Samenstelling
Lercanidipine (hydrochloride) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 10 mg, 20 mg
Lerdip (hydrochloride) Recordati
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 10 mg, 20 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Barnidipine (hydrochloride) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Capsule met gereguleerde afgifte
- Sterkte
- 10 mg, 20 mg
Cyress (hydrochloride) BModesto
- Toedieningsvorm
- Capsule met gereguleerde afgifte
- Sterkte
- 10 mg, 20 mg
Libradin (hydrochloride) ADOH
- Toedieningsvorm
- Capsule met gereguleerde afgifte
- Sterkte
- 10 mg, 20 mg
Vasexten (hydrochloride) ADOH
- Toedieningsvorm
- Capsule met gereguleerde afgifte
- Sterkte
- 10 mg, 20 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij hypertensie verlagen angiotensine I converterend enzym (ACE)-remmers, angiotensine receptor-blokkers (ARB’s), calciumantagonisten (dihydropyridinen), thiazidediuretica en β-blokkers de bloeddruk effectief en verminderen het tienjaarsrisico op cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit. Comorbiditeit en specifieke patiëntkarakteristieken bepalen welke groepen en welke middelen als eerste in aanmerking komen. Als één middel onvoldoende effectief is bij de aanbevolen dosering, is het toevoegen van een middel uit een andere groep effectiever dan het ophogen van de dosering; het risico op het optreden van dosisafhankelijke bijwerkingen wordt daarmee beperkt. Een vaste combinatie in de juiste dosisverhouding heeft om reden van therapietrouw de voorkeur.
Advies
Bij hypertensie verlagen angiotensine I converterend enzym (ACE)-remmers, angiotensine receptor-blokkers (ARB’s), calciumantagonisten (dihydropyridinen), thiazidediuretica en β-blokkers de bloeddruk effectief en verminderen het tienjaarsrisico op cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit. Comorbiditeit en specifieke patiëntkarakteristieken bepalen welke groepen en welke middelen als eerste in aanmerking komen. Als één middel onvoldoende effectief is bij de aanbevolen dosering, is het toevoegen van een middel uit een andere groep effectiever dan het ophogen van de dosering; het risico op het optreden van dosisafhankelijke bijwerkingen wordt daarmee beperkt. Een vaste combinatie in de juiste dosisverhouding heeft om reden van therapietrouw de voorkeur.
Indicaties
- Milde tot matige essentiële hypertensie bij volwassenen.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Lichte tot matige essentiële hypertensie.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Essentiële hypertensie
Volwassenen
Begindosering: 10 mg 1×/dag; indien nodig na enkele weken verhogen tot 20 mg 1×/dag.
Bij een milde tot matige lever- of nierfunctiestoornis is met een verhoging tot 20 mg per dag voorzichtigheid geboden.
Toediening: Tabletten bij voorkeur 's ochtends, minstens 15 minuten voor het ontbijt, met water innemen (niet met grapefruit-/pompelmoessap).
Doseringen
Essentiële hypertensie
Volwassenen
Begindosering 10 mg 1×/dag, bij voorkeur 's morgens; indien nodig na 3–6 weken verhogen tot 20 mg 1×/dag. Bij milde tot matige nierfunctiestoornissen is met een verhoging tot 20 mg per dag voorzichtigheid geboden. Bij gelijktijdig gebruik van CYP3A4–remmers de dosering niet verhogen tot 20 mg per dag.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): hoofdpijn. Tachycardie, hartkloppingen. Overmatig blozen. Perifeer oedeem
Soms (0,1-1%): duizeligheid. Hypotensie. Misselijkheid, dyspepsie, buikpijn. Huiduitslag, jeuk. Spierpijn. Polyurie. Asthenie, vermoeidheid.
Zelden (0,01-0,1%): (verergering van) angina pectoris. Braken, diarree. Pollakisurie. Pijn op de borst. Overgevoeligheid. Slaperigheid, syncope.
Verder zijn gemeld: tandvleeshyperplasie. Angio-oedeem. Stijging van de levertransaminasewaarden. Vertroebelde spoelvloeistof bij peritoneale dialyse.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn, overmatig blozen, perifeer oedeem.
Vaak (1-10%): (draai-)duizeligheid. Hartkloppingen.
Verder zijn gemeld: anafylactische reacties, (sinus)tachycardie, verhoogde hartslag, afwijkende leverfunctiewaarden en huiduitslag.
Hoofdpijn, overmatig blozen en hartkloppingen nemen meestal binnen 2 weken af en het oedeem binnen een maand. Dihydropyridinen kunnen hyperplasie van het tandvlees en in zeldzame gevallen precordiale pijn of (toename van) angina pectoris veroorzaken.
Interacties
Lercanidipine wordt gemetaboliseerd door CYP3A4.
Gelijktijdig gebruik met sterke CYP3A4-remmers (bv. ketoconazol, itraconazol, claritromycine, erytromycine, ritonavir, grapefruit-/pompelmoessap is gecontra-indiceerd vanwege een aanzienlijke toename van de plasmaspiegel van lercanidipine. Cimetidine gaf in een dosis van 800 mg geen interactie; bij hogere doses kunnen de biologische beschikbaarheid en het bloeddrukverlagend effect van lercanidipine toenemen.
Combinatie met ciclosporine is gecontra-indiceerd, de combinatie geeft verhoogde plasmaspiegels voor beide middelen.
CYP3A4-inductoren (fenytoïne, fenobarbital, carbamazepine, rifampicine) verminderen het antihypertensief effect door de versnelde metabolisering van lercanidipine; tevens kunnen interacties optreden met andere CYP3A4-substraten (bv. klasse III anti-aritmica zoals amiodaron, kinidine, sotalol).
Gelijktijdig gebruik met tricyclische antidepressiva, barbituraten, fenothiazinen en andere antihypertensiva kan het bloeddrukverlagend effect van acebutolol versterken.
Gelijktijdig gebruik van systemische corticosteroïden kan het bloeddrukverlagend effect verminderen.
Metoprolol en mogelijk ook andere β-blokkers verminderen de biologische beschikbaarheid van lercanidipine met 50%, waarschijnlijk doordat zij de hepatische bloedstroom verminderen; dosisaanpassing kan nodig zijn.
Alcohol kan de werking van lercanidipine versterken.
Bij gelijktijdige behandeling met digoxine kan de Cmax van digoxine met een derde toenemen; houd rekening met digoxinetoxiciteit.
Interacties
Omdat de omzetting van barnidipine waarschijnlijk via CYP3A4 verloopt is gelijktijdig gebruik met sterke CYP3A4-remmers (HIV-proteaseremmers, ketoconazol, itraconazol, erytromycine, claritromycine) gecontra–indiceerd. Bij gelijktijdig gebruik van milde CYP3A4-remmers (fluoxetine) is voorzichtigheid geboden; de dosering niet verhogen naar 20 mg per dag. Bij gelijktijdig gebruik van enzyminductoren (fenytoïne, carbamazepine, rifampicine) kan een hogere dosering nodig zijn. Grapefruit-/pompelmoessap heeft geen significante invloed op de omzetting. Cimetidine kan de plasmaspiegel met een factor 2 verhogen. Barnidipine kan de werking van andere antihypertensiva versterken of aanvullen.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren zijn geen teratogene effecten aangetoond, maar andere dihydropyridinen zijn wel teratogeen gebleken.
Advies: Gebruik ontraden.
Vruchtbaarheid Vermindering van mannelijke fertiliteit is beschreven bij gebruik van sommige calciumkanaalblokkers (reversibel).
Overige: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens de therapie.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor direct schadelijke effecten.
Farmacologisch effect: Dihydropyridinen kunnen de bevalling verlengen.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Vruchtbaarheid: Vermindering van mannelijke fertiliteit is beschreven bij gebruik van sommige calciumkanaalblokkers (reversibel).
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies:Het gebruik van dit middel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend (bij de mens), ja (bij dieren).
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- Obstructie in het uitstroomkanaal van de linkerventrikel;
- Onbehandeld hartfalen;
- Instabiele angina pectoris of binnen 1 maand na een acuut myocardinfarct;
- Ernstige leverfunctiestoornis;
- Ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min), inclusief dialyse.
Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Interacties.
Contra-indicaties
- onbehandeld hartfalen;
- instabiele angina pectoris of binnen één maand na een acuut myocardinfarct;
- leverfunctiestoornis;
- ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 10 ml/min);
- overgevoeligheid voor dihydropyridine–derivaten.
Waarschuwingen en voorzorgen
Voorzichtig toepassen bij het sick-sinussyndroom (zonder pacemaker), stoornissen aan de linkerventrikel en bij ischemische hartafwijkingen.
Bij ouderen en bij milde tot matige lever- of nierfunctiestoornis is extra aandacht in het begin van de behandeling en bij dosisverhoging gewenst.
Lercanidipine kan de spoelvloeistof bij peritoneale dialyse troebel maken als gevolg van een toegenomen triglyceridenconcentratie. Deze troebelheid neemt snel af na het staken van lercanidipine.
Lercanidipine niet toepassen bij kinderen < 18 jaar vanwege onvoldoende gegevens over de werkzaamheid en veiligheid.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij lichte tot matige nierfunctiestoornissen, stoornissen aan de linkerventrikel, obstructie in het uitstroomkanaal van de linkerventrikel, sick-sinussyndroom (zonder pacemaker) en bij rechts hartfalen, zoals een cor pulmonale. Barnidipine is niet onderzocht in NYHA-klasse III- of IV-patiënten.
Toepassing bij kinderen < 18 jaar wordt niet aanbevolen, omdat er geen gegevens over zijn.
Overdosering
Symptomen
Excessieve perifere vaatverwijding met uitgesproken hypotensie en reflextachycardie. Ook bradycardie is mogelijk. Verder: duizeligheid, hoofdpijn, hartkloppingen. Bij ernstige intoxicatie cardiogene shock, myocard ischemie en verminderde nierfunctie.
Zie voor meer symptomen en behandeling de monografie op toxicologie.org/lercanidipine en/of vergiftigingen.info.
Overdosering
Zie voor informatie over een vergiftiging met barnidipine de monografie op toxicologie.org/barnidipine en/of vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Lipofiele calciumantagonist met dihydropyridinestructuur. Het remt de langzame calciuminstroom via de L-type kanalen in de celmembraan van met name glad spierweefsel van de coronaire en perifere arteriën, waardoor de contractie vermindert. Hierdoor neemt de coronaire doorbloeding toe en daalt de perifere arteriële weerstand.
Werkingsduur: 24 uur door sterke binding aan lipidenmembranen.
Kinetische gegevens
Resorptie | volledig. |
F | laag (ca. 3% indien nuchter of 10% indien niet nuchter) door groot verzadigbaar 'first pass'-effect, verhoogd met factor 4 door zeer vetrijke maaltijd binnen 2 uur en waarschijnlijk verhoogd bij matige tot ernstige leverfunctiestoornissen. |
T max | 1½–3 uur. |
Eiwitbinding | > 98%. |
Metabolisering | omvangrijk tot inactieve metabolieten via CYP3A4. |
Eliminatie | vnl. als inactieve metabolieten, 50% met de urine. |
T 1/2el | 8–10 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Lipofiele calciumantagonist met dihydropyridinestructuur. Het remt de langzame calciuminstroom via de L-type kanalen in de celmembraan van met name glad spierweefsel van de coronaire en perifere arteriën, waardoor de contractie vermindert. Hierdoor neemt de coronaire doorbloeding toe en daalt de perifere arteriële weerstand. Werkingsduur: 24 uur door sterke en langdurige binding aan receptor.
Kinetische gegevens
F | 1,1%. |
T max | 5–6 uur. |
Eiwitbinding | 89–95%. |
Metabolisering | tot inactieve metabolieten, vnl. via CYP3A-iso-enzymen. |
Eliminatie | 60% met de feces, 40% met de urine. |
T 1/2el | 20 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
lercanidipine hoort bij de groep dihydropyridinen.
Groepsinformatie
barnidipine hoort bij de groep dihydropyridinen.