Samenstelling
Griseofulvine suspensie FNA Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Suspensie voor oraal gebruik
- Sterkte
- 25 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 100 ml
Bevat microkristallijn griseofulvine.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
AmBisome (in liposomen) XGVS Gilead Sciences bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor infusievloeistof
- Sterkte
- 50 mg
- Verpakkingsvorm
- flacon
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Dermatomycosen: Bij de lokale behandeling van oppervlakkige tinea-infecties heeft terbinafine de voorkeur boven een imidazoolderivaat in verband met een kortere behandelduur en lagere smeerfrequentie. Bij oppervlakkige Candida-infecties zoals bij intertrigo heeft een imidazoolderivaat de voorkeur. Tinea pedis met mocassinpatroon wordt behandeld met oraal terbinafine. Pityriasis versicolor kan worden behandeld met seleensulfide, een lokaal imidazoolderivaat of lokaal terbinafine. Overweeg oraal itraconazol bij onvoldoende effect van lokale behandelingen of recidiverende pityriasis versicolor. Medicamenteuze behandeling van onychomycosen is meestal niet nodig. Geef desgewenst oraal terbinafine (teennagels) of oraal itraconazol (vingernagels). Overweeg miconazol nagellak als alternatief indien een oraal antimycoticum niet geschikt of gewenst is. Diepe dermatomycosen worden behandeld met oraal terbinafine.
Bij systemische behandeling van schimmelinfecties is voor griseofulvine vrijwel geen plaats meer. Zie voor de behandeling van een invasieve schimmelinfectie de SWAB-richtlijn Invasieve schimmelinfecties (2017).
Advies
Het gebruik van amfotericine B in liposomen dient beperkt te blijven tot patiënten met ernstige systemische infecties met Candida albicans, Cryptococcus neoformans of Aspergillus fumigatus bij wie conventioneel amfotericine B (parenteraal) niet meer kan worden gebruikt vanwege toxiciteit of ernstig nierfunctieverlies.
Zie voor de behandeling van een invasieve schimmelinfectie de SWAB-richtlijn invasieve schimmelinfecties (2017). Voor invasieve aspergillose kijk in hoofdstuk 2, voor candidiasis in hoofdstuk 3, cryptokokkose in hoofdstuk 4.
De standaardbehandeling van mucormycose is het gebruik van liposomaal amfotericine B (ten minste 5 mg/kg) in combinatie met chirurgisch debridement en correctie van onderliggende risicofactoren (bv. immuunsuppressie, ketoacidose). Als de behandeling faalt of de patiënt niet met liposomaal amfotericine B behandeld kan worden vanwege intolerantie, kan behandeling met posaconazol (offlabel) of isavuconazol worden overwogen.
Bij de behandeling van viscerale leishmaniasis is amfotericine B een goede keus. Voordeel bij deze indicatie van amfotericine B in liposomen boven conventioneel amfotericine B (parenteraal) is de gebleken effectiviteit bij een korte behandelduur (10 dagen).
Het gebruik van amfotericine B in liposomen is vele malen duurder dan gebruik van conventioneel amfotericine B (parenteraal).
Indicaties
- Dermatomycosen veroorzaakt door voor griseofulvine gevoelige dermatofyten.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Ernstige systemische en/of diepe mycosen;
- Empirische behandeling van vermoede schimmelinfecties bij patiënten met neutropenie;
- Mucormycose;
- Viscerale leishmaniasis.
Doseringen
Dermatomycosen
Volwassenen
500 mg/dag in 1–4 doses. Bij onvoldoende effect of bij hardnekkige infecties 1 g/dag in 1–4 doses; bij tekenen van verbetering verlagen tot 500 mg/dag. Bij tinea capitis 15–25 mg/kg lichaamsgewicht per dag.
Kinderen
10 mg/kg lichaamsgewicht per dag in 1–4 doses. Bij tinea capitis 10–15 mg/kg lichaamsgewicht per dag.
De behandelduur is afhankelijk van de tijd die nodig is om het geïnfecteerde weefsel te vervangen door nieuw, fungus-resistent weefsel, bv.:
- tinea corporis ten minste 2–4 weken;
- tinea pedis ten minste 4–8 weken;
- tinea capitis ten minste 4–12 weken;
- tinea unguium 4–6 maanden of langer.
Toediening: De suspensie omschudden voor gebruik. Vanwege betere absorptie, innemen met een glas melk en/of vetrijk voedsel.
Doseringen
Geneesmiddelen die amfotericine B bevatten zijn onderling niet uitwisselbaar.
Ernstige systemische mycosen door C. albicans of Aspergillus spp.
Volwassenen en kinderen ≥ 1 maand
I.v.: Volgens de fabrikant is de begindosering gewoonlijk 3 mg/kg lichaamsgewicht. Voor de behandeling van Aspergillus infecties kan de dosering geleidelijk worden verhoogd tot 5 mg/kg/dag. Vermijd een hogere dosering. Een gemiddelde behandeling bestaat uit een stapsgewijs cumulatief toenemende dosis van 1–3 g liposomaal amfotericine B gedurende een periode van 3–4 weken. Gegevens omtrent de onderhoudsdosering ontbreken. Voor informatie over de behandelduur zie ook de SWAB-adviezen Candidemie/gedissemineerde candidiasis (bij volwassenen) of Candidemie / gedissemineerde candidiasis (bij kinderen).
Vermoede schimmelinfectie bij febriele neutropenie
Volwassenen en kinderen ≥ 1 maand
I.v.: 3 mg/kg lichaamsgewicht per dag, indien niet gereageerd is op minimaal 96 uur behandeling met antibiotica. Bij optreden van toxiciteit de dosis verlagen.
Mucormycose
Volwassenen en kinderen ≥ 1 maand
I.v.: Begindosering: 5 mg/kg lichaamsgewicht per dag. De duur van de behandeling op individuele basis afstellen. Volgens de fabrikant worden doorgaans kuren tot 56 dagen toegepast. Een langere behandelduur kan aangewezen zijn bij diep genestelde infecties of bij een verlengde chemokuur of neutropenie. Doseringen boven 5 mg/kg per dag zijn gebruikt in geneesmiddelonderzoek en in de klinische praktijk. Er zijn relatief weinig gegevens beschikbaar met betrekking tot de veiligheid en effectiviteit van deze doseringen voor de behandeling van mucormycose. Weeg het risico van de bekende verhoogde toxiciteit af tegen de potentiële voordelen. Voor informatie over de behandelduur zie ook het SWAB-advies Mucormycose (bij volwassenen) of, voor kinderen, het SWAB-advies invasieve schimmelinfectie (aangetoond of verdenking) (onder de indicatie mucormycose).
Viscerale leishmaniasis
Volwassenen en kinderen ≥ 1 maand
I.v.: 1–1,5 mg/kg lichaamsgewicht per dag gedurende 21 dagen of 3–4 mg/kg per dag gedurende 10 dagen. Bij een onderdrukt immuunsysteem (bv. HIV-positieve patiënten): 1–1,5 mg/kg per dag gedurende 21 dagen. Toepassing van een onderhoudsbehandeling bij recidiverende leishmaniasis is nog niet bestudeerd.
Na tijdelijke onderbreking: Een behandeling die langer dan 7 dagen onderbroken is, in de laagste dosering opnieuw starten en geleidelijk ophogen.
Ouderen: Geen dosisaanpassing nodig.
Nierdialysepatiënten: Op basis van beschikbare gegevens is bij hen geen dosisaanpassing nodig, wel pas starten na beëindiging van de dialyse.
Toediening
- Uitsluitend i.v. toedienen gedurende 30–60 min. Een bestaande i.v.-lijn eerst spoelen met glucose 5%; indien dit niet mogelijk is liposomaal amfotericine B via een aparte lijn toedienen. Bij optreden van infusiegerelateerde reacties eventueel een lagere infusiesnelheid hanteren (bv. gedurende 2 uur) of een antihistaminicum, paracetamol, pethidine en/of hydrocortison toedienen.
- Voor het oplossen van het poeder alleen steriel water voor injectie gebruiken, daarna met glucose 5% (of 10%, 20%) infusievloeistof verder verdunnen tot een eindconcentratie van 0,2–2,0 mg/ml; geen zoutoplossing gebruiken en de oplossing ook niet met andere geneesmiddelen of elektrolyten mengen.
- Een inline-membraanfilter kan gebruikt worden, de gemiddelde diameter van de poriën mag echter niet kleiner zijn dan 1,0 micron.
Bijwerkingen
Hoofdpijn. Misselijkheid, braken, maagpijn, diarree, flatulentie. Overgevoeligheidsreacties, meestal urticaria, huiduitslag (erytheem) of fotosensibilisatie.
Verder: duizeligheid, slapeloosheid, vermoeidheid, prikkelbaarheid, en bij hoge doses verwardheid, depressie en psychotische symptomen. Droge mond, dorst, orale candidiasis.
Zelden: angio-oedeem, erythema multiforme, verschijnselen van serumziekte, (exacerbatie van) systemische lupus erythematodes (SLE). Maag-darmbloeding. Perifere neuropathie en paresthesieën van handen en voeten (bij langdurig gebruik, meestal reversibel na behandeling korter dan 6 maanden), coördinatiestoornissen. Visusklachten. (Reversibele) vermindering van het gehoor. Hepatotoxiciteit (geelzucht, stijging van ASAT, ALAT en bilirubine). Proteïnurie, nieraandoening. (Reversibele) leukopenie, granulocytopenie. Menstruatiestoornissen en bij kinderen oestrogeen-achtige effecten (o.a. gynaecomastie).
Een geval van (fatale) toxische epidermale necrolyse is gemeld.
Alcoholintolerantie is gemeld.
Bijwerkingen
Bij gebruik van liposomaal amfotericine B lijken bijwerkingen minder frequent voor te komen dan bij conventioneel amfotericine B (parenteraal). Tot de meest bekende bijwerkingen van amfotericine B behoren hemolyse, voorbijgaande vermindering van de nierfunctie (renale tubulaire acidose), bot- en spierpijn, anorexie, leukopenie, agranulocytose en eosinofilie. Hogere doseringen van AmBisome® kunnen leiden tot meer renale bijwerkingen met een hogere incidentie van hypokaliëmie, hypomagnesiëmie, verhoogd serumcreatinine en nierfalen.
Zeer vaak (> 10%): koorts, rillingen. Misselijkheid, braken. Hypokaliëmie.
Vaak (1-10%): hoofdpijn, buikpijn, diarree, rugpijn, pijn op de borst. Dyspneu, tachycardie, hypotensie, vasodilatatie, voorbijgaande roodheid van gelaat en hals. Verhoogd alkalisch fosfatase, hyperbilirubinemie, abnormale leverfunctiewaarden. Verhoogde creatinine- en ureumspiegels, hyperkaliëmie (mogelijk leidend tot ernstige spierzwakte en (fatale) hartritmestoornissen), hyponatriëmie, hypomagnesiëmie, hypocalciëmie, hyperglykemie. Huiduitslag.
Soms (0,1-1%): anafylactoïde reactie. Convulsies. Bronchospasmen. Trombocytopenie. Flebitis.
Verder zijn gemeld: hartstilstand, ritmestoornis, cardiomyopathie. Anafylactische reactie, angio-oedeem, overgevoeligheid. Nierfalen, nierinsufficiëntie. Anemie. Rabdomyolyse. Gewrichtspijn.
Interacties
Griseofulvine is een inductor van CYP3A4; dit effect kan tot enkele weken na staken van de therapie aanhouden. De betrouwbaarheid van orale en niet-orale hormonale anticonceptiva kan afnemen, dit geldt ook voor de vaginale ring en anticonceptiepleister. Ook de betrouwbaarheid van de morning-afterpil met levonorgestrel of ulipristal kan door inductie van het metabolisme verminderd zijn, dit geldt tot 4 weken na het gebruik van griseofulvine.
De werkzaamheid van vitamine K-antagonisten kan verminderen door griseofulvine.
Griseofulvine versterkt de werking van alcohol; de combinatie kan ook disulfiram-achtige effecten teweegbrengen.
De plasmaconcentratie van griseofulvine kan afnemen door barbituraten (bv. fenobarbital) en primidon.
De plasmaconcentratie van ciclosporine kan dalen.
Interacties
Hoewel geen interacties van liposomaal amfotericine B met andere geneesmiddelen zijn waargenomen, wel rekening houden met de mogelijkheid ervan zoals bij gebruik van conventioneel amfotericine B. Zie amfotericine B (parenteraal)#interacties.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij dieren schadelijk gebleken. Bij de mens aanwijzingen voor een toegenomen kans op misvormingen en spontane abortus. Theoretisch is het mogelijk dat griseofulvine de chromosoomverdeling tijdens de celdeling verstoort.
Advies: Het gebruik is gecontra-indiceerd.
Overig: Een vruchtbare vrouw of man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens en na de therapie; vrouwen tot 1 maand en mannen tot 6 maanden na de therapie. Let op: griseofulvine kan de betrouwbaarheid van hormonale anticonceptiva verminderen, zie ook Interacties. Daarom bij gebruik van hormonale anticonceptiva tevens een barrièremiddel toevoegen.
Zwangerschap
Amfotericine B passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. De beperkte ervaring met amfotericine B laat geen nadelige effecten zien op de zwangerschap of het ongeboren kind. Bij konijnen bij een lagere dan de humane dosis een verhoogd aantal spontane abortussen.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend bij de mens. Ja, bij dieren.
Farmacologisch effect: Griseofulvine wordt deels geabsorbeerd vanuit het maag-darmkanaal. Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Risico voor de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- Hepatocellulaire functiestoornis;
- Systemische lupus erythematosus (SLE) en gerelateerde aandoeningen;
- Acute porfyrie.
Zie ook de rubriek Zwangerschap
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Waarschuwingen en voorzorgen
De zelden optredende ernstige bijwerkingen zijn meestal het gevolg van hoge dosering en/of langdurige therapie. Wees voorzichtig bij verminderde nierfunctie en bij bloedbeeldafwijkingen. Bepaal tijdens langdurige therapie regelmatig de nierfunctie, leverfunctie en het bloedbeeld.
Fotosensitieve reacties kunnen lupus erythematosus uitlokken; tijdens de therapie de huid beschermen tegen intens zonlicht of kunstmatig UV-licht. Griseofulvine beïnvloedt het metabolisme van porfyrinen en kan daardoor een aanval van acute intermitterende porfyrie uitlokken.
Voor vruchtbare mannen en vrouwen: Griseofulvine kan de chromosoomverdeling tijdens de celdeling verstoren; zie voor advies over anticonceptie voor de man en vrouw de rubriek Zwangerschap.
Bij aandoeningen van het haar en de nagels zal frequent knippen de therapieduur verkorten en de kans op herinfectie verminderen.
Bij sommige diersoorten konden experimenteel tumoren worden opgewekt; de klinische relevantie hiervan voor de mens is onbekend.
Hulpstoffen: Saccharose, in de suspensie, kan bij gebruik ≥ 2 weken de tanden beschadigen. Wees ook voorzichtig ermee bij diabetes mellitus, vanwege het suikergehalte.
Waarschuwingen en voorzorgen
Controle nierfunctie: Wees voorzichtig bij nierfunctiestoornissen, het effect van een pre-existente nierfunctiestoornis op de klaring van amfotericine B in liposomen is niet onderzocht. Als de toepassing noodzakelijk is dan slechts onder zeer nauwkeurige controle behandelen. Controleer tijdens deze therapie dagelijks de nierfunctie. Ook wordt aanbevolen de leverfunctie en het serumelektrolytengehalte, met name kalium en magnesium, te meten en de normale bloedtellingen uit te voeren. Door het risico van hypokalïemie kan kaliumsuppletie noodzakelijk zijn tijdens deze behandeling. Er zijn echter ook gevallen van hyperkaliëmie gemeld, soms leidend tot hartritmestoornissen en hartstilstand. Meestal doet dit zich voor bij patiënten met nierinsufficiëntie en soms na kaliumsuppletie bij patiënten die eerder een hypokaliëmie hadden. Meet daarom de nierfunctie en het kaliumgehalte voorafgaand aan en tijdens de behandeling. Dit is met name belangrijk bij patiënten met al bestaande nierinsufficiëntie die al nierfalen hebben gehad, of wanneer gelijktijdig behandeld wordt met andere nefrotoxische geneesmiddelen.
Progressief gestoorde lever- of nierfunctie: overweeg hierbij dosisverlaging, onderbreking of staken van dit middel.
Acute longtoxiciteit is gemeld bij patiënten die amfotericine B (als natriumdeoxycholaatcomplex) tijdens of kort na leukocytentransfusies toegediend kregen; houd een zo lang mogelijke periode tussen toediening van beide en observeer de longfunctie.
De kans op recidiveren van viscerale leishmaniasis bij immuungecompromitteerde patiënten is zeer hoog, met name bij HIV-infectie.
Fout-positieve verhogingen van serumfosfaat zijn gemeld wanneer een monster geanalyseerd is met de PHOSm-test (bv. in een Beckman-Coulter-analyseapparaat).
