Samenstelling
Corbilta Orion Corporation
- Toedieningsvorm
- Tablet, filmomhuld '50/12,5/200'
Bevat per tablet: levodopa 50 mg, carbidopa 12,5 mg, entacapon 200 mg.
- Toedieningsvorm
- Tablet, filmomhuld '75/18,75/200'
Bevat per tablet: levodopa 75 mg, carbidopa 18,75 mg, entacapon 200 mg.
- Toedieningsvorm
- Tablet, filmomhuld '100/25/200'
Bevat per tablet: levodopa 100 mg, carbidopa 25 mg, entacapon 200 mg.
- Toedieningsvorm
- Tablet, filmomhuld '125/31,25/200'
Bevat per tablet: levodopa 125 mg, carbidopa 31,25 mg, entacapon 200 mg.
- Toedieningsvorm
- Tablet, filmomhuld '150/37,5/200'
Bevat per tablet: levodopa 150 mg, carbidopa 37,5 mg, entacapon 200 mg.
- Toedieningsvorm
- Tablet, filmomhuld '200/50/200'
Bevat per tablet: levodopa 200 mg, carbidopa 50 mg, entacapon 200 mg.
Lecigon LobSor Pharmaceuticals AB
- Toedieningsvorm
- Intestinale gel 20/5/20 mg/ml
Bevat per ml gel: levodopa 20 mg, carbidopa (monohydraat) 5 mg (equivalent aan 4.6 mg watervrij carbidopa), entacapon 20 mg. 1 Cassette van 47 ml bevat 940 mg levodopa, 235 mg carbidopa (monohydraat) en 940 mg entacapon.
Levodopa/Carbidopa/Entacapon Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet, filmomhuld '50/12,5/200'
Bevat per tablet: levodopa 50 mg, carbidopa 12,5 mg, entacapon 200 mg.
- Toedieningsvorm
- Tablet, filmomhuld '75/18,75/200'
Bevat per tablet: levodopa 75 mg, carbidopa 18,75 mg, entacapon 200 mg.
- Toedieningsvorm
- Tablet, filmomhuld '100/25/200'
Bevat per tablet: levodopa 100 mg, carbidopa 25 mg, entacapon 200 mg.
- Toedieningsvorm
- Tablet, filmomhuld '125/31,25/200'
Bevat per tablet: levodopa 125 mg, carbidopa 31,25 mg, entacapon 200 mg.
- Toedieningsvorm
- Tablet, filmomhuld '150/37,5/200'
Bevat per tablet: levodopa 150 mg, carbidopa 37,5 mg, entacapon 200 mg.
- Toedieningsvorm
- Tablet, filmomhuld '200/50/200'
Bevat per tablet: levodopa 200 mg, carbidopa 50 mg, entacapon 200 mg.
Stalevo Orion Corporation
- Toedieningsvorm
- Tablet, filmomhuld '50/12,5/200'
Bevat per tablet: levodopa 50 mg, carbidopa 12,5 mg, entacapon 200 mg.
- Toedieningsvorm
- Tablet, filmomhuld '75/18,75/200'
Bevat per tablet: levodopa 75 mg, carbidopa 18,75 mg, entacapon 200 mg.
- Toedieningsvorm
- Tablet, filmomhuld '100/25/200'
Bevat per tablet: levodopa 100 mg, carbidopa 25 mg, entacapon 200 mg.
- Toedieningsvorm
- Tablet, filmomhuld '125/31,25/200'
Bevat per tablet: levodopa 125 mg, carbidopa 31,25 mg, entacapon 200 mg.
- Toedieningsvorm
- Tablet, filmomhuld '150/37,5/200'
Bevat per tablet: levodopa 150 mg, carbidopa 37,5 mg, entacapon 200 mg.
- Toedieningsvorm
- Tablet, filmomhuld '200/50/200'
Bevat per tablet: levodopa 200 mg, carbidopa 50 mg, entacapon 200 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Duodopa s.c.-infusievloeistof Abbvie bv
- Toedieningsvorm
- s.c.-infusievloeistof
- Verpakkingsvorm
- flacon 10 ml
Bevat per ml: foslevodopa 240 mg en foscarbidopa 12 mg. Foslevodopa en foscarbidopa zijn prodrugs overeenkomend met ongeveer 170 mg levodopa en 9 mg carbidopa per 1 ml.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij de ziekte van Parkinson is levodopa het middel van eerste keus. Bij de novo patiënten in de vroege fase gaat als startbehandeling de voorkeur in het algemeen uit naar levodopa in combinatie met een decarboxylaseremmer. Overweeg als alternatief een levodopa-sparende behandeling (dopamine-agonist/ MAO-B remmers) bij jongeren (< 40 jaar) zonder cognitieve problemen, wegens een lagere kans op dyskinesie.
In de latere fase met responsfluctuaties – zoals ‘on-off’ en 'wearing-off' – tijdens de levodopa-behandeling, zijn dopamine-agonisten (pramipexol, ropinirol), MAO-B-remmers (rasagiline, safinamide, selegiline) en COMT-remmers (entacapon) effectief als adjuvante behandeling. De keuze voor een van deze middelen is gebaseerd op individuele patiëntkenmerken.
