Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Constella Abbvie bv

Toedieningsvorm
Capsule, hard
Sterkte
290 microg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

De behandeling van het prikkelbaredarmsyndroom (PDS) is vooral niet-medicamenteus. Alle behandelingen zijn slechts bij een deel van de patiënten effectief. Bij PDS waarbij obstipatie op de voorgrond staat (PDS-C), zijn de medicamenteuze opties het gebruik van laxantia en bij onvoldoende effect linaclotide. Bij PDS waarbij diarree op de voorgrond staat (PDS-D), zijn de medicamenteuze opties volumevergrotende laxantia en als symptomatische behandeling een onderhoudsdosering met loperamide. Bij PDS waarbij pijnklachten op de voorgrond staan, kunnen paracetamol en pepermuntolie worden overwogen. Bij alle vormen van PDS kan als laatste stap bij uitzondering een antidepressivum worden overwogen, naast de psychologische behandeling van een eventuele onderliggende stemmingsstoornis.

Adviseer bij obstipatie in eerste instantie voldoende inname van vocht en vezels, en voldoende beweging. Indien een dieet met extra vezels niet volstaat, is psyllium een alternatief. Bij de medicamenteuze behandeling van functionele obstipatie is een osmotisch laxans eerste keus. Verhoog bij onvoldoende effect zo nodig tot de maximale dosering of combineer met, of schakel over op een contactlaxans of ander osmotisch laxans. Overweeg als defecatie 3 dagen uitblijft ondanks optimale orale therapie, rectale medicatie ter lediging van het rectum. Fecale impactie kan medicamenteus of manueel worden verwijderd. Als medicatie de voorkeur heeft, overweeg een (micro)klysma of een hoge dosis macrogol (met of zonder elektrolyten).

Overweeg linaclotide bij ernstige obstipatie in de palliatieve fase, ondanks behandeling met een osmotisch laxans en een contactlaxans.

Indicaties

  • Symptomatische behandeling van volwassenen met een matig tot ernstig prikkelbaredarmsyndroom met obstipatie.

Gerelateerde informatie

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Prikkelbaredarmsyndroom met obstipatie

Volwassenen

290 microg 1×/dag. Herbeoordeel de behandeling na 4 weken. De werkzaamheid en effectiviteit van linaclotide bij prikkelbaredarmsyndroom zijn voor een periode van maximaal 6 maanden onderzocht.

Verminderde nier- of leverfunctie: een dosisaanpassing is niet nodig.

Toediening: De capsule minstens 30 minuten vóór de maaltijd innemen.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): diarree, vooral bij ouderen (> 65 j.) en bij patiënten met hypertensie of diabetes.

Vaak (1-10%): buikpijn, opgezette buik, winderigheid, virale gastro-enteritis. Duizeligheid.

Soms (0,1-1%): toegenomen fecale aandrang, fecale incontinentie, lage gastro-intestinale bloeding (waaronder bloeding van hemorroïden en rectale bloeding), misselijkheid, braken. Verminderde eetlust. Orthostatische hypotensie, hypokaliëmie, dehydratie. Urticaria.

Zelden (0,01-0,1%): daling van bicarbonaatbloedspiegel, gastro-intestinale perforatie.

Verder is gemeld: huiduitslag.

Interacties

Wees voorzichtig bij gelijktijdige behandeling met protonpompremmers, laxeermiddelen of NSAID's vanwege meer kans op diarree. Bij ernstige of langdurige diarree kan de absorptie van andere geneesmiddelen afnemen en de werkzaamheid van levothyroxine of orale anticonceptiva afnemen. Het gebruik van een extra anticonceptiemethode is aanbevolen bij ernstige en langdurige diarree.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.

Advies: Gebruik ontraden.

Overig: Het gebruik van een extra anticonceptiemethode is aanbevolen bij ernstige en langdurige diarree.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Waarschijnlijk niet.

Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.

Contra-indicaties

  • bekende of vermoede mechanische gastro-intestinale obstructie.

Waarschuwingen en voorzorgen

Diarree: Overweeg de behandeling tijdelijk te staken bij langdurige (> 1 week) of ernstige diarree. Wees extra voorzichtig bij patiënten met een toegenomen kans op een verstoring van de water- en elektrolytenhuishouding, zoals ouderen en patiënten met hart- en vaataandoeningen, hypertensie of diabetes; overweeg een elektrolytencontrole.

Perforatie: Intestinale perforatie is gemeld bij patiënten met aandoeningen die kunnen samengaan met lokale of diffuse zwakte van de darmwand. Adviseer de patiënt direct contact op te nemen bij ernstige, langdurige of verergende buikpijn. Staak de behandeling bij deze symptomen.

Onderzoeksgegevens: Linaclotide mag niet gebruikt worden bij kinderen < 18 jaar, vanwege onvoldoende gegevens betreffende werkzaamheid en veiligheid; door overexpressie van de GC-C-receptor zijn kinderen < 2 jaar gevoeliger voor de effecten van linaclotide.

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging met linaclotide contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Synthetisch peptide. Guanylaatcyclase-C-receptoragonist (GC-C-receptoragonist) met visceraal analgetische en secretoire werking. Linaclotide en de actieve metaboliet binden aan de GC-C-receptor, op het luminale oppervlak van het darmepitheel. De activering van GC-C leidt tot verhoogde concentraties van intra- en extracellulair cyclisch guanosinemonofosfaat (cGMP). Extracellulair cGMP vermindert de pijnvezelactiviteit. Intracellulair cGMP veroorzaakt afscheiding van chloride en bicarbonaat in het intestinale lumen, wat tot een toename van intestinaal vocht en een versnelde transit leidt.

Kinetische gegevens

Resorptie minimaal bij therapeutische dosis.
Metabolisering lokaal tot actieve primaire metaboliet destyrosine. Proteolyse in het maag-darmstelsel tot kleinere peptiden en aminozuren.
Eliminatie 3-5% met de feces, voornamelijk als actieve metaboliet.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd