Samenstelling
Cefepim (als dihydrochloride-monohydraat) XGVS Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof
- Sterkte
- 2000 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Zavicefta (ceftazidim als pentahydraat), (avibactam als Na-zout) XGVS Pfizer bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor concentraat voor infusievloeistof
Bevat per flacon: ceftazidim 2 g, avibactam 0,5 g.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij een nosocomiale pneumonie wordt de keuze voor een specifiek antibioticum bepaald door de lokale situatie met betrekking tot de aard en de resistentie van de ziekenhuisflora.
Cefepim komt pas in aanmerking voor de behandeling van acute urineweginfecties op basis van onderzoek naar de aard en de gevoeligheid van de verwekker; dit onderzoek is noodzakelijk bij onvoldoende effect van de middelen die geadviseerd worden voor de initiële empirische behandeling. Zie voor de standaardbehandeling: urineweginfecties.
Voor de overige indicaties is er voor dit geneesmiddel geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling.
Voor de plaatsbepaling van nieuwe en oude antibiotica voor de Nederlandse situatie, kan geraadpleegd worden: Alternatieven voor carbapenems bij de behandeling van ESBL-producerende Enterobacterales en opties bij carbapenemresistentie op swab.nl. Dit plaatsbepalingsdocument bespreekt onder andere alternatieven voor carbapenems als empirische en gerichte therapie bij (vermoeden van) een infectie met bacteriën met resistentie tegen derdegeneratie-cefalosporinen. Het document is geen richtlijn, maar biedt de voorschrijver handvatten bij het gebruik van de besproken antibiotica.
Advies
In het algemeen dienen de cefalosporinen als 'reserve' antimicrobiële middelen te worden beschouwd. De Commissie adviseert de toepassing van parenterale cefalosporinen te reserveren voor de kliniek.
Bij een nosocomiale pneumonie (HAP) wordt de keuze voor een specifiek antibioticum bepaald door de lokale situatie met betrekking tot de aard en de resistentie van de ziekenhuisflora.
Start bij een urineweginfectie met tekenen van weefselinvasie bij volwassenen met antibiotica met voldoende weefselpenetratie, zoals in de eerstelijnszorg met ciprofloxacine, cotrimoxazol of amoxicilline/clavulaanzuur. Start in de tweedelijnszorg met intraveneuze toediening van amoxicilline óf een tweede generatie cefalosporine mét een aminoglycoside óf een i.v. derde generatie cefalosporine als monotherapie. Neem altijd een kweek af, start daarna de behandeling ‘blind’ en pas deze zo nodig aan op basis van de kweekuitslag en/of resistentiebepaling.
Indicaties
Behandeling van ernstige infecties:
- Nosocomiale pneumonie;
- Gecompliceerde urineweginfecties;
- Gecompliceerde intra-abdominale infecties;
- Peritonitis als gevolg van dialyse bij patiënten die CAPD ondergaan.
- Bacteriëmie die (vermoedelijk) samenhangt met de hierboven genoemde infecties.
Verder:
- Behandeling van patiënten met neutropenie en koorts, waarbij dit vermoedelijk het gevolg is van een bacteriële infectie.
Cefepim kan zo nodig gecombineerd worden met andere antibacteriële middelen wanneer het bereik van mogelijke veroorzakende bacteriën niet valt binnen het werkingsspectrum (zie rubriek Eigenschappen).
Gerelateerde informatie
Indicaties
Behandeling van de volgende infecties bij volwassenen:
- gecompliceerde urineweginfecties, waaronder pyelonefritis;
- gecompliceerde intra-abdominale infecties;
- nosocomiale pneumonie, waaronder beademingspneumonie ('ventilator-associated' pneumonie, VAP);
- (andere) infecties als gevolg van aerobe, Gram-negatieve organismen bij volwassenen met beperkte behandelopties (bv. t.g.v. van bacteriële resistentie).
Gerelateerde informatie
Doseringen
De dosering hangt af van de ernst, plaats en type van de infectie, de gevoeligheid (van het pathogeen) en van het lichaamsgewicht, de nierfunctie en leeftijd van de patiënt.
Nosocomiale pneumonie
Volwassenen en kinderen met een lichaamsgewicht > 40 kg
I.v.: 2 g iedere 12 uur. Behandelduur: doorgaans 7–10 dagen, bij ernstigere infecties mogelijk langer.
Verminderde nierfunctie: aanvankelijk één oplaaddosis van 2 g, daarna onderhoudsdoses: bij creatinineklaring 30–50 ml/min: 2 g iedere 24 uur, creatinineklaring 11–29 ml/min: 1 g elke 24 uur, creatinineklaring ≤ 10 ml/min: 500 mg elke 24 uur. Bij een creatinineklaring > 50 ml/min gebruikelijke dosis, geen aanpassing vereist. Hemodialyse: één oplaaddosis van 1 g op de eerste dag, daarna 500 mg/24 uur. Op hemodialysedagen, toedienen ná de hemodialyse. Zo mogelijk cefepim alle dagen op hetzelfde tijdstip toedienen. Peritoneale dialyse: 2 g iedere 48 uur.
Kinderen vanaf 2 mnd., lichaamsgewicht ≤ 40 kg
I.v.: 50 mg/kg lichaamsgewicht elke 12 uur. Behandelduur: 10 dagen.
Verminderde nierfunctie: aanvankelijk één oplaaddosis van 50 mg/kg, daarna onderhoudsdoses: bij creatinineklaring 30–50 ml/min: 50 mg/kg iedere 24 uur, creatinineklaring 11–29 ml/min: 25 mg/kg elke 24 uur, creatinineklaring ≤ 10 ml/min: 12,5 mg/kg elke 24 uur. Bij een creatinineklaring > 50 ml/min gebruikelijke dosis, geen aanpassing vereist. Hemodialyse: één oplaaddosis van 25 mg/kg op de eerste dag, daarna 12,5 mg/kg/24 uur. Op hemodialysedagen, toedienen ná de hemodialyse. Zo mogelijk cefepim alle dagen op hetzelfde tijdstip toedienen. Peritoneale dialyse: 50 mg/kg lichaamsgewicht iedere 48 uur.
Gecompliceerde urineweginfecties
Volwassenen en kinderen met een lichaamsgewicht > 40 kg
I.v.: 2 g iedere 12 uur. Behandelduur: doorgaans 7–10 dagen, bij ernstigere infecties mogelijk langer.
Verminderde nierfunctie: aanvankelijk één oplaaddosis van 2 g, daarna onderhoudsdoses: bij creatinineklaring 30–50 ml/min: 2 g iedere 24 uur, creatinineklaring 11–29 ml/min: 1 g elke 24 uur, creatinineklaring ≤ 10 ml/min: 500 mg elke 24 uur. Bij een creatinineklaring > 50 ml/min gebruikelijke dosis, geen aanpassing vereist. Hemodialyse: één oplaaddosis van 1 g op de eerste dag, daarna 500 mg/24 uur. Op hemodialysedagen, toedienen ná de hemodialyse. Zo mogelijk cefepim alle dagen op hetzelfde tijdstip toedienen. Peritoneale dialyse: 2 g iedere 48 uur.
Kinderen vanaf 2 mnd., lichaamsgewicht ≤ 40 kg
I.v.: 50 mg/kg lichaamsgewicht elke 12 uur. Behandelduur: 10 dagen.
Verminderde nierfunctie: aanvankelijk één oplaaddosis van 50 mg/kg, daarna onderhoudsdoses: bij creatinineklaring 30–50 ml/min: 50 mg/kg iedere 24 uur, creatinineklaring 11–29 ml/min: 25 mg/kg elke 24 uur, creatinineklaring ≤ 10 ml/min: 12,5 mg/kg elke 24 uur. Bij een creatinineklaring > 50 ml/min gebruikelijke dosis, geen aanpassing vereist. Hemodialyse: één oplaaddosis van 25 mg/kg op de eerste dag, daarna 12,5 mg/kg/24 uur. Op hemodialysedagen, toedienen ná de hemodialyse. Zo mogelijk cefepim alle dagen op hetzelfde tijdstip toedienen. Peritoneale dialyse: 50 mg/kg lichaamsgewicht iedere 48 uur.
Gecompliceerde intra-abdominale infecties
Volwassenen en kinderen met een lichaamsgewicht > 40 kg
I.v.: 2 g iedere 12 uur. Behandelduur: doorgaans 7–10 dagen, bij ernstigere infecties mogelijk langer.
Verminderde nierfunctie: aanvankelijk één oplaaddosis van 2 g, daarna onderhoudsdoses: bij creatinineklaring 30–50 ml/min: 2 g iedere 24 uur, creatinineklaring 11–29 ml/min: 1 g elke 24 uur, creatinineklaring ≤ 10 ml/min: 500 mg elke 24 uur. Bij een creatinineklaring > 50 ml/min gebruikelijke dosis, geen aanpassing vereist. Hemodialyse: één oplaaddosis van 1 g op de eerste dag, daarna 500 mg/24 uur. Op hemodialysedagen, toedienen ná de hemodialyse. Zo mogelijk cefepim alle dagen op hetzelfde tijdstip toedienen. Peritoneale dialyse: 2 g iedere 48 uur.
