Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Bactroban zalf GlaxoSmithKline bv

Toedieningsvorm
Zalf, hydrofiel (2%)
Sterkte
20 mg/g
Verpakkingsvorm
15 g

Mupirocine zalf Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Zalf, hydrofiel (2%)
Sterkte
20 mg/g
Verpakkingsvorm
15 g

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Probeer met hygiënische maatregelen uitbreiding van bacteriële huidinfecties of besmetting van anderen tegen te gaan. Behandel oppervlakkige bacteriële huidinfecties met een lokaal antimicrobieel middel. Bij impetigo en impetiginisatie heeft fusidinezuur de voorkeur. Bij diepe huidinfecties zijn meestal orale antibiotica geïndiceerd of is operatief ingrijpen noodzakelijk. Bij orale antimicrobiële behandeling heeft een smalspectrumpenicilline de voorkeur. Macroliden en clindamycine zijn alternatieven wanneer bijvoorbeeld penicillinen niet worden verdragen. Bij bijtwonden heeft een breedspectrumpenicilline de voorkeur.

Mupirocine is gereserveerd voor de bestrijding van MRSA. Kan ingezet worden als lokale behandeling indien sprake is van resistentie tegen fusidinezuur.

Indicaties

Bacteriële huidinfecties veroorzaakt door Gram-positieve micro-organismen (vooral stafylokokken en streptokokken):

  • acute primaire huidinfecties;
  • secundaire geïnfecteerde dermatosen;
  • geïnfecteerde traumatische beschadigingen.

Gerelateerde informatie

Doseringen

Mupirocine hydrofiele zalf is niet geschikt voor toepassing in de neus; voor toepassing in de neus zie mupirocine (eliminatie stafylokokken in de neus).

Klap alles open Klap alles dicht

Bacteriële huidinfecties

Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen

2–3×/dag een dunne laag op de aangedane huid aanbrengen; eventueel afdekken met een steriel verband. De therapieduur bedraagt maximaal 10 dagen. Indien binnen 7 dagen geen klinische verbetering is opgetreden, de patiënt opnieuw onderzoeken.

Verminderde nierfunctie: Wees voorzichtig met toepassing op grote delen beschadigde huid bij een matige of ernstige nierfunctiestoornis; zie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.

Verminderde leverfunctie: geen dosisaanpassing nodig.

Toediening: Contact met ogen en slijmvliezen vermijden. Indien contact met de ogen optreedt, het oog grondig spoelen met water.

Bijwerkingen

Vaak (1-10%): brandend gevoel.

Soms (0,1-1%): overige huidklachten (jeuk, irritatie, roodheid, droogheid), overgevoeligheid, sensibilisatie voor mupirocine of de zalfbasis (macrogol).

Zeer zelden (< 0,01%): allergische reacties zoals anafylaxie, angio-oedeem, urticaria, gegeneraliseerde huiduitslag.

Interacties

Zalf niet tegelijkertijd met andere lokale preparaten gebruiken of mengen omdat door verdunning de antibacteriële werkzaamheid of stabiliteit kan verminderen.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren bij hoge systemische doseringen geen aanwijzingen voor schadelijkheid.

Farmacologisch effect: De absorptie van mupirocine bij lokaal gebruik is minimaal (zie ook de rubriek Kinetische gegevens). Bij eventuele absorptie door de beschadigde huid wordt mupirocine snel omgezet in een onwerkzame metaboliet.

Advies: Kan worden gebruikt op kleine, onbeschadigde huidoppervlakken. Wees voorzichtig bij grote, beschadigde huidoppervlakken.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend.

Farmacologisch effect: De absorptie van mupirocine bij lokaal gebruik is minimaal (zie ook de rubriek Kinetische gegevens). Bij eventuele absorptie door de beschadigde huid wordt mupirocine snel omgezet in een onwerkzame metaboliet. Het is daarom onwaarschijnlijk dat bij gebruik op kleine huidoppervlakken de zuigeling klinisch relevante hoeveelheden met de moedermelk binnenkrijgt.

Advies: Kan worden gebruikt op kleine, onbeschadigde huidoppervlakken. Weeg het risico van het gebruik op grote, beschadigde oppervlakken in combinatie met het geven van borstvoeding af.

Overig: Zalf niet op de borsten toepassen. Bij behandeling van tepelkloven, de melk van de te behandelen borst tot het eind van de behandeling afkolven en weggooien.

Contra-indicaties

Er zijn van dit middel geen contra-indicaties bekend.

Waarschuwingen en voorzorgen

Bij het optreden van ernstige lokale huidirritatie of bij overgevoeligheidsreacties, de behandeling staken en restanten van de huidzalf verwijderen.

Maximale behandelduur niet overschrijden; overgroei van niet-gevoelige micro-organismen, incl. schimmels, is mogelijk.

Hulpstoffen: De zalfbasis bestaat uit polyethyleenglycol, dat door een beschadigde huid wordt geresorbeerd en via de nieren wordt uitgescheiden. Wees voorzichtig bij toepassing op grote delen beschadigde huid, vooral bij een al bestaande matige of ernstige nierfunctiestoornis.

Eigenschappen

Mupirocine is afhankelijk van de lokaal bereikte concentratie een bacteriostatisch of bactericide middel. Remt de bacteriële eiwitsynthese door een reversibele en specifieke binding aan bacterieel iso–leucyl–transfer–RNA synthetase. Het werkingsspectrum is smal en omvat met name Gram-positieve bacteriën.

Doorgaans gevoelig zijn: Staphylococcus spp. (incl. meticilline-resistente Staphylococcus aureus ) en Streptococcus spp. Mupirocine is niet werkzaam tegen Gram-negatieve bacteriën, met uitzondering van Haemophilus influenzae en Neisseria gonorrhoeae.

Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij: coagulase negatieve Staphylococcus spp.

Ongevoelig zijn: Corynebacterium spp. en Micrococcus spp.

Kinetische gegevens

Resorptie systemisch niet detecteerbaar na toepassing op intacte huid gevolgd door occlusie. Absorptie door beschadigde huid is < 1%.
Metabolisering wordt na eventuele absorptie in het lichaam snel omgezet in inactief monaanzuur.
Eliminatie snel met de urine.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd