Samenstelling
Duphalac
Bijlage 2
Mylan bv
- Toedieningsvorm
- Stroop
- Sterkte
- 667 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 1000 ml
Lactulose 670 mg/ml komt overeen met 500 mg/g.
Lactulose stroop
Bijlage 2
Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Stroop
- Sterkte
- 670 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 300 ml, 500 ml, 1000 ml
Lactulose 670 mg/ml komt overeen met 500 mg/g.
Lactulose stroop OTC
OTC
Bijlage 2
Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Stroop
- Sterkte
- 670 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 200 ml, 300 ml, 500 ml, 1000 ml
Lactulose 670 mg/ml komt overeen met 500 mg/g.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Natriumsulfaatpoeder voor Drank FNA (grondstof) Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Poeder
- Sterkte
- 3 g, 6 g, 9 g, 12 g, 15 g, 18 g, 21 g, 24 g, 27 g, 30 g
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Adviseer bij obstipatie in eerste instantie voldoende inname van vocht en vezels, en voldoende beweging. Indien een dieet met extra vezels niet volstaat, is psyllium een alternatief. Bij de medicamenteuze behandeling van functionele obstipatie is een osmotisch laxans eerste keus. Verhoog bij onvoldoende effect zo nodig tot de maximale dosering of combineer met, of schakel over op een contactlaxans of ander osmotisch laxans. Overweeg als defecatie 3 dagen uitblijft ondanks optimale orale therapie, rectale medicatie ter lediging van het rectum. Fecale impactie kan medicamenteus of manueel worden verwijderd. Als medicatie de voorkeur heeft, overweeg een (micro)klysma of een hoge dosis macrogol (met of zonder elektrolyten).
Bij keuze voor een osmotisch laxans zijn in de eerstelijnszorg macrogol (met of zonder elektrolyten) en lactulose eerste keus. Bij kinderen heeft macrogol (met of zonder elektrolyten) de voorkeur boven lactulose. Bij obstipatie in de palliatieve fase hebben macrogol en magnesiumhydroxide de voorkeur boven lactulose.
Bij de behandeling van (pre)coma hepaticum geeft lactulose goede resultaten; dit is dan ook een belangrijk indicatiegebied voor lactulose. Voor de preventie van recidiverende episoden van hepatische encefalopathie is lactulose de eerste keus behandeling.
Aan de vergoeding van lactulose zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Advies
Bij orale colonlavage voor onderzoek of chirurgie is de preparaatkeuze afhankelijk van de conditie en omstandigheden van de patiënt en van de aard van de te volgen verrichting.
Indicaties
- Symptomatische behandeling van obstipatie.
- Wanneer zachte ontlasting gewenst is (zoals bij aambeien of na een operatie aan colon of anus).
- Hepatische encefalopathie: ter behandeling en preventie van (pre)coma hepaticum.
Gerelateerde informatie
Indicaties
Colonlavage. Bij vergiftigingen, vrijwel altijd in een combinatie met geactiveerde kool, om obstipatie door de kool te voorkomen.
Doseringen
Obstipatie
Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen > 14 jaar
richtlijn: begindosering: 15–45 ml stroop per dag in 1–2 doses.
Onderhoudsdosering 15–30 ml stroop per dag in 1–2 doses. Volgens het Kinderformularium van het NKFK zijn de doseergegevens: Kinderen van 7 maanden–18 jaar: 0,6–2,0 g/kg lichaamsgewicht per dag in 1–2 doses (max. 66 g per dag).
Kinderen van 7–14 jaar
richtlijn: begindosering 15 ml stroop per dag in 1–2 doses.
Onderhoudsdosering 10–15 ml stroop per dag in 1–2 doses. Volgens het Kinderformularium van het NKFK zijn de doseergegevens: Kinderen van 7 maanden–18 jaar: 0,6–2,0 g/kg lichaamsgewicht per dag in 1–2 doses (max. 66 g per dag).
Kinderen van 1–6 jaar
richtlijn: begindosering 5–10 ml stroop per dag in 1–2 doses.
Onderhoudsdosering 5–10 ml stroop per dag in 1–2 doses. Volgens het Kinderformularium van het NKFK zijn de doseergegevens: Kinderen van 7 maanden–18 jaar: 0,6–2,0 g/kg lichaamsgewicht per dag in 1–2 doses (max. 66 g per dag).
Kinderen van < 1 jaar
richtlijn: begindosering tot 5 ml stroop per dag in 1–2 doses.
Onderhoudsdosering tot 5 ml stroop per dag in 1–2 doses. Volgens het Kinderformularium van het NKFK zijn de doseergegevens: a terme neonaten: 334–667 mg (= 0,5–1 ml stroop) per kg lichaamsgewicht per dag in 1–2 doses. (Er is geen onderzoek verricht naar de toepassing bij neonaten). Kinderen van 1–7 maanden: 0,4–0,7 g/kg lichaamsgewicht per dag in 1–2 doses. Kinderen van 7 maanden–18 jaar: 0,6–2,0 g/kg lichaamsgewicht per dag in 1–2 doses (max. 66 g per dag).
(Pre)coma hepaticum
Volwassenen (incl. ouderen)
begindosering 30–50 ml stroop 3×/dag.
Onderhoudsdosering individueel instellen op basis van de defecatie (max. 2 à 3 keer per dag zachte ontlasting). De pH van de ontlasting is bij voorkeur 5,0–5,5.
In acute gevallen kan lactulose als retentieklysma worden toegediend: 300 ml stroop met 700 ml water tot orale toediening mogelijk is.
Lever- of nierfunctiestoornis: Een dosisaanpassing is niet noodzakelijk.
Obstipatie: Na enkele dagen de dosering aanpassen naar de onderhoudsdosering.
Toediening: De stroop kan onverdund of verdund met vloeistof worden ingenomen. De lactulosestroop gelijk doorslikken, niet in de mond houden. Bij een éénmaaldaagse dosering steeds op hetzelfde tijdstip innemen.
Doseringen
Colonlavage
10–30 g poeder in ruim water opgelost op de nuchtere maag.
Bij vergiftigingen
Volwassenen
richtlijn 30 g in 100 ml water.
Kinderen
0,5 g/kg lichaamsgewicht. Kinderen krijgen een kleiner volume van de oplossing (30% g/v) dan volwassenen.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): diarree.
Vaak (1-10%): flatulentie, buikpijn, misselijkheid, braken.
Soms (0,1-1%): verstoring van elektrolytenbalans (o.a. hypokaliëmie) en dehydratie als gevolg van diarree.
Zelden (0,01-0,1%): hypernatriëmie (bij hepatische encefalopathie).
Verder zijn gemeld: overgevoeligheid, huiduitslag, jeuk, urticaria, erytheem.
Bijwerkingen
Interacties
Laxantia kunnen het kaliumverlies dat veroorzaakt wordt door andere geneesmiddelen (bv. thiazide-diuretica, corticosteroïden) vergroten, met meer kans op toxische effecten van digoxine.
Zwangerschap
Teratogenese: Geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: Onwaarschijnlijk aangezien de systemische blootstelling aan lactulose verwaarloosbaar is.
Advies: Kan veilig worden gebruikt.
Zwangerschap
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onwaarschijnlijk.
Farmacologisch effect: Onwaarschijnlijk aangezien de systemische blootstelling aan lactulose verwaarloosbaar is.
Advies: Kan veilig worden gebruikt.
Lactatie
Contra-indicaties
- plotseling optredende buikpijn (appendicitis, ileus);
- obstructie of perforatie van de darm, of kans hierop (zoals bij colitis ulcerosa of de ziekte van Crohn);
- galactosemie.
Contra-indicaties
Plotseling optredende buikpijn (appendicitis, ileus). Obstructie van de darm. Hartfalen met oedemen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wanneer gebruik bij chronische obstipatie na enkele dagen geen verbetering geeft, (opnieuw) de arts raadplegen. Bij (hevige) buikpijn met onbekende oorzaak tevens een arts raadplegen om o.a. perforatie of obstructie van de darm uit te sluiten.
Dehydratie: Bij gebruik van lactulose 1½–2 liter vocht per dag drinken, bij patiënten met vochtverlies bij wie dehydratie schadelijk kan zijn (nierinsufficiëntie, ouderen) alleen toepassen onder medisch toezicht.
Hypokaliëmie: Chronisch gebruik of misbruik kan leiden tot een verstoring van de elektrolytenbalans, met name tot een verlaagde kaliumspiegel.
Incontinentie: De reflex die voor ontlasting zorgt, kan verstoord raken door lactulosegebruik.
Lactasedeficiëntie: Bij lactasedeficiëntie rekening houden met het gehalte aan lactose.
Diabetes mellitus: De gebruikelijke dosering bij obstipatie vormt geen bezwaar bij diabetes mellitus; houd bij diabetespatiënten met (pre)coma hepaticum rekening met het gehalte aan suikers in lactulose.
Roemheld-syndroom: Indien bij een gastro-cardiaal syndroom (Roemheld-syndroom) symptomen van meteorisme of zwelling optreden, de dosering verlagen of de behandeling staken.
Kinderen: Lactulose mag bij kinderen alleen bij uitzondering en onder medisch toezicht worden gebruikt.
Hulpstoffen: Wees voorzichtig met propyleenglycol, in Duphalac Fruit, bij zuigelingen < 4 weken, zeker in combinatie met andere middelen die propyleenglycol of ethanol bevatten.
Waarschuwingen en voorzorgen
Voorzichtigheid is geboden bij hart- en nierziekten. Overmatig gebruik kan ernstige verstoring van de water- en zouthuishouding veroorzaken.
Overdosering
Symptomen
diarree, verlies van elektrolyten en buikpijn.
Therapie
Neem voor meer informatie over een vergiftiging met lactulose contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Lactulose is een synthetisch derivaat van lactose. Het wordt nauwelijks geabsorbeerd, maar door de colonflora omgezet in organische zuren zoals melk- en azijnzuur. De hierdoor teweeggebrachte daling van de pH en de osmotische veranderingen bevorderen de peristaltiek en normaliseren de consistentie van de feces. Lactulose versterkt als prebioticum de groei van Bifidobacterium en Lactobacillus, terwijl het Clostridium en Escherichia coli onderdrukt. Bij (pre)coma hepaticum veroorzaakt lactulose, door verlaging van de pH in het colon en afname van de proteolytische flora, een daling van het ammoniakgehalte in het bloed. De laxerende werking treedt in na 2–3 dagen.
Kinetische gegevens
Resorptie | nauwelijks (< 2% van de orale dosering). |
Metabolisering | in het colon door de darmflora tot melkzuur, mierenzuur, azijnzuur, kooldioxide en waterstof. |
Eliminatie | bij doses > 25–50 g lactulose kan een deel onveranderd worden uitgescheiden. Bij lagere doseringen is de omzetting volledig. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Osmotisch werkend laxans; in de darm wordt water vastgehouden, waardoor de darminhoud en het volume ervan groter worden. Bij lood- en bariumvergiftigingen wordt bij toepassing van natriumsulfaat onoplosbaar lood- of bariumsulfaat gevormd. Werking: na 2–8 uur, afhankelijk van de concentratie van de ingenomen vloeistof.
Kinetische gegevens
Resorptie | goed (natrium). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
lactulose hoort bij de groep laxantia, osmotisch werkende.
Groepsinformatie
natriumsulfaat hoort bij de groep laxantia, osmotisch werkende.