Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Carbaglu Recordati

Toedieningsvorm
Tablet, dispergeerbaar
Sterkte
200 mg

Carglumaatzuur Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Tablet, dispergeerbaar
Sterkte
200 mg

Ucedane EuroCept bv

Toedieningsvorm
Tablet, dispergeerbaar
Sterkte
200 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Carglumaatzuur is een middel dat geïndiceerd is voor de zeldzame aandoening hyperammoniëmie als gevolg van de ziekte N-acetylglutamaatsynthetase-deficiëntie. In individuele gevallen is de toepassing waardevol gebleken.

Voor carglumaatzuur bij hyperammoniëmie ten gevolge van andere oorzaken, is over de plaats in de medicamenteuze behandeling geen advies vastgesteld.

Indicaties

Behandeling van hyperammoniëmie ten gevolge van:

  • primaire N-acetylglutamaatsynthase(NAGS)-deficiëntie;
  • isovaleriaanacidemie;
  • methylmalonacidemie;
  • propionacidemie.

Doseringen

De tabletten kunnen in 4 gelijke delen worden verdeeld.

Klap alles open Klap alles dicht

Hyperammoniëmie ten gevolge van N-acetylglutamaatsynthase(NAGS)-deficiëntie

Kinderen

De behandeling mag vanaf de eerste levensdag worden begonnen. Aanvankelijk 100–250 mg/kg lichaamsgewicht per dag in 2-4 doses. Pas de dosering aan op basis van de plasma-ammoniakconcentratie. Het is niet altijd noodzakelijk tijdens de therapie de dosis te verhogen op basis van het lichaamsgewicht. De onderhoudsdosering varieert van 10–100 mg/kg in 2-4 doses.

Test de individuele gevoeligheid van carglumaatzuur alvorens een langdurige behandeling te beginnen. Bij een comateus kind is de startdosis 100–250 mg/kg/dag. Meet vóór elke toediening de plasma-ammoniakconcentratie; binnen enkele uren na toediening moet deze genormaliseerd zijn. Bij een patiënt met matige hyperammoniëmie, geef een testdosis van 100–200 mg/kg/dag gedurende 3 dagen met een constante inname van eiwitten en herhaaldelijke metingen van de plasma-ammoniakconcentratie (vóór en 1 uur na de maaltijd); pas de dosis aan om de ammoniakconcentraties normaal te houden.

Hyperammoniëmie ten gevolge van isovaleriaanacidemie, methylmalonacidemie of propionacidemie

Kinderen

Begindosering 100 mg/kg lichaamsgewicht per dag in 2–4 doses, zo nodig tot maximaal 250 mg/kg per dag in 2–4 doses. Pas de dosering daarna aan om normale ammoniakplasmaspiegels te handhaven.

Verminderde nierfunctie

  • Bij een GFR 30–59 ml/min: begindosering 50 mg/kg/dag tot 125 mg/kg/dag. Onderhoudsdosering 5 mg/kg/dag tot 50 mg/kg/dag, individueel aanpassen om normale ammoniakplasmaspiegels te handhaven;
  • Bij een GFR ≤ 29 ml/min: begindosering 15 mg/kg/dag tot 40 mg/kg/dag. Onderhoudsdosering 2 mg/kg/dag tot 20 mg/kg/dag, individueel aanpassen om normale ammoniakplasmaspiegels te handhaven.

Toediening

  • Toedienen vóór de voeding of innemen voor de maaltijd;
  • De tabletten in ten minste 5–10 ml water oplossen en onmiddellijk innemen of via een nasogastrische sonde inspuiten.

Bijwerkingen

Bij N-acetylglutamaatsynthase(NAGS)-deficiëntie

Vaak (1-10%): toegenomen transpiratie.

Soms (0,1-1%): stijging transaminasenwaarden.

Verder is gemeld: huiduitslag.

Bij isovaleriaanacidemie, methylmalonacidemie en propionacidemie

Soms (0,1-1%): bradycardie. Braken, diarree. Koorts.

Verder is gemeld: huiduitslag.

Interacties

Er is geen onderzoek naar interacties uitgevoerd.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Ja, bij dieren. Bij ratten is bij supratherapeutische doses enige invloed op het lichaamsgewicht van de zogende dieren gezien.

Advies: Het geven van borstvoeding is gecontra-indiceerd.

Contra-indicaties

Zie de rubriek Lactatie.

Waarschuwingen en voorzorgen

Houd de plasmaspiegels van ammoniak en aminozuren binnen de normaalwaarden.

Controleer regelmatig lever-, nier-, en hartfunctie en hematologische parameters, omdat er weinig veiligheidsgegevens zijn.

In geval van lage eiwittolerantie kan eiwitarme voeding en suppletie van arginine nodig zijn.

Overdosering

Symptomen

Sympathicomimetische reactie (tachycardie, hyperhidrose, verhoogde bronchiale secretie, verhoogde lichaamstemperatuur en rusteloosheid).

Neem voor meer informatie over een vergiftiging met carglumaatzuur contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Carglumaatzuur is een analogon van N-acetylglutamaat, de natuurlijke activator van carbamoylfosfaatsynthetase (eerste enzym van de ureumcyclus). Verstoring van de ureumcyclus geeft geen acidose, ketose of hypoglykemie, maar manifesteert zich als een direct toxisch effect van ammoniak op het centrale zenuwstelsel. Carglumaatzuur bewerkstelligt een daling van de ammoniakconcentratie in bloed en een stijging van het ureumgehalte in bloed en urine. Een normalisatie van de plasma-ammoniakconcentratie wordt gewoonlijk binnen 24 uur bereikt, waardoor het risico van neurologische complicaties afneemt. Indien toediening plaatsvindt vóórdat permanente hersenschade is opgetreden, heeft het kind een normale groei en psychomotorische ontwikkeling.

Kinetische gegevens

Resorptie ca. 30%.
T max ca. 3 uur.
V d ca. 40 l/kg.
Metabolisering gedeeltelijk, tot onder andere glutaminezuur. Het eindproduct van het metabolisme is CO2.
Eliminatie 9% onveranderd in de urine en maximaal 60% in de feces. Een gedeelte als CO2 via de longen.
T 1/2el max. 28 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd