Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Broxil (als K-zout) ACE Pharmaceuticals bv

Toedieningsvorm
Capsule, hard
Sterkte
250 mg, 500 mg
Toedieningsvorm
Poeder voor suspensie, suikervrij 'Forte'
Sterkte
25 mg/ml
Verpakkingsvorm
100 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Bij acute faryngotonsillitis is bestrijding van de pijn met paracetamol, eerste keus. Antibiotica zijn zelden geïndiceerd. Bij ernstige faryngotonsillitis, bij immuundeficiëntie of op advies van de GGD kan gekozen worden voor een smalspectrum-penicilline zoals feneticilline of fenoxymethylpenicilline. Bij een penicilline-overgevoeligheid is azitromycine gedurende 3 dagen eerste keus. Bij een peritonsillair infiltraat of bij onvoldoende effect van een behandeling met smalspectrum-penicillinen wordt gekozen voor amoxicilline/clavulaanzuur. Zie voor meer informatie acute faryngotonsillitis.

Bacteriële huidinfecties: Probeer met hygiënische maatregelen uitbreiding van bacteriële huidinfecties of besmetting van anderen tegen te gaan. Behandel oppervlakkige bacteriële huidinfecties met een lokaal antimicrobieel middel. Bij impetigo en impetiginisatie heeft lokaal fusidinezuur de voorkeur. Bij diepe huidinfecties zijn meestal orale antibiotica geïndiceerd of is operatief ingrijpen noodzakelijk. Bij orale antimicrobiële behandeling heeft een smalspectrum-penicilline (zoals feneticilline) de voorkeur. Macroliden zijn een alternatief wanneer bijvoorbeeld penicillinen niet worden verdragen. Bij recidiverende cellulitis en erysipelas (> 1 infectie/jaar) een preventieve behandeling met een smalspectrum-penicilline overwegen; behandel gedurende 1–2 jaar met feneticilline of fenoxymethylpenicilline (beide oraal) of met benzathinebenzylpenicilline (i.m.). Bij bijtwonden heeft een breedspectrum-penicilline de voorkeur. Zie voor meer informatie over bv. de behandeling van erysipeloïd of recidiverende cellulitis of recidiverende erysipelas: bacteriële huidinfecties.

Na een tekenbeet kan worden afgewacht of preventief worden behandeld met een eenmalige dosering doxycycline of azitromycine. Erythema migrans behandelen met doxycycline. Amoxicilline of azitromycine zijn een alternatief als doxycycline gecontra-indiceerd is.

Feneticilline komt pas voor behandeling van een bacteriële community-acquired pneumonie (CAP) in aanmerking op basis van onderzoek naar de aard en de gevoeligheid van de verwekker; dit onderzoek is noodzakelijk bij onvoldoende effect van de middelen die geadviseerd worden voor de initiële empirische behandeling, zie hiervoor: community-acquired pneumonie. Bij een nosocomiale pneumonie wordt de keuze voor een specifiek antibioticum bepaald door de lokale situatie met betrekking tot de aard en de resistentie van de ziekenhuisflora.

Indicaties

Niet-ernstige tot matig-ernstige infecties, veroorzaakt door micro-organismen gevoelig voor feneticilline, m.n. streptokokkeninfecties:

  • bovensteluchtweginfecties zoals faryngitis en tonsillitis;
  • ondersteluchtweginfecties zoals pneumonie;
  • infecties van de huid en weke delen zoals impetigo of abcessen.

Gerelateerde informatie

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Niet-ernstige infecties in goed doorbloede organen

Volwassenen en kinderen vanaf 10 jaar

250 mg 3×/dag.

Kinderen 2–10 jaar

125 mg (5 ml suspensie) 3×/dag.

Kinderen tot 2 jaar

62,5 mg (2,5 ml suspensie) 3×/dag.

Matig-ernstige infecties

Volwassenen en kinderen vanaf 10 jaar

500 mg 3–6×/dag.

Kinderen 2–10 jaar

250 mg (10 ml suspensie) 3–6×/dag.

Kinderen tot 2 jaar

125 mg (5 ml suspensie) 3–6×/dag.

Profylaxe van acuut reuma (polyarthritis rheumatica acuta)

Volwassenen

Volgens de fabrikant 250 mg 2×/dag, gedurende lange tijd.

Kinderen

Volgens de fabrikant: 125 mg (5 ml suspensie) 2×/dag, gedurende lange tijd. Het Kinderformularium van het NKFK heeft andere doseringen (voor primaire preventie en voor secundaire profylaxe groep A streptokokken bij patiënten met acuut reuma), zie hiervoor de pagina feneticilline op kinderformularium.nl.

Ouderen: Geen gegevens beschikbaar.

Verminderde nierfunctie: Gebruik hoge doseringen (die bij matig-ernstige infecties) met voorzichtigheid, omdat feneticilline voornamelijk via de nieren wordt geëlimineerd.

Verminderde leverfunctie: Geen gegevens beschikbaar.

Behandelduur

  • Voor de eliminatie van infecties met β-hemolytische streptokokken in de keel, minimaal 10 dagen behandelen;
  • Ter preventie van acuut reuma geeft men dit middel gedurende lange tijd;
  • Raadpleeg voor andere indicaties relevante nationale richtlijnen, zoals die van het NHG en de SWAB of raadpleeg een deskundige op het gebied.

Toediening

  • Bij voorkeur innemen op een lege maag, 1 uur vóór of 2 uur ná de maaltijd;
  • De capsule in zijn geheel doorslikken met wat water, thee of limonade;
  • De suspensie schudden voor gebruik. De suspensie met behulp van een spuitje opzuigen en direct vanuit het spuitje innemen. Na inname van de suspensie nog wat water of limonade nadrinken.

Bijwerkingen

Zeer zelden (< 0,01%): ernstige allergische verschijnselen met onder andere benauwdheid, zwelling van mond, keel of strottenhoofd, shock. Leukopenie.

Verder zijn gemeld: anafylactische reactie (incl. anafylactische shock). Pijnlijke mond of tong, zwarte haartong, misselijkheid, braken, diarree, pseudomembraneuze colitis. Huiduitslag, urticaria, jeuk en roodheid. Hyperkaliëmie, neutropenie.

Interacties

Niet gelijktijdig met bacteriostatische middelen toedienen. Vermijd bv. de combinatie met tetracyclinen, omdat feneticilline de werking ervan kan antagoneren.

Kaliumzouten, kaliumsparende diuretica, heparine en andere plasmakalium-verhogende geneesmiddelen (bv. ACE–remmers, ARB's (AT1-antagonisten), trimethoprim, tacrolimus, ciclosporine) versterken het effect op het serumkaliumgehalte en kunnen bij gebruik van hoge doses feneticilline tot hyperkaliëmie leiden.

Antibiotica kunnen de werkzaamheid van vitamine K-antagonisten versterken. Controleer de PT/INR daarom frequent(er), dosisaanpassing van het antistollingsmiddel kan nodig zijn.

Een oraal gegeven (buik)tyfus-vaccin kan onwerkzaam worden door feneticilline.

Fenylbutazon en probenecide en in mindere mate acetylsalicylzuur en indometacine, verlengen de halfwaardetijd van penicillinen door remming van de tubulaire secretie.

Een verminderde klaring van i.v. toegediend methotrexaat is gerapporteerd bij sommige penicillinen.

Sorbitol, in de suspensie, kan de biologische beschikbaarheid van andere oraal toegediende geneesmiddelen beïnvloeden.

Zwangerschap

Feneticilline passeert de placenta. In navelstrengbloed zijn concentraties gevonden 10–100% van die in het bloed van de moeder.

Teratogenese: Op basis van ruime ervaring zijn er geen aanwijzingen voor meer kans op aangeboren afwijkingen.

Advies: Kan worden gebruikt.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend voor feneticilline. Penicillinen in het algemeen gaan in zeer kleine hoeveelheden over in de moedermelk.

Farmacologisch effect: Tijdens lactatie is sensibilisatie van de zuigeling mogelijk. In theorie is het mogelijk dat de darmflora van de zuigeling wordt beïnvloed, dit leidt hooguit tot diarree.

