Samenstelling
Danatrol Genzyme Europe bv
- Toedieningsvorm
- Capsule
- Sterkte
- 100 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Cetrotide (als acetaat) XGVS Merck bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof
- Sterkte
- 0,25 mg
- Verpakkingsvorm
- met solvens 1 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij endometriose wordt het gebruik van danazol ontraden vanwege frequent voorkomende, zeer hinderlijke bijwerkingen. Voor de keuze van de juiste standaardbehandeling, zie endometriose.
Bij het voorschrijven van dit geneesmiddel dient volgens de Regeling Geneesmiddelenwet de reden van voorschrijven op het recept te worden vermeld.
Advies
fertiliteitsbehandeling vinden plaats in de tweede- of derdelijnszorg. Medicamenteuze ovulatie-inductie wordt toegepast bij ovulatiestoornissen zoals polycysteus ovarium syndroom (PCOS). Bij de behandeling van PCOS is letrozol (offlabel) eerste en clomifeen tweede keus. Andere fertiliteitsbehandelingen, die bij diverse indicaties kunnen worden toegepast, zijn intra‐uteriene inseminatie (met of zonder milde ovariële hyperstimulatie), in-vitro fertilisatie (IVF) en intracytoplasmatische sperma‐injectie (ICSI). Bij IVF/ICSI vindt gecontroleerde ovariële hyperstimulatie plaats met gonadotrofinen, in combinatie met gonadoreline-agonisten of gonadoreline-antagonisten, afhankelijk van het gekozen schema.
Indicaties
Bij uitblijven reactie op of niet in aanmerking komen van andere behandelwijzen:
- symptomatische behandeling van endometriose;
- symptomatische behandeling van ernstige pijn of gevoeligheid bij benigne fibrocysteuze borstaandoeningen zoals multipele of recidiverende borstcysten (diffuse cysteuze mastopathie).
- Profylaxe tegen aanvallen van hereditair angio-oedeem op basis van een functionele C1-esteraseremmer-deficiëntie.
Gerelateerde informatie
Indicaties
Voorkómen van voortijdige ovulatie bij gecontroleerde ovariële stimulatie, gevolgd door follikelpunctie in het kader van kunstmatige voortplantingstechnieken.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Als onderhoudsdosering de laagst mogelijk effectieve dosis gebruiken.
Bij vruchtbare vrouwen de behandeling beginnen tijdens de menstruatie.
Endometriose:
Volwassenen:
Om amenorroe te bereiken 600–800 mg per dag gedurende de eerste maand, te beginnen op de eerste dag van de menstruatiecyclus.
Bij een gunstige reactie de dosering verminderen tot een onderhoudsdosering, gewoonlijk na 30–90 dagen: 400–600 mg per dag in 2–3 doses. Behandelduur: max. 6–9 maanden.
Benigne borstaandoeningen:
Volwassenen:
bij zeer ernstige klachten 400 mg per dag gedurende 4–6 maanden; bij minder ernstige klachten 100–200 mg per dag gedurende een kortere behandelperiode.
Nadat de klachten zijn verdwenen de behandeling nog 1–2 maanden voortzetten, de maximale behandelduur bedraagt 6–9 maanden.
Hereditair angio-oedeem:
Volwassenen:
Gedurende de eerste maand 400–600 mg per dag in 2–3 doses. Bij optreden gunstig effect de dosis met intervallen van 1–3 maanden geleidelijk verminderen tot een onderhoudsdosering van 50–200 mg per dag. Een onderhoudsdosering van 50 mg/dag als 100 mg eenmaal per 2 dagen geven.
Langdurige profylaxe bij kinderen vermijden, vanwege hormonale effecten.
Doseringen
Preventie van voortijdige ovulatie
Volwassenen
Toediening 's morgens: 0,25 mg s.c. 1×/dag vanaf dag 5 of 6 van de ovariële stimulatie (ca. 96–120 uur na starten van de ovariële stimulatie) met gonadotrope hormonen tot en met de dag van de ovulatie-inductie. Toediening 's avonds: 0,25 mg s.c. 1×/dag vanaf dag 5 van de ovariële stimulatie met gonadotrope hormonen (96–108 uur na starten van de ovariële stimulatie) tot en met de avond voorafgaand aan de dag van de ovulatie-inductie.
De startdag van cetrorelix is afhankelijk van de ovariële reactie, dat wil zeggen het aantal en de grootte van de groeiende follikels en/of de hoeveelheid circulerend estradiol. De startdag kan worden uitgesteld bij afwezigheid van folliculaire groei, hoewel de klinische ervaring is gebaseerd op starten op dag 5 of 6 van de stimulatie.
Na de eerste injectie de patiënte 30 min onder medisch toezicht houden vanwege de toegenomen kans op (pseudo-)allergische reacties (waaronder levensbedreigende anafylaxie). De volgende injecties kan de patiënte eventueel zelf toedienen, indien zij op de hoogte is van mogelijke symptomen van allergie en de noodzaak van onmiddellijk medisch handelen.
De injectie s.c. in de onderbuik toedienen. Om reacties op de injectieplaats te beperken de injectieplaats afwisselen en de oplossing langzaam injecteren.
Bijwerkingen
De incidentie van bijwerkingen lijkt toe te nemen bij langduriger gebruik.
Vaak (1-10%): androgene effecten zoals acne, vette huid, hirsutisme, haaruitval en stemveranderingen, menstruele onregelmatigheden, opvliegers. Gewichtstoename, toegenomen eetlust. Emotionele labiliteit, angst, depressie, nervositeit, hoofdpijn. Misselijkheid, pijn in epigastrio. Huiduitslag (mogelijk maculopapuleus, petechiaal of purpurisch van aard), eventueel gepaard gaande met koorts, faciaal oedeem en fotosensibilisatie. Rugpijn, spierkrampen (soms ernstig en met stijging van CPK-spiegels), spiertremoren, fasciculaties, gewrichtspijn of -zwelling. Vaginale droogheid of -irritatie, verandering in libido. Hematurie (bij langdurig gebruik voor hereditair angio-oedeem).
Soms (0,1-1%): urticaria. Verkleining borsten door verlaagde oestrogeenspiegel. Matige toename serumtransaminasespiegels.
Zelden (0,01-0,1%): hypertrofie van de clitoris, vochtretentie. (Draai)duizeligheid, vermoeidheid, benigne intracraniële hypertensie. Visusstoornissen (vlekken of moeilijk kunnen focussen), problemen met het dragen van contactlenzen en refractieveranderingen. Cholestatische hepatitis, benigne hepatitis adenomata, pancreatitis. Toename rode bloedcellen en -plaatjes, polycytemie, leukopenie, trombocytopenie.
Zeer zelden (< 0,01%): (verergering) epilepsie, provocatie van migraine. Hypertensie, palpitaties, tachycardie, myocardinfarct. Trombose (incl. sagittale sinus), cerebrovasculaire en arteriële trombose. Pijn in de borst, interstitiële pneumonitis. Peliosis hepatis en maligne levertumoren bij langdurig gebruik. Inflammatoire erythemateuze noduli, veranderingen in huidpigmentatie en exfoliatieve dermatitis, erythema multiforme. Carpale-tunnelsyndroom. Verminderde spermatogenese. Erytrocytose (reversibel), eosinofilie, peliosis van de milt.
Verder zijn gemeld: toename LDL- en afname HDL-cholesterol, apolipoproteïne A1 en A2. Inductie van ALA-synthetase-activiteit en dus porfyrinemetabolisme. Hypoglykemie, toename van insulineresistentie bij diabetes, verhoging glucagonspiegel in plasma, abnormale glucosetolerantie. Levercelschade, leverfalen, hepatische geelzucht, hepatocellulaire focale nodulaire hyperplasie.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): reacties op de injectieplaats, zoals erytheem, jeuk en zwelling. Licht tot matig ovarieel hyperstimulatiesyndroom (WHO-graad I/II).
Soms (0,1-1%): ernstig ovarieel hyperstimulatiesyndroom (WHO-graad III), misselijkheid, hoofdpijn. Systemische (pseudo) allergische reacties, waaronder levensbedreigende anafylaxie.
Interacties
Er is meer kans op myopathie en rabdomyolyse bij gelijktijdig gebruik van statinen die gemetaboliseerd worden door CYP3A4; combinatie met simvastatine is daarom gecontra-indiceerd, wees voorzichtig met de combinatie met atorvastatine.
De werking van vitamine K-antagonisten en carbamazepine kan worden versterkt.
De werking van antihypertensiva kan worden verminderd.
De reactie op fenytoïne en eventueel fenobarbital kan veranderen.
De plasmaconcentratie van ciclosporine en tacrolimus kan stijgen, met als mogelijk gevolg nefrotoxiciteit.
De respons op alfacalcidol in primair hypoparathyroïdisme kan toenemen.
De insulinebehoefte kan toenemen.
Een wisselwerking met steroïde geslachtshormonen is waarschijnlijk.
Danazol kan de bepaling van testosteron en plasmaproteïnen verstoren. Tijdens de behandeling is er een duidelijke afname van serumthyroxine en thyroxinebindend eiwit, hetgeen tot een fout-positieve diagnose van hypothyroïdie kan leiden.
Zwangerschap
Teratogenese: Danazol kan bij gebruik na de tiende zwangerschapsweek, gerekend vanaf de laatste menstruatie, virilisatie van de vrouwelijke foetus veroorzaken (vergroting van de clitoris, vergroting van de labia, volledig pseudo hermafroditisme).
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.
Overige: Vóór aanvang van de behandeling zwangerschap uitsluiten. Een vruchtbare vrouw dient adequate niet–hormonale anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende de therapie, aangezien niet altijd de ovulatie wordt geremd.
Zwangerschap
Gezien de geregistreerde indicatie niet van toepassing.
Teratogenese: Een beperkte hoeveelheid gegevens over gebruik rond de conceptie, wijst niet op een toegenomen kans op aangeboren afwijkingen.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: Mogelijk androgene effecten bij de zuigeling. Danazol kan de prolactinespiegel verlagen, waardoor de melkproductie geremd kan worden.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding is gecontra-indiceerd.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend, zowel bij mensen als dieren.
Advies: Er kan geen advies worden gegeven, vanwege onvoldoende gegevens.
Contra-indicaties
- ernstige lever- en nierfunctiestoornissen;
- ernstig hartfalen;
- acute porfyrie;
- trombo-embolische aandoeningen (in de anamnese);
- androgeen-afhankelijke tumoren;
- onverklaarde vaginale bloedingen;
- hepatocellulair adenoom.
Zie voor meer contra-indicaties de rubrieken Interacties, Zwangerschap en Lactatie.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor gonadoreline-agonisten (GnRH-analogen) of voor extrinsieke peptidehormonen;
- ernstige nierinsufficiëntie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Algemeen:
Vóór toepassing (hormoon-afhankelijke) maligniteit uitsluiten. Analoog aan andere steroïden die aan C17 zijn gealkyleerd rekening houden met optreden van ernstige levertoxiciteit. Veiligheidsgegevens over herhaalde behandelingscycli ontbreken.
Wees voorzichtig bij aanwezigheid van:
- lichte tot matige lever- of nierinsufficiëntie, licht tot matig hartfalen, hypertensie, epilepsie of migraine (wegens kans op vochtretentie);
- diabetes mellitus (wegens toename insulineresistentie),
- polycytemie,
- stoornissen in het lipidenmetabolisme,
- persisterende reacties op eerdere therapie met steroïde geslachtshormonen.
Staak de behandeling bij:
- tekenen van virilisatie (kunnen irreversibel worden),
- symptomen van verhoogde intracraniële druk (papiloedeem, hoofdpijn, gezichtsstoornissen),
- symptomen van een ernstige leverfunctiestoornis (geelzucht),
- trombose of trombo-embolie.
Endometriose en benigne borstaandoeningen:
Wegens het ontbreken van gegevens over veiligheid op de langere termijn, een behandeling uitsluitend instellen na een klinisch en eventueel laparoscopisch controle-onderzoek. Bij benigne borstaandoeningen controleren of knobbels in de borst persisteren of groter worden. Bij behandeling van endometriose kan danazol de kans op optreden van ovariumkanker verhogen.
Hereditair angio-oedeem:
Bij herhaalde of langere (> 6 mnd.) behandelperioden tweemaal per jaar ultrasonografie van de lever, urine–en bloedonderzoek (incl. lipiden en leverfunctie) uitvoeren. Langdurige profylaxe bij kinderen vermijden, vanwege hormonale effecten.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bij ernstige allergische status wordt toepassing niet aanbevolen. Wees voorzichtig bij symptomen van actieve allergie en bij een allergische predispositie.
Tijdens of na ovariële stimulatie kan het ovarieel hyperstimulatiesyndroom optreden.
Medicatie ter ondersteuning van de luteale fase dient te worden gegeven volgens het standaardprotocol van de fertiliteitskliniek.
Er bestaat relatief weinig ervaring met toediening tijdens meerdere ovariële stimulatiecycli: om die reden in volgende cycli alleen toedienen na zorgvuldige afweging van de voor- en nadelen.
In klinische studies is cetrorelix toegepast in combinatie met humane menopauzale gonadotrofinen (hMG). Ervaring met recombinant FSH wijst op een vergelijkbare werkzaamheid.
Gebruik bij lever- en nierinsufficiëntie is niet onderzocht.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met danazol contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met cetrorelix contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Antihormoon. Verlaagt de afgifte van LH en FSH door de hypofyse, waardoor de ovariumactiviteit afneemt. Het heeft geen progestagene en oestrogene werking, wel zwak androgene en anabole eigenschappen. Normale hormoonspiegels keren 1–2 maanden na staken van de therapie terug.
Kinetische gegevens
F | < 33%, verdrievoudigd door inname met zeer vet voedsel. |
T max | 2–3 uur. |
Metabolisering | in de lever vrijwel volledig tot inactieve metabolieten. |
Eliminatie | Hoofdzakelijk als metabolieten, met de urine (36%) en met de feces (48%) (bij apen). |
T 1/2el | 3–6 uur (na een enkele dosis). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Gonadoreline(GnRH)-antagonist. Het bindt competitief aan GnRH-receptoren in de hypofyse, waardoor de afgifte van LH en in mindere mate van FSH dosisafhankelijk wordt geblokkeerd. Deze blokkade begint direct en wordt bij voortgezette behandeling gehandhaafd. Bij vrouwen wordt de LH-piek en daarmee de ovulatie uitgesteld. Werkingsduur injectie 0,25 mg: 24 uur.
Kinetische gegevens
F | s.c. ca. 85%. |
V d | 1,1 l/kg. |
T 1/2el | i.v. ca. 12 uur, s.c. 30 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
danazol hoort bij de groep gonadoreline-antagonisten.
Groepsinformatie
cetrorelix hoort bij de groep gonadoreline-antagonisten.