Samenstelling
Dicloabak (natrium) Théa Pharma bv
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels (0,1%)
- Sterkte
- 1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 10 ml
Conserveermiddel: geen.
Naclof (natrium) Théa Pharma bv
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels (0,1%)
- Sterkte
- 1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 5 ml
Conserveermiddel: benzalkoniumchloride.
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels (0,1%) 'Unidose'
- Sterkte
- 1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 0,3 ml
Conserveermiddel: geen.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Yellox (als natriumsesquihydraat) Bausch & Lomb
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels (0,09%)
- Sterkte
- 0,9 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 5 ml
Conserveermiddel: benzalkoniumchloride.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Geef preventief NSAID-oogdruppels én corticosteroïdoogdruppels na een cataractoperatie ter preventie van cystoïd macula oedeem (CMO) en ontsteking. Na een cataractoperatie treedt CMO minder vaak op bij gebruik van NSAID-oogdruppels dan bij corticosteroïd-oogdruppels. Combinatiebehandeling van corticosteroïd- met NSAID-oogdruppels is waarschijnlijk effectiever dan monotherapie met NSAID-oogdruppels. Zie voor meer informatie de module Ontstekingsprofylaxe bij cataract van de NOG-Richtlijn Cataract (2021) op richtlijnendatabase.nl.
Advies
Geef preventief NSAID-oogdruppels én corticosteroïd-oogdruppels na een cataractoperatie ter preventie van cystoïd macula oedeem (CMO) en ontsteking. Na een cataractoperatie treedt CMO minder vaak op bij gebruik van NSAID-oogdruppels dan bij corticosteroïd-oogdruppels. Combinatiebehandeling van corticosteroïd- met NSAID-oogdruppels is waarschijnlijk effectiever dan monotherapie met NSAID-oogdruppels. Zie voor meer informatie de module Ontstekingsprofylaxe bij cataract van de NOG-Richtlijn Cataract (2021) op richtlijnendatabase.nl.
Indicaties
- Naclof: Preventie van cystoïde macula-oedeem na cataractoperatie.
- Dicloabak:
- Inhibitie van miose tijdens cataractingrepen;
- Preventie van ontsteking na cataractingrepen en ingrepen op het voorste oogsegment;
- Oogpijn bij fotorefractieve keratectomie binnen 24 uur na de ingreep.
Indicaties
- Postoperatieve oogontsteking na cataractextractie bij volwassenen.
Doseringen
Inhibitie van miose tijdens cataractingrepen
Volwassenen
Pre-operatief: 1 druppel in het aangedane oog tot 5× gedurende een periode van 3 uur voorafgaand aan de operatie.
Preventie van ontsteking na cataractingrepen en ingrepen op het voorste oogsegment
Volwassenen
Pre-operatief: 1 druppel in het aangedane oog tot 5× gedurende een periode van 3 uur voorafgaand aan de operatie. Post-operatief: 1 druppel 1–3× direct na de operatie, vervolgens 1 druppel 3–5×/dag. Maximaal 4 weken behandelen.
Preventie van cystoïd macula-oedeem na cataractoperatie
Volwassenen
Pre-operatief: 1 druppel in het aangedane oog 5× binnen een periode van 3 uur voorafgaand aan de operatie. Post-operatief: 3 druppels onmiddellijk na de ingreep, vervolgens 1 druppel 3–5×/dag zo lang als nodig.
Oogpijn bij keratectomie
Volwassenen
Pre-operatief: 1 druppel in het aangedane oog 2× binnen het uur vóór de operatie. Post-operatief: 1 druppel 2× binnen het uur na de operatie, vervolgens 1 druppel 4× binnen de eerste 24 uur na de operatie.
Ouderen: geen dosisaanpassing nodig.
Toediening
- Druk de traanbuis 1–3 minuten dicht tijdens en direct na toediening; dit voorkomt dat de oogdruppel afvloeit naar de neus- en keelholte wat systemische reacties tot gevolg kan hebben.
- Bij gebruik van meerdere soorten oogpreparaten deze toedienen met een interval van ten minste 5 minuten. De oogdruppels die de minste irritatie geven als eerste en viskeuze oogdruppels of oogzalven als laatste toedienen.
- Naclof 'Unidose' is slechts geschikt voor eenmalig gebruik.
Doseringen
Oogontsteking na cataractoperatie
Volwassenen (incl. ouderen)
1 druppel 2×/dag in het aangedane oog, beginnen op de dag na de operatie en voortzetten gedurende 2 weken na de operatie. De veiligheid van een langere behandeling is niet vastgesteld.
Toediening
- Druk de traanbuis 1–3 minuten dicht tijdens en direct na toediening; dit voorkomt dat de oogdruppel afvloeit naar de neus- en keelholte wat systemische reacties tot gevolg kan hebben.
- Bij gebruik van meerdere soorten oogpreparaten deze toedienen met een interval van ten minste vijf minuten. De oogdruppels die de minste irritatie geven als eerste, en viskeuze oogdruppels of oogzalven als laatste toedienen.
Bijwerkingen
Lokaal
Vaak (1-10%): oogpijn en lichte tot matige oogirritatie van voorbijgaande aard.
Soms (0,1-1%): oogklachten direct na het indruppelen (jeuk, branderig gevoel en wazig zien).
Zelden (0,01-0,1): keratitis punctata, ulceratieve keratitis, cornea-oedeem, cornea-ulceratie, afname van corneadikte.
Verder zijn gemeld: allergische conjunctivitis, oculaire hyperemie, verhoogde intra-oculaire druk, ooglidklachten (jeuk, roodheid, oedeem), contacteczeem.
Systemisch
Zelden (0,01-0,1%): dyspneu, verergering astma. Huidklachten (jeuk, roodheid), fotosensibilisatie.
Verder zijn gemeld: hoest, rinitis. Overgevoeligheid, urticaria, huiduitslag, eczeem, anafylactische reactie.
Bijwerkingen
Lokaal: Soms (0,1-1%): oogklachten (pijn, jeuk, irritatie, ongemak, wazig zien), fotofobie, cornea-erosie (mild of matig), cornea-oedeem, defect aan cornea-epitheel (waargenomen bij 4× daags gebruik), hemorragische retinopathie, retinaal exsudaat, oculaire hyperemie, oogafscheiding, ooglidoedeem, bloeding van ooglid.
Zelden (0,01-0,1%): andere cornea-aandoeningen (perforatie, zweer, infiltraat, vorming van littekenweefsel, ernstige cornea-erosie). Scleromalacie.
Systemisch: Soms (0,1-1%): hoest, epistaxis. Zwelling in het gezicht.
Zelden (0,01-0,1%): Astma.
Interacties
Gelijktijdig gebruik met oculaire corticosteroïden vermeerdert de kans op genezingsproblemen en ongewenste effecten op de cornea zoals ulceratieve keratitis, keratitis punctata, cornea-oedeem, corneale epitheelafwijkingen en het dunner worden van de cornea.
Wees voorzichtig bij comedicatie met anticoagulantia vanwege een toegenomen bloedingsrisico van het oogweefsel na de ingreep; zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Interacties
Bij gelijktijdig gebruik met oculaire corticosteroïden is er meer kans op genezingsproblemen en ongewenste effecten op de cornea zoals ulceratieve keratitis, keratitis punctata, cornea-oedeem, corneale epitheelafwijkingen en het dunner worden van de cornea.
Wees voorzichtig bij comedicatie met anticoagulantia vanwege een toegenomen bloedingsrisico van het oogweefsel na de ingreep; zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Zwangerschap
Diclofenac en zijn metabolieten passeren de placenta (na systemisch gebruik).
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens bij gebruik van de oogdruppels.
Farmacologisch effect: Systemisch gebruik van NSAID’s wordt in de tweede helft van de zwangerschap ontraden vanwege o.a. het risico van nierschade bij de foetus en het vroegtijdig sluiten van de ductus Botalli. Na oculaire toediening van diclofenac ontstaat echter geen meetbare plasmaspiegel. Het lijkt daarom onwaarschijnlijk dat gebruik van diclofenac oogdruppels tijdens de zwangerschap nadelige effecten zal hebben op de foetus.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren bij zeer hoge orale doses schadelijk gebleken.
Farmacologisch effect: Systemisch gebruik van NSAID’s wordt in de tweede helft van de zwangerschap ontraden wegens het risico van nierschade bij de foetus en het vroegtijdig sluiten van de ductus Botalli. Na oculaire toediening is de systemische blootstelling van broomfenac echter verwaarloosbaar. Het lijkt daarom onwaarschijnlijk dat gebruik van broomfenac oogdruppels tijdens de zwangerschap nadelige effecten zal hebben op de foetus.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in kleine hoeveelheden bij systemisch gebruik. Na oculaire toediening van diclofenac ontstaat echter geen meetbare plasmaspiegel bij de moeder, waardoor nadelige effecten bij de zuigeling via de moedermelk onwaarschijnlijk zijn.
Advies: Kan worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Ja bij dieren, na zeer hoge orale dosis. De systemische blootstelling aan broomfenac bij de moeder vanuit de oogdruppel is verwaarloosbaar, waardoor nadelige effecten bij de zuigeling via de moedermelk onwaarschijnlijk zijn.
Advies: Kan worden gebruikt.
Contra-indicaties
- optreden van astma-aanval, urticaria of acute rinitis na eerder gebruik van acetylsalicylzuur of andere NSAID's;
- overgevoeligheid voor NSAID's.
Contra-indicaties
- optreden van astma-aanval, urticaria of acute rinitis na gebruik van acetylsalicylzuur of andere NSAID's;
- overgevoeligheid voor NSAID's.
Waarschuwingen en voorzorgen
Kruisovergevoeligheid voor acetylsalicylzuur, fenylazijnzuurderivaten en andere NSAID's kan optreden. Bij overgevoeligheidsreacties, m.n. astma-aanval of plotselinge zwelling van hals en gelaat, de behandeling onmiddellijk staken.
Bloedingsrisico oogweefsel tijdens oogchirurgie: NSAID's kunnen de trombocytenaggregatie remmen; hierdoor is er meer kans op (verergering van) bloedingen van de oculaire weefsels (waaronder hyfema) na een operatieve ingreep. Wees voorzichtig bij patiënten met verhoogde bloedingsneiging of bij gebruik van anticoagulantia.
Ongewenste effecten cornea: gebruik van lokale NSAID’s kan leiden tot keratitis en tot afbraak van het epitheel en dunner worden, erosie, zweervorming of perforatie van het hoornvlies; bij tekenen van afbraak van het cornea-epitheel de behandeling onmiddellijk staken en het hoornvlies nauwgezet controleren. Wees voorzichtig bij corneale epitheelbeschadigingen, diabetes mellitus, ziekten van het oogoppervlak (bv. droog-oog-syndroom), reumatoïde artritis, gecompliceerde oogoperaties of herhaalde oogingrepen binnen een kort tijdsbestek vanwege meer kans op ongewenste effecten van de cornea, m.n. bij langdurig gebruik van oculaire NSAID's. Zie ook achter Hulpstoffen.
NSAID-oogdruppels kunnen een ooginfectie maskeren.
Draag geen contactlenzen na een cataractoperatie en tijdens behandeling.
Bij kinderen zijn de werkzaamheid en veiligheid niet vastgesteld.
Hulpstoffen: Wees voorzichtig met benzalkoniumchloride, in sommige oogdruppels, bij droge ogen of een beschadigde cornea, vanwege het risico op keratitis punctata en/of toxische ulceratieve keratopathie bij langdurig gebruik.
Waarschuwingen en voorzorgen
Overgevoeligheidsreacties: kruisgevoeligheid voor acetylsalicylzuur, fenylazijnzuurderivaten en andere NSAID's kan optreden. Bij eerder opgetreden overgevoeligheid voor deze geneesmiddelen behandeling met broomfenac vermijden. De oogdruppels bevatten natriumsulfiet, dat bij gevoelige patiënten een allergische reactie kan veroorzaken inclusief anafylactische symptomen en levensbedreigende of minder ernstige astmatische episoden.
Bloedingsrisico oculaire weefsels na oogchirurgie: NSAID's kunnen de trombocytenaggregatie remmen; hierdoor is er meer kans op (verergering van) bloedingen van de oculaire weefsels (waaronder hyfema’s) na een operatieve ingreep. Wees voorzichtig bij patiënten met verhoogde bloedingsneiging of bij gebruik van anticoagulantia.
Ooginfecties: het gebruik van lokale NSAID’s kan een ooginfectie maskeren..
Ongewenste effecten cornea: lokale NSAID’s kunnen tot afbraak van het epitheel en dunner worden, erosie, zweervorming of perforatie van het hoornvlies leiden; bij tekenen van afbraak van het cornea-epitheel de behandeling onmiddellijk staken en het hoornvlies nauwgezet controleren. Wees voorzichtig bij corneale epitheelbeschadigingen, diabetes mellitus, ziekten van het oogoppervlak (bv. droog-oog-syndroom), reumatoïde artritis, gecompliceerde oogoperaties of herhaalde oogingrepen binnen een kort tijdsbestek vanwege meer kans op ongewenste effecten op de cornea. Zie ook achter Hulpstoffen.
Het dragen van contactlenzen na een cataractoperatie en tijdens behandeling vermijden.
Onderzoeksgegevens: de veiligheid en werkzaamheid bij kinderen zijn niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens bekend bij een verminderde nier- of leverfunctie, echter zijn er na oculair gebruik geen meetbare plasmaspiegels aangetoond.
Hulpstoffen: Wees voorzichtig met benzalkoniumchloride bij droge ogen of een beschadigde cornea, vanwege het risico op keratitis punctata en/of toxische ulceratieve keratopathie bij langdurig gebruik.
Eigenschappen
NSAID. Diclofenac heeft anti-inflammatoire en analgetische eigenschappen. Het remt ontstekingsreacties van segmenten in de voorste oogkamer ten gevolge van mechanische en/of traumatische oorzaken. De werking berust waarschijnlijk op remming van het enzym cyclo-oxygenase dat is betrokken bij de biosynthese van prostaglandinen.
Kinetische gegevens
Resorptie | Penetratie van diclofenac is aangetoond in de voorste oogkamer. Na oculaire toediening konden bij de mens geen meetbare plasmaspiegels van diclofenac worden aangetoond. |
T max | na ca. 30 min in cornea en conjunctiva (bij konijnen). |
Eliminatie | snel en bijna volledig na 6 uur (uit het oog, bij konijnen). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
NSAID. Vermindert ontstekingsreacties van segmenten in de voorste oogkamer. De werking berust waarschijnlijk op remming van het enzym cyclo-oxygenase (met name COX-2) dat is betrokken bij de biosynthese van prostaglandinen.
Kinetische gegevens
Resorptie | Systemische blootstelling is verwaarloosbaar.Dringt snel door in de cornea. |
T max | in kamerwater 150–180 min. |
Overig | Er is ten minste 12 uur een meetbare spiegel in het kamerwater. |
T 1/2el | in kamerwater ca. 1,4 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
diclofenac (bij oogaandoening) hoort bij de groep NSAID's, oculair.
Groepsinformatie
broomfenac hoort bij de groep NSAID's, oculair.