- galsulfase (A16AB08) Vergelijk
- imiglucerase (A16AB02) Vergelijk
- laronidase (A16AB05) Vergelijk
- sebelipase alfa (A16AB14) Vergelijk
- velaglucerase alfa (A16AB10) Vergelijk