Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Cystagon (als bitartraat) Recordati

Toedieningsvorm
Capsule
Sterkte
50 mg, 150 mg

Procysbi (als bitartraat) Chiesi Pharmaceuticals bv

Toedieningsvorm
Capsule, maagsapresistent
Sterkte
75 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Mercaptamine (cysteamine) is geïndiceerd voor de behandeling van bewezen nefropathische cystinose, en is geregistreerd in een preparaat met directe afgifte (4×/dag om de 6 uur, Cystagon) en met vertraagde afgifte (2×/dag om de 12 uur, Procysbi). Inname tweemaal daags heeft de voorkeur boven inname viermaal daags.

Indicaties

  • Bewezen nefropathische cystinose.

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Nefropathische cystinose

Algemeen

Het doel van de behandeling is de cystineconcentratie in de leukocyten lager te houden dan 1 nanomol hemicystine per mg eiwit (gemeten met de gemengde leukocytentest). De begindosis moet 1/6–¼ bedragen van de beoogde onderhoudsdosering, met een geleidelijke toename over 4–6 weken om intolerantie te vermijden. De behandeling onmiddellijk beginnen na het stellen van de diagnose (d.w.z. verhoogde cystineconcentratie in leukocyten), voor een maximale werking.

Volwassenen en kinderen > 12 jaar of > 50 kg lichaamsgewicht

Cystagon (capsule met directe afgifte): onderhoudsdosering 2 g per dag, verdeeld over 4 doses. Bij onvoldoende effect en goede tolerantie eventueel ophogen tot max. 1,95 g/m² lichaamsoppervlak/ dag.

Kinderen tot 12 jaar

Cystagon (capsule met directe afgifte): onderhoudsdosering 1,30 g/m² per dag (= ca. 50 mg/kg per dag), verdeeld over 4 doses.

Volwassenen

Procysbi (capsule maagsapresistent): onderhoudsdosering 1,3 g/m²/dag, verdeeld over twee doses elke 12 uur. Bij onvoldoende effect en goede tolerantie eventueel ophogen tot max. 1,95 g/m² lichaamsoppervlak/ dag.

Kinderen

Procysbi (capsule maagsapresistent): de onderhoudsdosering van 1,3 g/m²/dag kan worden benaderd met onderstaande doseeradviezen, rekening houdend met zowel oppervlakte als gewicht. Er kan een hogere dosis nodig zijn om het beoogde effect te bereiken. Max. 1,95 g/m² lichaamsoppervlak/dag.

Bij een lichaamsgewicht 0–5 kg: 200 mg elke 12 uur; 5–10 kg: 300 mg elke 12 uur; 11–15 kg: 400 mg elke 12 uur; 16–20 kg: 500 mg elke 12 uur; 21–25 kg: 600 mg elke 12 uur; 26–30 kg: 700 mg elke 12 uur; 31–40 kg: 800 mg elke 12 uur; 41–50 kg: 900 mg elke 12 uur; > 50 kg: 1000 mg elke 12 uur.

Overstappen naar Procysbi

Overstappen van Cystagon (capsule met directe afgifte) naar Procysbi (capsule maagsapresistent): de totale dagelijkse dosis is gelijk aan de eerdere totale dagelijkse dosis; deze dosis door twee delen, en om de 12 uur toedienen. Meet de cystinespiegel in leukocyten binnen twee weken en daarna elke drie maanden om de bovengenoemde optimale dosis vast te stellen.

Speciale patiëntengroepen

Patiënten met een slechte tolerantie hebben nog aanzienlijk voordeel als de cystineconcentratie in leukocyten lager is dan 2 nmol hemicystine/mg eiwit (gemeten met de gemengde leukocytentest). Bij optreden van maag-darmklachten, CZS-symptomen of voorbijgaande huiduitslag in het begin van de behandeling, kan een tijdelijke onderbreking en het geleidelijk aan opnieuw hervatten van de behandeling de tolerantie verbeteren.

Bij verminderde nier- of leverfunctie is een dosisaanpassing niet nodig.

Toediening Cystagon

  • Innemen tijdens of direct na de maaltijd.
  • Voor kinderen tot 6 jaar de capsules openen en de inhoud over voedsel strooien (melk, aardappelen). Hierbij zure dranken zoals sinaasappelsap vermijden, omdat het poeder hiermee niet goed mengt.

Toediening Procysbi

  • Een gemiste dosis zo snel mogelijk innemen. Indien de volgende dosis echter binnen 4 uur gepland staat, de gemiste dosis overslaan en doorgaan met het reguliere doseerschema. Geen dubbele dosis innemen.
  • De capsule heel innemen met een zuur vruchtensap of water, niet met vetrijk of eiwitrijk voedsel of bevroren voedsel zoals ijs. Vermijd maaltijden en zuivelproducten gedurende ten minste 1 uur vóór en 1 uur na inname, voor een maximale werking. Indien vasten niet mogelijk is binnen dit tijdsbereik, mag een kleine hoeveelheid voedsel (± 100 g, bij voorkeur koolhydraten) worden gegeten; dit moet dan bij elke inname worden gedaan.
  • Bij risico op verslikken (bij kinderen tot 6 jaar): de capsules openen en de inhoud mengen met 100 g appelmoes of vruchtenjam (binnen 2 uur innemen) óf met 100–150 ml zuur vruchtensap of water (binnen 30 min innemen). Zie voor gedetailleerde instructies de productinformatie CBG/EMA, rubriek 6.6.
  • Toediening via een sonde (gastrostomiesonde, nasogastrische sonde of jejunostomiesonde) is mogelijk. Hiertoe de capsules openen en de inhoud mengen met 100 g appelmoes of bessengelei (binnen 2 uur toedienen).

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): misselijkheid, braken, diarree, anorexie. Koorts, lethargie.

Vaak (1-10%): hoofdpijn, encefalopathie, asthenie. Buikpijn, slechte adem, dyspepsie, gastro-enteritis. Abnormale huidgeur, huiduitslag. Afwijkende leverfunctietest.

Soms (0,1-1%): anafylactische reactie. Nervositeit, hallucinatie, slaperigheid, stuipen. Maag- en darmulcera. Nefrotisch syndroom. Leukopenie. Haarverkleuring, huidstriae, kwetsbare huid, molluscoïde pseudotumor op ellebogen. Gewrichtshyperextensie, pijn in de benen, genu valgum, osteopenie, compressiefractuur, scoliose.

Verder zijn gemeld: benigne intracraniële hypertensie met papiloedeem.

Op het syndroom van Ehlers-Danlos lijkende gevallen op de ellebogen zijn gemeld. Deze huidlaesies gaan in sommige gevallen gepaard met vasculaire proliferatie, striae en botlaesies. De resultaten van histopathologisch onderzoek wijzen op angio-endotheliomatose. Deze bijwerking is gemeld bij kinderen die chronisch werden behandeld met hoge doses (meestal boven de max. dosis van 1,95 g/m²/dag).

Interacties

Bicarbonaat ten minste 1 uur voor of 1 uur na de maagsapresistente capsule (Procysbi) toedienen, om potentiële eerdere afgifte van mercaptamine te vermijden.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken.

Advies: Gebruik ontraden, met name tijdens het 1e trimester.

Vruchtbaarheid: In dieronderzoek is een vermindering van de vruchtbaarheid waargenomen. Er zijn meldingen van azoöspermie bij mannelijke patiënten met cystinose.

Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende de gehele behandeling. Vóór starten van de behandeling moet een negatieve zwangerschapstest worden bevestigd.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja.

Farmacologisch effect: Bij dieren remt mercaptamine de prolactinesecretie.

Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.

Contra-indicaties

  • overgevoeligheid voor penicillaminen.

Zie ook de rubriek Lactatie.

Waarschuwingen en voorzorgen

Het is niet aangetoond dat orale toediening van mercaptamine de afzetting van cystinekristallen in het oog voorkomt. Daarom een eventueel gebruik van mercaptamine oogdruppels voortzetten.

De cystineconcentratie in de leukocyten in het begin van de behandeling regelmatig bepalen (5–6 uur na toediening van Cystagon en 30 min na toediening van Procysbi). Na het bereiken van de onderhoudsdosering de bepaling iedere 3–4 maanden uitvoeren. Dialysepatiënten en getransplanteerde patiënten tolereren mercaptamine soms minder goed, waardoor meer bijwerkingen kunnen optreden. Bij hen wordt een nauwkeuriger controle van de leukocytaire cystineconcentratie aanbevolen.

Controleer regelmatig op huid- en botafwijkingen, wegens meldingen van ernstige huidlaesies (zie rubriek Bijwerkingen). Bij optreden van huid- of botafwijkingen, de dosis verlagen of de behandeling onderbreken. Bij ernstige huiduitslag zoals erythema multiforme bullosa of toxische epidermale necrolyse, de behandeling definitief staken.

Wees alert op tekenen van ernstige gastro-intestinale toxiciteit. Maag- en darmzweren en -bloedingen zijn gemeld.

Controleer regelmatig bloedbeeld en leverfunctie, wegens meldingen van reversibele leukopenie en abnormale leverfunctie.

Voer periodiek oogonderzoek uit, wegens meldingen van benigne intracraniële hypertensie en/of papiloedeem. Wees alert op klachten als hoofdpijn, tinnitus, duizeligheid, misselijkheid, diplopie, wazig zien en oogpijn.

Mercaptamine kan sufheid veroorzaken. Bij aanvang van de behandeling, geen riskante activiteiten ondernemen zolang het effect van het middel op de geestelijke prestaties niet bekend is.

Voor vruchtbare vrouwen: zie de rubriek Zwangerschap.

Overdosering

Symptomen

toenemende lethargie.

Neem voor informatie over een vergiftiging met mercaptamine contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Mercaptamine ofwel cysteamine passeert door vrije diffusie plasma- en lysosomale membranen en accumuleert in de zure lysosomen. Daar reageert het met het geaccumuleerde cystine tot cysteïne, dat snel de lysosomen verlaat. Een reactie van mercaptamine met gevormd cysteïne tot een disulfide vindt ook plaats, waarna deze via het lysinecarrier-systeem de lysosomen verlaat. Mercaptamine vermindert hierdoor de cystinestapeling in sommige cellen (bv. leukocyten, spier- en levercellen) bij cystinose en vertraagt de ontwikkeling van nierfalen (o.a. syndroom van Fanconi).

Kinetische gegevens

Resorptie Inname van voedsel dertig minuten vóór inname van de maagsapresistente capsule vermindert de blootstelling met ca. 35%. Inname van voedsel 30 min ná inname van de maagsapresistente capsule vermindert de blootstelling met ca. 16% of 45% voor respectievelijk intacte en open capsules.
T max na ca. 1½ uur.
Eliminatie vnl. met de urine als sulfaat.
T 1/2el 4–5 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd