Samenstelling
Androcur (acetaat) Bayer bv
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 10 mg, 50 mg
Cyproteron (acetaat) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 50 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Xtandi XGVS Astellas Pharma bv
- Toedieningsvorm
- Capsule, zacht
- Sterkte
- 40 mg
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 40 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Voor de behandeling van prostaatcarcinoom staat op richtlijnendatabase.nl de geldende behandelrichtlijn.
Bij de indicaties hyperseksualiteit en seksuele aberraties is, naast een eventuele behandeling met anti-androgenen, psychotherapie noodzakelijk.
Androcur kan bij hirsutisme worden geprobeerd.
De behandeling van acne vulgaris in de eerstelijnszorg wordt bepaald door de ernst van de acne en de eerder toegepaste (zelf)behandeling. Behandel milde acne in eerste instantie met benzoylperoxide 5% of een lokaal retinoïde; combineer dit bij onvoldoende effect met een lokaal antibioticum. Bij matig-ernstige acne direct starten met een lokaal antibioticum in combinatie met benzoylperoxide 5% of een lokaal retinoïde. Vervang bij onvoldoende effect het lokaal antibioticum door een oraal antibioticum. Bij ernstige acne direct starten met een oraal antibioticum in combinatie met benzoylperoxide 5% of een lokaal retinoïde. Overweeg bij ernstige of therapieresistente matig ernstige acne bij onvoldoende effect van een oraal antibioticummonotherapie met isotretinoïne; verwijs hiervoor naar de dermatoloog of behandel eventueel zelf.
Voor cyproteron is geen plaatsbepaling vastgesteld in de medicamenteuze behandeling van acne.
Advies
Voor de behandeling van prostaatcarcinoom staat op richtlijnendatabase.nl de geldende behandelrichtlijn met de plaats van enzalutamide daarbij.
Indicaties
Bij de man
- Palliatieve behandeling van gemetastaseerd of lokaal doorgegroeid prostaatcarcinoom, wanneer de behandeling met GnRH-analoga of operatief ingrijpen niet effectief is gebleken, of die behandeling is gecontra-indiceerd of wanneer orale therapie de voorkeur heeft.
- Initieel ter vermindering van de 'flare', veroorzaakt door aanvankelijke stijging van het serumtestosteron aan het begin van de behandeling met GnRH-agonisten.
- Ter behandeling van opvliegers, optredend tijdens behandeling met GnRH-agonisten of na orchidectomie.
- Vermindering van de geslachtsdrift bij hyperseksualiteit en seksuele aberraties, wanneer andere interventies ongeschikt zijn.
Bij de vrouw
- Tablet 10 mg: idiopathisch hirsutisme en ernstige vormen van acne, indien behandeling met lagere doses cyproteron of andere behandelopties niet tot een verbetering leidt.
- Tablet 50 mg: ernstige symptomen van androgenisatie (bv. bij ernstig idiopathisch hirsutisme of bij ernstig androgenetisch bepaalde alopecia androgenetica, dikwijls gepaard gaande met ernstige vormen van acne en/of seborroe), indien behandeling met lagere doses cyproteron of andere behandelopties niet tot een verbetering leidt.
Gerelateerde informatie
Indicaties
Prostaatcarcinoom
- niet-gemetastaseerd hormoongevoelig prostaatcarcinoom (nmHSPC) met, of groot risico op, biochemisch recidief (BCR) bij volwassenen die niet in aanmerking komen voor salvage-radiotherapie. Geef als monotherapie of in combinatie met androgeendeprivatietherapie.
- gemetastaseerd hormoongevoelig prostaatcarcinoom (mHSPC) bij volwassenen, in combinatie met androgeendeprivatietherapie;
- niet-gemetastaseerd castratieresistent prostaatcarcinoom (CRPC) bij volwassenen, bij wie er een groot risico is van metastasering;
- gemetastaseerd castratieresistent prostaatcarcinoom (CRPC) bij volwassenen, die asymptomatisch of licht symptomatisch zijn na falen van androgeendeprivatietherapie en voor wie behandeling met chemotherapie nog niet klinisch geïndiceerd is; of bij wie de ziekte progressief was tijdens of na behandeling met docetaxel.
