Samenstelling
Nubeqa XGVS Aanvullende monitoring Bayer bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 300 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Anandron Cheplapharm Arzneimittel GmbH
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 150 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Zie voor de behandeling van prostaatcarcinoom de geldende behandelrichtlijn op richtlijnendatabase.nl.
Zie voor de adviezen van de commissie BOM nvmo.org (onder darolutamide).
Advies
Voor de palliatieve behandeling van gemetastaseerd inoperabel prostaatcarcinoom staat op richtlijnendatabase.nl de geldende behandelrichtlijn.
Indicaties
- Niet-gemetastaseerde castratieresistent prostaatcarcinoom (nmCRPC) bij volwassenen met een hoog risico op het ontwikkelen van gemetastaseerde ziekte.
- Gemetastaseerd hormoongevoelig prostaatcarcinoom (mHSPC) in combinatie met docetaxel en androgeendeprivatietherapie.
Indicaties
- Palliatieve behandeling van gemetastaseerd inoperabel prostaatcarcinoom in combinatie met medicamenteuze (d.m.v. LH-RH-analoga) of operatieve castratie.
Doseringen
Niet-gemetastaseerde castratieresistente prostaatkanker (nmCRPC)
Volwassenen (incl. ouderen)
600 mg 2×/dag. Darolutamide voortzetten tot ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit optreedt. Bij patiënten die niet operatief zijn gecastreerd, de chemische castratie tijdens de behandeling voortzetten met een gonadoreline-agonist. Bij mHSPC de eerste 6 cycli docetaxel binnen 6 weken na start van darolutamide toedienen.
Verminderde nierfunctie: bij een licht of matig verminderde nierfunctie (creatinineklaring ≥ 30 ml/min) is geen dosisaanpassing nodig. Bij een ernstig verminderde nierfunctie (15–29 ml/min) zonder hemodialyse is de aanbevolen startdosering 300 mg 2×/dag.
Verminderde leverfunctie: bij een licht verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 5–7) is geen dosisaanpassing nodig. Bij een matig of ernstig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore > 7) is de aanbevolen startdosering 300 mg 2×/dag.
Ernstige bijwerkingen: bij toxiciteit ≥ graad 3 of onverdraaglijke bijwerkingen van darolutamide de behandeling onderbreken of de dosis verlagen tot 300 mg 2×/dag tot de symptomen zijn verdwenen. Vervolgens de behandeling hervatten met de oorspronkelijke dosis. Een dosisverlaging onder 300 mg tweemaal per dag wordt niet aanbevolen, omdat de werkzaamheid hiervan niet is vastgesteld.
Gemiste dosis: deze zo snel mogelijk alsnog innemen. Er mag geen dubbele dosis worden ingenomen om een vergeten dosis in te halen.
Toediening: de tabletten in hun geheel met voedsel innemen.
Doseringen
De therapie starten op de dag dat medicamenteuze of operatieve castratie plaatsvindt.
Gemetastaseerd inoperabel prostaatcarcinoom
Volwassenen
Begindosering: 300 mg 1×/dag. Na 4 weken, of evt. eerder in geval van ongewenste effecten zoals maag-darm- of visusstoornissen, overgaan op onderhoudsdosering: 150 mg 1×/dag.
Bijwerkingen
Bij nmCRPC
Zeer vaak (> 10%): vermoeidheid, asthenie, lethargie, malaise. Neutrofielenaantal verlaagd. Stijging ASAT en bilirubine.
Vaak (1-10%): ischemische hartziekte, hartfalen. Huiduitslag. Pijn in de ledematen, spierpijn, fractuur.
Bij mHSPC
Zeer vaak (> 10%): hypertensie, huiduitslag. Daling neutrofielenaantal, stijging ASAT, ALAT en bloedbilirubine.
Vaak (1-10%): facturen, gynaecomastie.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): verminderd libido, erectiestoornis. Verstoring van donkeradaptatie (nyctalopie, bij ca. 25%, reversibel). Opvliegers. Misselijkheid, braken. Verhoogde ASAT/ALAT.
Vaak (1-10%): interstitiële longaandoening, inclusief interstitiële pneumonitis en pulmonale fibrose (met toenemende dyspneu met soms hoesten, pijn op de borst en/of koorts). Alcoholintolerantie. Nachtblindheid. Hyperhidrose, alopecia.
Zelden (0,01-0,1%): hepatitis (gemengd of hepatocellulair type), fulminante hepatitis is gemeld.
Zeer zelden (< 0,01%): acuut respiratoir falen (pneumonitis). Aplastische anemie.
Verder zijn gemeld: QT-verlenging. Gynaecomastie.
Interacties
Darolutamide is een remmer van borstkankerresistentie-eiwit (BCRP). De combinatie met een gevoelig BCRP-substraat, zoals rosuvastatine, vermijden omdat de blootstelling van het BCRP-substraat kan stijgen.
Darolutamide is een substraat van CYP3A4- en P-glycoproteïne (Ppg). De combinatie met een sterke of matige CYP3A4- of Pgp-inductor, zoals carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne, rifampicine en sint-janskruid, vermijden omdat de blootstelling van darolutamide kan afnemen.
In combinatie met een gecombineerde sterke CYP3A4- en Pgp-remmer, zoals itraconazol, de patiënt nauwgezet controleren op toxiciteit en indien nodig de dosis aanpassen.
Wees voorzichtig met de combinatie met andere geneesmiddelen die het QT–interval verlengen zoals amiodaron, methadon, kinidine, disopyramide, sotalol, tricyclische antidepressiva, sommige antipsychotica, macrolide antibiotica, fluorchinolonen, enkele azoolantimycotica, domperidon, metoclopramide, en selectieve serotonine 5HT3-receptorantagonisten (granisetron, ondansetron).
Interacties
Wees voorzichtig met de combinatie met andere geneesmiddelen die het QT–interval verlengen zoals amiodaron, kinidine, disopyramide, sotalol, methadon, tricyclische antidepressiva, sommige antipsychotica, macrolide antibiotica, fluorchinolonen, enkele antimycotica en selectieve serotonine 5-HT3- receptorantagonisten (granisetron, ondansetron). Nilutamide kan het levermetabolisme van vitamine K-antagonisten, fenytoïne, propranolol, diazepam en theofylline remmen en daardoor de plasmaspiegel verhogen; een dosisaanpassing kan nodig zijn. Controleer bij gelijktijdig gebruik van vitamine K-antagonisten regelmatig de INR. Nilutamide veroorzaakt een intolerantie voor alcohol (disulfiram-effect); wees voorzichtig met de combinatie met orale geneesmiddelen die alcohol bevatten.
Zwangerschap
Gezien de geregistreerde indicatie is zwangerschap niet van toepassing.
Teratogenese: Bij de mens onbekend. Bij dieren schadelijk gebleken.
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.
Vruchtbaarheid: Op basis van dieronderzoek kan darolutamide de vruchtbaarheid aantasten.
Overig: Het is onbekend of darolutamide of de actieve metaboliet aanwezig is in sperma. Bij geslachtsgemeenschap met een vruchtbare vrouw een zeer effectieve anticonceptiemethode gebruiken gedurende én tot 1 week na de therapie om zwangerschap te voorkomen. Daarnaast bij geslachtsgemeenschap met een zwangere vrouw gedurende en tot 1 week na de therapie een condoom te gebruiken; blootstelling van de foetus aan darolutamide via spermaoverdracht aan de zwangere vrouw kan de ontwikkeling van de foetus beïnvloeden.
Zwangerschap
Gezien de geregistreerde indicatie niet van toepassing.
Lactatie
Gezien de geregistreerde indicatie is lactatie niet van toepassing.
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een risico voor de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Lactatie
Gezien de geregistreerde indicatie niet van toepassing.
Contra-indicaties
Zie de rubriek Zwangerschap.
Contra-indicaties
- ernstig verminderde leverfunctie;
- ernstige ademhalingsstoornissen;
- hormoon-ongevoelige tumoren.
Waarschuwingen en voorzorgen
Verminderde nier- of leverfunctie: de beschikbare gegevens over het gebruik bij een matig verminderde leverfunctie of een ernstig verminderde nierfunctie zijn beperkt. Darolutamide is niet onderzocht bij een ernstig verminderde leverfunctie. Omdat de blootstelling verhoogd kan zijn de patiënt nauwgezet controleren op toxiciteit.
Patiënten met klinisch significante cardiovasculaire ziekte in de afgelopen 6 maanden, waaronder beroerte, myocardinfarct, ernstige/instabiele angina pectoris, coronaire/perifere arteriële bypass en symptomatisch congestief hartfalen werden uitgesloten van deelname aan klinisch onderzoek. Behandel patiënten met recente cardiovasculaire ziekte voorafgaand aan de behandeling met darolutamide.
Bij stijging van de levertransaminasen die duidt op door darolutamide geïnduceerde idiosyncratische leverschade, de behandeling met darolutamide definitief staken.
