Samenstelling
Theranal XGVS OTC Bayer bv
- Toedieningsvorm
- Zalf
- Verpakkingsvorm
- 35 g
Bevat per g: bismutsubnitraat 27 mg, lidocaïne 18 mg, zinkoxide 130 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Mobilat XGVS OTC Healthypharm bv
- Toedieningsvorm
- Hydrofiele crème
- Verpakkingsvorm
- 50 g, 100 g
Bevat per g: mucopolysaccharidepolysulfaat 2 mg, salicylzuur 20 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Voor de symptomatische behandeling van hemorroïden volstaan bij de meeste patiënten niet-medicamenteuze adviezen, zoals het vermijden van persen, het niet uitstellen van toiletgang bij aandrang, eten van vezelrijke voeding en innemen van 1,5–2 liter vocht per dag. Pas eventueel lokale therapie toe ter verlichting van klachten. Geef bij jeuk en/of irritatie vaselinecetomacrogolcrème, zinksulfaatvaselinecrème of zinkoxide-zetpillen en kies voor lidocaïnevaselinecrème indien pijn en/of brandende jeuk op de voorgrond staat. Bij persisterende of ernstige klachten van hemorroïden kan een rubberbandligatie of operatie uitgevoerd worden.
De toevoeging van bismut heeft geen voordelen boven monotherapie met lidocaïnevaseline crème of zinkoxide zetpillen.
Advies
Zie voor het beleid bij enkelband- en knieblessures en -letsels de NHG-Standaard Enkelbandletsel (2021) en de NHG-Standaard Traumatische knieklachten (2020).
Indicaties
- Pijn, branderigheid en jeuk bij inwendige en uitwendige niet-bloedende aambeien.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Hulpmiddel bij behandeling van sportblessures en ongevalletsels zoals contusies en distorsies.
Doseringen
Niet-bloedende aambeien
Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar én een lichaamsgewicht ≥ 25 kg
Bij inwendige aambeien: 's morgens, 's avonds en na iedere ontlasting een kleine hoeveelheid zalf met behulp van een canule in het rectum brengen. In principe max. 2 weken gebruiken.
Bij uitwendige aambeien: 's morgens, 's avonds en na iedere ontlasting een hoeveelheid zalf ruim aanbrengen na reiniging van de anus. In principe max. 2 weken gebruiken.
Toediening: bij het uitwendig aanbrengen van de zalf een vingercondoom gebruiken of na het aanbrengen de handen wassen.
Doseringen
Sportblessures, contusies en distorsies
Volwassenen en kinderen ≥ 3 jaar
Afhankelijk van de grootte van het letsel 5–15 cm (overeenkomend met 3–9½ g) crème 2–3 ×/dag op en rond het letsel dun aanbrengen en licht inmasseren. De maximale dosis is 45 cm (overeenkomend met 28½ g) crème/dag. De crème kan na enkele minuten drogen onder non-occlusief verband worden toegepast. Gebruik onder occlusief materiaal vermijden. Een behandelduur van 11 dagen is meestal voldoende; het therapeutisch effect van langer behandelen is niet aangetoond.
Verminderde nierfunctie: bij ernstige nierinsufficiëntie frequente toediening op uitgebreide oppervlakken vermijden in verband met mogelijke absorptie van salicylzuur.
Toediening: vermijd contact met de ogen, slijmvliezen en nabij wondjes en was de handen na gebruik. Zie voor meer informatie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen, achter Toediening.
Bijwerkingen
Lokaal branderig gevoel, soms overgevoeligheidsverschijnselen.
Bijwerkingen
Lokaal: Soms (0,1-1%): huidklachten (jeuk, branderig gevoel, irritatie), roodheid.
Zeer zelden (< 0,01%): contacteczeem.
Systemisch: verder is gemeld: overgevoeligheid. Bij gebruik op grote of beschadigde huidoppervlakken en/of onder occlusie zijn systemische bijwerkingen mogelijk.
