Samenstelling
Kaliumchloride Drank FNA Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Drank
- Sterkte
- 75 mg/ml
Bevat per ml: 75 mg kaliumchloride overeenkomend met 39 mg = 1 mmol kalium.
Slow-K Essential Pharma Ltd
- Toedieningsvorm
- Tablet met gereguleerde afgifte
- Sterkte
- 600 mg
600 mg kaliumchloride komt overeen met 314 mg = 8 mmol kalium.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Kaliumchloride-glucose XGVS B. Braun Medical bv
- Toedieningsvorm
- Infusievloeistof '1,5/50' (0,15%/5%)
- Verpakkingsvorm
- 500 ml
Bevat per ml infusievloeistof: kaliumchloride 1,5 mg en glucose 50 mg. De '1,5/50' infusievloeistof bevat: kalium 20 mmol/liter en chloride 20 mmol/liter. Calorische waarde 200 kcal/liter (835 kJ/l).
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Zie voor het beleid en de behandeling van een hypokaliëmie Het Acute Boekje.
Advies
Voor kaliumchloride/glucose infusievloeistof is geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling.
Indicaties
- Profylaxe en behandeling van hypokaliëmie.
De tablet is bedoeld als profylaxe van hypokaliëmie bij patiënten die (de smaak van) de drank niet verdragen.
Indicaties
- Bij behoefte aan zowel kalium voor het corrigeren of voorkomen van hypokaliëmie als aan glucose voor het dekken van de basisbehoefte aan energie.
Doseringen
Behandeling van hypokaliëmie
Volwassenen
Drank: bij een plasmakaliumconcentratie ≥ 3,0 mmol/l: 1,5–6 g kaliumchloride (= 20–80 mmol kalium) per dag, bij een plasmakaliumconcentratie tussen 2,5–3,0 mmol/l: 6–12 g kaliumchloride (= 80–160 mmol kalium) per dag. De dagdosis verdelen over meerdere doses, max. 3 g (= 40 mmol kalium)/keer.
Kinderen > 1 maand
Doseren op geleide van de plasma kaliumconcentratie.
Profylaxe van hypokaliëmie
Volwassenen
Afhankelijk van de individuele behoefte. Drank: algemeen 1,2–4 g kaliumchloride/dag (= 16–53 ml). Bij patiënten die de drank niet verdragen: tabletten: 1,2–3,6 g kaliumchloride (= 2–6 tabletten) in verdeelde doses.
Bij verminderde nierfunctie: kan een lagere dosering voldoende zijn. Gebruik is gecontra-indiceerd bij ernstige nierinsufficiëntie.
Bij intermitterend diureticumgebruik: de tablet met vertraagde afgifte gebruiken op de diureticumvrije dagen.
Vergeten dosis
- Bij gebruik van de drank 2× per dag: bij een vergeten dosis < 2 uur voor de volgende geplande dosis: de vergeten dosis overslaan en doorgaan met het gebruikelijke schema. Indien de tijd tot de volgende dosis > 4 uur is, dan de vergeten dosis alsnog innemen.
- Bij gebruik van de drank 3× per dag: bij een vergeten dosis < 2 uur voor de volgende geplande dosis: de vergeten dosis overslaan en doorgaan met het gebruikelijke schema. Indien de tijd tot de volgende dosis > 2 uur is, dan de vergeten dosis alsnog innemen.
Toediening
- De drank mag gemengd worden met water of vruchtensap voor een betere smaak.
- De tabletten zittend of staand in hun geheel met ruim water innemen.
- Gebruik tijdens of na de maaltijd.
- Na gebruik van de tablet of vruchtensap de mond spoelen met water, ter preventie van tandbederf.
Doseringen
Corrigeren of voorkomen van hypokaliëmie:
Volwassenen:
De dosering en infusiesnelheid mede bepalen m.b.v. ECG en serumelektrolytencontrole. Richtlijn dosering voor volwassenen: de benodigde hoeveelheid kalium (K) voor het corrigeren van een matig kaliumtekort en voor het handhaven kan worden berekend met de volgende formule: aantal mmol kalium vereist = (lichaamsgewicht in kg × 0,2) × 2 × (serum K streefwaarde - serum K huidig [beide in mmol/l] ). De maximale streefwaarde is doorgaans 4,5 mmol/l. Maximale dosering kalium: 2–3 mmol/kg lichaamsgewicht/24 uur. Doorgaans niet meer dan 40 ml/kg lichaamsgewicht/dag aan vloeistof toevoeren; overweeg wanneer meer kalium nodig is ook andere sterkten of andere middelen.
Kinderen:
De dosering en infusiesnelheid mede bepalen m.b.v. ECG en serumelektrolytencontrole. Het volume en de infusiesnelheid (zie Toedieningsinformatie) zijn afhankelijk van de behoefte van de individuele patiënt. Maximale dosering kalium: 2–3 mmol/kg lichaamsgewicht/24 uur.
Ouderen: Geen dosisaanpassing nodig; wees voorzichtig bij aandoeningen als hart- of nierfalen.
Toedieningsinformatie:
- i.v. toedienen via een grote perifere of centrale ader. Om plaatselijke hyperkaliëmie te voorkomen dient bij infusie via een centrale ader de katheter zich niet in het atrium of ventrikel te bevinden.
- Richtlijn voor de toedieningssnelheid: volwassenen: max. 5 ml/kg lichaamsgewicht/uur, overeenkomend met 0,25 g glucose/kg lichaamsgewicht/uur en 0,1-0,2 mmol kalium/kg lichaamsgewicht/uur, kinderen: niet meer dan 0,5 mmol kalium/kg lichaamsgewicht/uur.
- NB. In principe dienen infusiepompen gebruikt te worden voor de infusie van kalium. De glucose-bevattende oplossing niet gelijktijdig, vóór of na toediening van bloed(producten) via dezelfde infusie-uitrusting toedienen vanwege de mogelijkheid van pseudoagglutinatie.
Bijwerkingen
Soms (0,1-1%): hyperkaliëmie.
Zelden (0,01-0,1%): maag-darmstoornissen zoals misselijkheid, braken, maagpijn, diarree, flatulentie en bij gebruik van de tablet tevens laesies in slokdarm, maag en duodenum (ontsteking, erosies, ulcera), gastro-intestinale bloedingen, gastro-intestinale obstructie. Huiduitslag, jeuk, urticaria.
Bijwerkingen
Lokale pijn of aderontsteking. Bij ernstige nierfunctie- of stofwisselingsstoornissen of bij te snelle of bovenmatige toediening: overhydratie, hyperglykemie, kaliumintoxicatie. Hyponatriëmie kan optreden, dit kan irreversibel hersenletsel en overlijden veroorzaken door ontwikkeling van hyponatriëmische encefalopathie (zie ook rubriek Waarschuwingen en voorzorgen).
Symptomen van hyperkaliëmie zijn: hypotensie, hartritmestoornissen, hartblok, ECG-afwijkingen (met bifasische curven), hartstilstand; paresthesieën van de extremiteiten, spier- of ademhalingsverlamming, areflexie, algehele zwakte, lusteloosheid, koude huid, grijze gelaatskleur, verwardheid, zwakte en zwaar aanvoelen van de benen.
Interacties
Gelijktijdig gebruik van parasympathicolytica met de tablet is gecontra-indiceerd. Combinatie met middelen met duidelijk parasympathicolytische werking vertraagt de maag-darmmotiliteit en vermeerdert de kans op lokale bijwerkingen van het kaliumzout.
Gelijktijdige toediening van aldosteronantagonisten, triamtereen en amiloride (al dan niet in combinatie met thiazide-diuretica) vermijden in verband met het risico van ernstige hyperkaliëmie; monitor het kaliumgehalte zorgvuldig.