Doseringen
Niet voor het einde van de puberteit gebruiken in verband met mogelijke beïnvloeding van de lengtegroei en de ontwikkeling van geslachtsklieren.
Bij vruchtbare vrouwen dient tevens een OAC (met 30 of 35 microg ethinylestradiol) te worden ingenomen voor de noodzakelijke contraceptieve bescherming en voor een regelmatige menstruele cyclus.
De duur van de behandeling bij de vrouw is afhankelijk van de androgenisatie en de respons op de behandeling: bij hirsutisme meestal 6–9 maanden, terwijl bij acne en seborroe vaak al na 3–6 maanden verbetering zichtbaar is. In het algemeen geldt dat na klinische verbetering de laagste effectieve dosis moet worden gebruikt, bv. cyproteron/ethinylestradiol.
Androgenisatie bij regelmatige cyclus
Volwassenen
Cyclisch toedienen met een cyclusduur van 28 dagen. Nadat zwangerschap is uitgesloten, starten op de eerste dag van de cyclus (= 1 e dag van de menstruele bloeding): vanaf dag 1 t/m 15: 10 mg cyproteron per dag òf vanaf dag 1 t/m 10: 100 mg/dag bij ernstige symptomen van androgenisatie. Tevens vanaf dag 1 t/m 21: 1 tablet van het OAC per dag. Bij de gecombineerde inname treedt bescherming tegen zwangerschap vanaf de eerste dag in; gedurende dag 22 t/m 28 (= gedurende 7 dagen) volgt een inneempauze waarin gewoonlijk een onttrekkingsbloeding optreedt. Precies 4 weken na het begin van de eerste kuur (zelfde dag van de week), de volgende cyclisch gecombineerde behandeling starten, ongeacht of de bloeding wel of niet is gestopt. Bij klinische verbetering kan de dosis bij gebruik van 100 mg/dag (gedurende dag 1 t/m 10) worden verminderd tot 50 of 25 mg/dag. De baten en risico's van een behandeling met 25–50 mg/dag herevalueren bij het begin van de menopauze; langetermijngebruik van deze dosering vermijden in verband met de kans op meningeoom.
Bij uitblijven van de onttrekkingsbloeding de behandeling staken en zwangerschap uitsluiten.
Indien het OAC niet op het gebruikelijke tijdstip wordt ingenomen, moet dit binnen 12 uur na dit tijdstip alsnog gebeuren. Indien de vergeten tablet later dan 12 uur wordt ingenomen, kan de contraceptieve werking verminderd zijn en dient het pil-vergeten-advies van het OAC te worden opgevolgd en bij uitblijven van een onttrekkingsbloeding zwangerschap te worden uitgesloten voordat de tabletinname wordt gestart.
Androgenisatie bij onregelmatige cyclus of amenorroe
Volwassenen
Nadat een zwangerschap is uitgesloten kan de behandeling direct beginnen. Bij gecombineerde toediening met een OAC treedt bescherming tegen zwangerschap niet vanaf de eerste dag in. Totdat 7 dagen achtereen dagelijks een tablet van het OAC is ingenomen, dient indien nodig een mechanische methode van anticonceptie zoals een barrière-methode (bv. een condoom) te worden toegepast. De eerste dag van de behandeling wordt beschouwd als de eerste dag van de inneemcyclus. De verdere behandeling loopt zoals beschreven bij vrouwen met een regelmatige menstruele cyclus. De baten en risico's van een behandeling met 25–50 mg/dag herevalueren bij het begin van de menopauze; langetermijngebruik van deze dosering vermijden in verband met de kans op meningeoom.
