Samenstelling
Lariam (als hydrochloride) Cheplapharm Arzneimittel GmbH
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 250 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Daraprim GlaxoSmithKline bv
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 25 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Profylaxe van malaria: Bij het bestrijden van malaria staat voorkómen van muggenbeten voorop, in gebieden met een lage transmissie van malaria is dit de enige te nemen maatregel. Bij reizen van meer dan 7 dagen naar gebieden met een middelmatige transmissie wordt aanbevolen een noodbehandeling mee te nemen; kies artemether/lumefantrine of atovaquon/proguanil. Bij reizen naar gebieden met een hoge transmissie wordt de keuze van de profylactische behandeling bepaald door de reisbestemming, karakteristieken van de persoon en de duur van het verblijf. In aanmerking komen atovaquon/proguanil, doxycycline en mefloquine. Bij zwangere en lacterende vrouwen en bij kinderen < 5 kg eventueel ook chloroquine. De GGD's en overige bij het LCR aangesloten gespecialiseerde centra beschikken over de meest recente gegevens van resistentie in malariagebieden. De behandeling van malaria wordt bepaald aan de hand van de aangetoonde verwekker, en de ernst van de ziekte, en gebeurt in overleg met een gespecialiseerd centrum.
Mefloquine is het middel van derde keus bij niet-ernstige malaria tropica en tweede keus bij volwassenen met malaria veroorzaakt door P. vivax/ovale (malaria tertiana). Het kent relatief veel neuropsychiatrische bijwerkingen, en bij gelijktijdig of aansluitend gebruik van chloroquine, kinine en kinidine kunnen convulsies en ECG-afwijkingen optreden. Verder is het niet toepasbaar bij kinderen < 3 mnd. en/of < 5 kg.
Advies
Bij de behandeling van toxoplasmose dient pyrimethamine samen met sulfadiazine te worden gegeven.
De behandeling van malaria wordt bepaald aan de hand van de aangetoonde verwekker, en de ernst van de ziekte, en gebeurt in overleg met een gespecialiseerd centrum.
Resistentie tegen pyrimethamine komt veel voor en het dient om die reden niet voorgeschreven te worden als behandeling voor patiënten met malaria. Voor de keuze van de juiste standaardbehandeling, zie malaria.
Indicaties
Behandeling
- Malaria, vooral wanneer deze wordt veroorzaakt door stammen van Plasmodium falciparum die resistent zijn tegen andere malariamiddelen;
- Plasmodium vivax en gemengde malaria.
Profylaxe
- Voor reizigers naar malariagebieden waar een groot infectierisico bestaat voor stammen van Plasmodium falciparum die resistent zijn tegen andere malariamiddelen.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Behandeling van actieve toxoplasmose, in combinatie met een synergistisch middel zoals sulfadiazine.
Pyrimethamine is officieel ook geregistreerd voor de behandeling van malaria die door gevoelige stammen van Plasmodium falciparum wordt veroorzaakt, in combinatie met een sulfonamide (veelal sulfadoxine) en andere anti-malaria middelen. Omdat er wereldwijd resistentie bestaat tegen deze therapie én in Nederland geen sulfonamide beschikbaar is voor deze indicatie (met een doseringsadvies), wordt deze indicatie in deze geneesmiddeltekst niet verder behandeld.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Acute malaria-aanval
Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen
Totale dosis bij niet-immune en gedeeltelijk immune patiënten: 20–25 mg/kg lichaamsgewicht;
dit is bij een lichaamsgewicht van 5–20 kg: ¼ tablet per 2½–3 kg of 1 tablet per 10-12 kg;
20–30 kg: 2–3 tabletten;
> 30–45 kg: 3–4 tabletten;
> 45–60 kg: 5 tabletten;
> 60 kg: 6 tabletten.
Er is weinig ervaring met curatief gebruik van mefloquine bij zuigelingen, leeftijd < 3 mnd. of gewicht < 5 kg.
Totale dosis bij patiënten woonachtig in malariagebieden: 15 mg/kg lichaamsgewicht kán voldoende zijn;
dit is bij een lichaamsgewicht van 5–20 kg: ¼ tablet per 4 kg;
20–30 kg: 1½–2 tabletten;
> 30–45 kg: 2–3 tabletten;
> 45–60 kg: 3 tabletten;
> 60 kg: 4 tabletten.
Er is weinig ervaring met het curatief gebruik van mefloquine bij zuigelingen, leeftijd < 3 mnd. of gewicht < 5 kg.
Om bijwerkingen zoveel mogelijk te voorkómen of de ernst ervan te verminderen de totale curatieve dosering splitsen in 2–3 doses met een tijdsinterval van 6–8 uur op de volgende wijze: 3+1, 3+2, of 3+2+1 tabletten. Als er binnen 48–72 uur geen verbetering optreedt, overweeg dan een andere behandeling.
Bij ernstige vormen van acute malaria kan eerst een inleidende kuur van i.v. kinine worden gegeven gedurende 2–3 dagen; geef mefloquine dan na een interval van ten minste 12 uur na de laatste dosis kinine.
Uitgebraakte dosis: Als binnen 30 minuten na inname wordt gebraakt, een tweede volledige dosis geven. Bij braken 30–60 min na toediening een additionele halve dosis geven.
Noodbehandeling: Als directe medische hulp tijdens een reis naar en in malariagebied (naar verwachting) niet voorhanden is kan mefloquine bij volwassenen als een 'stand by'-geneesmiddel worden voorgeschreven. De zelfbehandeling beginnen met ca. 15 mg/kg (dat is voor patiënten ≥ 45 kg 3 tabletten). Als er binnen 24 uur geen professionele hulp kan worden verkregen en er geen ernstige bijwerkingen optreden, dan een tweede gedeelte van de totale dosering (2 tabletten voor patiënten ≥ 45 kg) 6–8 uur later innemen. Patiënten > 60 kg dienen een extra tablet in te nemen 6–8 uur na de tweede dosis. Eén week na beëindiging van de 'stand by'–behandeling de profylaxe hervatten. Altijd bij de eerste gelegenheid die zich voordoet een arts raadplegen, ook al lijkt men volledig hersteld te zijn.
Als malariaprofylaxe
De aanbevolen profylactische dosering bedraagt ca. 5 mg/kg 1×/week;
dit is voor personen > 45 kg: 1 tablet 1×/week;
30–45 kg: ¾ tablet 1×/week;
20–30 kg: ½ tablet 1×/week;
15–20 kg: ¼ tablet 1×/week.
Er is weinig ervaring met profylactisch gebruik van mefloquine bij kinderen met een leeftijd < 2 jaar of een lichaamsgewicht < 15 kg.
Om de tolerantie van de reiziger voor mefloquine te kunnen evalueren de profylaxe idealiter starten 10 dagen vóór vertrek naar een endemisch gebied: dus de eerste dosis 10 dagen vóór vertrek en de 2 e dosis 3 dagen vóór vertrek innemen. De opvolgende doses een week na de 2 e en doorgaan met eenmaal per week innemen op een vaste dag. Indien het 10-dagen-voor-vertrek-starten niet mogelijk is (bv. bij een onverwacht vertrek) per direct het volgende oplaadschema volgen: de profylactische doses op 3 opeenvolgende dagen (laten) innemen (op dag 1, 2 en 3), vervolgens op dag 8 en daarna wekelijks. Hierbij is dag 1 de dag waarop wordt gestart met de inname, idealiter z.s.m. nog vóór vertrek naar malariagebied. Bv. voor volwassenen en kinderen > 45 kg 1 tablet per dag gedurende 3 opeenvolgende dagen, gevolgd door 1 tablet op dag 8 en daarna 1 tablet per week. De opvolgende wekelijkse doses altijd op dezelfde dag van de week innemen. Het toepassen van dit versnelde oplaadschema kan echter gepaard gaan met meer bijwerkingen. Na vertrek uit het endemische gebied de behandeling nog 4 weken voortzetten om de kans te verminderen dat alsnog malaria optreedt na vertrek.
Bij comedicatie: Bij gelijktijdig gebruik van andere middelen is het soms gewenst 2–3 weken vóór vertrek met de profylaxe te beginnen (wanneer mogelijk), dit om er zeker van te zijn dat de combinatie van geneesmiddelen goed wordt verdragen.
Ouderen: Geen dosisaanpassing vereist.
Verminderde leverfunctie: De eliminatie van mefloquine kan vertraagd zijn, wat leidt tot een verhoogde plasmaconcentratie en meer kans op bijwerkingen. Toepassing bij een ernstige leverfunctiestoornis is gecontra-indiceerd.
Verminderde nierfunctie: Met voorzichtigheid toepassen vanwege relatief weinig gegevens over toepassing hierbij.
Toediening
- De tabletten hebben een bittere smaak; met voldoende vloeistof en bij voorkeur heel innemen, bij voorkeur na de maaltijd.
- De tablet kan verdeeld worden in gelijke doses.
- Zo nodig, bijvoorbeeld bij kleine kinderen, de tabletten breken en suspenderen in een beetje vloeistof.
Doseringen
De tabletten hebben een breukgleuf, zodat per 12,5 mg kan worden gedoseerd.
Behandeling van actieve toxoplasmose
Volwassenen en kinderen ≥ 6 jaar
In combinatie met sulfadiazine of een ander synergistisch middel én folinezuur (calciumzout, systemisch)-suppletie (ook wel calciumfolinaat) ter vermindering van de kans op beenmergdepressie: eerste dag 50 mg, daarna 25 mg 1×/dag. Vanaf de eerste dag sulfadiazine geven: 150 mg/kg lichaamsgewicht/dag in 4 doses, max. 4 g/dag.
Kinderen 3–6 jaar
In combinatie met sulfadiazine én folinezuur (calciumzout, systemisch)-suppletie (ook wel calciumfolinaat): eerste dag 2 mg/kg lichaamsgewicht/dag (maximaal 50 mg), daarna 1 mg/kg lichaamsgewicht/dag (maximaal 25 mg) 1×/dag. Vanaf de eerste dag sulfadiazine geven: 150 mg/kg lichaamsgewicht/dag in 4 doses, max. 2 g/dag.
Kinderen 10 maanden – 2 jaar
In combinatie met sulfadiazine én folinezuur (calciumzout, systemisch)suppletie (ook wel calciumfolinaat): 1 mg/kg lichaamsgewicht/dag 1×/dag (geen oplaaddosis). Vanaf de eerste dag sulfadiazine geven: 150 mg/kg sulfadiazine per dag in 4 doses, max. 1,5 g/dag.
Behandelduur: De behandeling dient gedurende 3–4 weken te worden gegeven. Indien voortgezette behandeling nodig is, dienen er 30–40 dagen tussen de behandelingen te liggen.
Bij ouderen: geen ervaring, mogelijk zijn zij gevoeliger voor een folaattekort; toepassing van folinezuur (calciumzout, systemisch)-suppletie is daarom essentieel.
Verminderde nierfunctie: geen dosisaanpassing nodig, wel voorzichtig toepassen.
Verminderde leverfunctie: er is geen algemene aanbeveling voor dosisreductie, overweeg in individuele omstandigheden de dosis aan te passen.
Congenitale toxoplasmose: Zie voor de behandeling van congenitale toxoplasmose de pagina pyrimethamine op het Kinderformularium van het NKFK. Bij pasgeborenen het risico van de toediening van het sulfonamide afwegen tegen het therapeutisch voordeel.
Toediening: De tabletten in een enkelvoudige gift per dag innemen. Geef instructies voor het breken van tabletten bij toepassing bij kinderen < 6 jaar.
Bijwerkingen
Bij profylactische doses komen bijwerkingen minder frequent voor dan bij curatieve doses.
Zeer vaak (> 10%): slapeloosheid, abnormale dromen.
Vaak (1-10%): angst, depressie. (Draai)duizeligheid, hoofdpijn. Visusstoornissen (zie ook onder 'verder zijn gemeld'). Misselijkheid, braken, diarree, buikpijn. Jeuk.
Verder zijn gemeld:
- Cardiaal: cardiovasculaire aandoeningen zoals hypo– of hypertensie, opvliegers, tachycardie, bradycardie, ritmestoornissen.
- Pulmonaal: dyspneu, pneumonie, pneumonitis (mogelijk van allergische oorsprong).
- Neuropsychiatrisch: slaperigheid, evenwichtsverlies, loopstoornis, syncope, perifere neuropathie, paresthesie, tremor, ataxie, convulsie, geheugenstoornissen (soms > 3 mnd. aanhoudend), encefalopathie, paralyse van de craniale zenuw. Verminderde eetlust, concentratiestoornis, rusteloosheid, agitatie, paniekaanvallen, stemmingwisselingen, suïcidale gedachten, (poging tot) zelfmoord, agressie, verwardheid, hallucinaties, psychose, paranoia, schizofrenie-achtige stoornis, bipolaire stoornis.
- Oorsuizen, gehoorbeperking, gedeeltelijke doofheid (soms langdurig), hyperacusis.
- Wazig zien, cataract, netvliesaandoeningen, optische neuropathie (die vertraagd kan optreden tijdens of na de behandeling).
- Gastro-intestinaal: dyspepsie, pancreatitis. (Asymptomatische tijdelijke) verhoging van ASAT, ALAT en γ-GT, hepatitis, geelzucht, leverfalen.
- Algemeen: oedeem, pijn op de borst, vermoeidheid, malaise, asthenie, koorts, rillingen.
- Spierzwakte, spierspasmen, spierpijn, gewrichtspijn.
- Aplastische anemie, leukopenie, agranulocytose, trombocytopenie, leukocytose.
- Hyperhidrose, alopecia, overgevoeligheid variërend van milde huiduitslag tot anafylactische reactie, erytheem, urticaria, erythema multiforme, Stevens–Johnsonsyndroom (SJS).
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn. Misselijkheid, braken, diarree. Huiduitslag. Anemie.
Vaak (1-10%): leukopenie, trombocytopenie. Duizeligheid.
Soms (0,1-1%): abnormale huidpigmentatie. Koorts.
Zeer zelden (< 0,01%): buccale ulceratie, koliek. Dermatitis. Pancytopenie. Pneumonie met cellulaire en eosinofiele pulmonale infiltratie. Convulsies (indicatie toxoplasmose).
De kans op bloedbeeldafwijkingen is groter indien géén folinezuursuppletie met folinezuur (zie ook rubrieken Interacties en Waarschuwingen en voorzorgen) wordt gegeven bij langdurig gebruik (bij de indicatie toxoplasmose).
Interacties
Gelijktijdige toediening met verwante stoffen (bv. kinine, kinidine, chloroquine) kan elektrocardiografische(ECG) afwijkingen veroorzaken en meer kans geven op convulsies; mefloquine pas 12 uur na het staken van kinine toedienen. Wees ook voorzichtig met andere geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze de prikkelgeleiding van het hart beïnvloeden zoals andere bekende QT-verlengers, β-blokkers, calciumantagonisten, H1-receptorblokkerende middelen, tricyclische antidepressiva en fenothiazinen (bv. promethazine).
Interacties met orale bloedglucoseverlagende middelen en vitamine K antagonisten kunnen niet worden uitgesloten: controle (bij profylaxe vóór vertrek) van relevante parameters (bv. INR) is aan te bevelen.
Bij gelijktijdig gebruik met systemisch ketoconazol (een sterke CYP3A4-remmer) stijgt de plasmaconcentratie van mefloquine en neemt de halfwaardetijd van mefloquine toe; bij gebruik van ketoconazol tijdens en gedurende 15 weken na de behandeling met mefloquine is er een kans op een verlenging van de QTc-interval. Voorzichtig bij gebruik van andere matig sterke tot sterke remmers van CYP3A4. Mogelijk veranderen sterke CYP3A4–remmers of -inductoren de plasmaconcentratie van mefloquine.
Mefloquine verlaagt de plasmaspiegels van anti-epileptica (bv. carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne en valproïnezuur); een dosisaanpassing van deze middelen kan nodig zijn. Bij combinatie van mefloquine met andere geneesmiddelen die de convulsiedrempel verlagen (bv. tricyclische antidepressiva, serotonineheropnameremmers (SSRI's), bupropion, antipsychotica, tramadol, chloroquine en sommige antibiotica) is er meer kans op convulsies.
Mefloquine is een substraat en een remmer van het transporteiwit P-glycoproteïne (Pgp); theoretisch kunnen ook interacties optreden via dit mechanisme; sterke remmers van Pgp (o.a. ketoconazol, itraconazol, kinidine, verapamil, ciclosporine, claritromycine) zouden de plasmaspiegel van mefloquine kunnen verhogen en mefloquine zou als Pgp–remmer de plasmaspiegel van bv. digoxine (Pgp–substraat) kunnen verhogen.
Wanneer mefloquine gelijktijdig met een oraal toegediend levend tyfusvaccin wordt ingenomen, kan vermindering van de immuniteit, die door dergelijke vaccins wordt bewerkstelligd, niet worden uitgesloten. Dit type vaccinatie dient daarom ten minste 3 dagen voor de eerste inname van mefloquine te zijn voltooid.
Interacties
Pyrimethamine kan de plasmaconcentraties van kinine verhogen met mogelijk toxische effecten.
Pyrimethamine vergroot als foliumzuurantagonist het risico van hematologische bijwerkingen (agranulocytose) door dapson.
Elvitegravir, lopinavir en ritonavir remmen het metabolisme van pyrimethamine, waardoor de kans op bijwerkingen kan toenemen.
Mogelijk verlagen antacida de absorptie van pyrimethamine.
Bij gelijktijdig gebruik van een trimethoprim/sulfonamide-combinatie en pyrimethamine kan megaloblastaire anemie optreden. Wees voorzichtig met de combinatie met andere myelosuppressieve geneesmiddelen zoals zidovudine en cytostatica (zoals methotrexaat). Fatale beenmergaplasie is gemeld na toediening van daunorubicine, cytarabine en pyrimethamine bij patiënten met een acute myeloïde leukemie.
Bij kinderen met leukemie van het centrale zenuwstelsel zijn convulsies gezien bij gelijktijdig gebruik van methotrexaat en pyrimethamine.
Gelijktijdig gebruik van lorazepam kan aanleiding geven tot hepatotoxiciteit.
Zwangerschap
Mefloquine passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens, relatief weinig gegevens over blootstelling in het 1e trimester. Ruime klinische ervaring met profylactisch gebruik van mefloquine heeft geen aanwijzingen voor teratogene effecten opgeleverd. Echter kanstoename op een miskraam of intra-uteriene vruchtdood is niet uitgesloten. De klinische ervaring met gebruik van een hogere dosering (behandeling van malaria), met name in het 1e trimester, is nog beperkt. Bij dieren zijn er bij hoge dosering aanwijzingen voor schadelijkheid. Een malaria–infectie zelf kan zorgen voor een aanzienlijke morbiditeit voor moeder en kind en kan leiden tot spontane abortus en intra–uteriene vruchtdood. Dit is de reden zwangere vrouwen af te raden om naar gebieden waar malaria voorkomt te reizen.
Advies: Tijdens het 1e trimester van de zwangerschap alleen curatief toepassen als het verwachte voordeel het potentiële risico voor de foetus rechtvaardigt en bij resistentie voor andere, veiligere middelen. Gezien de schadelijkheid van een malaria-infectie tijdens de zwangerschap weegt de WHO af dat mefloquine als profylaxe kan worden gebruikt, wanneer er in malariagebied resistentie bestaat van de malariaparasiet voor de middelen van voorkeur. Dit geldt ook voor toepassing in het 1e trimester.
Overige: Een vruchtbare vrouw dient, vanwege relatief weinig gegevens over blootstelling in het 1e trimester, bij voorkeur toch effectieve anticonceptieve maatregelen te nemen, gedurende de behandeling en tot 3 maanden erna.
Zwangerschap
Pyrimethamine passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gedocumenteerde gegevens vanuit studies. Ruime ervaring met het gebruik in de praktijk heeft geen negatieve effecten laten zien. Bij dieren bij hogere dosering aanwijzingen voor schadelijkheid (gespleten gehemelte, oligodactyli, microftalmie). Aangezien er sprake is van combinatietherapie met een sulfonamide, moeten ook gegevens hiervan in ogenschouw worden genomen, zie voor de behandeling van toxoplasmose ook sulfadiazine#zwangerschap.
Farmacologisch effect: Op grond van de farmacologische werkzaamheid is foliumzuurdepletie bij het kind mogelijk.
Advies: De fabrikant ontraadt het gebruik tijdens het 1e trimester. Alleen op strikte indicatie gebruiken tijdens het 2e en 3e trimester; tevens suppletie met folinezuur (calciumzout, systemisch) (zie ook rubriek Interacties) toepassen in doseringen die gebruikelijk zijn voor zwangeren. Bij de behandeling van actieve toxoplasmose alleen behandelen bij vrouwen met serologische testen, die gedurende de zwangerschap positief worden en bij vrouwen bij wie tijdens de zwangerschap de antilichaamtiters tegen Toxoplasma gondii stijgen.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in relatief geringe mate; concentratie in de moedermelk is ca. 15% ten opzichte van de plasmaconcentratie van de moeder. Maar gezien de extreem lange eliminatiehalfwaardetijd (2-4 weken) is bij de zuigeling cumulatie van mefloquine bij langdurig gebruik niet uitgesloten.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in redelijk grote hoeveelheden.
Farmacologisch effect: Pyrimethamine heeft een lange halfwaardetijd (ca. 4 dagen). Zie voor informatie over de sulfonamide die bij toxoplasmose wordt gebruikt ook: sulfadiazine#lactatie.
Advies: De fabrikant adviseert de borstvoeding tijdens de behandeling te staken; volgens Lareb kan pyrimethamine als het strikt noodzakelijk is, gebruikt worden tijdens de lactatieperiode.
Contra-indicaties
- ernstige leverfunctiestoornis;
- voorgeschiedenis van 'zwartwaterkoorts' (een complicatie van P. falciparum-malaria met heftige intravasculaire hemolyse, leidend tot hemoglobinurie);
- gebruik van halofantrine, gelijktijdig of binnen 15 weken na een dosis mefloquine, vanwege het risico op een potentieel fatale afloop na verlenging van het QTc-interval;
- overgevoeligheid voor kinine of kinidine.
Voor profylactisch gebruik ook
- (een voorgeschiedenis van) depressie, algemene angststoornis, psychose, zelfmoordpogingen, suïcidale gedachten en gedrag waarbij men zichzelf in gevaar brengt, ,schizofrenie of andere psychiatrische aandoeningen;
- (een voorgeschiedenis van) convulsies (ongeacht de herkomst).
Contra-indicaties
Omdat pyrimethamine in combinatie met een sulfonamide wordt toegepast, tevens met de hiervoor geldende contra-indicaties rekening houden, zie m.b.t. de behandeling van toxoplasmose ook: sulfadiazine#contra-indicaties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Kruisresistentie met kinine komt voor.
Wees voorzichtig bij duizeligheid, evenwichtsstoornissen of andere neurologische aandoeningen. De kans op convulsies neemt toe bij patiënten met epilepsie; bij dergelijke patiënten mefloquine alleen curatief toepassen en indien er een dwingende medische reden is. Bij optreden van tintelingen, branderig gevoel, pijn, gevoelsverlies en/of spierzwakte de behandeling staken om irreversibele neurologische aandoeningen te voorkómen. Bij optreden van nachtmerries, acute angst, rusteloosheid, depressie en verwardheid tijdens de profylaxe het gebruik van mefloquine onmiddellijk staken om ernstiger symptomen te voorkómen. De psychiatrische bijwerkingen kunnen overigens ook pas optreden ná staken van mefloquine. De neurologische en psychiatrische bijwerkingen kunnen een aantal maanden of langer aanhouden.
Andere bijwerkingen kunnen vanwege de lange halfwaardetijd voortduren tot enkele weken na de laatste dosis.
Het optreden van hartkloppingen of -ritmestoornissen kan een voorbode zijn van ernstige cardiale bijwerkingen.
Controleer op (allergene) pneumonitis bij het optreden van dyspneu, droge hoest of koorts.
Bij optreden van visuele stoornissen een oogarts raadplegen en de behandeling zonodig staken.
Houd rekening met het optreden van hypoglykemie bij patiënten met aangeboren hyperinsulinemische hypoglykemie.
Mefloquine is in de klinische onderzoeken niet langer dan voor een periode van een jaar toegediend; bij langer gebruik periodieke controle uitvoeren zoals leverfunctietesten en oogheelkundige onderzoeken.
Er zijn weinig gegevens over het gebruik bij een verminderde nierfunctie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij lever- of nierziekten en bij folaattekort door ziekte of ondervoeding. Herhaald gebruik bij ernstige nierfunctiestoornissen, aantoonbare leverparenchymbeschadiging en bloeddyscrasie wordt ontraden.
Convulsies: Wees voorzichtig bij toxoplasmosebehandeling van patiënten met een voorgeschiedenis van convulsies; vermijd hoge oplaaddoses.
Beenmergdepressie: Bij dagelijkse toediening is bij 25–50 % van de patiënten een verlaagde hematopoëse waargenomen. Geef folinezuur (calciumzout, systemisch) om de kans op beenmergdepressie te verminderen. Gedurende de therapie en tot twee weken na staken ervan wekelijks volledige bloedtellingen uitvoeren. Bij patiënten bij wie het immuunsysteem onderdrukt wordt tweemaal per week bloedtellingen uitvoeren.
Geef bij tekenen van een folaattekort, folinezuur (calciumzout, systemisch) (ook wel calciumfolinaat), omdat foliumzuur een folaattekort niet corrigeert vanwege de remming van dihydrofoliumzuurreductase door pyrimethamine.
Kristalurie: In verband met het gebruik van een sulfonamide zorg dragen voor voldoende vloeistofinname ter vermijding van kristalurie.
Overdosering
Symptomen
Acute overdosering: braken, convulsies, ataxie, bevingen, ademhalingsdepressie, circulatoir collaps. Chronische overdosering: slapeloosheid, beenmergdepressie (door foliumzuurtekort).
Therapie
Acute overdosering: ondersteunend en zonodig medicatie tegen de convulsies. Chronische overdosering: folinezuur (calciumzout, systemisch) i.m. geven (om een mogelijk foliumzuurtekort tegen te gaan) totdat de symptomen van toxiciteit zijn verdwenen. Het kan overigens wel 7–10 dagen duren voordat de symptomen van leukopenie volledig tot uiting komen; daarom zeker gedurende deze periode folinezuur toedienen.
Neem voor meer informatie over een vergiftiging met pyrimethamine contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Malariamiddel. Mefloquine doodt de aseksuele (intra-)erytrocytaire vormen van de malariaparasieten Plasmodium falciparum, P. vivax, P. malariae en P. ovale. Het is effectief gebleken tegen malariaparasieten die resistent waren tegen andere malariamiddelen. Mefloquineresistente stammen van P. falciparum zijn waargenomen, vooral in bepaalde gebieden van Zuidoost-Azië (o.a. Cambodja, Laos, Myanmar, Thailand).
Kinetische gegevens
Resorptie | langzaam; voedsel verhoogt de snelheid en mate van absorptie en vergroot de biologische beschikbaarheid met ca. 40%. |
T max | ca. 17 uur (6–24 uur). |
V d | 13–40 l/kg (gem. 20 l/kg). |
Overig | uitgebreide weefselverdeling met accumulatie in erytrocyten met parasieten. |
Eiwitbinding | ca. 98%. |
Metabolisering | voornamelijk in de lever via het cytochroom P450 systeem, zeer waarschijnlijk voornamelijk door de isovorm CYP3A4, tot 2 metabolieten. De carboxylzuur metaboliet is niet werkzaam tegen Plasmodium falciparum. |
Eliminatie | vnl. via de gal en feces, een klein deel (ca. 9%) onveranderd met de urine en als metabolieten (ca. 4%). Mefloquine en diens metaboliet worden nauwelijks geëlimineerd door hemodialyse. |
T 1/2el | 2–4 weken (gemiddeld ca. 3 weken). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Pyrimethamine is een dihydrofoliumzuurreductaseremmer, waarvan de affiniteit voor het protozoaire enzym veel groter is dan voor het menselijke.
In combinatie met een sulfonamide treedt synergisme op in de remming van de aanmaak van dihydrofoliumzuur uit para-aminobenzoëzuur. Dit leidt tot een blokkade in het foliumzuurmetabolisme van Plasmodium falciparum en Toxoplasma gondii die, in tegenstelling tot de mens, niet in staat zijn reeds gevormd foliumzuur te gebruiken.
Bij de behandeling van toxoplasmose worden alleen de tachyzoïeten gedood; de bradyzoïeten in de weefselcysten blijven vitaal maar zijn in rust en kunnen op een later tijdstip bij verminderde weerstand weer actief worden.
Kinetische gegevens
Resorptie | goed. |
T max | 2–4 uur. |
Eiwitbinding | 80–90%. |
Overig | Pyrimethamine wordt vooral teruggevonden in de nieren, longen, lever en milt. De concentratie in de cerebrospinale vloeistof is 10–27% van die in het serum. |
Metabolisering | in de lever. |
Eliminatie | vnl. met de urine (onveranderd en als metabolieten). |
T 1/2el | ca. 85 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
mefloquine hoort bij de groep malariamiddelen.
Groepsinformatie
pyrimethamine hoort bij de groep malariamiddelen.