Zeer ernstige of mogelijk fatale infecties (incl. bacteriëmie en incl. neutropene koorts (mogelijk) veroorzaakt door bacteriële infectie)
Volwassenen en kinderen met een lichaamsgewicht > 40 kg
I.v.: 2 g iedere 8 uur. Behandelduur: doorgaans 7–10 dagen, bij ernstigere infecties mogelijk langer. Voor de empirische behandeling van febriele neutropenie doorgaans 7 dagen of totdat de neutropenie verdwenen is.
Verminderde nierfunctie: aanvankelijk één oplaaddosis van 2 g, daarna onderhoudsdoses: bij creatinineklaring 30–50 ml/min: 2 g iedere 12 uur, creatinineklaring 11–29 ml/min: 2 g elke 24 uur, creatinineklaring ≤ 10 ml/min: 1 g elke 24 uur. Bij een creatinineklaring > 50 ml/min gebruikelijke dosis, geen aanpassing vereist. Hemodialyse: één oplaaddosis van 1 g op de eerste dag, daarna 500 mg/24 uur. Op hemodialysedagen, toedienen ná de hemodialyse. Zo mogelijk cefepim alle dagen op hetzelfde tijdstip toedienen. Peritoneale dialyse: 2 g iedere 48 uur.
Kinderen vanaf 2 mnd., lichaamsgewicht ≤ 40 kg
I.v.: 50 mg/kg lichaamsgewicht (max. 2 g) elke 8 uur. Behandelduur: Voor de empirische behandeling van febriele neutropenie duurt de behandeling 7–10 dagen.
Verminderde nierfunctie: aanvankelijk één oplaaddosis van 50 mg/kg, daarna onderhoudsdoses: bij creatinineklaring 30–50 ml/min: 50 mg/kg g iedere 8 uur, creatinineklaring 11–29 ml/min: 50 mg/kg elke 24 uur, creatinineklaring ≤ 10 ml/min: 25 mg/kg elke 24 uur. Bij een creatinineklaring > 50 ml/min gebruikelijke dosis, geen aanpassing vereist. Hemodialyse: één oplaaddosis van 25 mg/kg op de eerste dag, daarna 12,5 mg/kg/24 uur. Op hemodialysedagen, toedienen ná de hemodialyse. Zo mogelijk cefepim alle dagen op hetzelfde tijdstip toedienen. Peritoneale dialyse: 50 mg/kg lichaamsgewicht iedere 48 uur.
Peritonitis als gevolg van dialyse bij CAPD-patienten
Volwassenen en kinderen met een lichaamsgewicht > 40 kg
I.v.: 2 g iedere 48 uur. Behandelduur: doorgaans 7–10 dagen, bij ernstigere infecties mogelijk langer.
Ouderen: er is geen dosisaanpassing nodig op basis van alleen de leeftijd.
Verminderde leverfunctie: geen dosisaanpassing nodig.
Toediening
- Directe i.v. injectie over een periode van 3–5 min, of ingespoten in het slangetje van een infusiesysteem, terwijl de patiënt een compatibele i.v. vloeistof toegediend krijgt, óf;
- Via i.v. infusie over een periode van 30 minuten.
- Voor instructies over reconstitutie en verdunning van het product voorafgaand aan de toediening zie rubriek 6.6 van de officiële productinformatie CBG/EMA via de link onder 'Zie ook'.
Doseringen
Gecompliceerde intra-abdominale infecties
Volwassenen
I.v-infusie: Eén dosis 2 g/0,5 g elke 8 uur. Te gebruiken in combinatie met een antibacterieel middel actief tegen Gram-positieve pathogenen wanneer bekend is óf gedacht wordt dat deze bijdragen aan het infectieproces en/of in combinatie met metronidazol bij (verdenking op) anaerobe pathogenen. De behandelduur is afhankelijk van de ernst van de infectie, de pathogenen en de bacteriologische progressie van de patiënt 5–14 dagen.
Gecompliceerde urineweginfecties (bv. pyelonefritis)
Volwassenen
I.v-infusie: Eén dosis 2 g/0,5 g elke 8 uur. Te gebruiken in combinatie met een antibacterieel middel actief tegen Gram-positieve pathogenen wanneer bekend is óf gedacht wordt dat deze bijdragen aan het infectieproces. De behandelduur is afhankelijk van de ernst van de infectie, de pathogenen en de bacteriologische progressie van de patiënt 5–10 dagen. De totale duur kan bestaan uit intraveneus toegediend ceftazidim/avibactam gevolgd door een geschikte orale behandeling.
Nosocomiale of ziekenhuispneumonie, waaronder VAP
Volwassenen
I.v-infusie: Eén dosis 2 g/0,5 g elke 8 uur. Te gebruiken in combinatie met een antibacterieel middel actief tegen Gram-positieve pathogenen wanneer bekend is óf gedacht wordt dat deze bijdragen aan het infectieproces. De behandelduur is afhankelijk van de ernst van de infectie, de pathogenen en de bacteriologische progressie van de patiënt 7–14 dagen.
Infecties met aerobe, Gram-negatieve organismen bij patiënten met beperkte behandelopties
Volwassenen
I.v-infusie: Eén dosis 2 g/0,5 g elke 8 uur. Te gebruiken in combinatie met een antibacterieel middel actief tegen Gram-positieve pathogenen wanneer bekend is óf gedacht wordt dat deze bijdragen aan het infectieproces en/of in combinatie met metronidazol bij (verdenking op) anaerobe pathogenen. De behandelduur is afhankelijk van de ernst van de infectie, de pathogenen en de bacteriologische progressie van de patiënt. Er is zeer beperkte ervaring met gebruik langer dan 14 dagen.
Verminderde nierfunctie (volgens de officiële productinformatie) bij geschatte creatinineklaring (eGFR, middels Cockcroft-Gault):
- ≥ 51 ml/min: geen dosisaanpassing nodig;
- 31-50 ml/min: 1 g/0,25 g elke 8 uur;
- 16-30 ml/min: 0,75 g/0,1875 g elke 12 uur;
- 6-15 ml/min: 0,75 g/0,1875 g elke 24 uur;
- Eindstadium nierziekte (ESRD), waaronder met hemodialyse: 0,75 g/0,1875 g elke 48 uur. Op dialysedagen toedienen ná voltooiing van de hemodialyse, omdat ceftazidim en avibactam via hemodialyse verwijderd worden.
- Zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Verminderde leverfunctie: Geen dosisaanpassing nodig.
Toediening: Na reconstitutie in 100 ml infunderen middels i.v. infusie gedurende 2 uur. NB. bij toevoeging van vancomycine aan ceftazidim in oplossing kan neerslagvorming optreden.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): positieve Coombs-test.
Vaak (1-10%): diarree. Verlengde protrombinetijd (PT) of APTT. Anemie, eosinofilie. Verhoogde waarden van ASAT, ALAT, alkalische fosfatase, bilirubine. Huiduitslag. Reacties op de infusieplaats (incl. pijn, ontsteking, flebitis).
Soms (0,1-1%): hoofdpijn. Orale candidiasis, vaginale infectie. Misselijkheid, braken, colitis (incl. pseudomembraneuze colitis). Leukopenie, neutropenie, trombocytopenie. Erytheem, urticaria, jeuk. Koorts. Verhoogde waarden van creatinine en/of ureum. Ontsteking op de plaats van infusie.
Zelden (0,01-0,1%): anafylactische reactie, angio-oedeem. Vasodilatatie. Dyspneu. Rillingen. Duizeligheid, convulsies, niet-convulsieve status epilepticus, paresthesie, dysgeusie. Obstipatie, buikpijn. Candidiasis. Genitale jeuk.
Verder zijn gemeld: anafylactische shock. Bloeding. Verwardheid, hallucinaties. Myoclonus, bewustzijnsveranderingen, encefalopathie, stupor, coma. Nierinsufficiëntie, toxische nefropathie. Toxische epidermale necrolyse (TEN), Stevens-Johnson-syndroom (SJS), erythema multiforme. Hemolytische anemie, aplastische anemie, agranulocytose. Gastro-intestinale aandoening. Fout-positieve uitslag urineglucose.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): positieve directe Coombs-test (kan indicatief zijn voor een hemolytische anemie, de incidentie daarvan is lager maar niet goed bekend).
Vaak (1-10%): candidiase (bv. vulvovaginale of orale candidiasis). Hoofdpijn, duizeligheid. Misselijkheid, braken, buikpijn, diarree. Urticaria, maculopapuleuze huiduitslag, jeuk. Koorts. Eosinofilie, trombocytose of juist trombocytopenie. (Voorbijgaande) stijgingen van één of meer leverenzymen (ALAT, ASAT, LDH, γ-GT, alkalische fosfatase). (Trombo)flebitis op de toedieningsplaats.
Soms (0,1-1%): (pseudomembraneuze) colitis door Clostridioides difficile. Paresthesie, smaakstoornis. Leukopenie, neutropenie, lymfocytose. (Voorbijgaande) verhogingen van bloedureum en/of serumcreatinine, acuut nierfalen.
Zeer zelden (< 0,01%): tubulo-interstitiële nefritis.
Verder zijn gemeld: angio-oedeem, anafylactische reactie. Neurologische verschijnselen (bij relatieve overdosering bij verminderde nierfunctie) zoals tremor, myoklonieën, convulsies, niet-convulsieve status epilepticus, encefalopathie, coma). Geelzucht. Toxische epidermale necrolyse (TEN), Stevens-Johnsonsyndroom (SJS), erythema multiforme, geneesmiddelreactie met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS-syndroom). Agranulocytose, hemolytische anemie.
Interacties
Controleer de nierfunctie bij combinatie met nefrotoxische geneesmiddelen, zoals aminoglycosiden en krachtige diuretica (bv. lisdiuretica).
Cefalosporinen (zoals cefepim) kunnen de werking van vitamine K-antagonisten versterken.
Gelijktijdige behandeling met bacteriostatische antibiotica kan invloed hebben op de werking van β-lactamantibiotica (zoals cefepim).
Interacties
Bij gelijktijdig gebruik van nefrotoxische middelen, zoals aminoglycosiden of lisdiuretica, is er meer kans op nefrotoxiciteit.
Gelijktijdige toediening van bacteriostatische antibiotica (tetracyclinen, macroliden) kan (in vitro) de werkzaamheid van ceftazidim verminderen; klinisch is het belang hiervan alleen gezien bij levensbedreigende infecties als meningitis, endocarditis, sepsis en daarnaast bij patiënten met ernstige neutropenie. Er is in vitro géén synergie of antagonisme gezien bij de combinatie met metronidazol, tobramycine, levofloxacine, vancomycine, linezolid, colistine of tigecycline.
Avibactam is in vitro substraat van de transporters OAT1 en OAT3; krachtige OAT-remmers kunnen mogelijk de eliminatie van avibactam beïnvloeden. Mogelijk kan probenecide (een OAT3-remmer) de halfwaardetijd van avibactam verlengen, doordat het de renale eliminatie reduceert.
Ceftazidim en avibactam zijn geen klinisch significante remmers of induceerders van de CYP450 enzymen of van andere hepatische of renale transporters; het interactiepotentieel via dergelijke mechanismen wordt als laag beschouwd.
Bij toevoeging van vancomycine aan ceftazidim in oplossing kan neerslagvorming optreden.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens uit gecontroleerde studies met cefepim. Met de groep cefalosporinen wordt in de meeste studies geen toegenomen kans op aangeboren afwijkingen in het algemeen gezien, een kleine kans op specifieke aangeboren afwijkingen is vooralsnog niet uitgesloten. Bij dieren geen tekenen van foetale toxiciteit door cefepim.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Zwangerschap
Ceftazidim passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens (ceftazidim, avibactam). Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid (ceftazidim, avibactam).
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in zeer geringe mate.
Farmacologisch effect: In theorie is het mogelijk dat de darmflora van de zuigeling wordt beïnvloed. Dit leidt hooguit tot diarree.
Advies: Kan worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, ceftazidim in geringe hoeveelheden. Onbekend voor avibactam.
Farmacologisch effect: Ceftazidim wordt oraal niet of nauwelijks geabsorbeerd. Hierdoor zijn van ceftazidim geen systemische effecten bij de zuigeling te verwachten. Een nadelig effect van avibactam bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Ceftazidim als monotherapie kan gebruikt worden; in verband met de aanwezigheid van avibactam wordt gebruik van het combinatiepreparaat óf het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- eerdere overgevoeligheidsreactie door een cefalosporine of ander β-lactamantibioticum (zoals een penicilline, carbapenem of monobactam).
Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor cefalosporinen;
- Ernstige overgevoeligheid (anafylaxie, ernstige huidreactie) voor andere β-lactamantibiotica (penicillinen, carbapenems, monobactams).
Waarschuwingen en voorzorgen
Door het relatief beperkte werkingsspectrum van cefepim is het alleen in te zetten bij gebleken gevoeligheid van het pathogeen, of bij een zeer sterk vermoeden hiervan (zie ook rubriek Eigenschappen).