Ook bij gelijktijdig gebruik van ACE-remmers, AT1-antagonisten, β-blokkers, heparine, ciclosporine, tacrolimus, oncolytica, renineremmers zoals aliskiren, protonpompremmers of NSAID's bestaat meer kans op hyperkaliëmie. Controleer regelmatig het kaliumgehalte.
Vooral bij gedigitaliseerde patiënten is het van belang kaliumdeficiëntie te voorkomen, aangezien bij toediening van digoxine aan patiënten met hypokaliëmie er aanzienlijk meer kans is op hartglycosidenintoxicatie en ritmestoornissen.
Interacties
Niet met, voor of na bloed toedienen via dezelfde infusie-uitrusting, wegens kans op pseudoagglutinatie veroorzaakt door glucose in de oplossing.
Corticosteroïden kunnen de glucosetolerantie verminderen.
Wees voorzichtig bij combinatie met digoxine, met name bij het beëindigen van de kaliumtoediening omdat hypokaliëmie digoxinetoxiciteit kan veroorzaken. Hyperkaliëmie kan het effect van digoxine afzwakken.
Wees voorzichtig bij geneesmiddelen die kalium bevatten of hyperkaliëmie (en daarmee kans op hartritmestoornissen) kunnen geven, zoals kaliumsparende diuretica (bv. spironolacton, triamtereen), β-blokkers, ACE-remmers, ARB's (angiotensine-II-antagonisten), heparine, NSAID's, ciclosporine en tacrolimus.
Bij combinatie met middelen die een verhoogd vasopressine-effect geven is er kans op (acute) hyponatriëmie. Middelen die de afgifte van vasopressine stimuleren zijn bv. carbamazepine, ifosfamide, vincristine, bepaalde antipsychotica, SSRI's, narcotica, MDMA ('Exstacy'). Middelen die de werking van vasopressine versterken zijn bv. NSAID's, cyclofosfamide. Vasopressine-agonisten zijn bv. desmopressine, oxytocie, terlipressine en vasopressine.
Andere middelen die de kans op hyponatriëmie vergroten zijn diuretica in algemene zin, anti-epileptica zoals oxcarbazepine.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: Verstoring van de kaliumspiegel kan effect hebben op de hartfunctie van zowel de zwangere vrouw als de ongeborene. Wees bedacht op een vertraagde of geblokkeerde maag-darmpassage bij zwangere vrouwen; dit kan de absorptie van kalium (met name uit de tablet) verstoren.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Zwangerschap
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren onvoldoende gegevens. Er worden, o.a. omdat alle componenten van nature in het lichaam aanwezig zijn, geen teratogene effecten verwacht.
Farmacologisch effect: Bij gebruik tijdens de bevalling mogelijk foetale hyperglykemie, hyperinsulinemie en acidose, gevolgd door neonatale hypoglykemie.
Advies: Kan in normale therapeutische doseringen gebruikt worden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Advies: Kan volgens voorschrift worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: Toxische effecten worden niet verwacht, omdat alle componenten van nature in het lichaam aanwezig zijn.
Advies: Kan worden gebruikt.
Contra-indicaties
- ernstige nierinsufficiëntie (drank: met oligurie en anurie);
- maag-darmulcera (ook in de voorgeschiedenis);
- hyperkaliëmie, periodieke verlamming als gevolg van hyperkaliëmie;
- bij de tablet tevens: vertraagde slokdarm- en maag-darmpassage (bv. door atonie, stenose of obstructie), gelijktijdig gebruik van kaliumsparende diuretica of parasympathicolytica.
Contra-indicaties
- ernstig nierfalen met oligurie, anurie of uremie;
- hoofdtrauma (eerste 24 uur);
- acuut ischemisch cerebrovasculair accident;
- hyperhydratie;
- hyperkaliëmie;
- hyperglykemie;
- hyperchloremie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Hypokaliëmie ten gevolge van metabole acidose niet behandelen met kaliumchloride maar met een zwak-zuur-kaliumzout (bv. kaliumwaterstofcarbonaat).
Hyperkaliëmie is een soms voorkomende complicatie van kaliumsuppletie (met name bij hypokaliëmie die het gevolg is van redistributie; d.w.z. veroorzaakt door een 'shift' van kaliumionen naar de intracellulaire ruimte).
Wees voorzichtig bij nier- of leverfunctiestoornissen, bij ouderen > 65 jaar en bij langdurig gebruik. Frequente bepaling van de serumkaliumspiegel is noodzakelijk.
De toediening staken bij tekenen van ulceratie of perforatie van het maag-darmkanaal, zoals hevig braken, buikpijn, flatulentie, diarree of maag-darmbloeding.
De drank heeft een onaangename smaak. De tablet heeft een onoplosbare matrix die met de feces wordt uitgescheiden.
De effectiviteit en veiligheid bij kinderen is niet vastgesteld.
Hulpstoffen: sucrose, in de tablet, kan bij gebruik ≥ 2 weken de tanden beschadigen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bepaal vooraf of de nierfunctie voldoende is. Behandeling staken bij tekenen van ontwikkeling van nierfalen.
De behandeling volgen met regelmatige controle van serumglucose, elektrolyten- en vochtbalans en periodiek ook van het ECG. Bij kinderen de elektrolyten- en vochtbalans extra nauwlettend volgen.
Hyponatriëmie: in het lichaam kan de glucose-bevattende oplossing zich uitermate hypotoon gedragen door de snelle metabolisering van glucose. Door i.v. glucose kan hypo- of hyperosmotische hyponatriëmie ontstaan, afhankelijk van de toniciteit van de oplossing, volume en snelheid van infusie, onderliggende aandoening en het vermogen om glucose te metaboliseren. In geval van niet-osmotische afgifte van vasopressine (bij acute ziekte, pijn, postoperatieve stress, hart-, lever- of nierziekten en bij blootstelling aan vasopressine-agonisten) is er een toegenomen kans op acute hyponatriëmie. Dit kan leiden tot acute hyponatriëmische encefalopatie (hersenoedeem) gekenmerkt door hoofdpijn, convulsies, lethargie, misselijkheid en braken. Patiënten met hersenoedeem hebben een extra groot risico op ernstig, irreversibel en levensbedreigend (osmotisch) hersenletsel. Kinderen, vrouwen in de vruchtbare leeftijd en patiënten met een verminderde hersenfunctie (bv. bij of ná meningitis, intracraniële bloeding, hersenschudding) hebben een extra groot risico op ernstig en levensbedreigend hersenoedeem door acute hyponatriëmie.
Wees voorzichtig bij patiënten met:
- hartziekte, zoals een voorgeschiedenis van myocardinfarct en/of hartritmestoornissen (vooral bij gebruik van digoxine, zie rubriek Interacties);
- stuwing of longoedeem;
- hypotone dehydratie;
- hyponatriëmie (cave verergering);
- glucose-intolerantie, diabetes (controleer bloedglucose);
- de ziekte van Addison (kans op hyperkaliëmie);
- bij bovenmatige weefselschade (bv. brandwonden).
Overdosering
Symptomen
ventriculaire aritmieën, bundeltakblok en ventrikelfibrilleren, gepaard gaand met hypotensie en shock, eventueel leidend tot hartstilstand. Typische ECG-veranderingen (piekende T-golven met een toegenomen amplitude, verdwijnen van de P-golf, verbreding QRS-complex en ST-depressie). Paresthesieën, convulsies, areflexie, verlammingsverschijnselen van de dwarsgestreepte musculatuur, eventueel leidend tot ademstilstand. Farmacobezoar is gemeld.
Therapie
laten braken, maagspoelen, actieve kool, orale kationenuitwisselaars. Bij farmacobezoar kan endoscopie en operatief ingrijpen nodig zijn.
Voor meer informatie over symptomen en behandeling van een vergiftiging met kaliumchloride/hyperkaliëmie zie de monografie kaliumzouten op toxicologie.org.
Overdosering
Symptomen
Verschijnselen van verstoring van de kaliumhomeostase, zoals hyperkaliëmie en hyperhydratie. Symptomen van hyperkaliëmie zijn: hypotensie, hartritmestoornissen, hartblok, ECG-afwijkingen, hartstilstand, paresthesieën van de extremiteiten, spier- of ademhalingsverlamming, areflexie, algehele zwakte, lusteloosheid, koude huid, grijze gelaatskleur, verwardheid, zwakte , zwaar aanvoelen van de benen. Als gevolg van te veel chloridetoediening: verlies van bicarbonaat, met verzurend effect.
Therapie
ECG-monitoring. Eventueel: verhoging urinestroom, natriumwaterstofcarbonaat. Eventueel insuline om de cellulaire opname van kalium te verhogen en glucose om hypoglykemie te voorkomen. Eventueel calciumgluconaat (parenteraal) om cardiotoxische effecten van kalium te neutraliseren. Voorzichtig zijn bij digoxinegebruik, omdat snelle verlaging van de kaliumspiegel de digoxine-werking kan versterken. Bij nierfalen: hemodialyse of peritoneale dialyse.
Voor meer informatie over symptomen en behandeling van een vergiftiging met kaliumchloride/glucose cq. hyperkaliëmie zie de monografie kaliumzouten op toxicologie.org.
Eigenschappen
Kalium is een mineraal dat een essentiële rol speelt bij het zuur-basenevenwicht, de isotonie en de elektrodynamische eigenschappen van de cel. Het is noodzakelijk bij veel enzymatische reacties en bij tal van fysiologische processen, zoals spiercontractie, overdracht van zenuwimpulsen, eiwitsynthese en koolhydraatmetabolisme.
Kinetische gegevens
Overig | Kaliumchloride komt bij gebruik van de tabletten tijdens de passage door het maag-darmkanaal geleidelijk vrij in de loop van circa 4 uur. De afgifte is niet pH-afhankelijk. |
Eliminatie | via de nieren, circa 90% binnen 8 uur en ≥ 98% binnen 24 uur (bij een normaal kaliumevenwicht). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Kalium is essentieel voor het zuur-base evenwicht, de isotonie en de elektrodynamische eigenschappen van de cel. Kalium is noodzakelijk bij veel enzymatische reacties en bij tal van fysiologische processen, zoals spiercontractie, overdracht van zenuwimpulsen, eiwitsynthese en koolhydraatmetabolisme. Chloride speelt een belangrijke rol in de regulatie van het zuur-base-evenwicht. Glucose en derivaten ervan worden in het lichaam gebruikt voor energielevering, modificatie van eiwitten en lipiden, vorming van mucopolysacchariden en lactose, als componenten van nucleïnezuren en als conjugaten voor de uitscheiding van diverse verbindingen.
Kinetische gegevens
Metabolisering | Glucose wordt geoxideerd (tot CO2 en water, bij volledige oxidatie), of opgeslagen als glycogeen of omgezet in vet. |
Overig | Kalium wordt actief de cellen in getransporteerd, chloride wordt voornamelijk in de extracellulaire ruimte gedistribueerd. |
Eliminatie | Kalium en chloride vooral via de nieren, kleine hoeveelheden gaan verloren via de huid en het maag-darmkanaal. Na volledige oxidatie tot CO2 via de longen en als water via de nieren. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
kaliumchloride (oraal) hoort bij de groep kaliumzouten.
Groepsinformatie
kaliumchloride/glucose hoort bij de groep kaliumzouten.