Samenstelling
Efedrine (hydrochloride) XGVS Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 3 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 10 ml
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 5 ml
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 50 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 1 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Noradrenaline (als waterstoftartraat) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 1 ml, 5 ml
Noradrenaline (als waterstoftartraat) XGVS Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Oplossing voor infusie
- Sterkte
- 0,5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 50 ml
Sinora (als waterstoftartraat) XGVS Sintetica GmbH
- Toedieningsvorm
- Concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 1 ml, 4 ml, 10 ml
- Toedieningsvorm
- Oplossing voor infusie
- Sterkte
- 0,1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 50 ml
- Toedieningsvorm
- Oplossing voor infusie
- Sterkte
- 0,2 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 50 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Voor dit geneesmiddel is geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling.
Advies
De toepassing van noradrenaline per infusie komt in aanmerking bij hypotensie ten gevolge van shock en als noodmaatregel bij acute hypotensie en is beperkt tot de kliniek.
Indicaties
- Hypotensie optredend bij spinale, epidurale of algemene anesthesie.
Indicaties
- Als noodmaatregel bij volwassenen met acute hypotensie voor het herstellen van de bloeddruk (bv. ten gevolge van shock).
Doseringen
Hypotensie bij spinale, epidurale of algemene anesthesie
Volwassenen (incl. ouderen)
Injectievloeistof 5 mg/ml: i.v: 5–10 mg langzaam i.v. toedienen, zo nodig na 5–10 min herhalen. Maximaal 50 mg per chirurgische ingreep.
Injectievloeistof 50 mg/ml: s.c. of i.m.: 25–50 mg, zo nodig herhalen. Eventueel i.v: 5–25 mg langzaam i.v. toedienen, zo nodig na 5–10 min herhalen.
Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen > 12 jaar
Injectievloeistof 3 mg/ml: i.v.: 3–6 mg per keer, max. 9 mg per keer, zo nodig elke 3–4 min herhalen tot een maximum van 30 mg. Maximaal 150 mg per dag.
Verminderde nier- of leverfunctie: geen dosisaanpassing nodig.
Doseringen
Let op! Controleer voor gebruik of het product verdund moet worden of dat een kant-en-klaarproduct gebruikt wordt.
Acute hypotensie
Volwassenen
Noradrenaline Added Pharma: I.v. als infusie: 3–9 microg/kg/uur (= 0,05–0,15 microg/kg/min), vervolgens verhogen op geleide van effect met stappen van 3–6 microg/kg/uur (= 0,05–0,1 microg/kg/minuut).
Volwassenen
Noradrenaline CF: I.v. als infusie: begindosering 480–720 microg/uur (= 8–12 microg/min), toedienen als een verdunde oplossing van 4 mg/l (oplosmiddel glucose 5%). Onderhoudsdosering 120–240 microg/uur (= 2–4 microg/min). De concentratie van de oplossing zo nodig aanpassen op geleide van de vochtbalans.
Volwassenen (incl. ouderen)
Sinora, Noradrenaline Kabi, Noradrenaline Kalceks: I.v. als infusie: begindosering bij een lichaamsgewicht van 70 kg 0,2–0,8 mg/uur (omgerekend naar per kg lichaamsgewicht: ca. 2,9–11,4 microg/kg/uur), vervolgens verhogen op geleide van het effect met stappen van 3–6 microg/kg/uur (=0,05–0,1 microg/kg/minuut).
Samengevat, liggen de hierboven beschreven begindoseringen tussen 2,9 en 11,4 microg/kg/uur. Een aantal fabrikanten beschrijven het titreren van de dosering omhoog met stappen van 3–6 microg/kg/uur. De officiële productinformatie van Sinora en een aantal generieken bevat een tabel waarin voor bepaalde lichaamsgewichten het volgende vermeld staat: een dosering in microg/kg/minuut, de corresponderende hoeveelheid in mg/uur en de daarbij behorende infusiesnelheid (in ml/uur). Zie voor deze tabel rubriek 4.2 van de officiële productinformatie via 'Zie ook'. In deze tabel staan doseringen van 0,05 microg/kg/min (= 3 microg/kg/uur) tot 1 microg/kg/min (= 60 microg/kg/uur) beschreven. Er is een grote individuele variatie in de dosis die nodig is om normotensie te bereiken, bovendien kan deze in de tijd variëren. Het beoogde doel moet zijn om een laag-normale systolische bloeddruk (100–120 mmHg) of een adequate gemiddelde arteriële bloeddruk (ook wel MAP) van hoger dan 65–80 mmHg, afhankelijk van de toestand van de patiënt, te bereiken.
Bij optreden van hartritmestoornissen overwegen de dosering te verlagen.
Bij staken de infusie geleidelijk verminderen om een plotselinge sterke bloeddrukdaling te voorkomen.
Toediening
- Noradrenaline toedienen via een canule in een voldoende grote ader of via een centraal veneuze toegang.
- Het concentraat voor infusie vóór toediening eerst verdunnen met glucose-oplossing 5%, natriumchloride-oplossing 0,9% of natriumchloride 0,9% met glucose-oplossing 5% tot een uiteindelijke concentratie van 40 mg/l noradrenalinebase (= 2 mg noradrenalinebase in een spuit van 50 ml). Andere concentraties mogen ook gebruikt worden. Zie voor meer gegevens over de verdunning van noradrenaline de officiële productinformatie CBG/EMA (rubrieken 4.2 en 6.6); zie hiervoor de link onder 'Zie ook'.
- De oplossingen voor infusie van 0,1, 0,2 en 0,5 mg/ml niet verdunnen voor gebruik; dit zijn kant-en-klare producten.
- Noradrenaline niet i.m. of s.c. toedienen.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): hartkloppingen, hypertensie, tachycardie. Dyspneu. Misselijkheid, braken. Verwarring, angst, depressie. Nervositeit, prikkelbaarheid, rusteloosheid, zwakte, hoofdpijn, zweten, slapeloosheid.
Zelden (0,01-0,1%): cardiale aritmie. Acute urineretentie.
Verder zijn gemeld: hartstilstand, reflexbradycardie, angineuze pijn, angina pectoris, myocardiale ischemie, hypotensie (na langdurig gebruik). Blozen. Zweten. Hersenbloeding. Longoedeem. Verminderde eetlust. Hypersalivatie, tremor, syncope, duizeligheid. Psychose, angst. Gesloten-kamerhoekglaucoom. Wijzigingen in de primaire hemostase. Overgevoeligheid. Hypokaliëmie, veranderingen in de bloedglucosespiegel.
Bijwerkingen
Hoofdpijn, duizeligheid, tremor. Ademhalingsmoeilijkheden, dyspneu, apneu. Rusteloosheid, verwarring, psychotische toestand, angst, slapeloosheid, zwakheid. Anafylactische shock, bronchospasmen, vooral bij astmapatiënten of bij overgevoeligheid voor sulfiet. Precordiale pijn, palpitaties, bradycardie, tachycardie, (fatale) hartritmestoornissen, stresscardiomyopathie, kransslagaderspasme, myocardinfarct, acuut hartfalen. Misselijkheid, braken. Urineretentie. Acuut glaucoom (zeer vaak bij patiënten met anatomische predispositie voor sluiting van de iridocorneale hoek). Zwelling van de schildklier. Arteriële hypertensie en weefselhypoxie, ischemische beschadiging kan leiden tot koudheid en bleekheid van ledematen en gezicht. Bij langdurig gebruik bij ernstige shock: fatale myocarditis, bloedingen, oedeem, necrose van het maag-darmstelsel, nieren of lever. Weefselnecrose of irritatie op de injectieplaats.
Interacties
Combinatie met indirecte sympathicomimetica (zoals fenylefrine, methylfenidaat) en met oraal/nasaal toegediende α–sympathicomimetica (zoals midodrine, xylometazoline) is gecontra-indiceerd in verband met kans op vasoconstrictie en acute episoden van hypertensie.
MAO-remmers potentiëren de werking van efedrine, waardoor paroxismale hypertensie en (fatale) hyperthermie kan optreden. Gebruik gelijktijdig met niet-selectieve MAO-remmers, of binnen 14 dagen na staken van een niet-selectieve MAO-remmer is gecontra-indiceerd. Combinatie met een selectieve MAO-remmer bij voorkeur vermijden tot 14 dagen na staken van de MAO-remmer.
Het bloeddrukverhogend effect kan worden versterkt door: oxytocine (kans op ernstige hypertensie), linezolid, ergot-alkaloïden, doxapram en atropine.
Anesthetica, met name gehalogeneerde anesthetica (incl. halothaan) en ook cyclopropaan, sensibiliseren het hart voor catecholaminen, waardoor de kans op ernstige ventriculaire aritmieën toeneemt. Daarnaast vergroten zij de kans op een peri-operatieve hypertensiecrisis.
Er is tevens meer kans op aritmieën bij combinatie met digoxine, kinidine, venlafaxine of tricyclische antidepressiva.
Combinatie met theofylline kan leiden tot slapeloosheid, nervositeit en maag-darmklachten.
α- en β-blokkers en methyldopa verminderen de werking van efedrine.
Interacties
Combinatie met gehalogeneerde koolwaterstoffen (bv. sevofluraan) bij algemene anesthesie is gecontra-indiceerd vanwege de kans op ernstige aritmieën (o.a. ventriculaire aritmie).
Combinatie met tricyclische antidepressiva wordt vanwege het risico op hypertensie met aritmieën afgeraden.
MAO-remmers en linezolid versterken het bloeddrukverhogend effect van noradrenaline; uitsluitend toepassen onder nauwgezet medisch toezicht.
Voorzichtig toepassen in combinatie met β-blokkers vanwege de kans op ernstige hypertensie.
Het vasopressor-effect van noradrenaline wordt door α-sympathicolytica verminderd, maar niet opgeheven.
Wees terughoudend bij combinatie met digoxine, omdat deze combinatie verlengde AV-geleidingstijd en bradycardie kan veroorzaken.
Wees voorzichtig bij combinatie met schildklierhormonen of antiaritmica vanwege de verhoogde effecten op het hart,
Ergot-alkaloïden of oxytocine kunnen de vasopressieve en vasoconstrictieve effecten van noradrenaline versterken.
Zwangerschap
Efedrine passeert de placenta.
Teratogenese: Geen aanwijzingen voor schadelijkheid (weinig gegevens).
Farmacologisch effect: Efedrine kan vasoconstrictie van de placentaire bloedvaten veroorzaken. Foetale tachycardie kan optreden.
Advies: Alleen gebruiken in ernstige/levensbedreigende situaties.
Zwangerschap
Noradrenaline passeert de placenta.
Teratogenese: Onvoldoende gegevens.
Farmacologisch effect: Door een verminderde doorbloeding van de placenta kunnen foetale hypoxie en sterke uteruscontractie optreden. Foetale bradycardie kan optreden. Ernstige hypotensie kan echter ook een verminderde doorbloeding van de placenta veroorzaken.
Advies: Volgens Lareb kan noradrenaline in geval van een vitale indicatie ertoe, gebruikt worden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Farmacologisch effect: Prikkelbaarheid en een verstoord slaappatroon is gemeld. Efedrine kan theoretisch de melkproductie remmen.
Advies: Gebruik van efedrine ontraden, of het geven van borstvoeding ontraden tot 2 dagen na gebruik van efedrine.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: Onwaarschijnlijk vanwege korte halfwaardetijd én omdat noradrenaline niet oraal opgenomen wordt.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt na de neonatale periode bij een gezonde zuigeling.
Contra-indicaties
- psychoneurose.
Voor meer contra-indicaties, zie de rubriek Interacties.
Contra-indicaties
- hypotensie veroorzaakt door hypovolemie; het kan echter wel kortdurend als noodmaatregel worden gebruikt ter ondersteuning van de bloedtoevoer naar de coronaire en cerebrale arteriën;
- overgevoeligheid voor sulfiet (noradrenaline CF).
Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Interacties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij patiënten die extra gevoelig zullen reageren op efedrine, zoals bij hyperthyroïdie. Wees tevens voorzichtig bij hart- en vaatziekten zoals ischemische hartziekte (incl. angina pectoris), aritmie of tachycardie, occlusieve vasculaire aandoeningen (zoals arteriosclerose, hypertensie of aneurysma), en bij prostaathyperplasie en diabetes mellitus.
Dit middel kan door pupilverwijding de oogdruk verhogen en een aanval van acuut glaucoom veroorzaken. Wees voorzichtig bij gesloten-kamerhoekglaucoom.
Waarschuwingen en voorzorgen
De bloeddruk en hartfrequentie continu controleren; de bloeddruk niet verder verhogen dan normotensie.
Noradrenaline uitsluitend toedienen bij hypovolemie in combinatie met gepaste bloedvolumevervanging.
Langdurige toediening van een krachtige vasopressor kan leiden tot plasmavolumedepletie die voortdurend aangepast moet worden door geschikte vocht- en elektrolytenvervangingstherapie. Als het plasmavolume niet aangepast wordt kan de hypotensie terugkeren na het staken van de infusie.
Vasoconstrictie: Wees bedacht op het optreden van ernstige perifere en viscerale vasoconstrictie, met afname van de bloeddoorstroming en weefselperfusie tot gevolg (bv. in de nieren, lever, huid en glad spierweefsel); hierdoor kan weefselhypoxie en lactaatacidose en mogelijk ischemische beschadiging optreden.