Er zijn geen gegevens beschikbaar om een dosisaanbeveling bij een leverfunctiestoornis op te baseren. Er zijn geen gegevens over de werkzaamheid en veiligheid bij kinderen < 1 maand.
Hulpstoffen: Let op de sucrose, in de infusievloeistof, bij diabetes mellitus, vanwege het suikergehalte.
Overdosering
Symptomen
Naast de beschreven bijwerkingen kan cardiorespiratoire collaps optreden.
Voor meer informatie over een overdosering van amfotericine B (in liposomen) neem contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Griseofulvine is een fungistatisch werkend antibioticum afgescheiden door Penicillium-species. De werking berust in hoofdzaak op remming van de mitose tijdens de celdeling van de schimmelcel, door beschadiging van de microtubuli. Griseofulvine wordt geconcentreerd in keratineprecursorcellen in o.a. huid, haren en nagels en wordt door exocriene zweetklieren actief uitgescheiden.
Griseofulvine is alleen werkzaam tegen dermatofyten (tinea-infecties) zoals Trichophyton spp., Epidermophyton floccosum en Microsporum spp. Het beschermt nieuw gevormde cellen tegen deze dermatofyten; het heeft géén invloed op reeds geïnfecteerde cellen.
Kinetische gegevens
Resorptie | 25–70%; wordt bevorderd door inname met vetrijk voedsel. De absorptie vindt primair plaats vanuit het duodenum, enigszins vanuit het jejunum en ileum. |
T max | ca. 4 uur. |
Overig | Griseofulvine cumuleert in keratineprecursorcellen in huid, haar en nagels; cumuleert ook in lever, vet en skeletspieren. Heeft een geringe keratinebinding, waardoor het na het staken van de therapie relatief snel uit de huid verdwijnt. |
Metabolisering | in de lever tot inactieve metabolieten. |
Eliminatie | met de urine (vnl. als metabolieten) en de feces (ca. 35%, onveranderd). Een gedeelte wordt uitgescheiden met zweet. |
T 1/2el | 9–24 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Amfotericine B is een fungistatisch en, vooral bij hoge concentraties en afhankelijk van de gevoeligheid van de schimmel, fungicide werkend polyeenantibioticum, verkregen uit een stam van Streptomyces nodosus. Het bindt aan sterolen in de celmembraan van de schimmel, waardoor de permeabiliteit van de celmembraan wordt verhoogd en kalium en andere celbestanddelen verloren gaan. Doordat amfotericine B, dankzij een lipofiel gedeelte, is geïncorporeerd in de lipiden-dubbellaag van liposomen kunnen met name in relatie tot de toxiciteit waarschijnlijk hogere doses worden gegeven dan van conventioneel amfotericine B (parenteraal).
Het is vooral werkzaam tegen Aspergillus fumigatus, Blastomyces dermatitidis, Candida spp., Coccidioides immitis, Cryptococcus neoformans spp., Histoplasma capsulatum, Leishmania donovani, Leishmania infantum, verschillende soorten binnen de Mucorales-orde (waaronder, maar niet beperkt tot Rhizopus spp., Mucor spp. en Lichtheimia spp.), Paracoccidioides brasiliensis, Rhodotorula, Sporothrix schenckii en Trichosporon spp.
Verworven resistentie tegen amfotericine B komt zelden voor, sommige Aspergillus-species zijn minder gevoelig.
Amfotericine B in liposomen is niet werkzaam tegen bacteriën, Rickettsiaceae en virussen.
Kinetische gegevens
V d | dosisafhankelijk: 0,44 l/kg (bij dosering 1–2,5 mg/kg) tot 0,18 l/kg (5–7,5 mg/kg). |
Overig | In het plasma worden hogere piekwaarden bereikt dan na toediening van conventioneel amfotericine B (parenteraal). Vooral in de lever en milt worden hoge concentraties bereikt. |
Metabolisering | onbekend. |
Eliminatie | door de grootte van de liposomen is de renale klaring nihil. Hemodialyse en peritoneale dialyse lijken geen invloed te hebben op de eliminatie van amfotericine B (in liposomen). |
T 1/2el | ca. 7 uur (volwassenen), ca. 10 uur (kinderen). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
griseofulvine hoort bij de groep antimycotische antibiotica.
Groepsinformatie
amfotericine B in liposomen hoort bij de groep antimycotische antibiotica.