Samenstelling
Metopirone Laboratoire HRA Pharma
- Toedieningsvorm
- Capsule, zacht
- Sterkte
- 250 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Voor dit geneesmiddel is geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling van het endogene syndroom van Cushing.
Indicaties
- Behandeling van het endogene syndroom van Cushing;
- Als diagnosticum voor ACTH-insufficiëntie en bij de differentiële diagnose van ACTH-afhankelijk syndroom van Cushing.
Doseringen
Endogeen syndroom van Cushing
Volwassenen en kinderen
Afhankelijk van de aard en de ernst, starten met 250–1500 mg/dag in 3–4 doses. Na enkele dagen de dagdosis aanpassen op basis van de (gemiddelde) cortisolspiegel in het serum/plasma of 24-uursurine. De daaropvolgende dosisaanpassingen vinden doorgaans na 1–4 weken plaats; wanneer de cortisolspiegel de optimale waarde benadert, kunnen dosisaanpassingen doorgaans na 1–3 maanden plaatsvinden. Gebruikelijk is een onderhoudsdosering van 500–6000 mg/dag in 3–4 doses.
Bij snelle dosisescalatie óf bij cyclisch Cushingsyndroom kan substitutietherapie met een fysiologisch corticosteroïd aan de behandeling worden toegevoegd.
Als diagnosticum
Volwassenen en kinderen
Korte test: 30 mg/kg lichaamsgewicht (max. 3000 mg), éénmalig om middernacht. De test kan ambulant worden uitgevoerd. Het bloedmonster moet vroeg in de ochtend (ca. 8.00 u) worden afgenomen. Hierna profylactisch 50 mg cortisonacetaat geven.
Lange test: Volwassenen: 500–750 mg, elke 4 uur gedurende 24 uur (6 giften). Kinderen: 15 mg/kg lichaamsgewicht (minimaal 250 mg) elke 4 uur gedurende 24 uur (6 giften). De lange test moet in het ziekenhuis plaatsvinden. Het effect wordt gemeten in twee opeenvolgende 24-uursurinestalen.
Toediening: de capsules met melk of na de maaltijd innemen, om de kans op misselijkheid en braken te verkleinen.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10 %): bijnierinsufficiëntie. Verminderde eetlust. Hoofdpijn, duizeligheid. Hypertensie. Misselijkheid, buikpijn, diarree. Overgevoeligheidsreacties waaronder huiduitslag, jeuk en urticaria. Gewrichtspijn. Asthenie, perifeer oedeem.
Vaak (1-10%): hypokaliëmie. Sedatie. Hypotensie. Braken. Hirsutisme, acne. Spierpijn.
Verder zijn gemeld: leukopenie, anemie, trombocytopenie. Stijging leverenzymwaarden. Alopecia. Pneumocystis jirovecii-pneumonie. Asymptomatische toename van het QTc-interval.
Interacties
Kan de toxiciteit van paracetamol versterken.
Bij gebruik als diagnosticum: Anticonvulsiva (bv. fenytoïne, barbituraten), psychofarmaca (bv. amitriptyline, chloorpromazine, alprazolam), hormonen die invloed hebben op de hypothalamus-hypofyse-as, corticosteroïden en thyrostatica kunnen de resultaten van de diagnostische test beïnvloeden.
Zwangerschap
Metyrapon passeert de placenta.
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.
Farmacologisch effect: Zeldzame gevallen van voorbijgaande lage cortisolspiegels bij de neonaat zijn gemeld.
Advies: Gebruik ontraden, tenzij strikt noodzakelijk. In dat geval de bloeddruk controleren en eventuele hypertensie op passende wijze behandelen. Controleer bij de neonaat de cortisol- en elektrolytconcentraties bij de geboorte en de week daarna of tot de behandeling is uitgewerkt. Vervanging van glucocorticoïden kan nodig zijn.
Vruchtbaarheid: Bij dieren zijn nadelige effecten op de spermatogenese en de ontwikkeling van follikels in de ovaria geconstateerd, gerelateerd aan het werkingsmechanisme van metyrapon.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een risico voor de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
Manifeste, primaire bijnierschorsinsufficiëntie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Diagnostisch gebruik
Controleer vóór de toepassing, het vermogen van de bijnierschors om op exogeen ACTH te reageren; metyrapon kan namelijk acute bijnierinsufficiëntie veroorzaken, zowel bij een verminderde secretiecapaciteit van de bijnier als bij een globale hypofysaire insufficiëntie.
Zet vóór de toepassing het gebruik van geneesmiddelen die de testresultaten kunnen beïnvloeden stop (zie: Interacties).
Bij hypofunctie van de schildklier stijgt de steroïdconcentratie in de urine mogelijk zeer langzaam, of helemaal niet.
Patiënten met levercirrose vertonen vaak een vertraagde respons op metyrapon.
Therapeutisch gebruik
De behandeling veroorzaakt een snelle daling van de plasmacortisolspiegel. Controleer de patiënt op en waarschuw voor symptomen van hypocortisolisme, zoals zwakte, vermoeidheid, anorexie, misselijkheid, braken, hypotensie, hypoglykemie, hyponatriëmie en hyperkaliëmie. Bij aangetoond hypocortisolisme, kan tijdelijke substitutietherapie met glucocorticoïd en/of een onderbreking of dosisverlaging van metyrapon noodzakelijk zijn.
Controleer de kaliumspiegel vóór aanvang en periodiek tijdens de behandeling. Hypokaliëmie kan optreden bij Cushingsyndroom en tijdens de therapie; deze dient te worden gecorrigeerd.
Langdurige behandeling met metyrapon kan hypertensie veroorzaken door overmatige secretie van desoxycorticosteron.
Bij ernstig Cushingsyndroom is er meer kans op opportunistische infecties (zoals Pneumocystis jirovecii-pneumonie); overweeg een gepaste profylactische behandeling.
Wees voorzichtig bij bestaande hartziekte en/of elektrolytstoornissen. Monitor ECG en elektrolyten in geval van tekenen van hartritmestoornis tijdens de behandeling. (Asymptomatische) toename van het QTc-interval is gemeld.
Om een nauwkeurige aanpassing van de dosis metyrapon mogelijk te maken, wordt aanbevolen de cortisolspiegel in het plasma/serum en in de urine te meten via bijvoorbeeld een specifieke immunoassay of vloeistofchromatografie-massaspectrometrie, zodat kruisreactiviteit met steroïde precursoren niet optreedt.
Algemeen
Gegevens over de effectiviteit en bijwerkingen zijn beperkt bij kinderen en ouderen (≥ 65 j.).
Metyrapon kan duizeligheid en sedatie veroorzaken, adviseer geen voertuigen te besturen totdat deze effecten verdwenen zijn.
Overdosering
Symptomen
Klinisch beeld: gastro-intestinale symptomen, acute bijnierinsufficiëntie. Laboratoriumresultaten: hyponatriëmie, hypochloremie, hyperkaliëmie.
Neem voor informatie over een vergiftiging met metyrapon contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Metyrapon remt de adrenocorticosteroïdsynthese. Remt de 11-β-hydroxylatiereactie in de bijnierschors en vermindert daarmee de cortisol- en corticosteronprodcuctie. Opheffing van het sterk remmende feedbackmechanisme van cortisol resulteert in een verhoogde productie van adrenotroop hormoon (ACTH) door de hypofyse. Metyrapon kan ook als diagnosticum worden gebruikt, omdat bij de blokkade van cortisol een toename van de secretie van de precursoren 11-desoxycortisol en desoxycorticosteron ontstaan. Daarbij ontstaan tevens een overeenkomstige verhoging van de plasmaspiegels van deze steroïden en van hun metabolieten (zoals 17-hydroxycorticosteroïd) in de urine. De concentraties 11-desoxycortisol en 17-hydroxycorticosteroïd zijn een index voor de hypofyse-ACTH-gevoeligheid. Metyrapon kan ook de biosynthese van aldosteron onderdrukken, met milde natriurese tot gevolg. De capsule bevat een stroopachtige tot gelei–achtige inhoud.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel. |
T max | ca. 1 uur. |
Metabolisering | gedeeltelijk tot o.a. de actieve metaboliet metyrapol. |
Eliminatie | na 72 uur wordt ca. 44% metyrapon + metyrapol teruggevonden in de urine, voornamelijk als glucuronide. |
T 1/2el | 2 uur (metyrapon), 4 uur (metyrapol). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
metyrapon hoort bij de groep 11-beta-hydroxylaseremmers.