Controle infusieplaats: De infusieplaats regelmatig controleren op vrije doorstroming omdat extravasatie kan leiden tot necrose van het weefsel rond de ader waarin geïnfundeerd wordt. Toediening via de beenvenen vermijden, in het bijzonder bij ouderen, bij aandoeningen van het perifere vaatstelsel van de onderste extremiteiten, diabetes mellitus en bij de ziekte van Buerger vanwege de kans op extravasatie. Na extravasatie zo snel mogelijk 5–10 mg fentolamine in 10–15 ml van een 0,9% NaCl-oplossing in het gebied infiltreren. Vanwege de vasoconstrictie van de aderwand en een toegenomen permeabiliteit kan er noradrenaline weglekken in de weefsels rond de ader waarin het infuus wordt gegeven, wat verbleking van het weefsel kan veroorzaken die niet het gevolg is van uitgesproken extravasatie. Overweeg indien verbleking optreedt van infusieplaats te veranderen om de effecten van de lokale vasoconstrictie te verminderen. Bij toediening via de venen van de fossa antecubitalis bestaat er kans op flebitis.
Voorzichtig toepassen bij hyperthyroïdie, feochromocytoom, nauwe-kamerhoekglaucoom, prostaataandoeningen, diabetes mellitus, hypertensie, hart- en vaatziekten (zoals acute hypotensie door ernstige linkerventrikeldisfunctie, hypotensie na een myocardinfarct of Prinzmetal-angina-pectoris en bij coronaire, mesenterische of perifere vasculaire trombose). Bij trombotische aandoeningen kan noradrenaline de ischemie doen toenemen en kan het infarctgebied uitbreiden.
Wees voorzichtig bij ouderen omdat zij extra gevoelig kunnen zijn voor de effecten van noradrenaline.
Onderzoeksgegevens: Er zijn geen gegevens betreffende werkzaamheid en veiligheid bij een verminderde nier- of leverfunctie of bij kinderen.
Hulpstoffen:
- Wees voorzichtig met natrium, in de infusievloeistof, bij een natriumbeperkt dieet.
- Natriummetabisulfiet, in sommige preparaten, kan in zeldzame gevallen bronchospasmen geven.
Overdosering
Symptomen
misselijkheid, braken, koorts, paranoïde psychose, (supra)ventriculaire aritmie, hypertensie, ademhalingsdepressie, convulsies, coma.
Neem voor meer informatie over een vergiftiging met efedrine contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Symptomen
Fotofobie, bleekheid, hyperhidrose, braken, retrosternale of faryngeale pijn, ernstige hypertensie (met als gevolg hevige hoofdpijn), cerebrale bloeding, convulsies.
Neem voor meer informatie over een vergiftiging met noradrenaline contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Stimuleert het sympathische zenuwstelsel, zowel direct (stimulatie van de α- en β-receptoren) als indirect (vrijzetting van noradrenaline). Efedrine relaxeert gastro-intestinaal en bronchiaal glad spierweefsel en heeft een positief-inotrope, vasopressieve en centraal stimulerende werking.
Kinetische gegevens
Metabolisering | voor een klein gedeelte in de lever. |
Eliminatie | met de urine, grotendeels onveranderd (77%). |
T 1/2el | 3 uur bij pH 5 van urine, 6 uur bij pH 6,3. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Overwegend α-sympathicomimetisch effect met tevens werking op β1-receptoren en nauwelijks effect op β2-receptoren. Noradrenaline is een krachtige vasoconstrictor, waardoor zowel de diastolische als de systolische bloeddruk stijgt. De hartfrequentie wordt relatief weinig beïnvloed: de positief-inotrope en positief-chronotrope effecten worden gecompenseerd door de reflexbradycardie die optreedt als gevolg van de sterke bloeddrukstijging.
Bloeddrukverhogende werking: i.v. snel. Werkingsduur: tot 1–2 min na einde infuus.
Kinetische gegevens
Metabolisering | door catechol-O-methyltransferase (COMT) en mono-amine-oxidase (MAO) tot inactieve metabolieten, waaronder in 4-hydroxy-3-methoxy-amandelzuur. |
Overig | door cellulaire heropname en metabolisme wordt noradrenaline snel verwijderd uit het plasma. |
Eliminatie | met de urine, vnl. als metabolieten. |
T 1/2el | 1–2 min. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
efedrine hoort bij de groep adrenerge en dopaminerge middelen.
Groepsinformatie
noradrenaline hoort bij de groep adrenerge en dopaminerge middelen.