Indien in de late gecompliceerde fase van de ziekte, ondanks optimale instelling op orale antiparkinson-geneesmiddelen toch invaliderende onvoorspelbare motorische complicaties (= ‘off’-perioden)/responsfluctuaties optreden, komen geavanceerde behandelingen waaronder stereotactische diepe hersenstimulatie (DBS), apomorfine subcutaan of levodopa/carbidopa(/entacapon) intestinale gel per sonde in aanmerking. De toepassing is beperkt tot centra met expertise op het gebied van gevorderde Parkinson.
Advies
Bij de ziekte van Parkinson is levodopa het middel van eerste keus. Bij de novo patiënten in de vroege fase gaat als startbehandeling de voorkeur in het algemeen uit naar levodopa in combinatie met een decarboxylaseremmer. Overweeg als alternatief een levodopa-sparende behandeling (dopamine-agonist/ MAO-B remmers) bij jongeren (< 40 jaar) zonder cognitieve problemen, wegens een lagere kans op dyskinesie.
De tabletten met gereguleerde afgifte kunnen voor de nacht zinvol zijn bij beginnende ‘wearing-off’-klachten en bij hinderlijke ‘off’-gerelateerde problematiek gedurende de nacht of vroege ochtend.
In de latere fase met responsfluctuaties – zoals ‘on-off’ en 'wearing-off' – tijdens de levodopa-behandeling, zijn dopamine-agonisten (pramipexol, ropinirol), MAO-B-remmers (rasagiline, safinamide, selegiline) en COMT-remmers (entacapon) effectief als adjuvante behandeling. De keuze voor een van deze middelen is gebaseerd op individuele patiëntkenmerken.
Indien in de late gecompliceerde fase van de ziekte, ondanks optimale instelling op orale antiparkinson-geneesmiddelen toch invaliderende onvoorspelbare motorische complicaties (= ‘off’-perioden)/responsfluctuaties optreden, komen geavanceerde behandelingen waaronder stereotactische diepe hersenstimulatie (DBS), apomorfine subcutaan of levodopa/carbidopa(/entacapon) intestinale gel per sonde in aanmerking. De toepassing is beperkt tot centra met expertise op het gebied van gevorderde Parkinson.
Voor foslevodopa/foscarbidopa s.c.-infusievloeistof is geen advies vastgesteld.
Indicaties
- Tablet: Ziekte van Parkinson met eind-van-de-dosis-motorische fluctuaties die niet op levodopa (met een decarboxylaseremmer) zijn gestabiliseerd.
- Intestinale gel: Gevorderde levodopa-responsieve ziekte van Parkinson met ernstige motorische fluctuaties en hyper-/dyskinesie die onvoldoende reageert op beschikbare orale combinaties van anti-parkinsonmiddelen.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Gevorderde ziekte van Parkinson, met ernstige motorische fluctuaties en hyper-/dyskinesie die onvoldoende reageert op andere beschikbare combinaties van antiparkinsonmiddelen, en die levodopa-responsief zijn.
Doseringen
De dosering afstemmen op de individuele behoefte. Dit kan bij de tablet aanpassing van zowel de afzonderlijke doses als van de frequentie van toediening inhouden.
Test bij de intestinale gel eerst met een tijdelijke nasoduodenale/nasojejunale sonde uit hoe de patiënt reageert op de behandeling, voordat de permanente sonde wordt geplaatst. De totale dagelijkse dosis bestaat uit de ochtenddosis om snel de therapeutische spiegel te bereiken (in 30 minuten), de continue onderhoudsdosis en extra bolusdoses. De behandeling is gewoonlijk beperkt tot de periode dat de patiënt wakker is. Indien medisch nodig kan de intestinale gel tot 24 uur per dag worden toegediend.
Ziekte van Parkinson (tablet)
Volwassenen (incl. ouderen)
Met de zes beschikbare tabletsterkten wordt afgestemd op de individuele behoefte; max. 10 tabletten per dag van de sterkten '50/12½/200', '75/18,75/200', '100/25/200', '125/31,25/200' en '150/37½/200' en max. 7 tabletten per dag van '200/50/200'.
Overstap van entacapon en levodopa/carbidopa naar de vaste combinatie gebeurt in dezelfde dosisverhouding. Indien er geen vaste combinatie in deze dosisverhouding is, moet de vaste combinatie worden getitreerd op geleide van het klinisch effect. Het overschakelen van entacapon en levodopa/benserazide naar de vaste combinatie gebeurt in dezelfde dosisverhouding of met een iets (5–10%) hogere dosis levodopa.
Overstap van een behandeling zonder entacapon met eind-van-de-dosis-motorische fluctuaties naar de vaste combinatie: de vaste combinatie wordt gestart in een dosisverhouding die overeenkomt met die van de huidige behandeling. Bij een dagelijkse dosis levodopa > 800 mg wordt een directe overstap naar de vaste combinatie afgeraden en wordt toevoegen van apart entacapon aangeraden, waarna de levodopadosis wordt aangepast, voordat op de vaste combinatie wordt overgestapt. Omdat entacapon de werking van levodopa versterkt, kan het met name bij dyskinesie nodig zijn om na overstappen op de combinatie, de dosering levodopa met 10–30% te verminderen, bijvoorbeeld door de toedieningsintervallen te verlengen en/of de levodopadosering per dosis te verlagen.
Verminderde nierfunctie: wees voorzichtig bij een ernstig verminderde nierfunctie (incl. dialyse) in verband met onvoldoende gegevens over de invloed op de kinetiek van carbidopa of levodopa. Een nierfunctiestoornis heeft geen invloed op de kinetiek van entacapon. Overweeg bij dialysepatiënten een langer dosisinterval.
Verminderde leverfunctie: wees voorzichtig bij licht tot matig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 5-6 en 7-9); verlaging van de dosis kan nodig zijn. Gebruik bij een ernstig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 10-15) is gecontra-indiceerd.
Aanpassing van de dosering levodopa: door gebruik van een andere sterkte van de vaste combinatie of verandering van de dosisfrequentie.
Overstap van de vaste combinatie naar een behandeling zonder entacapon: de dosering van de andere parkinsonpreparaten, met name levodopa, aanpassen.
Gevorderde Ziekte van Parkinson met intestinale gel (Lecigon)
Volwassenen (incl. ouderen)
Ochtenddosis: doorgaans 5-10 ml (=100-200 mg levodopa); max. 15 ml (=300 mg levodopa); aanpassen in stappen van 0,1 ml (2 mg levodopa). Continue onderhoudsdosis: doorgaans 0,7-5,0 ml/uur (15-100 mg levodopa/uur); max. 100 ml (2000 mg levodopa); aanpassen in stappen van levodopa 2 mg/uur (0,1 ml/uur). Bij ontstaan van dyskinesie later op de dag kan een dosisreductie van 10-20% midden op de dag een oplossing bieden. Extra bolusdosis: als de patiënt hypokinetisch/stijf wordt, wordt een extra bolus dosis bijgegeven gewoonlijk minder dan 3 ml. Overweeg om de continue onderhoudsdosis te verhogen bij meer dan 5×/dag een extra dosis. De maximaal aanbevolen dosering per dag is 100 ml (komt overeen met 2000 mg levodopa, 500 mg carbidopa monohydraat en 2000 mg entacapon). De initiële ochtend- en onderhoudsdosis gedurende een aantal weken verder bijstellen
Overstap van levodopa/carbidopa (oraal of intestinale gel) naar Lecigon: Vermindering van de levodopa-dosis met gemiddeld 20–35% kan nodig zijn vergeleken met de eerdere dosis levodopa en carbidopa zonder entacapon; een grotere dosisreductie is mogelijk als een hoge dosis werd gebruikt.
Overstap van levodopa/benserazide naar Lecigon Entacapon verhoogt de biologische beschikbaarheid van levodopa uit combinatiepreparaten van levodopa/benserazide iets meer (5–10%) dan uit combinatiepreparaten van levodopa/carbidopa. De overstap van levodopa/benserazide naar Lecigon is niet onderzocht.
Overstap van levodopa/carbidopa/entacapon (oraal) naar Lecigon De instelling voor de initiële dosis is gebaseerd op de dagelijkse levodopa-inname van de patiënt. De initiële grootte van de ochtenddosis dient overeen te komen met de eerdere ochtendinname van levodopa plus het volume dat nodig is om de sonde te vullen. De continue onderhoudsdosis wordt 1:1 geconverteerd en is de dagelijkse levodopa-inname van de patiënt exclusief de ochtenddosis. Titreer de doses vervolgens geleidelijk op basis van klinische symptomen tot het gewenste effect. De overstap van combinatietherapie met levodopa/DDC-remmer/tolcapon naar Lecigon is niet onderzocht.
Overstap van levodopa/carbidopa en een dopamine-agonist naar Lecigon: Vermijd abrupt staken van de dopamine-agonist in verband met de kans op onthoudingsverschijnselen van de dopamine-agonist.
Verminderde leverfunctie: bij licht tot matig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 5-6 en 7-9) kan verlaging van de dosis nodig zijn. Gebruik bij ernstige verminderde leverfunctie is gecontra-indiceerd.
Verminderde nierfunctie: de verwachting is dat een dosisaanpassing niet nodig is.
Toediening
- Elke tablet in zijn geheel innemen, met of zonder voedsel.
- De intestinale gel: Voor langdurige toediening de gel met een draagbare pomp (Crono LECIG) toedienen, rechtstreeks in het duodenum of proximale jejunum via een permanente sonde. De cassette is uitsluitend voor eenmalig gebruik en mag niet langer dan 24 uur gebruikt worden. Als aan het eind van de houdbaarheidstermijn de gel lichtgeel wordt, heeft dit geen invloed op de behandeling. De doseerpomp met de geplaatste cassette kan tot 16 uur lang dicht op het lichaam gedragen worden. Tijdens behandeling in de nacht mag de pomp niet direct op het lichaam worden gedragen, maar kan deze bijvoorbeeld op het nachtkastje worden gelegd.
Doseringen
De oplossing voor infusie wordt toegediend als een continue s.c.-infusie met een continue snelheid, 24 uur per dag. Patiënten moeten zelf of met hulp van een zorgverlener in staat zijn het toedieningssysteem te begrijpen en te gebruiken. Train patiënten voor de start van en zo nodig tijdens de behandeling, in het juiste gebruik van de s.c.-infusie en het toedieningssysteem.
Gevorderde ziekte van Parkinson met s.c-infusievloeistof
Volwassenen
Voor patiënten die al levodopa/carbidopa gebruiken, bepaal de start- en laaddoseringen door het omrekenen van de levodopa-inname van alle levodopa-bevattende preparaten overdag (meestal 16 uur/dag) naar levodopa-equivalenten (LE) en verhoog deze vervolgens rekening houdend met 24-uurstoediening; zie voor de berekening van LE en van de infusiesnelheden per uur, op grond waarvan de pomp wordt geprogrammeerd, de schema's in de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, tabel 1–4, stappen 1 t/m 3). Pas vervolgens de dosis aan om een optimale klinische respons te bereiken die de functionele ‘on’-tijd maximaliseert, en het aantal en de duur van ‘off’-episoden en ‘on’-episoden met beperkende dyskinesie minimaliseert; max. 6000 mg foslevodopa (of 25 ml infusievloeistof) per dag, overeenkomend met ongeveer 4260 mg levodopa per dag). Laaddoses kan de zorgverlener toedienen via de pomp of via orale carbidopa-levodopa tabletten met directe afgifte. Aanpassen van alle infusiesnelheden kan in stappen van 0,01 ml/u (wat overeenkomt met ongeveer 1,7 mg levodopa/uur) tot maximaal 1,04 ml/u (of 6000 mg foslevodopa per dag [ongeveer 4260 mg levodopa per dag)]. De zorgverlener kan indien nodig 2 alternatieve infusiesnelheden programmeren en inschakelen (laag/hoog), waardoor de patiënt bv. de dosis 's nachts kan verlagen, of de dosis kan verhogen tijdens langdurige intensieve activiteit. De zorgverlener kan naast alternatieve infusiesnelheden als optie ook extra doses instellen en inschakelen, waardoor de patiënt acute ‘off’-symptomen die tijdens continue infusie optreden, kan beheersen.
Toediening
- Continue s.c.-toediening met gebruik van de Vyafuserpomp, bij voorkeur in de buik; vermijd een gebied met een straal van 5 cm rond de navel. De veiligheid en werkzaamheid op de lange termijn van toediening via de arm en het bovenbeen, zijn niet beoordeeld.
- De patiënt moet zijn getraind in het juiste gebruik van de infusie en het toedieningssysteem (pomp, flacon met oplossing, flaconadapter, spuit, infusieset, draagaccessoire, oplaadbare batterij en oplader) vóór de start van de behandeling en zo nodig daarna.
- Wissel ten minste elke 3 dagen van infusieplaats en gebruik dan een nieuwe infusieset. Kies dan een nieuwe infusieplaats op ten minste 2,5 cm afstand van plaatsen die in de voorgaande 12 dagen zijn gebruikt. De oplossing voor infusie mag niet worden geïnfundeerd in gebieden die gevoelig, gekneusd of rood zijn of die hard aanvoelen.
- De flacons eenmalig gebruiken. Nadat de inhoud van een flacon is overgebracht in de spuit, de inhoud van de spuit binnen 24 uur toedienen.
- Alleen kort onderbreken van toediening is mogelijk zonder verdere maatregelen, bijvoorbeeld wanneer de patiënt een douche neemt. Bij onderbreking > 1 uur is een nieuwe infusieset (slang en canule) nodig en ook wisselen van infusieplaats. Bij onderbreking > 3 uur kan de patiënt ook zelf een laaddosis toedienen, als deze optie is ingeschakeld door de zorgverlener, om snel de symptomen weer onder controle te krijgen. Bij onderbreking > 24 uur moet de zorgverlener bepalen welke alternatieve dopaminerge behandeling geschikt is (bv. orale levodopa/carbidopa).
Bijwerkingen
Zeer vaak (< 10%): dyskinesie, verslechterd parkinsonisme (bv. bradykinesie). Diarree, misselijkheid, obstipatie. Pijn aan spieren, skeletspieren en bindweefsel. Chromaturie. Lager gewicht. Angststoornis, depressie, slapeloosheid. Orthostatische hypotensie, vallen.
Vaak (1-10%): depressie, hallucinaties, abnormale dromen, nachtmerries, agitatie, verwardheid, psychotische aandoeningen, (plotselinge) slaapaanvallen, slaapstoornissen. Met name bij hoge doses dopaminerge middelen (incl. levodopa) zijn stoornissen in de impulsbeheersing gemeld, zoals: pathologisch gokgedrag, toename in libido, hyperseksualiteit, compulsief koopgedrag, eetbuien en compulsief eetgedrag. Tremor, on-off-fenomeen, dystonie, mentale stoornis (bv. geheugenstoornis, dementie), slaperigheid, duizeligheid, paresthesie, polyneuropathie, syncope, hyperkinesie, hoofdpijn. Wazig zien. Ischemische hartziekte, anders dan een myocardinfarct (bv. angina pectoris), onregelmatig hartritme. Hypo-, hypertensie. Dyspneu, orofaryngeale pijn, aspiratiepneumonie. Pijn en onaangenaam gevoel in de buik, dysgeusie, dysfagie, flatulentie, braken, dyspepsie, droge mond. Verminderde eetlust, gewichtstoename, verhoogd aminozuurgehalte, verhoogd homocysteïne in het bloed, gebrek aan vitamine B6 en B12. Huiduitslag, contacteczeem, jeuk, hyperhidrose. Artralgie, spierspasmen, nekpijn, gewrichtspijn. Urine-incontinentie, urineretentie, urineweginfectie. Anemie. Pijn op de borst, perifeer oedeem, loopstoornis, asthenie, vermoeidheid.
Soms (0,1-1%): desoriëntatie, euforie, verhoogd libido, suïcidaal gedrag. Ataxie, convulsie. Gesloten-kamerhoekglaucoom, blefarospasme, diplopie, ischemische optische neuropathie. Hartkloppingen, myocardinfarct. Flebitis. Dysfonie. Maag-darmbloeding. Colitis, gastro-intestinale bloedingen, speekselvloed. Abnormale leverfunctietest. Alopecia, erytheem, urticaria, verkleuringen van huid, nagels, haar en zweet. Malaise. Leukopenie, trombocytopenie.
Zelden (0,01-0,1%): angio-oedeem, maligne melanoom. Abnormale gedachten. Tandenknarsen, glossodynie, hikken, verkleurd speeksel. Priapisme.
Verder zijn gemeld: suïcidaal gedrag. Agranulocytose. Anafylactische reactie. Dopaminedisregulatie-syndroom. Neuroleptisch maligne syndroom, geheugenstoornis, dementie. Hepatitis met voornamelijk cholestatische kenmerken. Rabdomyolyse. Bij orale levodopa/carbidopa zelden: hemolytische anemie, trismus, syndroom van Horner, mydriase, oculogyrische crisis en Henoch-Schönleinpurpura.
Laboratoriumafwijkingen: fout-positieve uitslagen voor ketonlichamen in de urine, bij gebruik van glucose-oxidase-methoden fout-negatieve uitslagen voor glucose in de urine.
Tevens procedure- en systeemgerelateerde bijwerkingen bij de intestinale sonde:
- Zeer vaak (> 10%): urineweginfectie. Postoperatieve wondinfectie. Overmatig granulatieweefsel. Complicaties van systeem inbrengen. Erytheem op de incisieplaats, postprocedurele afscheiding of pijn, reacties op de procedureplaats
- Vaak (1-10%): incisieplaats-cellulitis, postprocedurele infectie, peritonitis, pneumoperitoneum. Systeemdislocatie en -occlusie. Complicatie aan gastro-intestinaal stoma, pijn op de incisieplaats, postoperatieve ileus, postprocedurele complicatie, -ongemak of -bloeding.
- Soms (0,1–1%): postoperatief abces. Bezoar, ischemische colitis, gastro-intestinale ischemie of obstructie, pancreatitis, bloeding of zweren in de dunne darm, perforatie van de dikke darm, darminvaginatie.
- Verder zijn gemeld: maagperforatie, gastro-intestinale perforatie, ischemie en perforatie van de dunne darm, sepsis.
Dislocatie van de intestinale sonde naar de maag of een verstopping van het systeem leidt tot terugkeer van de motorische fluctuaties.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): infusieplaatsreactie (nodule, cellulitis, infectie, oedeem, pijn en erytheem op de infusieplaats), urineweginfectie, angst, depressie, hallucinatie, vallen.
Vaak (1-10%): anemie. Verminderde eetlust. Abnormale dromen, agitatie, verwarde toestand, wanen, impulsbeheersingsstoornis, slapeloosheid, paranoia, psychotische stoornis, slaapaanval, slaapaandoening, suïcidale neiging. Cognitieve aandoening, duizeligheid, orthostatische duizeligheid, dyskinesie, dystonie, hoofdpijn, hypo-esthesie, 'on/off'-fenomeen, paresthesie, polyneuropathie, slaperigheid, syncope, tremor. Onregelmatige hartslag, hypertensie, (orthostatische) hypotensie. Dyspneu, orofaryngeale pijn. Opgezette buik, buikpijn, obstipatie, diarree, droge mond, dysgeusie, dyspepsie, dysfagie, flatulentie, misselijkheid, braken. Contacteczeem, hyperhidrose, jeuk, huiduitslag. Spierspasmen, nekpijn. Urine-incontinentie, urineretentie. Asthenie, vermoeidheid, malaise, perifeer oedeem, pijn. Op de infusieplaats: abces, blauwe plek, exfoliatie, extravasatie, hematoom, hemorragie, induratie, ontsteking, irritatie, papel, jeuk, uitslag en zwelling. Verlaagd vitamine B6, vitamine B12-deficiëntie, verhoogd aminozuur (methylmalonzuur), verhoogd homocysteïne, verlaagd en verhoogd gewicht.
Soms (0,1-1%): leukopenie, trombocytopenie. Dementie, (poging tot) zelfmoord, dopaminedisregulatie-syndroom, euforische stemming, verhoogd libido, nachtmerrie. Ataxie, convulsie, loopstoornis. Gesloten-kamerhoekglaucoom, blefarospasme, diplopie, optische ischemische neuropathie, wazig zien. Hartkloppingen. Flebitis. Dysfonie. Speekselvloed. Alopecia, erytheem, urticaria. Chromaturie. Pijn op de borst.
Zelden (0,01-0,1%): bruxisme, speekselverkleuring, glossodynie, hikken. Afwijkende ademhaling. Zweetverkleuring, maligne melanoom. Priapisme.
Verder zijn gemeld bij levodopa/carbidopa: verhoogde bloedwaarden van ureum-stikstof, alkalische fosfatase, S-ASAT, S-ALAT, LDH, bilirubine, suiker, creatinine, urinezuur en positieve Coombs-test, en verminderde waarden van hemoglobine- en hematocriet. Leukocyten, bacteriën en bloed in de urine. Fout-negatieve resultaten voor glucosurie.
Interacties
Gelijktijdig gebruik met niet-selectieve MAO-remmers (fenelzine, tranylcypromine) en met een selectieve MAO-A-remmer plus een MAO B-remmer is gecontra-indiceerd. Tot 14 dagen na de laatste gift van een MAO-remmer kan een hypertensieve crisis optreden. Bij de intestinale gel zijn tevens selectieve MAO-A remmers gecontra-indiceerd. Tenminste 2 weken vóór het gebruik van de intestinale gel de behandeling met niet-selectieve MAO-remmers en MAO-A remmers staken.
Dopamine-receptorantagonisten zoals sommige antipsychotica en anti-emetica, en verder benzodiazepinen, en hoge doses methionine kunnen het anti-parkinsoneffect tegengaan.
Entacapon is een CYP2C9-remmer; wees voorzichtig bij middelen die door CYP2C9 worden gemetaboliseerd.
Entacapon en levodopa kunnen met ijzerpreparaten niet-resorbeerbare complexen vormen (chelaten). Bij combinatie hiermee een toedieningsinterval van ten minste 2–3 uur aanhouden.
Wees voorzichtig bij combinatie met andere middelen die orthostatische hypotensie kunnen veroorzaken.
Bijwerkingen zoals dyskinesieën kunnen verergeren in combinatie met dopamine-agonisten (zoals bromocriptine), selegiline of amantadine. De dosering van deze middelen moet bij starten met de vaste orale combinatie worden aangepast. Bij de intestinale gel kan een aanpassing van de dosis van de gel nodig zijn.
Sympathicomimetica kunnen de cardiovasculaire bijwerkingen van levodopa versterken.
Bij een proteïnerijk dieet kan de absorptie verstoord raken, omdat levodopa competitief is met bepaalde aminozuren.
Bij gelijktijdig gebruik met anticholinergica kan een aanpassing van de dosis van de intestinale gel nodig zijn door een verminderde absorptie van levodopa.
Interacties
De volgende interacties zijn bekend van de generieke combinatie van levodopa/carbidopa; er is geen interactieonderzoek met foslevodopa/foscarbidopa.
Combinatie met niet-selectieve MAO-remmer en met MAO-A-remmer en behandeling binnen 14 dagen na de laatste gift van een dergelijke MAO-remmer is gecontra-indiceerd, omdat dan een hypertensieve crisis kan optreden.
Antipsychotica, isoniazide, anti-emetica met fenothiazine-structuur, benzodiazepinen en hoge doses methionine kunnen het anti-parkinsoneffect tegengaan.
Het hypotensieve effect van methyldopa kan worden versterkt. Methyldopa kan de anti-parkinsonwerking zowel versterken als verminderen.
Het gelijktijdig gebruik kan het effect van sympathicomimetica versterken.
Gelijktijdige toediening van halothaan kan aritmieën veroorzaken; overweeg vóór anesthesie met halothaan de levodopatherapie te onderbreken en deze na de operatie zo snel mogelijk te hervatten.
Parasympathicolytica werken synergistisch doordat parasympathicolytica de tremor doen afnemen; abnormale onvrijwillige bewegingen kunnen echter verergeren.
Niet gelijktijdig gebruiken met tetrabenazine of andere geneesmiddelen die de hoeveelheid monoaminen verlagen.
Selegiline kan de hypotensieve reactie versterken.
In combinatie met COMT-remmers en MAO-B remmers de dosering levodopa eventueel verlagen.
Wees voorzichtig met gelijktijdig gebruik van CYP1A2-substraten (bv. fluvoxamine, clozapine, coffeïne, theofylline, duloxetine en melatonine). omdat foscarbidopa in vitro mogelijk een inductor is van CYP1A2.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken (misvormingen skelet en ingewanden).
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren aanwijzingen voor schadelijkheid (misvormingen skelet en viscerae).
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Farmacologisch effect: Onderdrukking lactatie.
Advies: Borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in kleine hoeveelheden bij de mens (levodopa). Ja, bij dieren (carbidopa); onbekend bij de mens (carbidopa).
Farmacologisch effect: Het onderdrukt de lactatie.
Advies: Het gebruik van dit middel of het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- ernstig gestoorde leverfunctie;
- nauwe-kamerhoekglaucoom;
- feochromocytoom;
- neuroleptisch maligne syndroom in de voorgeschiedenis;
- niet-traumatische rabdomyolyse in de voorgeschiedenis.
Voor de intestinale gel tevens:
- ernstig hartfalen;
- ernstige hartaritmie;
- acute hersenbloeding;
- aandoeningen waarbij adrenerge middelen gecontra-indiceerd zijn, zoals hyperthyroïdie en syndroom van Cushing;
- verdachte, ongediagnosticeerde huidlaesies (afwijkende of bloedende moedervlekken); melanoom in de anamnese.
Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Interacties.
Contra-indicaties
- nauwe-kamerhoekglaucoom;
- ernstig hartfalen;
- acute hersenbloeding;
- ernstige hartaritmie;
- omstandigheden waarin adrenerge geneesmiddelen zijn gecontra-indiceerd, bijvoorbeeld feochromocytoom, hyperthyroïdie en syndroom van Cushing;
- verdachte, ongediagnosticeerde gepigmenteerde-huidaandoeningen (in kleur of vorm afwijkende of bloedende moedervlekken); melanoom in de anamnese.
- gebruik van niet-selectieve MAO-remmers en MAO-A-remmer, zie voor details de rubriek Interacties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij ernstige cardiovasculaire of pulmonale ziekte, ischemische hartziekte, astma, lever-, nier-, of endocriene ziekte of een voorgeschiedenis van ulcus pepticum, convulsies of psychose. Controleer de hartfunctie tijdens de eerste dosisaanpassingen bij patiënten met een voorgeschiedenis van myocardinfarct en een residuale atriale, nodale of ventriculaire aritmie. Controleer tijdens langdurig gebruik periodiek de lever-, nier en de hematopoëtische en cardiovasculaire functie. Als binnen korte tijd een progressieve anorexie, asthenie en gewichtsverlies ontwikkelt, algemene medische beoordeling en controle van de leverfunctie overwegen. Bij licht tot matig gestoorde leverfunctie kan verlaging van de dosis nodig zijn.
Controleer op het ontstaan van mentale veranderingen, depressie met neiging tot zelfmoord.
De medicatie niet plotseling staken vanwege een risico van het neuroleptisch maligne syndroom, maar deze langzaam afbouwen of veranderen, en bij eventueel optreden van symptomen de levodopadosis verhogen.
Bij chronisch open-kamerhoekglaucoom de intraoculaire druk bewaken.
Blijf het gewicht controleren met name bij diarree. Bij aanhoudende diarree dit geneesmiddel staken.
Controleer regelmatig op stoornissen in de impulsbeheersing; patiënten en verzorgers dienen hierop bedacht te zijn. Bij optreden van stoornissen in de impulsbeheersing de behandeling heroverwegen.
Controleer regelmatig op melanomen; in epidemiologische studies hebben patiënten met de ziekte van Parkinson een verhoogd risico op melanomen.
Wijs de patiënt voor de start van de behandeling op het risico van het ontwikkelen van het dopaminedisregulatie-syndroom, een verslavende aandoening die leidt tot overmatig gebruik van dopaminerge geneesmiddelen (meer dan nodig is voor controle van motorische symptomen) en die kan leiden tot ernstige dyskinesie.
Niet onderzocht: voor patiënten < 18 jaar zijn geen gegevens voorhanden.
Intestinale gel
- het instellen van de externe transabdominale sonde en de dosisaanpassingen uitvoeren in samenwerking met een gespecialiseerde neurologische kliniek;
- bij optreden van levodopa-geïnduceerde dyskinesie kan een dosisverlaging nodig zijn;
- de gel bevat hydrazine, een afbraakproduct van carbidopa, dat genotoxisch, hepatotoxisch en mogelijk carcinogeen is; de klinische betekenis van de blootstelling via de gel is niet bekend;
- Beoordeel patiënten voor start van de behandeling op voorgeschiedenis of tekenen van polyneuropathie of bekende risicofactoren; controleer vervolgens periodiek op polyneuropathie;
- adviseer om bij symptomen die wijzen op complicaties door de jejunale sonde, zoals buikpijn, de arts te waarschuwen;
- bij vermoeden van misbruik, de grendelfunctie op de pomp instellen.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij chronisch open-kamerhoekglaucoom, ernstige cardiovasculaire of longaandoeningen, een endocriene, lever- of nieraandoening, (anamnese van) ulcus pepticum en convulsies. Bij open-kamerhoekglaucoom de oogboldruk controleren. Terughoudendheid is geboden bij een recent myocardinfarct met aritmieën. Bij langdurig gebruik periodiek nier- en leverfunctie, hematopoëse en cardiovasculaire functie controleren.
Optredende dyskinesie kan men trachten te bestrijden door dosisverlaging en/of verdeling van de dagdosis over meerdere giften.
De kans op het optreden van een melanoom bij de ziekte van Parkinson is 2–6× zo groot als in de normale populatie; tijdens behandeling regelmatig controleren op het ontwikkelen van een melanoom, met name bij een melanoom in de voorgeschiedenis.
Wijs de patiënt voor de start van de behandeling op het risico van het ontwikkelen van het dopaminedisregulatie-syndroom, een aandoening gekenmerkt door verslaving aan en overmatig gebruik van dopaminerge geneesmiddelen (meer dan nodig is voor controle van motorische symptomen) en die kan leiden tot ernstige dyskinesie.
Controleer op mentale veranderingen, depressie met zelfmoordneiging en andere ernstige gedragsveranderingen. Wees voorzichtig bij een psychose (in de anamnese). Heroverweeg de behandeling als hallucinaties optreden.
Vanwege het risico van het neuroleptisch maligne syndroom de toediening niet plotseling staken.
