Samenstelling
Femara Novartis Pharma bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 2,5 mg
Letroman Synthon bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 2,5 mg
Letrozol Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 2,5 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Aromasin Pfizer bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 25 mg
Exemestaan Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 25 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Voor de behandeling van hormoongevoelige borstkanker staat op richtlijnendatabase.nl de geldende behandelrichtlijn.
Offlabel-indicatie: Fertiliteitsbehandeling vindt plaats in de tweede- of derdelijnszorg. Medicamenteuze ovulatie-inductie wordt toegepast bij ovulatiestoornissen zoals polycysteus ovarium syndroom (PCOS). Bij de behandeling van PCOS is letrozol (offlabel) eerste en clomifeen tweede keus. Andere fertiliteitsbehandelingen, die bij diverse indicaties kunnen worden toegepast, zijn intra‐uteriene inseminatie (met of zonder milde ovariële hyperstimulatie), in-vitro fertilisatie (IVF) en intracytoplasmatische sperma‐injectie (ICSI). Bij IVF/ICSI vindt gecontroleerde ovariële hyperstimulatie plaats met gonadotrofinen, in combinatie met gonadoreline-agonisten of gonadoreline-antagonisten, afhankelijk van het gekozen schema.
Advies
Zie voor de behandeling van borstkanker de geldende behandelrichtlijn op richtlijnendatabase.nl.
Indicaties
Postmenopauzale vrouwen met hormoon-afhankelijke borstkanker:
- Adjuvante behandeling van postmenopauzale vrouwen met hormoon-receptor positieve borstkanker in een vroeg stadium.
- Voortgezette adjuvante behandeling van hormoon-afhankelijke borstkanker in een vroeg stadium bij postmenopauzale vrouwen die eerder standaard adjuvante tamoxifen-therapie gedurende 5 jaar hebben gehad.
- Eerstelijnsbehandeling bij postmenopauzale vrouwen met hormoon-afhankelijke borstkanker in een gevorderd stadium.
- Borstkanker in een gevorderd stadium bij vrouwen in de natuurlijke of kunstmatig teweeggebrachte postmenopauzale fase, na een terugval of verslechtering van de gezondheidstoestand, die voorafgaand zijn behandeld met anti-oestrogenen.
- Neo-adjuvante behandeling van postmenopauzale vrouwen met hormoonreceptor positieve, HER-2-negatieve borstkanker voor wie chemotherapie niet geschikt is en onmiddellijk opereren niet geïndiceerd is.
Overig
- Offlabel: anovulatie bij PCOS.
Gerelateerde informatie
Indicaties
Mammacarcinoom
-
Adjuvante behandeling van postmenopauzale vrouwen met vroeg-stadium oestrogeenreceptorpositief invasief mammacarcinoom, na initiële adjuvante therapie van 2–3 jaar met tamoxifen;
-
Oestrogeenreceptorpositief, gevorderd mammacarcinoom bij natuurlijke of geïnduceerde postmenopauzale status, bij terugval of achteruitgang na anti-oestrogeentherapie.
Doseringen
Postmenopauzale vrouwen met hormoon-afhankelijke borstkanker
Volwassenen (incl. ouderen)
2,5 mg 1×/dag.
Bij gevorderde of gemetastaseerde ziekte de behandeling voortzetten tot aan progressie. In de adjuvante behandeling wordt aanbevolen om 5 jaar te behandelen óf totdat een tumorrecidief optreedt. Bij de adjuvante behandeling kan een opeenvolgend behandelschema worden overwogen, waarbij gedurende 2 jaar een aromataseremmer wordt gegeven, gevolgd door 3 jaar tamoxifen#doseringen. Bij de neo-adjuvante behandeling letrozol 4–8 maanden voortzetten voor optimale tumorreductie. Bij onvoldoende respons de behandeling staken.
Verminderde nierfunctie: bij een creatinineklaring > 10 ml/min hoeft de dosering niet te worden aangepast. Er is geen ervaring met toepassing bij een creatinineklaring < 10 ml/min.
Verminderde leverfunctie: bij een Child-Pughscore 5–9 hoeft de dosering niet te worden aangepast. Bij een Child-Pughscore 10–15 nauwlettend controleren op bijwerkingen (zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen), er zijn onvoldoende gegevens voor een advies met betrekking tot een dosisaanpassing.
Offlabel: anovulatie bij polycysteus ovarium syndroom (PCOS)
Volwassenen
Volgens de NVOG-richtlijn PCOS: 2,5 mg 1×/dag op cyclusdag 3 tot en met 7 (of 5 tot en met 9). Bij een cyclusduur > 35 dagen de dagdosering verhogen met 2,5 mg, tot een maximale dagdosering van 7,5 mg.
Een vergeten dosis alsnog innemen, tenzij het echter bijna tijd is voor de volgende dosis (binnen 2 of 3 uur), dan de dosis overslaan en doorgaan met het normale doseerschema. Doses mogen niet worden verdubbeld vanwege een buitenproportionele systemische blootstelling aan letrozol.
