Samenstelling
Ceftazidim (als pentahydraat) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof
- Sterkte
- 500 mg, 1 g, 2 g
De flacon met 2 g kan ook gebruikt worden voor (continue) infusie.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Zavicefta (ceftazidim als pentahydraat), (avibactam als Na-zout) XGVS Pfizer bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor concentraat voor infusievloeistof
Bevat per flacon: ceftazidim 2 g, avibactam 0,5 g.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
In het algemeen dienen de cefalosporinen als 'reserve' antimicrobiële middelen te worden beschouwd. De Commissie adviseert de toepassing van parenterale cefalosporinen te reserveren voor de kliniek.
Bij een bacteriële community-acquired pneumonie (CAP) is behandeling met antibiotica altijd aangewezen. De verwekker van een pneumonie is bepalend voor de keuze van het antibioticum, maar bij een onbekende verwekker is de ernst van de pneumonie bepalend voor de keuze van het antibioticum. Bij behandeling van een milde pneumonie (C(U)RB-65 score: 0–1, PSI-klasse: I–II) heeft orale toediening van amoxicilline de voorkeur. Bij een matig-ernstige pneumonie (CURB-65 score: 2, PSI-klasse: III–IV) is intraveneuze toediening van benzylpenicilline of amoxicilline aangewezen. Bij een ernstige pneumonie (CURB-65 score: > 2, PSI-klasse V) die op een normale afdeling wordt behandeld is monotherapie met een i.v. cefalosporine (cefotaxim, ceftriaxon of cefuroxim) aangewezen. Bij een ernstige pneumonie (CURB-65 score: > 2, PSI-klasse V) die op een intensivecare-afdeling wordt behandeld is monotherapie met i.v. moxifloxacine dan wel i.v. combinatietherapie van antibiotica aangewezen (ciprofloxacine met ofwel cefotaxim of ceftriaxon of cefuroxim). Bij een nosocomiale pneumonie wordt de keuze voor een specifiek antibioticum bepaald door de lokale situatie met betrekking tot de aard en de resistentie van de ziekenhuisflora.
Start bij een urineweginfectie met tekenen van weefselinvasie bij volwassenen met antibiotica met voldoende weefselpenetratie, zoals in de eerstelijnszorg met ciprofloxacine, cotrimoxazol of amoxicilline/clavulaanzuur. Start in de tweedelijnszorg met intraveneuze toediening van amoxicilline óf een tweede-generatie-cefalosporine mét een aminoglycoside óf een i.v. derde generatie cefalosporine als monotherapie. Neem altijd een kweek af, start daarna de behandeling ‘blind’ en pas deze zo nodig aan op basis van de kweekuitslag en/of resistentiebepaling.
Ga bij een cystitis bij personen behorend tot een risicogroep, waaronder zwangeren en mannen, direct over tot behandeling met antibiotica om complicaties te voorkomen. Start de behandeling ‘blind’, en pas het beleid zo nodig aan op basis van de kweekuitslag en/of resistentiebepaling. De belangrijkste middelen zijn: nitrofurantoïne (bijna altijd eerste keus), fosfomycine (oraal), trimethoprim en bij zwangeren ook amoxicilline/clavulaanzuur.
Ga bij een cystitis bij mensen behorende tot een risicogroep, waaronder kinderen < 12 jaar, direct over tot medicamenteuze behandeling met antibiotica om complicaties te voorkomen. Start de behandeling ‘blind’, en pas het beleid zo nodig aan op basis van de kweekuitslag en/of resistentiebepaling. Bij kinderen met cystitis is nitrofurantoïne eerste keus, en is amoxicilline/clavulaanzuur het alternatief. Bij kinderen met een urineweginfectie met tekenen van weefselinvasie is amoxicilline/clavulaanzuur eerste keus, tweede keus is cotrimoxazol, of toegepast in de tweedelijnszorg, ceftibuten.
Kijk in otitis media acuta en otitis externa voor de empirische behandeling ervan.
Kijk in bacteriële huidinfecties voor informatie over de empirische behandeling ervan.
Advies
In het algemeen dienen de cefalosporinen als 'reserve' antimicrobiële middelen te worden beschouwd. De Commissie adviseert de toepassing van parenterale cefalosporinen te reserveren voor de kliniek.
Bij een nosocomiale pneumonie (HAP) wordt de keuze voor een specifiek antibioticum bepaald door de lokale situatie met betrekking tot de aard en de resistentie van de ziekenhuisflora.
Start bij een urineweginfectie met tekenen van weefselinvasie bij volwassenen met antibiotica met voldoende weefselpenetratie, zoals in de eerstelijnszorg met ciprofloxacine, cotrimoxazol of amoxicilline/clavulaanzuur. Start in de tweedelijnszorg met intraveneuze toediening van amoxicilline óf een tweede generatie cefalosporine mét een aminoglycoside óf een i.v. derde generatie cefalosporine als monotherapie. Neem altijd een kweek af, start daarna de behandeling ‘blind’ en pas deze zo nodig aan op basis van de kweekuitslag en/of resistentiebepaling.
Indicaties
- Infecties door micro-organismen die gevoelig zijn voor ceftazidim, zoals:
- van de luchtwegen (nosocomiale pneumonie ('hospital acquired' pneumonie; HAP), bronchopneumonie bij patiënten met cystische fibrose);
- KNO-infecties (chronische etterende otitis media, maligne otitis externa);
- bacteriële meningitis;
- gecompliceerde urineweginfecties;
- gecompliceerde infecties van huid en weke delen;
- gecompliceerde intra-abdominale infecties;
- bot- en gewrichtsinfecties;
- peritonitis geassocieerd met dialyse bij patiënten op CAPD;
- bacteriëmie (bv. bij bovengenoemde indicaties).
- Neutropenie met koorts, vermoedelijk berustend op een bacteriële infectie;
- Als peri-operatieve profylaxe bij transurethrale resectie van de prostaat (TURP).
Gerelateerde informatie
Indicaties
Behandeling van de volgende infecties bij volwassenen:
- gecompliceerde urineweginfecties, waaronder pyelonefritis;
- gecompliceerde intra-abdominale infecties;
- nosocomiale pneumonie, waaronder beademingspneumonie ('ventilator-associated' pneumonie, VAP);
- (andere) infecties als gevolg van aerobe, Gram-negatieve organismen bij volwassenen met beperkte behandelopties (bv. t.g.v. van bacteriële resistentie).
Gerelateerde informatie
Doseringen
Nosocomiale pneumonie
Volwassenen
Intermitterende toediening: 2 g elke 8 uur.
Als continu infuus: oplaaddosis 2 g, gevolgd door 4–6 g per 24 uur. Bij een normale nierfunctie maximaal 9 g/dag.
Kinderen ≥ 40 kg
Intermitterende toediening: 2 g elke 8 uur.
Als continu infuus: oplaaddosis 2 g, gevolgd door 4–6 g per 24 uur.
Kinderen vanaf 2 maanden en < 40 kg
Als continu infuus: een oplaaddosis van 60–100 mg/kg lichaamsgewicht, gevolgd door 100–200 mg/kg/dag, maximaal 6 g/dag.
Bronchopulmonale infecties bij cystische fibrose
Volwassenen
Intermitterende toediening: 100–150 mg/kg lichaamsgewicht per dag verdeeld over 3 doses (elke 8 uur), bij een normale nierfunctie maximaal 9 g/dag.
Als continu infuus: oplaaddosis 2 g, gevolgd door 4–6 g per 24 uur. Bij een normale nierfunctie maximaal 9 g/dag.
Kinderen ≥ 40 kg
Intermitterende toediening: 100–150 mg/kg lichaamsgewicht per dag verdeeld over 3 doses (elke 8 uur), maximaal 9 g/dag.
Als continu infuus: oplaaddosis 2 g, gevolgd door 4–6 g per 24 uur.
Kinderen vanaf 2 maanden en < 40 kg
Intermitterende toediening: 150 mg/kg lichaamsgewicht per dag verdeeld over 3 doses (elke 8 uur), maximaal 6 g/dag.
Als continu infuus: een oplaaddosis van 60–100 mg/kg lichaamsgewicht, gevolgd door 100–200 mg/kg/dag, maximaal 6 g/dag.
Bacteriële meningitis
Volwassenen
Intermitterende toediening: 2 g elke 8 uur.
Als continu infuus: oplaaddosis 2 g, gevolgd door 4–6 g per 24 uur. Bij een normale nierfunctie maximaal 9 g/dag.
Kinderen ≥ 40 kg
Intermitterende toediening: 2 g elke 8 uur.
Als continu infuus: oplaaddosis 2 g, gevolgd door 4–6 g per 24 uur.
Kinderen vanaf 2 maanden en < 40 kg
Intermitterende toediening: 150 mg/kg lichaamsgewicht per dag verdeeld over 3 doses (elke 8 uur), maximaal 6 g/dag.
Als continu infuus: een oplaaddosis van 60–100 mg/kg lichaamsgewicht, gevolgd door 100–200 mg/kg/dag, maximaal 6 g/dag.
Chronische etterende otitis media
Volwassenen
Intermitterende toediening: 1–2 g elke 8 uur.
Kinderen ≥ 40 kg
Intermitterende toediening: 1–2 g elke 8 uur.
Kinderen vanaf 2 maanden en < 40 kg
Intermitterende toediening: 100–150 mg/kg lichaamsgewicht per dag verdeeld over 3 doses (elke 8 uur), maximaal 6 g/dag.
Maligne otitis externa
Volwassenen
Intermitterende toediening: 1–2 g elke 8 uur.
Kinderen ≥ 40 kg
Intermitterende toediening: 1–2 g elke 8 uur.
Kinderen vanaf 2 maanden en < 40 kg
Intermitterende toediening: 100–150 mg/kg lichaamsgewicht per dag verdeeld over 3 doses (elke 8 uur), maximaal 6 g/dag.
Gecompliceerde urineweginfecties
Volwassenen
Intermitterende toediening: 1–2 g elke 8 of 12 uur.
Kinderen ≥ 40 kg
Intermitterende toediening: 1–2 g elke 8 of 12 uur.
Kinderen vanaf 2 maanden en < 40 kg
Intermitterende toediening: 100–150 mg/kg lichaamsgewicht per dag verdeeld over 3 doses (elke 8 uur), maximaal 6 g/dag.
Gecompliceerde infecties van huid en weke delen
Volwassenen
Intermitterende toediening: 1–2 g elke 8 of 12 uur.
Als continu infuus: oplaaddosis 2 g, gevolgd door 4–6 g per 24 uur. Bij een normale nierfunctie maximaal 9 g/dag.
Kinderen ≥ 40 kg
Intermitterende toediening: 1–2 g elke 8 of 12 uur.
Als continu infuus: oplaaddosis 2 g, gevolgd door 4–6 g per 24 uur.
Kinderen vanaf 2 maanden en < 40 kg
Intermitterende toediening: 100–150 mg/kg lichaamsgewicht per dag verdeeld over 3 doses (elke 8 uur), maximaal 6 g/dag.
Als continu infuus: een oplaaddosis van 60–100 mg/kg lichaamsgewicht, gevolgd door 100–200 mg/kg/dag, maximaal 6 g/dag.
Gecompliceerde intra-abdominale infecties
Volwassenen
Intermitterende toediening: 1–2 g elke 8 of 12 uur.
Als continu infuus: oplaaddosis 2 g, gevolgd door 4–6 g per 24 uur. Bij een normale nierfunctie maximaal 9 g/dag.
Kinderen ≥ 40 kg
Intermitterende toediening: 1–2 g elke 8 of 12 uur.
Als continu infuus: oplaaddosis 2 g, gevolgd door 4–6 g per 24 uur.
Kinderen vanaf 2 maanden en < 40 kg
Intermitterende toediening: 100–150 mg/kg lichaamsgewicht per dag verdeeld over 3 doses (elke 8 uur), maximaal 6 g/dag.
Als continu infuus: een oplaaddosis van 60–100 mg/kg lichaamsgewicht, gevolgd door 100–200 mg/kg/dag, maximaal 6 g/dag.
Bot- en gewrichtsinfecties
Volwassenen
Intermitterende toediening: 1–2 g elke 8 uur.
Als continu infuus: oplaaddosis 2 g, gevolgd door 4–6 g per 24 uur. Bij een normale nierfunctie maximaal 9 g/dag.
Kinderen ≥ 40 kg
Intermitterende toediening: 1–2 g elke 8 uur.
Als continu infuus: oplaaddosis 2 g, gevolgd door 4–6 g per 24 uur.
Kinderen vanaf 2 maanden en < 40 kg
Intermitterende toediening: 100–150 mg/kg lichaamsgewicht per dag verdeeld over 3 doses (elke 8 uur), maximaal 6 g/dag.
Als continu infuus: een oplaaddosis van 60–100 mg/kg lichaamsgewicht, gevolgd door 100–200 mg/kg/dag, maximaal 6 g/dag.
Peritonitis geassocieerd met dialyse bij patiënten op CAPD (continue ambulante peritoneale dialyse)
Volwassenen
Intermitterende toediening: 1–2 g elke 8 of 12 uur.
Als continu infuus: oplaaddosis 2 g, gevolgd door 4–6 g per 24 uur.
Kinderen ≥ 40 kg
Intermitterende toediening: 1–2 g elke 8 of 12 uur.
Als continu infuus: oplaaddosis 2 g, gevolgd door 4–6 g per 24 uur.
Kinderen vanaf 2 maanden en < 40 kg
Intermitterende toediening: 100–150 mg/kg lichaamsgewicht per dag verdeeld over 3 doses (elke 8 uur), maximaal 6 g/dag.
Als continu infuus: een oplaaddosis van 60–100 mg/kg lichaamsgewicht, gevolgd door 100–200 mg/kg/dag, maximaal 6 g/dag.
Bacteriëmie (sepsis) geassocieerd met één van de infecties beschreven in de rubriek Indicaties
Volwassenen
Intermitterende toediening: 2 g elke 8 uur.
Als continu infuus: oplaaddosis 2 g, gevolgd door 4–6 g per 24 uur. Bij een normale nierfunctie maximaal 9 g/dag.
Kinderen ≥ 40 kg
Intermitterende toediening: 2 g elke 8 uur.
Als continu infuus: oplaaddosis 2 g, gevolgd door 4–6 g per 24 uur.
Kinderen vanaf 2 maanden en < 40 kg
Intermitterende toediening: 150 mg/kg lichaamsgewicht per dag verdeeld over 3 doses (elke 8 uur), maximaal 6 g/dag.
Als continu infuus: een oplaaddosis van 60–100 mg/kg lichaamsgewicht, gevolgd door 100–200 mg/kg/dag, maximaal 6 g/dag.
Febriele neutropenie
Volwassenen
Intermitterende toediening: 2 g elke 8 uur.
Als continu infuus: oplaaddosis 2 g, gevolgd door 4–6 g per 24 uur. Bij een normale nierfunctie maximaal 9 g/dag.
Kinderen ≥ 40 kg
Intermitterende toediening: 2 g elke 8 uur.
Als continu infuus: oplaaddosis 2 g, gevolgd door 4–6 g per 24 uur.
Kinderen vanaf 2 maanden en < 40 kg
Intermitterende toediening: 150 mg/kg lichaamsgewicht per dag verdeeld over 3 doses (elke 8 uur), maximaal 6 g/dag.
Als continu infuus: een oplaaddosis van 60–100 mg/kg lichaamsgewicht, gevolgd door 100–200 mg/kg/dag, maximaal 6 g/dag.
Voor de meeste infecties bij neonaten en zuigelingen
Kinderen ≤ 2 maanden
Intermitterende toediening: 25–60 mg/kg lichaamsgewicht per dag verdeeld over 2 doses.
Als continu infuus: de werkzaamheid en veiligheid van een continu infuus bij deze leeftijdscategorie zijn niet vastgesteld.
Als peri-operatieve profylaxe bij TURP (trans-urethrale resectie van de prostaat)
Volwassenen (en kinderen ≥ 40 kg)
1 g bij inductie van de anesthesie en een tweede dosis bij verwijdering van de katheter.
Ouderen > 80 jaar: Pas de dosering aan op basis van de nierfunctie. De fabrikant adviseert bij een leeftijd > 80 jaar normaliter een dagdosering van max. 3 g/dag aan te houden, met het oog op de leeftijdsgerelateerde afname van de renale klaring. Weeg dit echter bij ernstige infecties af tegen de mogelijkheid van onderbehandeling.
Verminderde nierfunctie
De volgende gegevens zijn volgens de officiële productinformatie CBG/EMA van de fabrikant van ceftazidim; let op dat de informatie kan verschillen van andere bronnen, zoals van de SWAB-pagina ceftazidim:
Intermitterende toediening
-
Volwassenen en kinderen ≥ 40 kg
- na een initiële oplaaddosis van 1 g, gelden de volgende onderhoudsdoseringen:
- creatinineklaring 31–50 ml/min: 1 g elke 12 uur;
- creatinineklaring 16–30 ml/min: 1 g elke 24 uur;
- creatinineklaring 6–15 ml/min: 500 mg elke 24 uur;
- creatinineklaring < 5 ml/min: 500 mg elke 48 uur.
- bij ernstige infecties (bv. meningitis, sepsis, nosocomiale pneumonie) de dosering met 50% verhogen of de toedieningsfrequentie verhogen (bv. elke 12 uur wordt dan elke 8 uur toedienen).
- na een initiële oplaaddosis van 1 g, gelden de volgende onderhoudsdoseringen:
-
Kinderen < 40 kg
- na een initiële oplaaddosis (voor kinderen ≤ 5 kg wordt geen oplaaddosis aanbevolen), gelden de volgende onderhoudsdoseringen:
- creatinineklaring 31–50 ml/min: 25 mg/kg lichaamsgewicht elke 12 uur;
- creatinineklaring 16–30 ml/min: 25 mg/kg elke 24 uur;
- creatinineklaring 6–15 ml/min: 12,5 mg/kg elke 24 uur;
- creatinineklaring van < 5 ml/min: 12,5 mg/kg elke 48 uur.
- na een initiële oplaaddosis (voor kinderen ≤ 5 kg wordt geen oplaaddosis aanbevolen), gelden de volgende onderhoudsdoseringen:
Continue infusie
-
Volwassenen en kinderen ≥ 40 kg
- creatinineklaring 31–50 ml/min: oplaaddosis 2 g, gevolgd door 1–3 g per 24 uur;
- creatinineklaring 16–30 ml/min: oplaaddosis 2 g, gevolgd door 1 g per 24 uur;
- creatinineklaring ≤ 15 ml/min: er zijn geen gegevens over continue infusie bij een creatinineklaring ≤ 15 ml/min.
-
Kinderen < 40 kg
- De werkzaamheid en veiligheid zijn niet vastgesteld, deze daarom nauwkeurig klinisch volgen bij gebruik van continue infusie van ceftazidim bij deze doelgroep.
Kinderen, algemeen
- Bij de bepaling van de creatinineklaring, dient de waarde gecorrigeerd te zijn voor het lichaamsoppervlak of het vetvrije lichaamsgewicht.
Bij dialyse
- Hemodialyse: na iedere hemodialyseperiode de onderhoudsdosering herhalen.
- Peritoneale dialyse/CAPD: als aanvulling op i.v.–gebruik van ceftazidim kan het in de dialysevloeistof opgenomen worden (gewoonlijk 125–250 mg voor 2 liter dialyseoplossing).
- Continue arterioveneuze hemodialyse of 'high flux' hemofiltratie: 1 g/dag als een eenmalige dosis of verdeeld over de dag. Bij low-flux hemofiltratie de dosering nemen zoals aangegeven voor een verminderde nierfunctie.
- Voor doseringsrichtlijnen bij Continue veno-veneuze hemofiltratie of hemodialyse (CVVH(D)) zie tabel 5 resp. 6 in rubriek 4.2 van de officiële productinformatie CBG/EMA via 'Zie ook'.
Verminderde leverfunctie
- Bij een licht tot matig verminderde leverfunctie is geen dosisaanpassing nodig op basis van de beschikbare gegevens.
- Volg bij toepassing bij een ernstig verminderde leverfunctie de werkzaamheid en veiligheid nauwkeurig, het gebruik hierbij is niet onderzocht.
Toediening: Bij voorkeur i.v., intermitterend of als continu infuus, toedienen. Als dat niet mogelijk of minder geschikt is voor de patiënt, diep i.m., in een grote spiermassa, bij voorkeur de bovenste buitenkwadrant van de gluteus maximus of de laterale kant van de dij.
Doseringen
Gecompliceerde intra-abdominale infecties
Volwassenen
I.v-infusie: Eén dosis 2 g/0,5 g elke 8 uur. Te gebruiken in combinatie met een antibacterieel middel actief tegen Gram-positieve pathogenen wanneer bekend is óf gedacht wordt dat deze bijdragen aan het infectieproces en/of in combinatie met metronidazol bij (verdenking op) anaerobe pathogenen. De behandelduur is afhankelijk van de ernst van de infectie, de pathogenen en de bacteriologische progressie van de patiënt 5–14 dagen.
Gecompliceerde urineweginfecties (bv. pyelonefritis)
Volwassenen
I.v-infusie: Eén dosis 2 g/0,5 g elke 8 uur. Te gebruiken in combinatie met een antibacterieel middel actief tegen Gram-positieve pathogenen wanneer bekend is óf gedacht wordt dat deze bijdragen aan het infectieproces. De behandelduur is afhankelijk van de ernst van de infectie, de pathogenen en de bacteriologische progressie van de patiënt 5–10 dagen. De totale duur kan bestaan uit intraveneus toegediend ceftazidim/avibactam gevolgd door een geschikte orale behandeling.
Nosocomiale of ziekenhuispneumonie, waaronder VAP
Volwassenen
I.v-infusie: Eén dosis 2 g/0,5 g elke 8 uur. Te gebruiken in combinatie met een antibacterieel middel actief tegen Gram-positieve pathogenen wanneer bekend is óf gedacht wordt dat deze bijdragen aan het infectieproces. De behandelduur is afhankelijk van de ernst van de infectie, de pathogenen en de bacteriologische progressie van de patiënt 7–14 dagen.
Infecties met aerobe, Gram-negatieve organismen bij patiënten met beperkte behandelopties
Volwassenen
I.v-infusie: Eén dosis 2 g/0,5 g elke 8 uur. Te gebruiken in combinatie met een antibacterieel middel actief tegen Gram-positieve pathogenen wanneer bekend is óf gedacht wordt dat deze bijdragen aan het infectieproces en/of in combinatie met metronidazol bij (verdenking op) anaerobe pathogenen. De behandelduur is afhankelijk van de ernst van de infectie, de pathogenen en de bacteriologische progressie van de patiënt. Er is zeer beperkte ervaring met gebruik langer dan 14 dagen.
Verminderde nierfunctie (volgens de officiële productinformatie) bij geschatte creatinineklaring (eGFR, middels Cockcroft-Gault):
- ≥ 51 ml/min: geen dosisaanpassing nodig;
- 31-50 ml/min: 1 g/0,25 g elke 8 uur;
- 16-30 ml/min: 0,75 g/0,1875 g elke 12 uur;
- 6-15 ml/min: 0,75 g/0,1875 g elke 24 uur;
- Eindstadium nierziekte (ESRD), waaronder met hemodialyse: 0,75 g/0,1875 g elke 48 uur. Op dialysedagen toedienen ná voltooiing van de hemodialyse, omdat ceftazidim en avibactam via hemodialyse verwijderd worden.
- Zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Verminderde leverfunctie: Geen dosisaanpassing nodig.
Toediening: Na reconstitutie in 100 ml infunderen middels i.v. infusie gedurende 2 uur. NB. bij toevoeging van vancomycine aan ceftazidim in oplossing kan neerslagvorming optreden.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): diarree. Urticaria, maculopapuleuze huiduitslag. Eosinofilie, trombocytose. (Voorbijgaande) stijging van één of meer leverenzymwaarden (ALAT, ASAT, LDH, γ-GT, alkalische fosfatase). (Trombo)flebitis bij i.v.-toediening. Lokale pijn of ontsteking na i.m.-toediening.
Soms (0,1-1%): candidiase (incl. vaginitis en orale spruw). Hoofdpijn, duizeligheid. Misselijkheid, braken, buikpijn, colitis. Koorts. Jeuk. Leukopenie, neutropenie, trombocytopenie. (Voorbijgaande) verhogingen van bloedureum en/of serumcreatinine.
Zeer zelden (< 0,01%): interstitiële nefritis, acuut nierfalen.
Verder zijn gemeld: angio-oedeem, anafylaxie. Neurologische verschijnselen (vooral bij relatieve overdosering bij verminderde nierfunctie) zoals paresthesie, tremor, myoklonieën, convulsies, encefalopathie, coma). Geelzucht. Toxische epidermale necrolyse (TEN), Stevens-Johnsonsyndroom (SJS), erythema multiforme, DRESS-syndroom. Nare smaak in de mond. Agranulocytose, hemolytische anemie, lymfocytose.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): positieve directe Coombs-test (kan indicatief zijn voor een hemolytische anemie, de incidentie daarvan is lager maar niet goed bekend).
Vaak (1-10%): candidiase (bv. vulvovaginale of orale candidiasis). Hoofdpijn, duizeligheid. Misselijkheid, braken, buikpijn, diarree. Urticaria, maculopapuleuze huiduitslag, jeuk. Koorts. Eosinofilie, trombocytose of juist trombocytopenie. (Voorbijgaande) stijgingen van één of meer leverenzymen (ALAT, ASAT, LDH, γ-GT, alkalische fosfatase). (Trombo)flebitis op de toedieningsplaats.
Soms (0,1-1%): (pseudomembraneuze) colitis door Clostridioides difficile. Paresthesie, smaakstoornis. Leukopenie, neutropenie, lymfocytose. (Voorbijgaande) verhogingen van bloedureum en/of serumcreatinine, acuut nierfalen.
Zeer zelden (< 0,01%): tubulo-interstitiële nefritis.
Verder zijn gemeld: angio-oedeem, anafylactische reactie. Neurologische verschijnselen (bij relatieve overdosering bij verminderde nierfunctie) zoals tremor, myoklonieën, convulsies, niet-convulsieve status epilepticus, encefalopathie, coma). Geelzucht. Toxische epidermale necrolyse (TEN), Stevens-Johnsonsyndroom (SJS), erythema multiforme, geneesmiddelreactie met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS-syndroom). Agranulocytose, hemolytische anemie.
Interacties
Bij gelijktijdig gebruik van nefrotoxische middelen, zoals aminoglycosiden, polymyxinen (bv. colistine) of lisdiuretica, is er meer kans op nefrotoxiciteit.
Ceftazidim niet mengen met aminoglycosiden.
Bij toevoeging van vancomycine aan een ceftazidim-oplossing kan neerslag ontstaan.
Bacteriostatische antibiotica (bv. macroliden, tetracyclinen) antagoneren de werking van ceftazidim in vitro. Klinisch is dit alleen van belang gebleken bij levensbedreigende infecties zoals meningitis, endocarditis, sepsis en daarnaast bij patiënten met ernstige neutropenie.
Interacties
Bij gelijktijdig gebruik van nefrotoxische middelen, zoals aminoglycosiden of lisdiuretica, is er meer kans op nefrotoxiciteit.
Gelijktijdige toediening van bacteriostatische antibiotica (tetracyclinen, macroliden) kan (in vitro) de werkzaamheid van ceftazidim verminderen; klinisch is het belang hiervan alleen gezien bij levensbedreigende infecties als meningitis, endocarditis, sepsis en daarnaast bij patiënten met ernstige neutropenie. Er is in vitro géén synergie of antagonisme gezien bij de combinatie met metronidazol, tobramycine, levofloxacine, vancomycine, linezolid, colistine of tigecycline.
Avibactam is in vitro substraat van de transporters OAT1 en OAT3; krachtige OAT-remmers kunnen mogelijk de eliminatie van avibactam beïnvloeden. Mogelijk kan probenecide (een OAT3-remmer) de halfwaardetijd van avibactam verlengen, doordat het de renale eliminatie reduceert.
Ceftazidim en avibactam zijn geen klinisch significante remmers of induceerders van de CYP450 enzymen of van andere hepatische of renale transporters; het interactiepotentieel via dergelijke mechanismen wordt als laag beschouwd.
Bij toevoeging van vancomycine aan ceftazidim in oplossing kan neerslagvorming optreden.
Zwangerschap
Ceftazidim passeert de placenta gemakkelijk.
Teratogenese Bij de mens zijn er volgens de fabrikant beperkt gegevens over gebruik van ceftazidim bij zwangeren. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid. Met de groep cefalosporinen wordt in de meeste studies geen verhoogd risico op aangeboren afwijkingen in het algemeen gezien, daarom worden ze als compatibel met de zwangerschap gezien. Een kleine kans op een specifieke aangeboren (hart)afwijking (atrium-septum-defect) is vooralsnog niet uitgesloten op basis van één studie met methodologische beperkingen. In andere studies is dit risico niet gevonden.
Farmacologisch effect:: Bij toepassing tijdens de partus van lidocaïneoplossing (bij i.m. gebruik van ceftazidim) rekening houden met het feit dat lokale anesthetica als lidocaïne de placenta passeren. Bij overdosering kan foetale ademdepressie door lidocaïne niet worden uitgesloten.
Advies: Ceftazidim kan volgens Lareb worden gebruikt.
Zwangerschap
Ceftazidim passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens (ceftazidim, avibactam). Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid (ceftazidim, avibactam).
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe hoeveelheden. Ceftazidim wordt daarnaast oraal niet of nauwelijks geabsorbeerd. Hierdoor zijn geen systemische effecten bij de zuigeling te verwachten.
Advies: Kan worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, ceftazidim in geringe hoeveelheden. Onbekend voor avibactam.
Farmacologisch effect: Ceftazidim wordt oraal niet of nauwelijks geabsorbeerd. Hierdoor zijn van ceftazidim geen systemische effecten bij de zuigeling te verwachten. Een nadelig effect van avibactam bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Ceftazidim als monotherapie kan gebruikt worden; in verband met de aanwezigheid van avibactam wordt gebruik van het combinatiepreparaat óf het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor cefalosporinen;
- Eerdere (ernstige) overgevoeligheidsreactie op enig ander β-lactamantibioticum, zoals een penicilline, carbapenem of monobactam.
Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor cefalosporinen;
- Ernstige overgevoeligheid (anafylaxie, ernstige huidreactie) voor andere β-lactamantibiotica (penicillinen, carbapenems, monobactams).
Waarschuwingen en voorzorgen
(Kruis)overgevoeligheid en kruisresistentie tussen cefalosporinen onderling en penicillinen komt voor. Voorzichtig bij gebleken lichte overgevoeligheid voor andere β-lactamantibiotica (penicillinen, carbapenems, monobactams). Bij het optreden van overgevoeligheidsreacties het gebruik van ceftazidim staken.
Controleer bij langdurig gebruik het bloedbeeld regelmatig. Als een patiënt tijdens de behandeling een anemie ontwikkelt, de diagnose cefalosporine-geassocieerde anemie overwegen en de behandeling staken totdat de oorzaak is vastgesteld. Deze immuungemedieerde hemolytische anemie kan fataal verlopen.
Nierfunctiestoornis: Pas de dosering aan; zie onderin de rubriek Doseringen. Bij kinderen dient de creatinineklaring berekend (niet geschat) te zijn, rekening houdend met hun kleinere lichaamsoppervlak en (zo nodig) gecorrigeerd voor de 'lean body mass'.
Overgroei van niet-gevoelige micro-organismen kan het gevolg zijn van voortgezette toediening van ceftazidim.
Bij optreden van ernstige diarree de diagnose pseudomembraneuze colitis overwegen; in dat geval, evenals bij optreden van hemorragische colitis, het gebruik staken.
Door gebruik van cefalosporinen kan de antiglobulinetest (Coombs-test) fout-positief worden evenals glucosebepalingen in de urine met koperbevattende reagentia (Benedict-suikerreactie of Fehling-reagens, Clinitest e.d.).
Waarschuwingen en voorzorgen
Kruisovergevoeligheid en kruisresistentie tussen cefalosporinen onderling en penicillinen komt voor. Wees voorzichtig bij gebleken lichte overgevoeligheid voor andere β-lactamantibiotica (penicillinen, monobactams, carbapenems).
Bij langdurig gebruik het bloedbeeld regelmatig controleren. Als een patiënt tijdens de behandeling een anemie ontwikkelt, de diagnose van cefalosporine-geassocieerde anemie overwegen en de behandeling staken totdat de oorzaak is vastgesteld. Deze immuun-gemedieerde hemolytische anemie kan fataal verlopen.
Bij nierfunctiestoornissen de geschatte creatinineklaring nauwkeurig monitoren en zo nodig de dosering aanpassen; zie rubriek Dosering.
Voortgezette toediening van ceftazidim kan resulteren in overgroei van niet-gevoelige micro-organismen zoals C. difficile, enterokokken en schimmels. Bij optreden van ernstige diarree de diagnose pseudomembraneuze colitis overwegen; in dat geval, evenals bij optreden van hemorragische colitis en overgevoeligheidsreacties, het gebruik staken.
Door gebruik van cefalosporinen kan de Coombs-test fout-positief worden evenals glucosebepalingen in de urine met koperbevattende reagentia (Benedict-suikerreactie of Fehling-reagens, Clinitest e.d.).
Hulpstoffen: Wees voorzichtig met natrium, in de infusievloeistof, bij een natriumarm dieet.
Overdosering
Symptomen
Neurologische afwijkingen zoals duizeligheid, paresthesie, hoofdpijn, encefalopathie, convulsies en coma. Laboratoriumafwijkingen.
Neem voor meer informatie over een overdosering van ceftazidim contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Symptomen
Neurologische gevolgen zoals encefalopathie, convulsies en coma door de component ceftazidim.
Therapie
Hemodialyse of peritoneale dialyse.
Neem voor meer informatie over de symptomen en behandeling van een overdosering van ceftazidim/tazobactam contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Bactericide antibioticum uit de groep van cefalosporinen, van de derde generatie. Ceftazidim bindt zich aan penicilline-bindende eiwitten (PBP's) in de celwand van bacteriën, waardoor de synthese van peptidoglycaan wordt geremd. Dit resulteert in celdood. Ceftazidim heeft ten opzichte van de tweede- en de meeste derdegeneratie-cefalosporinen als bijkomend voordeel dat ook Pseudomonas tot het werkingsspectrum behoort. Ceftazidim wordt geïnactiveerd door 'Extended spectrum' β-lactamasen (ESBL's), inclusief de SHV-familie van de ESBL's en door AmpC-enzymen. Andere resistentiemechanismen zijn een verminderde affiniteit van de PBP's voor ceftazidim of impermeabiliteit van de buitenmembraan waardoor ceftazidim minder toegang krijgt tot de PBP's in Gram-negatieve bacteriën. Bacteriële effluxpompen zijn nog een ander resistentiemechanisme.
De mate van de bactericide werking hangt af van de duur waarin de serumspiegel hoger is dan de minimale remmende concentratie (MIC) van het betreffende pathogeen.
Gewoonlijk gevoelig zijn:
- Gram-positief aeroob: Streptococcus agalactiae (groep B-streptokok) en Streptococcus pyogenes (groep A-streptokok);
- Gram-negatief aeroob: Citrobacter koseri, Haemophilus influenzae, Moraxella catarrhalis, Neisseria meningitidis, Pasteurella multocida, Proteus spp. (waaronder Proteus mirabilis), Providencia spp. en Raoultella spp.
Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij:
- Gram-positief aeroob: Staphylococcus aureus (meticilline-gevoelig; 'MSSA'), Streptococcus pneumoniae* en de Streptococcus viridans-groep.
- * = van stammen die een intermediaire gevoeligheid hebben voor (benzyl)penicilline of hier resistent tegen zijn, kan worden verwacht dat ze ten minste een verminderde gevoeligheid voor ceftazidim zullen hebben.
- Gram-negatief aeroob: Burkholderia cepacia, Citrobacter freundii, Enterobacter cloacae, Escherichia coli, Klebsiella spp. (waaronder Klebsiella aerogenes en Klebsiella pneumoniae), Morganella morganii, Pseudomonas aeruginosa en Serratia spp.
- Gram-positief anaeroob: Clostridium perfringens en Peptostreptococcus spp.
- Gram-negatief anaeroob: Fusobacterium spp.
Doorgaans ongevoelig zijn:
- Gram-negatief anaeroob: Acinetobacter spp., met name bij A. baumannii is er een hoog niveau van resistentie in één of meer EU-landen, Bacteroides spp. (voornamelijk de stammen van Bacteroides fragilis zijn resistent) en Stenotrophomonas maltophilia.
Inherent resistent zijn:
- Gram-positief aeroob: enterokokken (waaronder Enterococcus faecalis en Enterococcus faecium), Listeria spp. en Staphylococcus aureus (meticilline-resistent; 'MRSA').
- Gram-positief anaeroob: Clostridioides difficile.
- Overig: Chlamydia spp., Mycoplasma spp., Legionella spp., anaeroben en schimmels.
Kinetische gegevens
T max | i.m. ca. 1 uur, i.v. bolus-injectie ca. 5 min, intermitterend infuus 20–30 min. |
V d | ca. 0,31 l/kg. |
Overig | Concentraties boven de MIC-waarden van normaal voorkomende pathogenen worden bereikt in bot- en hartspierweefsel, in de gal, speeksel, oogkamervocht en in de synoviale, pleurale en peritoneale vloeistoffen. |
Overig | De penetratie in de liquor is voldoende bij ontstoken hersenvliezen. Penetratie in de bronchiale epitheelvloeistof: de concentratie bedraagt ca. 30% van de plasmaconcentratie. |
Metabolisering | niet. |
Eliminatie | vnl. onveranderd met de urine, d.m.v. glomerulaire filtratie; < 1% via de gal. Binnen 24 uur wordt ca. 80–90% van de dosis met de urine uitgescheiden. Ceftazidim wordt verwijderd door hemodialyse en peritoneale dialyse. |
T 1/2el | ca. 2 uur. Bij neonaten < 2 maanden afhankelijk van de gestationele en postnatale leeftijd, tot drie- à viermaal langer. Bij ouderen ≥ 80 jaar ca. 3,5–4 uur. Gedurende hemodialyse is de serumhalfwaardetijd 3–5 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Ceftazidim is een bactericide antibioticum uit de groep van cefalosporinen (derde generatie). Ceftazidim bindt zich aan penicilline-bindende eiwitten in de celwand van bacteriën, waardoor de synthese van peptidoglycaan wordt geremd. Dit resulteert in celdood. Ceftazidim wordt geïnactiveerd door β-lactamasen (ESBL's).