Bij uitblijven van de onttrekkingsbloeding de behandeling staken en zwangerschap uitsluiten.
Indien het OAC niet op het gebruikelijke tijdstip wordt ingenomen, moet dit binnen 12 uur na dit tijdstip alsnog gebeuren. Indien de vergeten tablet later dan 12 uur wordt ingenomen, kan de contraceptieve werking verminderd zijn en dient het pil-vergeten-advies van het OAC te worden opgevolgd en bij uitblijven van een onttrekkingsbloeding zwangerschap te worden uitgesloten voordat de tabletinname wordt gestart.
Androgenisatie na menopauze
Volwassenen
Als monotherapie toepassen. De dosering van de tablet 10 mg wordt aan de hand van het klinisch beeld bepaald. De gemiddelde dagdosering van de 50 mg tablet is 25–50 mg (= ½ –1 tablet) gedurende 21 dagen, gevolgd door een inneempauze van 7 dagen.
Androgenisatie na hysterectomie
Volwassenen
Als monotherapie toepassen. De dosering van de tablet 10 mg wordt aan de hand van het klinisch beeld bepaald. De gemiddelde dagdosering van de 50 mg tablet is 25–50 mg (= ½ –1 tablet) zonder onderbreking òf gedurende 21 dagen, gevolgd door een inneempauze van 7 dagen.
Hyperseksualiteit bij mannen
Volwassenen (incl. ouderen)
Gewoonlijk 50 mg 2×/dag, zo nodig verhogen tot 100 mg 2×/dag of gedurende korte tijd max. 100 mg 3×/dag.
Een onderhoudsdosering van 25 mg 2×/dag is vaak mogelijk.
Bij instellen van een onderhoudsdosering of staken van de behandeling de dosering geleidelijk verminderen door de dagelijkse dosis per week met 25 mg (evt. 50 mg) te verminderen. Na staken van de behandeling treden vaak recidieven op, in dat geval kan opnieuw worden gestart met de therapie.
Prostaatcarcinoom
Volwassenen (incl. ouderen)
Palliatieve behandeling bij gevorderd inoperabel prostaatcarcinoom zonder orchidectomie of behandeling met GnRH-agonisten: 100 mg 2–3×/dag. De behandeling niet onderbreken en de dosering handhaven ondanks verbetering of remissie.
Initieel ter vermindering van de 'flare' : 100 mg 3×/dag als monotherapie gedurende de eerste 5–7 dagen, vervolgens dezelfde dosering (óf 100 mg 2×/dag) gedurende 3–4 weken in combinatie met een GNrH-agonist toedienen in de aanbevolen dosering.
Ter behandeling van opvliegers ('hot flushes': 100 mg 1–2×/dag.
Opvliegers (bij behandeling met GnRH-agonist of na orchidectomie)
Volwassenen
100 mg 1–2×/dag.
Verminderde nierfunctie: de verwachting is dat een dosisaanpassing niet nodig is.
Verminderde leverfunctie: gebruik van cyproteron is gecontra-indiceerd.
Bij het vergeten van een toediening, de vergeten tablet overslaan (geen dubbele dosis innemen) en de tablet-inname op het normale tijdstip voortzetten.
Toedieningsinformatie: de tabletten ná de maaltijd (bv. avondeten) innemen met wat vloeistof (bij voorkeur water).
Doseringen
HSCP of CRCP
Volwassenen (incl. ouderen)
160 mg (4 capsules of 4 tabletten) 1×/dag. Bij ≥ CTCAE graad 3 toxiciteit de behandeling onderbreken gedurende 1 week of tot de symptomen verbeteren tot ≤ graad 2. Hervat de behandeling met dezelfde of een lagere dosis (120 of 80 mg 1×/dag).
Als bij CRPC of mHSPC géén operatieve castratie heeft plaatsgevonden, dan tijdens de behandeling een LHRH-analoog voortzetten (chemische castratie).
Bij nmHSPC met een groot risico op BCR kan met of zonder LHRH-analoog worden behandeld. Onderbreek de behandeling als PSA niet detecteerbaar (< 0,2 ng/ml) is na 36 weken therapie; anders de behandeling voortzetten. Hervat de behandeling wanneer PSA is toegenomen tot ≥ 2,0 ng/ml bij patiënten die eerder een radicale prostatectomie hebben ondergaan, of tot ≥ 5,0 ng/ml bij patiënten die eerder primaire radiotherapie hebben ondergaan.
Verminderde nierfunctie: op basis van een farmacokinetische populatieanalyse is bij een licht tot matig verminderde nierfunctie (creatinineklaring ≥ 30 ml/min) een dosisaanpassing niet nodig. Er kan geen dosisaanbeveling worden gedaan bij een ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min); zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen/Onderzoeksgegevens.
Verminderde leverfunctie: een dosisaanpassing is niet nodig. Wees voorzichtig bij ernstig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 10–15); zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen/Onderzoeksgegevens.
In combinatie met sterke CYP2C8–remmer (gemfibrozil): 80 mg 1×/dag.
Een vergeten dosis binnen 12 uur innemen, anders deze overslaan.
Toediening: de capsules en tabletten iedere dag op hetzelfde tijdstip innemen. Geheel doorslikken met water, de capsules niet openen en tabletten niet kauwen of oplossen.
Bijwerkingen
Algemeen: Zelden (0,01-0,1%): (meerdere) meningeomen.
Verder zijn gemeld: anemie, trombo–embolische verschijnselen, bloedingen in de buikholte (zie ook Waarschuwingen en voorzorgen, Levertoxiciteit). Bij hoge doses is dyspneu (met hypocapnie en chronische respiratoire alkalose) gemeld.
Bij de vrouw: Gemeld zijn: overgevoeligheidsreactie, huiduitslag. Gewichtsverandering. Depressieve stemming, (tijdelijke) rusteloosheid, verandering van het libido. Ovulatieremming, gevoelige borsten, 'spotting'. Vermoeidheid. Benigne en maligne levertumoren, levertoxiciteit (waaronder geelzucht, hepatitis, verhoogde transaminasenwaarden, leverfalen).
Bij de man: Zeer vaak (> 10%): afname libido, erectiestoornis, reversibele remming van de spermatogenese (herstelt geleidelijk binnen paar maanden na staken van de therapie).
Vaak (1-10%): levertoxiciteit (waaronder geelzucht, hepatitis, verhoogde transaminasenwaarden, leverfalen). Gewichtsverandering. Depressieve stemming, (tijdelijke) rusteloosheid, dyspneu. Gynaecomastie. Vermoeidheid, opvliegers, zweten.
Soms (0,1-1%): huiduitslag.
Zelden (0,01-0,1%): overgevoeligheidsreactie.
Zeer zelden (< 0,01%): levertumoren (benigne/maligne).
Verder is gemeld: osteoporose bij langdurig gebruik.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hypertensie. Opvliegers. Asthenie, vermoeidheid. Vallen, fracturen.
Vaak (1-10%): ischemische hartziekte (zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen). Angst. Cognitieve stoornis (o.a. geheugenstoornis), aandachtsstoornis, smaakstoornis, rustelozebenen-syndroom. Cognitieve aandoening. Hoofdpijn. Gynaecomastie, tepelpijn, borstgevoeligheid. Droge huid, jeuk.
Soms (0,1-1%): insult. Visuele hallucinaties. Leukopenie, neutropenie.
Verder zijn gemeld: oedeem van gelaat, tong, lippen en farynx, Huiduitslag, erythema multiforme. Spierpijn, spierzwakte, spierspasmen, rugpijn. Misselijkheid, braken, diarree. Posterieure leuko-encefalopathiesyndroom (PRES). QT-verlenging.
Interacties
De gevoeligheid voor orale bloedglucoseverlagende middelen of insuline kan gewijzigd zijn. Omdat cyproteron door CYP3A4 wordt gemetaboliseerd kan het metabolisme naar verwachting door sterke CYP3A4-remmers, zoals ketoconazol, itraconazol, clotrimazol en ritonavir worden geremd, terwijl CYP3A4-induceerders, zoals rifampicine, fenytoïne en middelen die sint-janskruid bevatten, de spiegels kunnen verlagen. Er is meer kans op myopathie of rabdomyolyse bij gelijktijdig gebruik van statinen en hoge doses cyproteron (300 mg/dag).
Interacties
Let op: houd bij de interacties rekening met de lange eliminatiehalfwaardetijd van enzalutamide (ca. 6 dagen).
Bij comedicatie met sterke CYP2C8-remmers (zoals gemfibrozil) kan de blootstelling aan enzalutamide sterk toenemen, de combinatie bij voorkeur vermijden; eventueel de dosering aanpassen (zie rubriek Dosering).
Wees voorzichtig met de combinatie met andere geneesmiddelen die het QT–interval verlengen zoals amiodaron, methadon, kinidine, disopyramide, sotalol, tricyclische antidepressiva, sommige antipsychotica, macrolide antibiotica, fluorchinolonen, enkele azoolantimycotica, domperidon, metoclopramide, en selectieve serotonine 5HT3- receptorantagonisten (granisetron, ondansetron).
Wees voorzichtig met de combinatie met geneesmiddelen die de insultdrempel verlagen (bv. de meeste antidepressiva, antipsychotica (fenothiazinen en butyrofenonen), mefloquine, bupropion en tramadol).
Enzalutamide is een sterke inductor van vooral CYP2C9, CYP2C19 en CYP3A4, CYP3A5, CYP3A7, ook is inducerende activiteit gevonden bij CYP2B6 en UGT's. Houd rekening met verlaagde plasmaspiegels van geneesmiddelen die substraten zijn van de genoemde CYP-enzymsystemen of houd rekening met de toename van plasmaspiegels van actieve metabolieten bij vorming ervan. Het inducerend effect treedt geleidelijk in en houdt gezien de lange eliminatiehalfwaardetijd (ca. 6 dagen) na staken van de therapie gedurende één maand of langer aan. Beïnvloed kunnen worden o.a.: ciclosporine, sirolimus, tacrolimus, everolimus, dexamethason, sommige statinen, fentanyl, alfentanil, methadon, carbamazepine, fenytoïne, alprazolam, midazolam, zolpidem, sommige HIV–proteaseremmers, ergotamine, pimozide, quetiapine, sulfonylureumderivaten, sommige NSAID's, sommige calciumantagonisten (waaronder verapamil), levothyroxine, vitamine K-antagonisten, clopidogrel (let op: prodrug), protonpompremmers (bv. omeprazol).
Op basis van in vitro gegevens is enzalutamide mogelijk een lichte remmer van Pgp. Wees voorzichtig bij combinatie met substraten van Pgp met een smalle therapeutische breedte zoals digoxine, dabigatran en colchicine.
Mogelijk is er meer kans op leverschade door paracetamol.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken.
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.
Overige: Vóór aanvang behandeling, zwangerschap uitsluiten. Dit geldt eveneens indien tijdens de behandeling de menstruatie uitblijft. De behandeling mag niet eerder worden hervat voordat vaststaat dat de patiënte niet zwanger is.
Zwangerschap
Gezien de geregistreerde indicatie is zwangerschap niet van toepassing.
Teratogenese: Onbekend. Bij dieren schadelijk gebleken (skeletveranderingen, toename incidentie embryofoetale sterfte).
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.
Vruchtbaarheid: Bij dieren is een nadelig effect op de vruchtbaarheid geconstateerd zoals atrofie, hypertrofie of hyperplasie van de voortplantingsorganen, en aspermie/hypospermie; de veranderingen waren geheel of gedeeltelijk reversibel.