Doseringen
Oestrogeenreceptorpositief vroeg-stadium of gevorderd mammacarcinoom:
Volwassenen:
25 mg 1×/dag, bij voorkeur na de maaltijd. Bij vroegstadium borstkanker de behandeling voortzetten tot afronding van de vijfjarige gecombineerde sequentiële adjuvante hormoontherapie of tot de tumor terugkeert. Bij gevorderde borstkanker de behandeling voortzetten tot tumorprogressie is aangetoond.
Bijwerkingen
De meeste bijwerkingen houden verband met de afname van oestrogeen.
Zeer vaak (> 10%): hypercholesterolemie. Opvliegers. Vermoeidheid, asthenie, malaise. Hyperhidrose. Artralgie.
Vaak (1-10%): hartkloppingen, pijn op de borst. Hypertensie. Misselijkheid, braken, dyspepsie, obstipatie, diarree, buikpijn. Vaginaal bloedverlies. Hoofdpijn, duizeligheid, veranderde eetlust, gewichtsverandering. Depressie. Alopecia, droge huid, huiduitslag (incl. erythemateus, maculopapuleus, psoriasiform en vesiculeus exantheem). Perifeer oedeem. Spierpijn, botpijn, osteoporose, artritis, botfracturen.
Soms (0,1-1%): vaginale afscheiding, pijn in de borst. Urineweginfecties, pollakisurie. Jeuk, droge mucosa (o.a. vagina, mond), urticaria. Angst, nervositeit, irritatie, slaapstoornissen, geheugenverlies, dysesthesie, dysgeusie, carpale-tunnelsyndroom. Stomatitis. Cataract, oogirritatie, troebel zicht. Tachycardie, ischemische hartziekten incl. angina pectoris en myocardinfarct, cerebrovasculair accident, tromboflebitis. Dyspneu, hoest. Tendinitis. Gegeneraliseerd oedeem. Tumorpijn (niet bij adjuvante behandeling). Koorts, dorst. Leukopenie. Stijging van leverenzymwaarden, hyperbilirubinemie, geelzucht.
Zelden (0,01-0,1%): arteriële trombose, longembolie. Peesruptuur.
Verder zijn gemeld: hepatitis. Toxische epidermale necrolyse, erythema multiforme, anafylactische reactie, angio-oedeem. 'Trigger finger'.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): opvliegers. Hyperhidrose. Artralgie, myalgie. Vermoeidheid, depressie, hoofdpijn, duizeligheid, slapeloosheid. Misselijkheid, buikpijn. Leukopenie (vroeg stadium mammacarcinoom), incidentele afname van het aantal lymfocyten (bij ca. 20%), vooral bij bestaande lymfopenie, zonder verandering van de gemiddelde lymfocytenwaarde of een toename in virusinfecties (gevorderd mammacarcinoom). Stijging van leverenzymwaarden, bilirubine en alkalische fosfatase in het bloed.
Vaak (1-10%): anorexie, dyspepsie, braken, obstipatie, diarree. Carpale-tunnelsyndroom, paresthesie. Stoornis van het gezichtsvermogen. Vaginale bloeding. Osteoporose (soms leidend tot fractuur) .Huiduitslag, urticaria, jeuk, alopecia. Perifeer oedeem. Asthenie. Trombocytopenie (vroeg stadium mammacarcinoom).
Soms (0,1-1%): myocardinfarct, trombo-embolie. Slaperigheid. Overgevoeligheid (door bv. benzoaat).
Zelden (0,01–0,1%): hepatitis, cholestatische hepatitis. Acute gegeneraliseerde exanthemateuze pustulose (AGEP). Leukopenie, trombocytopenie (gevorderd mammacarcinoom).
Verder zijn gemeld: hypertensie, hartfalen, ulcus pepticum.
Interacties
Vermijd combinatie met tamoxifen, andere anti-oestrogenen of oestrogenen, in verband met een aanzienlijke vermindering van de werkzaamheid van letrozol.
In vitro remt letrozol CYP2A6 en CYP2C19, wees daarom voorzichtig bij gelijktijdig gebruik met geneesmiddelen die voornamelijk door deze iso-enzymen worden omgezet en waarvan de therapeutische breedte klein is.
Interacties
Niet tegelijk toedienen met oestrogeenbevattende geneesmiddelen, omdat deze de werking van exemestaan teniet doen.
Sterke CYP-inductoren zoals rifampicine, anticonvulsiva en sint-janskruid kunnen de effectiviteit van exemestaan verminderen.
Wees voorzichtigheid bij gelijktijdige toepassing van geneesmiddelen die via CYP3A4 worden gemetaboliseerd en een kleine therapeutische breedte hebben.
Zwangerschap
Gezien de geregistreerde indicatie in principe niet van toepassing.
Teratogenese: Geïsoleerde gevallen bij de mens lieten afwijkingen zien (labiale fusie, ambigue genitaliën). Bij dieren in klinisch relevante doseringen schadelijk gebleken (koepelvormig hoofd, cervicale/centrum wervelfusie).
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.