Androgeendeprivatie kan leiden tot QT-verlenging. Wees voorzichtig bij risicofactoren voor QT-verlenging zoals hypocalciëmie, hypokaliëmie, hypomagnesiëmie, relevante hartziekte, bradycardie, comedicatie met geneesmiddelen die het QT-interval verlengen (zie rubriek Interacties) en congenitale of verworven QT-verlenging.
Er is geen relevante toepassing bij kinderen < 18 jaar.
Vruchtbare mannen: zie de rubriek Zwangerschap.
Waarschuwingen en voorzorgen
Interstitiële longaandoening: voorafgaande aan de behandeling de ademhalingsorganen controleren. Instrueer de patiënt om bij klachten van de luchtwegen een arts te raadplegen, deze treden meestal op tijdens de eerste 3 maanden van de behandeling. Bij ontstaan of verergering van dyspneu de behandeling onderbreken en direct radiologisch onderzoek verrichten. De therapie staken bij interstitiële pneumonitis. Bij ernstig verzwakte gaswisseling toediening van corticosteroïden overwegen.
Leveraandoeningen: voorafgaande aan de behandeling tevens de lever controleren. Instrueer de patiënt om bij symptomen kenmerkend voor hepatitis zoals misselijkheid, braken, buikpijn en/of icterus een arts te raadplegen. Bepaal de serumtransaminasewaarden; bij waarden boven 3× de ULN de behandeling onderbreken. Hepatocellulaire of gemengde leverschade is mogelijk.
Wees voorzichtig bij risicofactoren voor QT-verlenging zoals hypocalciëmie, hypokaliëmie, hypomagnesiëmie, relevante hartziekte, bradycardie, comedicatie met geneesmiddelen die QT-interval verlengen (zie Interacties) en congenitale of verworven QT-verlenging; bij aanwezigheid van niet te behandelen risicofactoren regelmatig elektrolyten en ECG bepalen.
Bij verstoring van de donkeradaptatie kan een bril met getint glas de klachten verminderen.
Overdosering
In geval van een hogere inname dan de aanbevolen dosis kan de behandeling met darolutamide worden voortgezet en kan de volgende dosis worden ingenomen zoals gepland.
De hoogste dosis darolutamide die klinisch werd onderzocht was 900 mg 2×/dag. Er werd bij deze dosis geen dosisbeperkende toxiciteit waargenomen. Gezien de verzadigbare absorptie en de afwezigheid van bewijs voor acute toxiciteit, zal naar verwachting een hogere inname dan de aanbevolen dosis niet leiden tot toxiciteit.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met nilutamide contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Darolutamide is een remmer van de androgeenreceptor (AR). Darolutamide remt competitief de androgeenbinding en gaat daarmee de werking van testosteron tegen, het remt de nucleaire translocatie van de AR naar de celkern, en het remt de door AR gemedieerde transcriptie. Dit leidt tot afname van de proliferatie van prostaatcarcinoomcellen. Darolutamide bestaat uit twee diastereomeren: (S,R)-darolutamide en (S,S)-darolutamide.
Kinetische gegevens
F | ca. 30% bij inname op een lege maag; voedsel verhoogt de biologische beschikbaarheid met een factor 2–2,5. |
T max | ca. 4 uur. |
Eiwitbinding | ca. 92% voor darolutamide en > 99% voor de actieve metaboliet ketodarolutamide. |
Overig | steady-state wordt bereikt na 2–5 dagen. |
V d | 1,7 l/kg. |
Metabolisering | wordt voornamelijk gemetaboliseerd door CYP3A4 via oxidatie en door glucuronidering door UGT1A9 en UGT1A1. Ketodarolutamide is ongeveer even actief. |
Eliminatie | wordt voor 63,4% uitgescheiden in de urine (waarvan ca. 7% onveranderd) en voor 32,4% uitgescheiden in de feces. |
T 1/2el | ca. 20 uur (darolutamide), ca. 9 uur (S,R)-darolutamide, ca. 22 uur (S,S)-darolutamide). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Nilutamide is een anti-androgeen met een niet-steroïde structuur. Door competitieve binding aan de androgeenreceptor wordt de werking van testosteron onmogelijk gemaakt. In combinatie met operatieve of medicamenteuze castratie leidt dit tot volledige onderdrukking van de perifere androgenenwerking.
Kinetische gegevens
Resorptie | vrijwel volledig. |
T max | ca. 3 uur. |
Overig | geen cumulatie bij de aanbevolen dosering. |
Metabolisering | uitgebreid. |
Eliminatie | vnl. met de urine, als metaboliet. |
T 1/2el | ca. 56 uur (23-87 uur). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
darolutamide hoort bij de groep anti-androgenen.
Groepsinformatie
nilutamide hoort bij de groep anti-androgenen.