Samenstelling
Novistig XGVS Sintetica GmbH
- Toedieningsvorm
- Oplossing voor injectie
- Verpakkingsvorm
- ampul 1 ml
Bevat per ml oplossing voor injectie: neostigmine (methylsulfaat) 2,5 mg , glycopyrronium (bromide) 0,5 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Mestinon (bromide) Mylan bv
- Toedieningsvorm
- Dragee
- Sterkte
- 60 mg
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 10 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Voor dit geneesmiddel is geen advies vastgesteld.
Advies
Bij de behandeling van myasthenia gravis gaat de voorkeur uit naar pyridostigmine.
Indicaties
- Opheffen van resterende niet-depolariserende (competitieve) neuromusculaire blokkade.
Indicaties
- Myasthenia gravis.
Doseringen
Opheffen van resterende niet-depolariserende (competitieve) neuromusculaire blokkade
Volwassenen (incl. ouderen)
i.v: 1–2 ml in 10 tot 30 seconden (= neostigminemethylsulfaat 2,5–5 mg + glycopyrroniumbromide 0,5–1 mg ); indien nodig herhalen tot max. 2 ml in totaal. Als alternatief: i.v.: 0,02 ml/kg in 10 tot 30 seconden (= neostigminemethylsulfaat 0,05 mg/kg + glycopyrroniumbromide 0,01 mg/kg), tot max. 2 ml in totaal.
Kinderen
i.v: 0,02 ml/kg in 10 tot 30 seconden (= neostigminemethylsulfaat 0,05 mg/kg + glycopyrroniumbromide 0,01 mg/kg). Als alternatief: verdunnen tot 10 ml met water voor injecties en vervolgens 1 ml/5 kg toedienen.
Doseringen
Vanwege verschil in absorptie, metabolisme en excretie varieert de benodigde dosis sterk.
Myasthenia gravis
Volwassenen (incl ouderen)
begindosering 30–60 mg 3–4×/dag;
onderhoudsdosering 0,3–1,2 g per dag in verdeelde doses, afgestemd op de individuele reactie.
Kinderen
1 mg/kg tot max. 7 mg/kg lichaamsgewicht per dag verdeeld over 6 doses; meestal 30-360 mg/dag.
Pasgeborenen
1 mg/kg tot max. 7 mg/kg lichaamsgewicht per dag iedere 4-6 uur, 30-60 min voor de voeding. In zeldzame gevallen van congenitale en erfelijke infantiele myasthenie kan een behandeling van > 8 weken na de geboorte nodig zijn.
Verminderde nierfunctie: een lagere dosis kan nodig zijn.
Toediening: De tablet of dragee met wat water innemen. Kies bij slikmoeilijkheden voor fijngemaakte tabletten in plaats van dragees. Kies de toedieningstijden zo dat het maximale effect samenvalt met de grootste fysieke inspanning, zoals bij opstaan en rond de maaltijden. Een dosis is overdag ca. 4 uur effectief is en 's nachts 6 uur.
Bij gelijktijdig gebruik van steroïden en middelen die het immuunsysteem onderdrukken kan men toe met een lagere pyridostigmine-dosering; zie ook de rubriek pyridostigmine#interacties.
Om het curare-effect om te keren is het beter neostigmine te nemen in plaats van pyridostigmine.
Bij gebruik van relatief hoge doses kan het nodig zijn het muscarine-effect te onderdrukken met atropine of andere anticholinerge agonisten.
Bijwerkingen
Overgevoeligheid, angio-oedeem, verwarring (vooral bij ouderen), duizeligheid. Verwijding van de pupillen, fotofobie, gesloten kamerhoekglaucoom. Aritmieën (bradycardie, tachycardie, AV-blok, afwijkend ECG). Verminderde bronchiale secretie. Toegenomen orofaryngeale afscheiding (speekselvloed). Droge mond, obstipatie, misselijkheid, braken, verhoogde peristaltiek, maagkrampen. Blozen, droge huid, verminderd zweten. Mictiedrang, urineretentie.
Bijwerkingen
Zelden: huiduitslag.
Verder: Overgevoeligheid, syncope, hypotensie. Overvloedig tranen, miose, accommodatiestoornissen (wazig zien). Aritmieën als bradycardie. Tachycardie, AV-blokkade, Prinzmetal-angina-pectoris. Hypotensie, roodheid in het gezicht. Toegenomen bronchiale secretie, bronchospasmen. Maag-darmstoornissen (misselijkheid, braken, diarree, maagkrampen), speekselhypersecretie, gevoelige buik, buikpijn. Zweten, urticaria. Tremor, spierspasmen, spiertrekkingen, spierzwakte. Abnormale aandrang.
Interacties
Gelijktijdig gebruik met suxamethonium is gecontra-indiceerd, omdat neostigmine de depolariserende myoneurale blokkerende effecten van suxamethonium versterkt.