Overig: Omdat ondanks vaststelling van de postmenopauzale status voorafgaand aan de therapie een enkele keer toch een eisprong is voorgekomen, is het zinvol gepaste anticonceptie toe te passen.
Zwangerschap
Gezien de geregistreerde indicatie niet van toepassing.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren bij therapeutische doses schadelijk gebleken.
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het gebruik van dit middel of het geven van borstvoeding is gecontra-indiceerd.
Lactatie
Gezien de geregistreerde indicatie niet van toepassing.
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een nadelig effect op de zuigelijk kan niet worden uitgesloten.
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.
Contra-indicaties
- premenopauzale endocriene status.
Zie voor meer contra-indicaties de rubrieken Zwangerschap en Lactatie, omdat ondanks vaststelling van de postmenopauzale status voorafgaand aan de therapie een enkele keer toch een eisprong is voorgekomen.
Contra-indicaties
- Premenopauzale status.
Voor meer contra-indicaties zie de rubrieken Zwangerschap en Lactatie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bij patiënten bij wie de postmenopauzale status onduidelijk is, moet eerst een beoordeling van de LH-, FSH- en/of estradiolspiegels plaatsvinden om de postmenopauzale status duidelijk vast te stellen voordat behandeling wordt ingesteld.
Verminderde botdichtheid: bij vrouwen met een voorgeschiedenis met botfracturen, osteoporose of veel kans hierop, of een leeftijd ≥ 65 jaar de botdichtheid vóór en tijdens de behandeling controleren en zo nodig profylaxe of een behandeling voor osteoporose instellen.
Wees voorzichtig bij ernstige leverinsufficiëntie (Child-Pughscore 10–15), omdat hierdoor de systemische blootstelling enkele malen hoger en de halfwaardetijd verlengd kunnen zijn.
Controleer nauwlettend op tendinitis en peesruptuur en neem voor de aangedane pezen passende maatregelen (bv. immobilisatie).
Onderzoeksgegevens: er is geen ervaring met toepassing bij een creatinineklaring < 10 ml/min. De werkzaamheid en veiligheid bij kinderen (< 17 j.) zijn niet vastgesteld.
Waarschuwingen en voorzorgen
Zo nodig vóór gebruik de postmenopauzale toestand door bepaling van de spiegels van FSH, LH en estradiol vastgestellen.
Houd rekening met afname van de minerale botdichtheid en toegenomen kans op fracturen, omdat exemestaan de vorming van oestrogenen sterk verlaagt. Bij aanvang van de adjuvante therapie botdensitometrie verrichten bij aanwezigheid van (risico van) osteoporose; bij gevorderd mammacarcinoom dit op individuele basis doen. Zo nodig een (profylactische) behandeling voor osteoporose beginnen en zorgvuldig controleren. Vrouwen met mammacarcinoom in een vroeg stadium hebben meer kans op een ernstige 25-OH-vitamine D-deficiëntie; overweeg vóór aanvang van de behandeling tevens de 25-OH-vitamine D-concentratie te bepalen en suppleer zonodig.
Wees voorzichtig bij verminderde lever- of nierfunctie.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met letrozol contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Neem voor meer informatie over een vergiftiging met exemestaan contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Selectieve niet-steroïde aromataseremmer. Letrozol remt competitief het aromatase-enzym, waardoor de vorming van oestrogenen uit androgene precursors wordt verminderd. Werking: max. na 48–78 uur.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel en volledig. |
F | 99,9%. |
T max | 1–2 uur. |
V d | ca. 1,87 l/kg. |
Overig | In het plasma is ca. 80% gebonden aan erytrocyten. |
Metabolisering | in de lever, deels door CYP3A4 en CYP2A6 tot inactieve metabolieten. |
Eliminatie | vnl. met de urine, vnl als metaboliet. |
T 1/2el | ca. 2 dagen, 4–6 dagen bij ernstig gestoorde leverfunctie. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Selectieve, irreversibele, steroïde aromataseremmer, structureel verwant aan het natuurlijke substraat androsteendion. Exemestaan remt bij vrouwen in de postmenopauze het enzym aromatase met ca. 98%, waardoor de vorming van oestrogenen uit androgene precursors sterk vermindert. Exemestaan heeft een geringe androgene activiteit.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel. |
F | ca. 5% (bij dieren) door groot first-pass-effect, 40% hoger bij inname met voedsel. |
T max | ca. 2 uur. |
V d | ca. 286 l/kg. |
Eiwitbinding | ca. 90%. |
Metabolisering | via CYP3A4 en aldoketoreductase tot vele inactieve en minder actieve metabolieten. |
Eliminatie | ca. 40% met de urine en 40% met de feces; ca.1% onveranderd met de urine. |
T 1/2el | ca. 24 uur. Bij leverinsufficiëntie ligt de systemische blootstelling twee- à driemaal hoger, bij nierinsufficiëntie tweemaal hoger. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
letrozol hoort bij de groep aromataseremmers.
Groepsinformatie
exemestaan hoort bij de groep aromataseremmers.