Advies: Kan worden gebruikt.

Contra-indicaties

  • Overgevoeligheid voor penicillinen;
  • Kruisovergevoeligheid met cefalosporinen in de voorgeschiedenis;
  • De suspensie niet gebruiken bij:
    • kinderen en zwangere vrouwen met fenylketonurie (PKU), omdat deze aspartaam bevat;
    • fructose–intolerantie vanwege de aanwezigheid van sorbitol.

Waarschuwingen en voorzorgen

Er bestaat kruisovergevoeligheid met andere penicillinen. Wees voorzichtig bij een historie van geneesmiddelallergie.

In verband met de kans op hyperkaliëmie voorzichtig zijn met het gebruik van hoge doseringen feneticilline bij patiënten met een verminderde nierfunctie óf met een hartziekte.

Er is kans op neurotoxiciteit bij gebruik van zeer hoge doses bij een slechte nierfunctie.

Bij langdurig gebruik de nierfunctie, leverfunctie en het leukocytenaantal controleren. Tekenen van neutropenie, dat gemeld is bij gebruik van feneticilline, omvatten koorts, huiduitslag en eosinofilie.

Overgroei van niet-gevoelige micro-organismen komt voor. Bij ernstige, aanhoudende diarree de diagnose pseudomembraneuze colitis overwegen.

Bij homozygote patiënten met fenylketonurie (bij gebruik van producten die aspartaam bevatten) de overeenkomende hoeveelheid fenylalanine doorberekenen in het voedingsvoorschrift.

Hoge doses penicillinen kunnen fout-positieve reacties bij de Benedict-suikerreactie op glucose in de urine veroorzaken.

Hulpstoffen

  • Aspartaam, in de suspensie, kan schadelijk zijn voor mensen met fenylketonurie (PKU);
  • Benzoëzuur, in de suspensie, kan geelzucht bij pasgeborenen < 4 weken oud verergeren;
  • Sorbitol, in de suspensie, kan maag-darmklachten veroorzaken en een licht laxerende werking hebben.

Overdosering

Symptomen

Maag-darmklachten, verstoring van vocht- en elektrolytenbalans.

Neem voor meer informatie over een vergiftiging met feneticilline contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Bactericide β–lactamantibioticum. Feneticilline remt één of meerdere enzymen (penicillinebindende eiwitten; PBE's) in de biosynthese van bacterioglycanen wat leidt tot verzwakking van de celwand van de bacterie, vaak gevolgd door cellysis en celdood.

Het werkingsspectrum van feneticilline is smal; het is werkzaam tegen Gram-positieve staafjes en kokken en enkele Gram-negatieve kokken.

Doorgaans gevoelig zijn: sommige Staphylococcus spp. (niet β–lactamase producerend), Enterococcus spp. en Streptococcus spp. (incl. S. pyogenes, groep A streptokok; GAS) anders dan S. pneumoniae. Echter een pneumokokkenisolaat dat gevoelig is voor penicilline kan beschouwd worden als gevoelig voor feneticilline.

Verworven resistentie kan een probleem zijn bij: Enterobacteriaceae, sommige Staphylococcus spp. (o.a. zeer vaak bij S. aureus), Enterococcus spp., Haemophilus spp. en Streptococcus spp. (anders dan S. pneumoniae).

Inherent resistent zijn: β–lactamase producerende bacteriën (waaronder dus meestal Moraxella catarrhalis ook). Daarnaast kan resistentie optreden door gemodificeerde PBE's. Feneticilline vertoont kruisresistentie met andere penicillinen, combinaties van β-lactamantibiotica met β-lactamaseremmers en cefalosporinen.

Kinetische gegevens

Resorptie op een lege maag ca. 55-90%, minder met voedsel.
T max ca. 60 min.
V d 1,3 l/kg.
Overig concentratie in de liquor onbekend.
Metabolisering tot o.a. penicilloïnezuur (voornaamste metaboliet).
Eliminatie vnl. met de urine, ca. 50% (± 12,3%) onveranderd, ca. 30% als metaboliet (vnl. penicilloïnezuur dat allergene eigenschappen heeft).
T 1/2el ca. 45 min.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd