Samenstelling
Otalgan (hydrochloride) XGVS OTC Cooper Consumer Health International
- Toedieningsvorm
- Oordruppels
- Sterkte
- 5 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 12 g
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Ophtesic (hydrochloride) Laboratoires Doliage
- Toedieningsvorm
- Ooggel
- Sterkte
- 20 mg/g
- Verpakkingsvorm
- tube 3,5 g
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
De basis van de behandeling van otitis externa is goede reiniging van de gehoorgang door uitspuiten met lauw water, gevolgd door oordruppels die zowel een zuur als een corticosteroïd bevatten. Bij een trommelvliesperforatie komen aluminiumacetotartraat 1,2% oordruppels als eerste in aanmerking. Bij een sterke zwelling van de gehoorgang is eerst ontzwelling door middel van tamponneren aangewezen. Geef aanvullend een systemisch antibioticum bij (verdenking op) uitbreiding buiten de gehoorgang en bij onderliggend lijden. Zie voor de lokale behandeling van otitis externa in de tweedelijnszorg de bijlage Flowchart Behandeling en de bijlage Overzicht oordruppels en werkingsspectrum op Topische behandeling Otitis Externa van de NVKNO-richtlijn op de richtlijnendatabase.nl.
Oordruppels met een analgeticum kunnen een onderliggende aandoening maskeren. Daarnaast geven ze bij een open trommelvlies risico op een tijdelijke facialisparese en ototoxiciteit. Zie voor meer informatie de NVKNO-richtlijn Otitis externa, module Optimale pijnbehandeling Acute otitis externa (2021).
Bij de behandeling van otitis media acuta gaat de voorkeur uit naar een afwachtend beleid met adequate pijnbestrijding. Is na drie dagen het effect op pijn en/of koorts onvoldoende dan beginnen met een antimicrobiële behandeling met amoxicilline. Bij risicogroepen en bij forse algemene ziekteverschijnselen direct beginnen met een antimicrobiële behandeling.
Oordruppels met lidocaïne zijn niet effectief bij de behandeling van oorpijn en worden daarom niet aanbevolen.
Advies
Voor de toepassing van lidocaïne in het oog is geen advies vastgesteld.
Indicaties
- Oorpijn.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Lokale anesthesie tijdens oogheelkundige ingrepen.
Doseringen
Oorpijn
Volwassenen en kinderen
Afhankelijk van de leeftijd 3–5 druppels in de gehoorgang brengen met tussenpozen van 2–4 uur. Maximaal 6×/dag druppelen.
Vóór indruppelen op de zij gaan liggen, na het druppelen nog 2–3 min blijven liggen.
Doseringen
Bedoeld voor eenmalig gebruik; het restant onmiddellijk na gebruik weggooien.
Oogheelkundige ingreep
Volwassenen
Desinfecteer het oog. Bedek 5 min. voor aanvang van de ingreep het oogoppervlak van het te behandelen gebied met 1 gram (ca. ⅓ tube) gel; bedek eventueel ook de adnexa van het oog met de gel. Zo nodig meer gebruiken of opnieuw aanbrengen, afhankelijk van de grootte van het oog en de duur van de ingreep. Max. 1 tube per oog of per ingreep. Spoel zo nodig na 5 min. contact met het oogoppervlak de gel weg.
Bijwerkingen
Zelden (0,01-0,1%): overgevoeligheidsreacties.
Bijwerkingen
Gemeld zijn: hyperemie van de conjunctiva, branderig gevoel in het oog, hoofdpijn, veranderingen in het cornea-epitheel zoals (oppervlakkige) keratitis punctata of oedeem; bij langdurige aanbrenging schade aan de cornea.
Interacties
Er zijn van dit middel geen interacties bekend.
Interacties
Er zijn geen interacties bekend.
Zwangerschap
Lidocaïne passeert de placenta.
Teratogenese: Gegevens uit een groot aantal zwangerschappen duiden niet op schadelijke effecten op de zwangerschap of het kind.
Farmacologisch effect: Onwaarschijnlijk, omdat lidocaïne bij lokale toediening nauwelijks systemisch wordt geabsorbeerd.
Advies: Kan worden gebruikt.
Zwangerschap
Lidocaïne passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Er zijn geen aanwijzingen voor schadelijke effecten bij dieren.
Farmacologisch effect: Wordt niet verwacht, omdat de systemische blootstelling zeer gering is.
Advies: Kan worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in kleine hoeveelheden.
Farmacologisch effect: Onwaarschijnlijk bij lokale toediening, vanwege een geringe systemische absorptie bij de moeder.
Advies: Kan worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Farmacologisch effect: Er wordt geen farmacologisch effect op de zuigeling verwacht omdat de systemische blootstelling van de moeder zeer gering is.
Advies: Kan worden gebruikt.
Contra-indicaties
- loopoor, geperforeerd trommelvlies;
- overgevoeligheid voor lokale anesthetica van het amide-type, zoals bupivacaïne, mepivacaïne en prilocaïne.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor lokale anesthetica van het amidetype.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bij koorts een arts raadplegen vanwege de kans op middenoorontsteking.
Als na twee weken behandeling geen verbetering optreedt, een arts raadplegen.
Voorafgaand aan het artsbezoek niet druppelen omdat eventueel vocht in het oor de visuele inspectie van het trommelvlies kan hinderen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Corneatroebeling: langdurige toepassing kan permanente troebeling en ulceratie van de cornea veroorzaken, met verlies van het gezichtsvermogen.
De veiligheid en effectiviteit bij kinderen zijn niet vastgesteld.
Overdosering
Symptomen
langdurige toepassing kan permanente troebeling en ulceratie van de cornea veroorzaken, met verlies van het gezichtsvermogen.
Eigenschappen
Lokaal anestheticum van het amide-type. Belet het ontstaan en/of de voortgeleiding van zenuwimpulsen, waarschijnlijk via blokkade van de membraanpermeabiliteit voor natriumionen.
Kinetische gegevens
Resorptie | gering (na toediening in het oor). |
T 1/2el | 1,5–2 uur bij volwassenen. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Lidocaïne is een lokaal anestheticum van het amide-type. Het remt de ionenstromen die nodig zijn voor initiatie en geleiding van impulsen. Werking: anesthesie treedt op na 20–60 seconden. Werkingsduur: 5-30 minuten.
Kinetische gegevens
Resorptie | absorptie door de slijmvliezen is mogelijk, maar de systemische blootstelling na aanbrengen in het oog is gering. |
Metabolisering | in de lever, via oxidatieve N-dealkylering tot mono-ethylglycinexylidide en glycinexylidide. De farmacologische/toxicologische werking van deze metabolieten is vergelijkbaar met die van lidocaïne, maar minder krachtig. |
Eliminatie | ca. 90% via de urine in de vorm van diverse metabolieten, met als belangrijkste een 4-hydroxy-2,6-dimethylanilineconjugaat. |
T 1/2el | (van lidocaïne i.v. injectie) 1,5-2 uur; langer bij een leverfunctiestoornis. Bij een nierfunctiestoornis kan ophoping van (enigszins) actieve metabolieten plaatsvinden. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
lidocaïne (bij ooraandoening) hoort bij de groep anesthetica, lokaal via huid of slijmvlies.
- capsaïcine (N01BX04) Vergelijk
- chloorhexidine/lidocaïne (N01BB52) Vergelijk
- cocaïne (S01HA01) Vergelijk
- lidocaïne (gel, aanstipvloeistof) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (in de oogheelkunde) (S01HA07) Vergelijk
- lidocaïne (pleister) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (spray) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (vetcrème, zalf) (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne/amylmetacresol/dichloorbenzylalcohol (R02AA20) Vergelijk
- lidocaïne/levomenthol (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne/prilocaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/propylparahydroxybenzoaat (R02AD02) Vergelijk
- lidocaïne/tetracaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/zinkoxide (D04AB01) Vergelijk
- oxybuprocaïne (S01HA02) Vergelijk
- pramocaïne/zinkoxide (D04AB07) Vergelijk
- tetracaïne (S01HA03) Vergelijk
Groepsinformatie
lidocaïne (in de oogheelkunde) hoort bij de groep anesthetica, lokaal via huid of slijmvlies.
- capsaïcine (N01BX04) Vergelijk
- chloorhexidine/lidocaïne (N01BB52) Vergelijk
- cocaïne (S01HA01) Vergelijk
- lidocaïne (bij ooraandoening) (S02DA01) Vergelijk
- lidocaïne (gel, aanstipvloeistof) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (pleister) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (spray) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (vetcrème, zalf) (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne/amylmetacresol/dichloorbenzylalcohol (R02AA20) Vergelijk
- lidocaïne/levomenthol (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne/prilocaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/propylparahydroxybenzoaat (R02AD02) Vergelijk
- lidocaïne/tetracaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/zinkoxide (D04AB01) Vergelijk
- oxybuprocaïne (S01HA02) Vergelijk
- pramocaïne/zinkoxide (D04AB07) Vergelijk
- tetracaïne (S01HA03) Vergelijk