Overig: Het is onbekend of enzalutamide of de actieve metaboliet aanwezig is in sperma. Bij geslachtsgemeenschap met een zwangere vrouw een condoom gebruiken gedurende én tot 3 maanden na de therapie. Bij geslachtsgemeenschap met een vruchtbare vrouw een condoom én een andere vorm van anticonceptie gebruiken gedurende én tot 3 maanden na de therapie.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.
Lactatie
Gezien de geregistreerde indicatie is borstvoeding niet van toepassing.
Overgang in de moedermelk: Bij dieren gaan enzalutamide en metabolieten over in de moedermelk; de maximale concentratie werd bereikt 4 uur na toediening, deze was ca. 3,5× hoger dan in het plasma van het moederdier.
Contra-indicaties
- leverziekten, (actuele of doorgemaakte) levertumoren (behalve indien metastasen van een prostaatcarcinoom), Dubin–Johnsonsyndroom, Rotor–syndroom;
- geelzucht of aanhoudende jeuk tijdens vroegere zwangerschappen;
- herpes gestationis in de anamnese;
- aandoeningen met cachexie (maligne tumoren met uitzondering bij behandeling van inoperabel prostaatcarcinoom);
- meningeoom (in de anamnese);
- chronische, ernstige depressie;
- trombo-embolische aandoeningen (in de anamnese);
- ernstige diabetes mellitus met vaatveranderingen;
- sikkelcelanemie.
Zie voor meer contra-indicaties de rubrieken Zwangerschap en Lactatie.
Contra-indicaties
Zie voor contra-indicaties de rubriek Zwangerschap.
Waarschuwingen en voorzorgen
Controles: zowel vóór als tijdens gebruik (elke 6 mnd.) bloed- en urineonderzoek, bepaling bloeddruk, gewicht en bijnierschorsfunctie uitvoeren. Bij diabetes mellitus is zorgvuldige en frequente controle vereist (bv. elke 8 weken). Tevens voorafgaande aan en tijdens behandeling regelmatig de leverfunctie controleren; bij hepatotoxiciteit de toediening staken (bij vrouwen), tenzij deze kan worden gerelateerd aan een andere oorzaak, bijvoorbeeld een metastase (bij mannen).
Levertoxiciteit: na langdurig gebruik van geslachtshormonen zijn benigne en in zeldzame gevallen maligne veranderingen in de lever opgetreden. Bij hevige pijn in de bovenbuik en/of leververgroting of aanwijzingen voor een acute intra-abdominale bloeding rekening houden met de aanwezigheid van een hepatoom.
Meningeoom: bij gebruik van voornamelijk 25 mg of meer per dag is optreden van (meerdere) meningeomen gerapporteerd; de kans vermeerdert bij toenemende cumulatieve doses (jarenlang gebruik of korter gebruik van een hoge dagelijkse dosis). Controleer op het ontstaan van meningeomen. Bij optreden van een meningeoom de toediening staken. De baten en risico's van de behandeling herevalueren aan het begin van de menopauze.
Trombo-embolische complicaties: bij arteriële of veneuze trombotische/trombo-embolische verschijnselen of CVA in de anamnese of vergevorderde maligniteiten is er meer kans op het opnieuw optreden van trombo-embolische complicaties.
Dyspneu: bij behandeling met hoge dosering kan een gevoel van dyspneu optreden. Dit kan berusten op het stimulerend effect van progestagenen op de ademhaling; in dat geval is geen specifieke behandeling vereist.
Toediening bij hyperseksualiteit van de man dient alleen plaats te vinden als hulpmiddel naast andere behandelingen zoals psychotherapie. Een therapeutisch effect treedt soms al na enkele weken op, het kan echter ook enkele maanden duren. De geslachtsdrift zal niet altijd worden onderdrukt, omdat de seksuele en androgene activiteit niet altijd parallel lopen. Bij organisch hersenletsel, geestesziekte en alcoholisme heeft behandeling van hyperseksualiteit meestal geen zin. Indien sprake is van fertiliteitsstoornissen bij voorkeur voor het begin van de behandeling een spermiogram maken.
Bij vrouwen is voor behandeling uitvoerig endocrinologisch en gynaecologisch onderzoek vereist. Wees voorzichtig bij jonge vrouwen met een nog niet gestabiliseerde cyclus. Bij vrouwen met aandoeningen die in de graviditeit kunnen verergeren, zoals epilepsie, otosclerose, multipele sclerose, porfyrie, tetanie, diabetes mellitus en hypertensie, cyproteron slechts onder strenge medische controle toedienen. Tijdens gecombineerd gebruik met een preparaat dat oestrogeen bevat kan het risico van trombo-embolieën verhoogd zijn. In verband hiermee 6 weken vóór een geplande operatie of bij langdurige bedlegerigheid de toediening staken. Bij optreden van 'spotting' buiten de pauzeweek, de behandeling niet onderbreken.
De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 18 jaar is niet vastgesteld. Gebruik voor het einde van de puberteit kan mogelijk de lengtegroei en de ontwikkeling van de geslachtsklieren beïnvloeden.
Waarschuwingen en voorzorgen
Centraal zenuwstelsel: wees voorzichtig bij een voorgeschiedenis van insulten of andere predisponerende factoren zoals hersenletsel, beroerte, hersenmetastasen, alcoholisme of het gebruik van geneesmiddelen die de insultdrempel verlagen. Bij optreden van insulten voortzetting van de behandeling per individueel geval afwegen. Er zijn gevallen van het posterieur reversibel leuko-encefalopathiesyndroom (PRES) gemeld. PRES kan zich manifesteren met snel ontwikkelende symptomen zoals insulten, verwardheid, hoofdpijn, blindheid en andere visuele en neurologische stoornissen, met óf zonder hypertensie. Staak de behandeling bij vermoeden van PRES en wacht bevestiging van de diagnose (met behulp van beeldvorming van de hersenen) af.
Hart- en vaatziekten: er zijn geen gegevens beschikbaar over het gebruik bij een recent myocardinfarct (in de voorgaande 6 maanden), instabiele angina pectoris (in de voorgaande 3 maanden), hartfalen met LVEF < 45%, bradycardie of ongecontroleerde hypertensie. Androgeendeprivatie in combinatie met enzalutamide vergroot de kans op een ischemische hartziekte ten opzichte van alleen androgeendeprivatie. Androgeendeprivatie gaat gepaard met QT-verlenging. Wees voorzichtig bij risicofactoren voor QT-verlenging zoals hypocalciëmie, hypokaliëmie, hypomagnesiëmie, relevante hartziekte, bradycardie, comedicatie met geneesmiddelen die het QT-interval verlengen (zie rubriek Interacties) en congenitale of verworven QT-verlenging; bij aanwezigheid van niet te behandelen risicofactoren voorafgaand aan en regelmatig tijdens de therapie elektrolyten en ECG controleren.
Overgevoeligheidsreacties zijn gemeld, met symptomen als (ernstige) huiduitslag, gelaats-, tong-, lip-, of farynxoedeem. Informeer de patiënt over de tekenen en symptomen van overgevoeligheid en controleer hier tijdens de behandeling nauwlettend op.
Gevallen van een tweede primaire maligniteit zijn gemeld; o.a. blaaskanker, adenocarcinoom van het colon, urotheelcelcarcinoom en blaascarcinoom. Adviseer de patiënt direct contact op te nemen als zij tekenen van een gastro-intestinale bloeding of macroscopische hematurie, of andere symptomen zoals dysurie of urine-aandrang ontwikkelen tijdens de behandeling.
Voor vruchtbare mannen: zie informatie met betrekking tot de vruchtbaarheid in de rubriek Zwangerschap.
Er is geen relevante toepassing bij kinderen.
Onderzoeksgegevens: enzalutamide is niet onderzocht bij een verminderde nierfunctie. Op basis van een farmacokinetische populatieanalyse is bij een licht tot matig verminderde nierfunctie (creatinineklaring ≥ 30 ml/min) een dosisaanpassing niet nodig. Wees voorzichtig bij een ernstig verminderde nierfunctie en terminale nierziekte (creatinineklaring < 30 ml/min). Het is niet waarschijnlijk dat enzalutamide significant wordt verwijderd door hemodialyse of peritoneale dialyse. Een verminderde leverfunctie heeft geen uitgesproken effect op de totale blootstelling aan enzalutamide of de actieve metaboliet. Bij een ernstig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 10–15) is de halfwaardetijd echter verdubbeld; wees daarom voorzichtig bij deze patiënten. De veiligheid en werkzaamheid van gelijktijdig gebruik met cytostatica zijn onbekend. Zie verder nog Hart-en vaatziekten hierboven in deze rubriek.
Eigenschappen
Anti-androgeen. Door competitief blokkeren van de androgeenreceptoren remt cyproteron de invloed van (zowel endo- als exogene) androgenen op de van androgenen afhankelijke organen en functies zoals huid (talgklieren, beharing), testes, prostaat, geslachtsdrift en spermatogenese. Cyproteronacetaat heeft ook een sterk antigonadotrope (remt hypofyse) en progestatieve werking.
Kinetische gegevens
Resorptie | bijna volledig. |
F | ca. 88%. |
T max | ca. 1,5 uur (10 mg), ca. 3 uur (50 mg). |
Eiwitbinding | ca. 96%, vnl. aan albumine. |
Metabolisering | via verscheidene wegen, incl. hydroxylering en conjugatie. De belangrijkste metaboliet is 15β-hydroxyderivaat. Fase I-metabolisme wordt hoofdzakelijk door CYP3A4 gekatalyseerd. |
Eliminatie | vnl. met de feces (70%), hoofdzakelijk als metabolieten. |
T 1/2el | ca. 2 dagen. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Androgeenreceptorantagonist met niet-steroïde structuur. Enzalutamide remt de werking van testosteron door competitieve binding aan androgeenreceptoren. Remt tevens de nucleaire translocatie van geactiveerde androgeenreceptoren en de binding van geactiveerde androgeenreceptoren aan DNA, zelfs bij resistentie voor anti–androgenen. Door deze effecten vermindert de groei van prostaatkankercellen en kan regressie van prostaattumoren optreden.
Kinetische gegevens
Resorptie | ca. 84%. |
T max | 1–2 uur. |
Overig | steady-state na ca. 1 maand. |
V d | ca. 1,6 l/kg. |
Eiwitbinding | 97–98% (met name aan albumine), 95% (actieve metaboliet). |
Overig | passeert de bloed–hersenbarrière (enzalutamide, actieve metaboliet). |
Metabolisering | uitgebreid in de lever, voornamelijk door CYP2C8 en in mindere mate CYP3A4/5 tot N-desmethyl-enzalutamide (even actief als enzalutamide) en carboxylzuurderivaat (niet actief). De actieve metaboliet wordt verder gemetaboliseerd door carboxylesterase tot niet-werkzame metabolieten; hierbij speelt het CYP-enzymsysteem dus geen rol. |
Eliminatie | voornamelijk als niet-actieve metaboliet, met de urine ca. 71%, met de feces ca. 13,6%. Het is niet waarschijnlijk dat enzalutamide significant wordt verwijderd door hemodialyse of peritoneale dialyse. |
T 1/2el | ca. 6 dagen (range 3–10 dagen). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
cyproteron hoort bij de groep anti-androgenen.
Groepsinformatie
enzalutamide hoort bij de groep anti-androgenen.