Verminderde nierfunctie en neurotoxiciteit: Controleer de nierfunctie en pas de dosis van cefepim aan bij een creatinineklaring ≤ 50 ml/min, om te compenseren voor de tragere klaring (zie rubriek Dosering). Houd bij de verdere dosering rekening met de mate van nierfunctiestoornis, ernst van de infectie en de (vermoedelijke) pathogenen. De volgende ernstige bijwerkingen zijn gerapporteerd (incl. bij ouderen): reversibele encefalopathie (bewustzijnsstoornis incl. verwardheid, hallucinaties, stupor en coma), myoklonieën, convulsies (met inbegrip van non-convulsieve status epilepticus) en/of nierfalen. De meeste van deze gevallen deden zich voor bij patiënten met een nierfunctiestoornis (incl. ouderen) waarbij de aanbevolen dosering cefepim werd overschreden. Doorgaans verdwijnen symptomen van neurotoxiciteit na staken van cefepim en/of hemodialyse, maar er zijn ook gevallen met een fatale afloop beschreven.
Overgevoeligheidsreacties: Ernstige, soms fatale, overgevoeligheidsreacties zijn gemeld. Voor aanvang van de behandeling zorgvuldig nagaan of de patiënt eerder overgevoeligheidsreacties vertoonde op β-lactamantibiotica of andere geneesmiddelen. Wees voorzichtig bij astma of een allergische diathese. Monitor nauwlettend tijdens de eerste toediening. Als een allergische reactie optreedt de behandeling onmiddellijk staken. Bij ernstige overgevoeligheidsreacties kan behandeling met adrenaline en andere ondersteunende therapie nodig zijn.
Superinfecties: langdurig gebruik kan leiden tot overmatige groei van niet-gevoelige micro-organismen. Als een superinfectie optreedt tijdens de behandeling, passende maatregelen nemen. Diarree door Clostridioides difficile (CDAD) is gemeld, in ernst variërend van beperkte diarree tot fatale colitis. CDAD kan tot 2 maanden na toediening van antibiotica optreden; houd hier rekening mee bij alle patiënten met diarree na antibioticumgebruik. Bij vermoeden of bevestiging van CDAD moet het huidige antibioticumgebruik dat niet gericht is tegen C. diffile mogelijk worden gestaakt.
Invloed op diagnostische testen: gevallen van een positieve Coombs-test, zonder tekenen van hemolyse, zijn gemeld. Cefalosporinen kunnen fout-positieve reacties voor glucose in de urine veroorzaken bij gebruik van koper-reductie-testen (Benedict's of Fhelingsoplossing of Clinitest tabletten), maar niet bij enzymatische testen voor glucosurie. Gebruik daarom glucosetesten gebaseerd op enzymatische glucose-oxidase-reacties.
Onderzoeksgegevens en ervaring: er zijn onvoldoende gegevens voor het gebruik van cefepim bij zuigelingen < 2 maanden.
Waarschuwingen en voorzorgen
Kruisovergevoeligheid en kruisresistentie tussen cefalosporinen onderling en penicillinen komt voor. Wees voorzichtig bij gebleken lichte overgevoeligheid voor andere β-lactamantibiotica (penicillinen, monobactams, carbapenems).
Bij langdurig gebruik het bloedbeeld regelmatig controleren. Als een patiënt tijdens de behandeling een anemie ontwikkelt, de diagnose van cefalosporine-geassocieerde anemie overwegen en de behandeling staken totdat de oorzaak is vastgesteld. Deze immuun-gemedieerde hemolytische anemie kan fataal verlopen.
Bij nierfunctiestoornissen de geschatte creatinineklaring nauwkeurig monitoren en zo nodig de dosering aanpassen; zie rubriek Dosering.
Voortgezette toediening van ceftazidim kan resulteren in overgroei van niet-gevoelige micro-organismen zoals C. difficile, enterokokken en schimmels. Bij optreden van ernstige diarree de diagnose pseudomembraneuze colitis overwegen; in dat geval, evenals bij optreden van hemorragische colitis en overgevoeligheidsreacties, het gebruik staken.
Door gebruik van cefalosporinen kan de Coombs-test fout-positief worden evenals glucosebepalingen in de urine met koperbevattende reagentia (Benedict-suikerreactie of Fehling-reagens, Clinitest e.d.).
Hulpstoffen: Wees voorzichtig met natrium, in de infusievloeistof, bij een natriumarm dieet.
Overdosering
Symptomen
Onder andere encefalopathie (bewustzijnsstoornis, met inbegrip van verwardheid, hallucinaties, stupor en coma).
Neem voor meer informatie over een overdosering van cefepim contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Symptomen
Neurologische gevolgen zoals encefalopathie, convulsies en coma door de component ceftazidim.
Therapie
Hemodialyse of peritoneale dialyse.
Neem voor meer informatie over de symptomen en behandeling van een overdosering van ceftazidim/tazobactam contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Cefepim is een bactericide breedspectrum antibioticum uit de groep van cefalosporinen (vierde generatie). Cefepim bindt zich aan penicilline-bindende eiwitten (PBP's) in de celwand van bacteriën, waardoor de synthese van peptidoglycaan (onderdeel van de bacteriële celwand) wordt geremd. Dit resulteert in bacteriële celdood. Cefepim heeft een breder werkingsspectrum dan cefalosporinen van de derde generatie en is in hoge mate resistent tegen de meeste β-lactamasen.
Doorgaans gevoelig zijn:
- Aeroob en Gram-positief: meticilline-sensitieve Staphylococcus aureus ('MSSA'), Streptococcus pyogenes, Streptococcus pneumoniae (incl. penicilline-resistente stammen).
- Aeroob en Gram-negatief: Citrobacter freundii, Klebsiella aerogenes, Haemophilus influenzae, Moraxella catarrhalis, Morganella morganii, Proteus mirabilis (de ESBL-producerende stammen zijn echter altijd resistent), Proteus vulgaris, Serratia marcescens, Serratia liquefaciens.
Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij:
- Aeroob en Gram-positief: Staphylococcus aureus (resistentie < 10% bij niet in het ziekenhuis verpleegde patiënten); het voorkomen van resistentie bedraagt > 50% voor de volgende micro-organismen in minstens één EU-regio: Staphylococcus epidermidis, Staphylococcus haemolyticus, Staphylococcus hominis.
- Aeroob en Gram-negatief: Acinetobacter baumannii, Enterobacter cloacae, Escherichia coli, Klebsiella oxytoca, Klebsiella pneumoniae, Pseudomonas aeruginosa. De ESBL-producerende stammen van E. coli, K. oxytoca en K. pneumoniae zijn echter altijd resistent.
Inherent resistent zijn:
- Aeroob en Gram-positief: Enterococcus spp., Listeria monocytogenes, meticilline-resistente Staphylococcus aureus ('MRSA').
- Aeroob en Gram-negatief: Stenotrophomonas maltophilia, en de ESBL-producerende stammen van: Proteus mirabilis, Escherichia coli, Klebsiella oxytoca, Klebsiella pneumoniae.
- Anaeroob: Bacteroides spp., Clostridioides difficile.
- Overig: Chlamydia spp., Chlamydophila spp., Legionella spp. en Mycoplasma spp.
Kinetische gegevens
V d | ca. 0,26 l/kg. |
Overig | voldoende therapeutische concentraties voor gebruikelijke pathogenen worden bereikt in: sputum, bronchiale mucosa, interstitiële vloeistof, peritoneaal vocht, urine, gal, galblaas, appendix, prostaat. Er is (enige) penetratie in de cerebrospinale vloeistof. |
Metabolisering | ja, tot N-methylpyrrolidine dat snel wordt omgezet door oxidatie. |
Eliminatie | vnl. onveranderd met de urine (ca. 85%), deels als metabolieten (ca. 7% als N-oxide en < 1% als N-methylpyrrolidine). Hemodialyse kan cefepim uit de circulatie verwijderen; ca. 68% wordt tijdens een dialyseperiode van 3 uur geëlimineerd. Peritoneale dialyse beïnvloedt de eliminatie niet. |
T 1/2el | ca. 2 uur, beduidend langer bij een verminderde nierfunctie, bij hemodialyse ca. 13 uur, bij peritoneale dialyse ca. 19 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Ceftazidim is een bactericide antibioticum uit de groep van cefalosporinen (derde generatie). Ceftazidim bindt zich aan penicilline-bindende eiwitten in de celwand van bacteriën, waardoor de synthese van peptidoglycaan wordt geremd. Dit resulteert in celdood. Ceftazidim wordt geïnactiveerd door β-lactamasen (ESBL's).
Avibactam is een β-lactamaseremmer en verbreedt het werkingsspectrum van ceftazidim door de β-lactamasen die sommige bacteriën produceren te remmen. Het remmende spectrum van avibactam bevat Ambler klasse A en C β-lactamasen, daarnaast bepaalde klasse D-enzymen waaronder 'extended spectrum' β–lactamasen (ESBL's) en AmpC-enzymen. Avibactam remt geen klasse B-enzymen (de metallo-β-lactamasen). Er is in vitro géén synergie of antagonisme gezien bij de combinatie met metronidazol, tobramycine, levofloxacine, vancomycine, linezolid, colistine of tigecycline.