Controleer regelmatig op het ontstaan van stoornissen in de impulsbeheersing; heroverweeg de behandeling bij het ontwikkelen hiervan.
Niet gebruiken bij patiënten jonger dan 18 jaar; veiligheid en werkzaamheid zijn bij kinderen niet vastgesteld.
De s.c.-infusievloeistof bevat hydrazine, een afbraakproduct van foscarbidopa, dat genotoxisch, hepatotoxisch en mogelijk carcinogeen is; de klinische betekenis van de blootstelling via de infusievloeistof is niet bekend. Beoordeel patiënten voor start van de behandeling op voorgeschiedenis of tekenen van polyneuropathie of bekende risicofactoren; controleer vervolgens periodiek op polyneuropathie.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met levodopa/carbidopa/entacapon contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Pyridoxine antagoneert de effecten van dit preparaat niet.
Neem voor informatie over een vergiftiging met foslevodopa/foscarbidop contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Combinatie van levodopa, een perifere dopadecarboxylaseremmer en een reversibele en hoofdzakelijk perifeer werkende catechol-O-methyltransferase-(COMT-)remmer.
Levodopa is een dopamineprecursor die de bloed-hersenbarrière passeert en enzymatisch wordt gedecarboxyleerd tot het werkzame dopamine.
De dopadecarboxylaseremmer carbidopa, remt de extracerebrale decarboxylering van levodopa, waardoor meer levodopa beschikbaar is. (70–150 mg carbidopa blijkt perifeer dopadecarboxylase volledig te kunnen remmen.) Hierdoor wordt COMT de belangrijkste katalysator voor de omzetting van levodopa tot 3-O-methyldopa, een mogelijk schadelijke metaboliet.
Entacapon remt de omzetting van levodopa en vertraagt hierdoor de klaring hiervan en versterkt de klinische reactie op elke dosis levodopa.
Kinetische gegevens
Resorptie | relatief snel en variabel. Er is grote inter- en intra-individuele variatie in absorptie van levodopa, carbidopa en entacapon. Maaltijden met grote neutrale aminozuren vertragen de absorptie van levodopa. |
F | levodopa 15–33% (hoger bij vrouwen dan bij mannen), carbidopa 40–70%, entacapon 29-46 %. |
V d | levodopa 0,36–1,6 l/kg, entacapon 0,3 l/kg. |
Eiwitbinding | entacapon 98%. |
Metabolisering | levodopa door decarboxylering en O-methylering; entacapon bijna volledig voornamelijk via glucuronidering. Bij lichte tot matige leverfunctiestoornis is het metabolisme van entacapon vertraagd. Hydrazine is een afbraakproduct van carbidopa; is in de gel aanwezig. |
Eliminatie | carbidopa 30% ongewijzigd in de urine; entacapon als metaboliet 10–20% met de urine en 80–90% met de feces. |
T 1/2el | levodopa 0,6–1,3 uur, carbidopa 2–3 uur, entacapon circa 30 min. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Combinatie van foslevodopa (levodopa-monofosfaat) en een perifere dopadecarboxylaseremmer carbidopa-monofosfaat. Foslevodopa en foscarbidopa worden in vivo snel omgezet in levodopa en carbidopa. Levodopa is een dopamineprecursor die de bloed-hersenbarrière passeert en enzymatisch wordt gedecarboxyleerd tot het werkzame dopamine. De dopadecarboxylaseremmer carbidopa, passeert de bloed-hersenbarrière niet en remt de extracerebrale decarboxylering van levodopa, waardoor meer levodopa beschikbaar is voor transport naar de hersenen (70–150 mg carbidopa blijkt perifeer dopadecarboxylase volledig te kunnen remmen). Hierdoor kan levodopa lager worden gedoseerd, zal de werking sneller intreden en zullen minder perifere bijwerkingen optreden door een geringere hoeveelheid perifeer ontstaan dopamine. De werking berust waarschijnlijk op verhoging van de dopamineconcentratie in de hersenen. Hypokinesie, spierstijfheid en in mindere mate de tremor worden verbeterd. S.c.-infusie vermindert de motorische fluctuaties en verhoogt de 'on'-tijd omdat een stabielere levodopa-plasmaconcentratie wordt gerealiseerd.
Kinetische gegevens
Overig | Na s.c.-toediening van foslevodopa/foscarbidopa infusievloeistof zijn de Cmax, AUC en mate van fluctuatie van levodopa vergelijkbaar met na intestinale toediening van levodopa/carbidopa intestinale gel. |
Metabolisering | De prodrugs foslevodopa en foscarbidopa worden snel omgezet in levodopa en carbidopa door alkalische fosfatase. Levodopa: volledig, voornamelijk via COMT, omdat carbidopa het decarboxylase-enzym remt. Carbidopa: deels tot metabolieten. |
Eliminatie | Als metaboliet via de urine (levodopa), 30% onveranderd (carbidopa). |
T 1/2el | 1–2 uur (levodopa), 2 uur (carbidopa). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
levodopa/carbidopa/entacapon hoort bij de groep levodopa met decarboxylaseremmers.
Groepsinformatie
foslevodopa/foscarbidopa hoort bij de groep levodopa met decarboxylaseremmers.