Middelen met anti-muscarinerge effecten zoals MAO-remmers, amantadine, clozapine, tricyclische antidepressiva versterken de anti-muscarinerge bijwerkingen.
Atropine antagoneert net als glycopyrronium de muscarine-effecten van neostigmine en voorkomt daarmee m.n. bradycardie en hypersecretie.
Interacties
Pyridostigmine antagoneert de werking van curare-achtige, niet-depolariserende spierrelaxantia (als pancuronium, vecuronium).
Het werkt synergistisch met depolariserende spierrelaxantia als suxamethonium, en verlengt het effect.
Atropine en scopolamine antagoneren de cholinerge effecten van pyridostigmine, vooral bradycardie en hypersecretie; daarnaast kan het door verminderde maag-darmmotiliteit de absorptie van pyridostigmine beïnvloeden.
Gelijktijdig gebruik met steroïden of middelen die het immuunsysteem onderdrukken versterkt het effect, waardoor men de pyridostigmine-dosering kan verlagen; zie ook de rubriek pyridostigmine#doseringen. Een nieuwe toevoeging van steroïden kan in het begin de symptomen van myasthenia gravis verergeren.
Methylcellulose en middelen die methylcellulose bevatten kunnen de absorptie van pyridostigmine blokkeren.
Aminoglycoside antibiotica, lokale en sommige algehele anesthetica, anti-aritmica en middelen die interfereren met neuromusculaire transmissie kunnen een negatief effect hebben op de werkzaamheid.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens geen gegevens. Uit dierstudies geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: Cholinesteraseremmers, zoals neostigmine, kunnen prikkelbaarheid van de baarmoeder veroorzaken en vroegtijdige bevalling opwekken aan het einde van de zwangerschap.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Zwangerschap
Pyridostigmine passeert de placenta.
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren onvoldoende gegevens.
Farmacologisch effect: I.v.-toediening kan contracties van de uterus opwekken. Met name aan het eind van de zwangerschap is er risico van premature contracties.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Overig: Wees voorzichtig om een cholinerge crisis door overdosering te voorkomen, omdat de ernst van myasthenia gravis tijdens de zwagerschap sterk kan fluctueren.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend bij de mens; ja bij dieren (glycopyrronium).
Advies: Weeg het risico van het gebruik van dit geneesmiddel in combinatie met het geven van borstvoeding af.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate.
Advies: Kan (voor zover bekend zonder gevaar) volgens voorschrift worden gebruikt. Weeg bij hoge doses het risico van het gebruik van dit geneesmiddel in combinatie met het geven van borstvoeding af.
Contra-indicaties
- mechanische obstructie van het maag-darmkanaal of de urinewegen.
Zie voor meer interacties de rubriek Interacties.
Contra-indicaties
- mechanische obstructie van maag-darmkanaal, gal- of urinewegen;
- overgevoeligheid voor bromiden.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij bronchospasmen, ernstige bradycardie, coronaire hartziekte, congestief hartfalen, hartritmestoornissen, hypertensie, thyrotoxicose, hartinsufficiëntie, epilepsie, de ziekte van Parkinson, prostaathypertrofie, paralytische ileus, pylorusstenose en gesloten kamerhoekglaucoom.
Wees voorzichtig bij koorts (vooral bij kinderen) vanwege remming van zweten.
Toediening van een cholinesteraseremmer aan patiënten met intestinale anastomose kan een anastomose-breuk of lekkage van de darminhoud veroorzaken.
Anticholinergica kunnen ventriculaire aritmieën veroorzaken wanneer ze worden toegediend tijdens inhalatie-anesthesie, vooral in combinatie met de gehalogeneerde koolwaterstoffen.
Van quaternaire ammoniumverbindingen (zoals glycopyrronium) in hoge doses is aangetoond dat ze de nicotinereceptoren op de motorische eindplaten blokkeren. Dit moet worden geëvalueerd voordat het wordt toegediend aan patiënten met myasthenia gravis.
Waarschuwingen en voorzorgen
Extra alert zijn: wees voorzichtigheid bij astma, COPD, diabetes mellitus, aritmieën (bradycardie, AV-blokkade), coronair lijden, hypotensie, vagotonie, hyperthyroïdie, ulcus pepticum, epilepsie, parkinsonisme, hyperthyroïdie en na maag-darmoperaties.
Hou er rekening mee dat het niet bereiken van de gewenste respons, ook kan liggen aan overdosering met verhoogde cholinerge activiteit en cholinerge crisis (dit kan zich uiten in een toegenomen spierzwakte).Bij spierzwakte door een cholinerge crisis, direct met pyridostigmine stoppen en additionele maatregelen nemen zoals beademing.
Indien huiduitslag optreedt, zal dit na staken van de behandeling verdwijnen; later gebruik of gebruik van andere middelen die broom bevatten is dan gecontra-indiceerd.
Bij nierfunctiestoornissen kan de eliminatie vertraagd zijn.
Na thymectomie is mogelijk een lagere dosis nodig.
Afhankelijk van de conditie van de patiënt, de dosering en de individuele gevoeligheid is er mogelijk een nadelige invloed op de rijvaardigheid en vermogen om machines te bedienen.
Overdosering
Symptomen
Tekenen van overdosering met neostigmine zijn o.a. cardiospasme, coördinatiestoornissen, spierkrampen, fasciculatie en verlamming. Tekenen van overdosering met glycopyrronium zijn o.a. tachycardie, ventriculaire prikkelbaarheid.
Therapie
De behandeling van overdosering hangt af van het feit of de symptomen worden gekenmerkt door een overdosering van een cholinesteraseremmer of een anticholinergicum. Overdosering met neostigmine kan worden behandeld door glycopyrronium of atropine; overdosering met glycopyrronium door neostigmine.
Neem voor meer informatie over een vergiftiging met neostigmine en glycopyrronium contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Symptomen
Verhoogde cholinerge activiteit en cholinerge crisis; deze kan zich uiten in toegenomen spierzwakte en in ernstige gevallen leiden tot apneu en anoxie van de hersenen. Als overdosering niet wordt herkend, kan levensgevaar ontstaan door verlamming van de ademhalingsspieren, hypotensie tot aan cardiovasculaire collaps, bradycardie en paradoxale tachycardie tot hartstilstand.
Therapie
atropine (systemisch)#doseringen
Neem voor informatie over een vergiftiging met pyridostigmine contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Neostigmine, een quaternair ammoniumzout, is een indirect werkend parasympathicomimeticum. Door remming van cholinesterase wordt het effect van acetylcholine op de muscarine- en nicotinereceptoren verlengd en versterkt. Het veroorzaakt o.a. contractie en verhoogde peristaltiek van glad spierweefsel. In het zenuwstelsel vergemakkelijkt het de overdracht van motorische en sensorische prikkels. Glycopyrronium is een anticholinergicum met een quaternaire ammoniumstructuur, die slecht door de bloed-hersenbarrière en placenta dringt. De werking van glycopyrronium begint geleidelijker dan atropine, maar houdt langer aan. De vaste combinatie van glycopyrronium met neostigmine zorgt daardoor mogelijk voor minder initiële tachycardie, een grotere cardiostabiliteit en betere bescherming tegen de daaropvolgende cholinerge effecten van neostigmine dan de combinatie van atropine met neostigmine. Verder zijn door de geringe penetratie van glycopyrronium in het centrale zenuwstelsel, de resterende centrale anticholinerge effecten tot een minimum beperkt.
Kinetische gegevens
V d | 0,75–75 liter (neostigmine); 83–376 liter (glycopyrronium). |
Metabolisering | deels tot 3-hydroxyfenyl-trimethylammonium en andere metabolieten (neostigmine); via verschillende routes (glycopyrronium). |
Eliminatie | met de urine, onveranderd of als metaboliet (neostigmine, glycopyrronium); glycopyrronium voor 5% via de gal. > 85% van het product wordt binnen 48 uur uitgescheiden. |
T 1/2el | 15–54 min (neostigmine); 1,7 uur (glycopyrronium). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Pyridostigmine, een quaternair ammoniumzout, is een reversibel, indirect werkend parasympathicomimeticum met muscarine (parasympathische) en nicotinerge (autonoom sympathische en motorisch stimulerende) eigenschappen. Vergeleken met neostigmine treedt het nicotinerge effect later in (30-60 min), is de werkingsduur langer, is de afname van het cholinerge effect langzamer en is het muscarinerge effect zwakker. Door remming van cholinesterase wordt het effect van acetylcholine op de muscarine- en nicotinereceptoren verlengd en versterkt. Het veroorzaakt o.a. contractie en verhoogde peristaltiek van glad spierweefsel. Bij myasthenia gravis verlicht het de spierzwakte en herstelt gedurende enige tijd de normale spierfunctie. Therapeutische plasmaconcentratie: 20–60 ng/ml. Werking treedt in binnen 15–30 min na inname. De werking houdt overdag ca. 4 uur aan en 's nachts ca. 6 uur.
Kinetische gegevens
Resorptie | slecht, met grote interindividuele verschillen. Voedsel vertraagt de absorptie. |
F | 3–19%. |
T max | 1½ uur. |
V d | 1,0–1,8 l/kg. |
Metabolisering | tot inactieve metaboliet (met name 3-hydroxy-N-methyl-pyridinium) via hydrolyse door plasmacholinesterasen. |
Eliminatie | 75–90% met de urine, waarvan 80% onveranderd. |
T 1/2el | ca. 3–4 uur (schijnbaar na orale toediening); deze kan bij verminderde nierfunctie verviervoudigen. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
neostigmine/glycopyrronium hoort bij de groep cholinesteraseremmers, kwaternaire ammoniumbasen.
Groepsinformatie
pyridostigmine hoort bij de groep cholinesteraseremmers, kwaternaire ammoniumbasen.