In klinisch onderzoek is werkzaamheid aangetoond bij de volgende pathogenen, die in vitro (o.b.v. het antibiogram) gevoelig waren gebleken voor ceftazidim/tazobactam:
- Bij gecompliceerde urineweginfecties: Escherichia coli, Klebsiella pneumoniae, Proteus mirabilis, Enterobacter cloacae, Pseudomonas aeruginosa.
- Bij gecompliceerde intra-abdominale infecties: Citrobacter freundii, Enterobacter cloacae, Escherichia coli, Klebsiella oxytoca, Klebsiella pneumoniae, Pseudomonas aeruginosa.
- Bij een nosocomiale pneumonie, ook wel ziekenhuispneumonie, waaronder ventilator-geassocieerde pneumonie (VAP): Enterobacter cloacae, Escherichia coli, Klebsiella pneumoniae, Proteus mirabilis, Serratia marcescens, Pseudomonas aeruginosa.
Er is géén klinische werkzaamheid aangetoond bij de goedgekeurde indicaties bij de volgende pathogenen, hoewel uit in vitro gegevens bleek dat zij wel gevoelig zouden zijn bij afwezigheid van verworven resistentiemechanismen: Citrobacter koseri, Klebsiella aerogenes, Morganella morganii, Proteus vulgaris en Providencia rettgeri.
Ceftazidim heeft weinig tot geen activiteit tegen de meeste Gram-positieve organismen zoals Staphylococcus aureus (zowel meticilline-gevoelige als meticilline-resistente stammen; 'MSSA' en 'MRSA') en Enterococcus spp.
Ongevoelig zijn (op basis van in vitro gegevens): Stenotrophomonas maltophilia, Acinetobacter spp., anaerobe bacteriën.
Kinetische gegevens
V d | ca. 0,31 l/kg (ceftazidim), ca. 0,26 l/kg (avibactam) |
Overig | penetratie in de liquor: ceftazidim voldoende bij ontstoken hersenvliezen. Onbekend voor avibactam, wel bij dieren met ontstoken hersenvliezen. |
Overig | penetratie in bronchiale epitheelvloeistof: concentratie ca. 30% van plasmaconcentratie (ceftazidim, avibactam). |
Metabolisering | niet of nauwelijks (ceftazidim, avibactam). Geen metabolisering van avibactam in humane leverpreparaten. |
Eliminatie | ceftazidim vnl. onveranderd met de urine, d.m.v. glomerulaire filtratie; < 1% via de gal. Avibactam onveranderd met de urine door actieve tubulaire secretie naast glomerulaire filtratie, < 0,25% met de feces. Ceftazidim wordt verwijderd door hemodialyse en peritoneale dialyse. Een hemodialysesessie van 4 uur verwijderd ca. 55% van een dosis avibactam. |
T 1/2el | ca. 2 uur (ceftazidim, avibactam), bij ouderen ≥ 80 jaar 3,5-4 uur (ceftazidim), bij afname nierfunctie verlengd (ceftazidim, avibactam). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
cefepim hoort bij de groep cefalosporinen.
- cefaclor (J01DC04) Vergelijk
- cefalexine (J01DB01) Vergelijk
- cefazoline (J01DB04) Vergelijk
- cefiderocol (J01DI04) Vergelijk
- cefotaxim (J01DD01) Vergelijk
- ceftarolinefosamil (J01DI02) Vergelijk
- ceftazidim (J01DD02) Vergelijk
- ceftazidim/avibactam (J01DD52) Vergelijk
- ceftolozaan/tazobactam (J01DI54) Vergelijk
- ceftriaxon (J01DD04) Vergelijk
- cefuroxim (systemisch) (J01DC02) Vergelijk
- cefuroximaxetil (J01DC02) Vergelijk
Groepsinformatie
ceftazidim/avibactam hoort bij de groep cefalosporinen.
- cefaclor (J01DC04) Vergelijk
- cefalexine (J01DB01) Vergelijk
- cefazoline (J01DB04) Vergelijk
- cefepim (J01DE01) Vergelijk
- cefiderocol (J01DI04) Vergelijk
- cefotaxim (J01DD01) Vergelijk
- ceftarolinefosamil (J01DI02) Vergelijk
- ceftazidim (J01DD02) Vergelijk
- ceftolozaan/tazobactam (J01DI54) Vergelijk
- ceftriaxon (J01DD04) Vergelijk
- cefuroxim (systemisch) (J01DC02) Vergelijk
- cefuroximaxetil (J01DC02) Vergelijk