Samenstelling
Lidocaïne zinkoxidesmeersel FNA (base) XGVS Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Smeersel (5%)
Bevat per g: lidocaïne 50 mg, zinkoxide 540 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Cocaïne Oogdruppels FNA (hydrochloride) XGVS Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels (5%)
- Sterkte
- 50 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 10 ml
Conserveermiddel: benzalkoniumchloride.
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels (5%) zond cons
- Sterkte
- 50 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 1 ml
Conserveermiddel: geen.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Een cutane herpesinfectie verloopt in het algemeen niet ernstig en geneest meestal spontaan. Doorgaans kan volstaan worden met lokale behandeling met een indifferent middel met zinkoxide of zinksulfaat (eventueel met lidocaïne). Geef bij pijn paracetamol. Start bij acute herpes zoster neuralgie laagdrempelig met amitriptyline (bij ouderen nortriptyline). Orale antivirale behandeling met een nucleoside-analogon (aciclovir, famciclovir of valaciclovir) komt bij de herpesinfecties alleen in bepaalde situaties in aanmerking. Gezien het gebruiksgemak en de kosten gaat de voorkeur in het algemeen uit naar valaciclovir. De antivirale behandeling is slechts zinvol indien gestart binnen een bepaalde termijn na het verschijnen van de eerste symptomen. De lengte van deze termijn hangt af van het type infectie (herpes simplex of zoster, primo-infectie of recidief) en de immuunstatus van de patiënt.
Advies
Voor dit geneesmiddel is geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling.
Indicaties
- Ter verlichting van pijn en jeuk, bijvoorbeeld bij nattende, pijnlijke herpes genitalis.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Offlabel: als diagnosticum bij het Horner-syndroom.
Doseringen
Herpes genitalis
Volwassenen
1–2×/dag het smeersel dun aanbrengen.
Toediening: vóór gebruik het smeersel goed roeren.
Doseringen
Als diagnosticum bij het syndroom van Horner
Volwassenen
1 druppel in beide ogen, eventueel na enkele minuten herhalen.
Bij een zeer donkere iris kan de reactie op cocaïne onvoldoende of zeer traag zijn.
Bijwerkingen
Irritatie van de huid.
Zelden (0,01-0,1%): overgevoeligheidsreacties (jeuk, roodheid, zwelling, huiduitslag).
Bijwerkingen
Lokaal: irritatie, allergische reacties zoals jeuk, roodheid en lokale huiduitslag rond het oog.
Bij misbruik kunnen tegelijkertijd centrale en perifere sympathicomimetische effecten optreden: euforie, opwinding, rusteloosheid, tremor gevolgd door tonisch-klonische convulsies. Tachycardie, hypertensie, myocardischemie, angina pectoris, myocardinfarct. Torsade de pointes, verlengd QT-interval.
Interacties
Ondanks de hoofdzakelijk lokale werking van cocaïne-oogdruppels kan in combinatie met een andere vasoconstrictor overmatige stimulering van het centraal zenuwstelsel optreden.
Combinatie met β-Blokkers kan leiden tot hypertensie en bradycardie.
Zwangerschap
Lidocaïne passeert de placenta.
Teratogenese: Ruime ervaring bij de mens heeft geen nadelige effecten laten zien. Bij lokale toediening op kleine oppervlakken is er sprake van beperkte systemische absorptie van lidocaïne. Zinkoxide wordt niet of nauwelijks opgenomen door de huid.
Advies: Kan worden gebruikt.
Zwangerschap
Cocaïne passeert de placenta.
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren onvoldoende gegevens.
Farmacologisch effect: Misbruik van cocaïne geeft een verhoogd risico op spontane abortus, intra-uteriene groeiremming en aangeboren afwijkingen.
Advies: Gebruik ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Lidocaïne: ja, in kleine hoeveelheden. Bij lokale toediening op kleine oppervlakken is er sprake van beperkte systemische absorptie bij de moeder met een zeer lage blootstelling aan lidocaïne van de zuigeling. Zinkoxide: nee, omdat het niet of nauwelijks wordt opgenomen door de huid.
Advies: Kan worden gebruikt; vermijd wel contact van de zuigeling met lidocaïne.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Farmacologisch effect: Neonaten zijn zeer gevoelig voor de toxische effecten van cocaïne.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor lokale anesthetica van het amidetype.
Contra-indicaties
- aangeboren of verworven lang-QT-intervalsyndroom en Brugada-syndroom vanwege een mogelijk verhoogd risico op ventriculaire hartritmestoornissen, hartstilstand en plotselinge dood;
- overgevoeligheid voor andere lokale anesthetica van het ester–type.
Waarschuwingen en voorzorgen
Niet gebruiken op open wonden. Lidocaïne wordt goed geabsorbeerd door beschadigd epitheel, waardoor bij overmatig gebruik intoxicatie kan ontstaan met prikkeling van het centrale zenuwstelsel en depressie van het cardiovasculaire systeem.
Lidocaïne werkt vasoconstrictief en kan daardoor wondgenezing remmen.
Het smeersel geeft moeilijk te verwijderen vlekken op kleding en beddengoed.
Waarschuwingen en voorzorgen
Cocaïne heeft een sterk centraal stimulerende werking en kan aanleiding geven tot verslaving. Het wordt als dopingmiddel aangemerkt.
Wees voorzichtig bij nauwe–kamerhoekglaucoom.
Vanwege de indirect sympathicomimetische werking voorzichtig zijn bij ernstige cardiovasculaire aandoeningen, zoals angina pectoris, ischemische hartziekten en hartfalen, hypertensie, ritmestoornissen, en bij epilepsie.
Patiënten met hyperthyroïdie kunnen extra gevoelig zijn voor catecholaminen.
Bij een zeer donkere iris kan de reactie op cocaïne onvoldoende of zeer traag zijn.
Overdosering
In toxische doses veroorzaakt cocaïne Cheyne-Stokes-ademhaling, vasomotorische collaps en convulsies; in een aantal gevallen is rabdomyolyse gemeld. De dood kan plotseling intreden door stoppen van de ademhaling.
Cocaïne is in het algemeen toxisch vanaf een dosis van 200 mg (oppervlakte-anesthesie in de KNO-heelkunde). Er bestaan echter grote interindividuele verschillen; er zijn ook meldingen van ernstige toxische verschijnselen bij een dosis van slechts 20 mg.
Bij accidentele orale inname zie toxicologie.org/cocaine en/of vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Lidocaïne is een oppervlakte-anestheticum van het amide-type. Zinkoxide heeft een dekkend, verkoelend en zwak adstringerend effect op de huid. Bij herpes genitalis bevordert zink het indrogen van de blaasjes en vermindert het de jeuk. Lidocaïne werkt pijn- en jeukstillend.
Kinetische gegevens
Resorptie | lidocaïne: minimaal door intacte huid, goed door beschadigde huid en slijmvliezen. Zinkoxide: niet of nauwelijks. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Cocaïne is een lokaal anestheticum van het ester-type en een indirect sympathicomimeticum; het remt de heropname van noradrenaline en dopamine. Heeft een lokaal anesthetische, vasoconstrictieve en mydriatische werking. De mydriatische werking ontstaat door remming van de heropname van noradrenaline in de iris. Wordt gebruikt als diagnosticum bij het Horner-syndroom. Hierbij is de sympatische innervatie van het oog onderbroken, waardoor het mydriatische effect van cocaïne niet of nauwelijks optreedt.
Evaluatie van de mate van mydriasis: na 50–60 min.
Dit preparaat valt onder de bepalingen van de Opiumwet in zijn volle omvang.
Kinetische gegevens
Resorptie | goed door de slijmvliezen. |
Metabolisering | in plasma en lever door cholinesterasen. |
Eliminatie | met de urine, vnl. als metabolieten. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
lidocaïne/zinkoxide hoort bij de groep anesthetica, lokaal via huid of slijmvlies.
- capsaïcine (N01BX04) Vergelijk
- chloorhexidine/lidocaïne (N01BB52) Vergelijk
- cocaïne (S01HA01) Vergelijk
- lidocaïne (bij ooraandoening) (S02DA01) Vergelijk
- lidocaïne (gel, aanstipvloeistof) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (in de oogheelkunde) (S01HA07) Vergelijk
- lidocaïne (pleister) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (spray) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (vetcrème, zalf) (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne/amylmetacresol/dichloorbenzylalcohol (R02AA20) Vergelijk
- lidocaïne/levomenthol (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne/prilocaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/propylparahydroxybenzoaat (R02AD02) Vergelijk
- lidocaïne/tetracaïne (N01BB20) Vergelijk
- oxybuprocaïne (S01HA02) Vergelijk
- pramocaïne/zinkoxide (D04AB07) Vergelijk
- tetracaïne (S01HA03) Vergelijk
Groepsinformatie
cocaïne hoort bij de groep anesthetica, lokaal via huid of slijmvlies.
- capsaïcine (N01BX04) Vergelijk
- chloorhexidine/lidocaïne (N01BB52) Vergelijk
- lidocaïne (bij ooraandoening) (S02DA01) Vergelijk
- lidocaïne (gel, aanstipvloeistof) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (in de oogheelkunde) (S01HA07) Vergelijk
- lidocaïne (pleister) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (spray) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (vetcrème, zalf) (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne/amylmetacresol/dichloorbenzylalcohol (R02AA20) Vergelijk
- lidocaïne/levomenthol (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne/prilocaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/propylparahydroxybenzoaat (R02AD02) Vergelijk
- lidocaïne/tetracaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/zinkoxide (D04AB01) Vergelijk
- oxybuprocaïne (S01HA02) Vergelijk
- pramocaïne/zinkoxide (D04AB07) Vergelijk
- tetracaïne (S01HA03) Vergelijk