Avibactam is een β-lactamaseremmer en verbreedt het werkingsspectrum van ceftazidim door de β-lactamasen die sommige bacteriën produceren te remmen. Het remmende spectrum van avibactam bevat Ambler klasse A en C β-lactamasen, daarnaast bepaalde klasse D-enzymen waaronder 'extended spectrum' β–lactamasen (ESBL's) en AmpC-enzymen. Avibactam remt geen klasse B-enzymen (de metallo-β-lactamasen). Er is in vitro géén synergie of antagonisme gezien bij de combinatie met metronidazol, tobramycine, levofloxacine, vancomycine, linezolid, colistine of tigecycline.
In klinisch onderzoek is werkzaamheid aangetoond bij de volgende pathogenen, die in vitro (o.b.v. het antibiogram) gevoelig waren gebleken voor ceftazidim/tazobactam:
- Bij gecompliceerde urineweginfecties: Escherichia coli, Klebsiella pneumoniae, Proteus mirabilis, Enterobacter cloacae, Pseudomonas aeruginosa.
- Bij gecompliceerde intra-abdominale infecties: Citrobacter freundii, Enterobacter cloacae, Escherichia coli, Klebsiella oxytoca, Klebsiella pneumoniae, Pseudomonas aeruginosa.
- Bij een nosocomiale pneumonie, ook wel ziekenhuispneumonie, waaronder ventilator-geassocieerde pneumonie (VAP): Enterobacter cloacae, Escherichia coli, Klebsiella pneumoniae, Proteus mirabilis, Serratia marcescens, Pseudomonas aeruginosa.
Er is géén klinische werkzaamheid aangetoond bij de goedgekeurde indicaties bij de volgende pathogenen, hoewel uit in vitro gegevens bleek dat zij wel gevoelig zouden zijn bij afwezigheid van verworven resistentiemechanismen: Citrobacter koseri, Klebsiella aerogenes, Morganella morganii, Proteus vulgaris en Providencia rettgeri.
Ceftazidim heeft weinig tot geen activiteit tegen de meeste Gram-positieve organismen zoals Staphylococcus aureus (zowel meticilline-gevoelige als meticilline-resistente stammen; 'MSSA' en 'MRSA') en Enterococcus spp.
Ongevoelig zijn (op basis van in vitro gegevens): Stenotrophomonas maltophilia, Acinetobacter spp., anaerobe bacteriën.
Kinetische gegevens
V d | ca. 0,31 l/kg (ceftazidim), ca. 0,26 l/kg (avibactam) |
Overig | penetratie in de liquor: ceftazidim voldoende bij ontstoken hersenvliezen. Onbekend voor avibactam, wel bij dieren met ontstoken hersenvliezen. |
Overig | penetratie in bronchiale epitheelvloeistof: concentratie ca. 30% van plasmaconcentratie (ceftazidim, avibactam). |
Metabolisering | niet of nauwelijks (ceftazidim, avibactam). Geen metabolisering van avibactam in humane leverpreparaten. |
Eliminatie | ceftazidim vnl. onveranderd met de urine, d.m.v. glomerulaire filtratie; < 1% via de gal. Avibactam onveranderd met de urine door actieve tubulaire secretie naast glomerulaire filtratie, < 0,25% met de feces. Ceftazidim wordt verwijderd door hemodialyse en peritoneale dialyse. Een hemodialysesessie van 4 uur verwijderd ca. 55% van een dosis avibactam. |
T 1/2el | ca. 2 uur (ceftazidim, avibactam), bij ouderen ≥ 80 jaar 3,5-4 uur (ceftazidim), bij afname nierfunctie verlengd (ceftazidim, avibactam). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
ceftazidim hoort bij de groep cefalosporinen.
- cefaclor (J01DC04) Vergelijk
- cefalexine (J01DB01) Vergelijk
- cefazoline (J01DB04) Vergelijk
- cefepim (J01DE01) Vergelijk
- cefiderocol (J01DI04) Vergelijk
- cefotaxim (J01DD01) Vergelijk
- ceftarolinefosamil (J01DI02) Vergelijk
- ceftazidim/avibactam (J01DD52) Vergelijk
- ceftolozaan/tazobactam (J01DI54) Vergelijk
- ceftriaxon (J01DD04) Vergelijk
- cefuroxim (systemisch) (J01DC02) Vergelijk
- cefuroximaxetil (J01DC02) Vergelijk
Groepsinformatie
ceftazidim/avibactam hoort bij de groep cefalosporinen.
- cefaclor (J01DC04) Vergelijk
- cefalexine (J01DB01) Vergelijk
- cefazoline (J01DB04) Vergelijk
- cefepim (J01DE01) Vergelijk
- cefiderocol (J01DI04) Vergelijk
- cefotaxim (J01DD01) Vergelijk
- ceftarolinefosamil (J01DI02) Vergelijk
- ceftazidim (J01DD02) Vergelijk
- ceftolozaan/tazobactam (J01DI54) Vergelijk
- ceftriaxon (J01DD04) Vergelijk
- cefuroxim (systemisch) (J01DC02) Vergelijk
- cefuroximaxetil (J01DC02) Vergelijk
Kosten
Kosten laden…Kosten
Kosten laden…Zie ook
Geneesmiddelgroep
Indicaties
- bacteriële huidinfecties
- community-acquired pneumonie (CAP)
- cystitis bij risicogroepen ouder dan 12 jaar
- otitis media acuta
- urineweginfectie bij kinderen jonger dan 12 jaar
- urineweginfectie met weefselinvasie (pyelonefritis, acute prostatitis)