Interacties
Bij lokaal en rectaal gebruik van lidocaïne worden geen klinisch relevante interacties verwacht. Echter gezien de goede opname door beschadigde huid en slijmvliezen zijn deze niet uit te sluiten.
Interacties
Salicylzuur kan de doorlaatbaarheid van de huid voor andere lokale middelen vergroten.
Indien geabsorbeerd kan overmatig gebruik van lokaal salicylzuur op grote oppervlakken het effect van methotrexaat, bloedglucoseverlagende middelen en orale anticoagulantia potentiëren.
Zwangerschap
Lidocaïne passeert de placenta.
Teratogenese: Bismutsubnitraat: onbekend. Zinkoxide en lidocaïne: ruime ervaring bij de mens laat geen schadelijke effecten zien bij lokaal gebruik.
Farmacologisch effect: Bij lokale toediening en rectale toediening van lidocaïne is er sprake van beperkte systemische absorptie. Bij hoge systemische blootstelling van lidocaïne (parenterale toediening) tijdens de partus zijn foetale bradycardie en effecten op vitale functies van de neonaat gemeld. Echter gezien de toedieningsroute en lage dosering zijn deze effecten bij de zalf niet te verwachten. Zinkoxide en bismutsubnitraat worden nauwelijks opgenomen door de huid of slijmvliezen. Er zijn weinig gegevens over het gebruik van bismutzouten tijdens zwangerschap.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Zwangerschap
Teratogenese: Ruime ervaring met lokale toepassing van salicylaten tijdens de zwangerschap wijst niet op schadelijke effecten. Bij kortdurend gebruik op kleine onbeschadigde oppervlakken is de systemische blootstelling laag.
Advies: Kan (voor zover bekend zonder gevaar) volgens voorschrift worden gebruikt, mits kortdurend en op kleine oppervlakken toegepast.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Bismutsubnitraat: onbekend. Zinkoxide: nee. Lidocaïne: ja, in kleine hoeveelheden.
Farmacologische effect: De concentraties lidocaïne in moedermelk zijn laag zodat bij therapeutische doseringen geen nadelige effecten voor de zuigeling te verwachten zijn. Er zijn echter geen gegevens over het gebruik van bismutzouten tijdens de lactatie. Vanwege de te verwachten verwaarloosbare systemische blootstelling van de moeder aan bismutsubnitraat, lijkt een effect op de zuigeling niet waarschijnlijk.
Advies: Weeg het risico van het gebruik van dit geneesmiddel in combinatie met het geven van borstvoeding af.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend (mucopolysaccharidepolysulfaat). Ja (salicylzuur).
Farmacologisch effect: Bij kortdurend gebruik op kleine onbeschadigde oppervlakken is de systemische blootstelling laag, en een effect bij de zuigeling niet te verwachten.
Advies: Kan (voor zover bekend zonder gevaar) volgens voorschrift worden gebruikt, mits kortdurend en op kleine oppervlakken toegepast.
Overig: Vermijd toepassing op de borst.
Contra-indicaties
- bloedende aambeien;
- hartaandoeningen;
- overgevoeligheid lokale anesthetica van het amide-type.
Contra-indicaties
- gebruik op slijmvliezen, open wonden, ulcera, geïnfecteerde huid en eczeemplekken;
- kinderen < 3 jaar;
- overgevoeligheid voor salicylaten.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij ontstekingen of bloedingen in het gebied waar de zalf moet worden toegediend. Bij het optreden van bloedende aambeien of uitblijven van verbetering het gebruik staken.
Wees voorzichtig bij ernstige leverziekte, epilepsie of een verhoogde schildklierwerking vanwege mogelijke absorptie van lidocaïne.
Waarschuwingen en voorzorgen
Toediening: vermijd contact met en rond de ogen, slijmvliezen en nabij wondjes; indien contact optreedt direct uitspoelen met water. Niet toepassen gedurende lange perioden, op grote gedeelten van het lichaam, of op ontstoken of beschadigde huid in verband met het risico van salicylaatintoxicatie.
Bij het ontstaan van huidirritatie of contactallergie de behandeling staken; de hulpstof wolvet kan lokale huidreacties geven, zoals contacteczeem.
Wanneer de klachten niet verminderen na drie dagen moet een arts geraadpleegd worden.
Wees voorzichtig bij nierfunctiestoornissen; bij ernstige nierinsufficiëntie frequente toediening op uitgebreide oppervlakken vermijden in verband met mogelijke absorptie van salicylzuur.
Wees voorzichtig bij kinderen omdat de veiligheid en werkzaamheid bij hen niet zijn vastgesteld. Niet gebruiken bij kinderen < 3 jaar. Niet gebruiken bij kinderen < 12 jaar met waterpokken, influenza of andere virale infecties vanwege een kans op het syndroom van Reye. Voorkom dat de handen van kinderen in contact komen met de behandelde huid.
Overdosering
Lidocaïne wordt goed geresorbeerd door beschadigd epitheel en slijmvliezen, waardoor bij overmatig gebruik intoxicatie kan ontstaan met prikkeling van het centrale zenuwstelsel en depressie van het cardiovasculaire systeem.
Overdosering
Excessief langdurig gebruik op grote oppervlakken kan vooral bij kinderen en bij een ernstige nierfunctiestoornis leiden tot salicylisme. Voor verdere informatie zie toxicologie.org/salicylaten.
Eigenschappen
Lidocaïne is een oppervlakte-anestheticum van het amide-type. Het werkt pijn- en jeukstillend en geeft verlichting van branderigheid en irritatie. Bismutsubnitraat en zinkoxide hebben een adstringerende werking. Zinkoxide heeft tevens een dekkende, verkoelende en verzachtende werking.
Kinetische gegevens
Resorptie | Lidocaïne: matig door de intacte huid, goed door beschadigde huid en slijmvliezen. Zinkoxide en bismutsubnitraat: nauwelijks. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Mucopolysaccharidepolysulfaat behoort tot de heparinoïden. Het remt de activiteit van katabolische enzymen en uiteenlopende ontstekingsmediatoren, waardoor het een ontstekingsremmend effect heeft. Salicylzuur heeft een keratolytische werking, mogelijk zou de absorptie van mucopolysaccharidepolysulfaat hierdoor worden bevorderd.
Kinetische gegevens
Resorptie | dringt via de huid door in het bindweefsel en spierlagen onder het huidoppervlak. De systemische blootstelling en bloedspiegels van de actieve bestanddelen zijn laag. |
F | salicylzuur: ca. 10–25 % t.o.v. oraal acetylsalicylzuur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
bismutsubnitraat/lidocaïne/zinkoxide hoort bij de groep dermatica, combinatiepreparaten.
- adapaleen/benzoylperoxide (D10AD53) Vergelijk
- benzoylperoxide/miconazol (D10AE51) Vergelijk
- benzoëzuur/salicylzuur (D01AE20) Vergelijk
- biergist/haaienlevertraan (C05AX03) Vergelijk
- clindamycine/benzoylperoxide (D10AF51) Vergelijk
- clindamycine/tretinoïne (D10AF51) Vergelijk
- mucopolysaccharidepolysulfaat/salicylzuur (C05BA51) Vergelijk
Groepsinformatie
mucopolysaccharidepolysulfaat/salicylzuur hoort bij de groep dermatica, combinatiepreparaten.
- adapaleen/benzoylperoxide (D10AD53) Vergelijk
- benzoylperoxide/miconazol (D10AE51) Vergelijk
- benzoëzuur/salicylzuur (D01AE20) Vergelijk
- biergist/haaienlevertraan (C05AX03) Vergelijk
- bismutsubnitraat/lidocaïne/zinkoxide (C05AD01) Vergelijk
- clindamycine/benzoylperoxide (D10AF51) Vergelijk
- clindamycine/tretinoïne (D10AF51) Vergelijk