Samenstelling
Xolair XGVS Novartis Europharm ltd.
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 150 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 0,5 ml, wegwerpspuit 1 ml
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof
- Sterkte
- 150 mg
Met solvens. Bevat na reconstitutie 125 mg/ml; 1,2 ml.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Tezspire
Bijlage 2
Aanvullende monitoring
AstraZeneca bv
- Toedieningsvorm
- Oplossing voor injectie
- Sterkte
- 110 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- pen 1,91 ml (=210 mg), wegwerpspuit 1,91 ml (= 210 mg)
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
De belangrijkste niet-medicamenteuze adviezen bij astma zijn stoppen met roken en zorgen voor een rookvrije omgeving. Verder is het vermijden van expositie aan allergenen en andere prikkels van groot belang, met name bij allergisch astma. Bij volwassenen is de basis van de medicamenteuze behandeling een inhalatiecorticosteroïde (ICS), al dan niet in combinatie met een langwerkend β2-sympathicomimeticum (LABA). Het indicatiegebied voor gebruik van een kortwerkend β2-sympathicomimeticum (SABA) is beperkt; alleen bij zeer weinig frequente astmaklachten (≤ 2×/week overdag) of bij inspanningsklachten is 'zo nodig'-gebruik (max. 2x/week) van een SABA geïndiceerd. Bij kinderen bestaat de behandeling bij weinig frequente klachten (≤ 2×/week overdag) of bij inspanningsklachten uit ‘zo nodig’-gebruik een SABA; bij frequentere klachten deze behandeling combineren met een onderhoudsbehandeling ICS.
Omalizumab komt in de tweedelijnszorg bij ernstig allergisch IgE-gemedieerd astma in aanmerking bij patiënten vanaf 6 jaar die ondanks hoge doses ICS en een LABA ≥ 2 longaanvallen per jaar hebben.
Vermijd bij urticaria in eerste instantie uitlokkende factoren indien bekend. Start bij jeuk bij urticaria met lokale anti-jeukmiddelen. Geef vervolgens een tweedegeneratie-antihistaminicum, bij voorkeur levocetirizine of desloratadine en verdubbel de dosering bij onvoldoende effect. Overweeg bij aanhoudende, ernstige klachten van acute urticaria bij volwassenen ondanks een dubbele dosering antihistaminicum, eenmalig een kuur prednisolon. Doseer bij chronische spontane urticaria in de tweedelijnszorg tweedegeneratie-antihistaminica tot viermaal de geregistreerde dosis. Bij onvoldoende effect, overweeg als zijstap om te switchen tussen tweedegeneratie-antihistaminica, de toevoeging van montelukast en/of een korte kuur orale corticosteroïden. Vervolgens kan omalizumab en/of ciclosporine worden overwogen.
Advies
De belangrijkste niet-medicamenteuze adviezen bij astma zijn stoppen met roken en zorgen voor een rookvrije omgeving. Verder is het vermijden van expositie aan allergenen en andere prikkels van groot belang, met name bij allergisch astma. Bij volwassenen is de basis van de medicamenteuze behandeling een inhalatiecorticosteroïde (ICS), al dan niet in combinatie met een langwerkend β2- sympathicomimeticum (LABA). Het indicatiegebied voor gebruik van een kortwerkend β2-sympathicomimeticum (SABA) is beperkt; alleen bij zeer weinig frequente astmaklachten (≤ 2×/week overdag) of bij inspanningsklachten is 'zo nodig'-gebruik (max. 2×/week) van een SABA geïndiceerd. Bij kinderen bestaat de behandeling bij weinig frequente klachten (≤ 2×/week overdag) of bij inspanningsklachten uit ‘zo nodig’-gebruik een SABA; bij frequentere klachten deze behandeling combineren met een onderhoudsbehandeling ICS.
Tezepelumab kan in de tweedelijnszorg worden voorgeschreven bij volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar met ernstig astma die ondanks optimale medicamenteuze therapie ≥ 2 longaanvallen per jaar hebben óf bij wie het astma slechts met onderhoudsbehandeling met orale corticosteroïden onder controle is.
Aan de vergoeding van tezepelumab zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Indicaties
- Overtuigend IgE-gemedieerd ernstig astma:
- als aanvullende behandeling, bij volwassen en adolescenten (≥ 12 j.) met een positieve huidtest of in vitro reactiviteit tegen een permanent aanwezig aeroallergeen en een verminderde longfunctie (FEV1< 80%) om de astmacontrole te verbeteren;
- als aanvullende behandeling, bij kinderen (6–12 j.) met een positieve huidtest of in vitro reactiviteit tegen een permanent aanwezig aeroallergeen om de astmacontrole te verbeteren.
Deze patiënten (volwassenen en kinderen) hebben tevens overdag regelmatig symptomen of worden ’s nachts wakker en hebben meerdere gedocumenteerde ernstige astma-longaanvallen gehad, ondanks de dagelijkse hoge dosis inhalatiecorticosteroïden plus een langwerkende β2-agonist.
- Aanvullende behandeling van ernstige chronische rinosinusitis met neuspoliepen, bij volwassenen bij wie de aandoening onvoldoende onder controle is met alleen intranasale corticosteroïden.
- Bij chronische spontane urticaria als aanvullende behandeling, bij volwassenen en adolescenten (≥ 12 j.) die onvoldoende reageren op behandeling met H1-antihistaminica.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Aanvullende onderhoudsbehandeling van ernstig astma met onvoldoende effect van onderhoudsbehandeling met hoge dosis inhalatiecorticosteroïden gecombineerd met een ander geneesmiddel.
Doseringen
Bij patiënten met een IgE lager dan 76 IE/ml (≥ 12 j.) of een IgE lager dan 200 IE/ml (6–12 j.) is het optreden van een klinisch effect minder waarschijnlijk; behandeling bij deze patiënten alleen beginnen bij een onmiskenbare in vitro reactiviteit (RAST) op een permanent aanwezig allergeen.
De patiënt dient in elk geval bij de eerste 3 doses minimaal 2 uur na de toediening onder medisch toezicht te blijven met het oog op acute overgevoeligheidsreacties.
Niet toepassen bij patiënten met aanvangswaarden van IgE < 30 IE/ml of > 1500 IE/ml, of met een lichaamsgewicht < 20 kg of > 150 kg.
Overtuigend IgE- gemedieerd ernstig astma
Volwassenen en kinderen ≥ 6 jaar
Onderhoudsdosering: s.c. 75–600 mg per keer in 1 tot 4 injecties elke 2 of 4 weken; maximaal 150 mg per injectieplaats en 600 mg omalizumab iedere 2 weken. De geschikte dosis en toedieningsfrequentie wordt bepaald aan de hand van de beginwaarde van het IgE-gehalte en het lichaamsgewicht. Zie voor de dosisbepalingen de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, tabel 2 en 3), zie hiervoor de link onder 'Zie ook'. De doses aanpassen bij significante verandering in lichaamsgewicht (zoals tijdens de groei bij kinderen). Vóór de eerste dosering het totaal serum-IgE meten ter bepaling van de dosis. Na 16 weken de effectiviteit evalueren alvorens de behandeling voor te zetten. Na staken of een tijdelijke onderbreking de dosisbepaling bij hervatten baseren op de initiële beginwaarde van het IgE-gehalte. Bij staken langer dan 1 jaar de beginwaarde opnieuw bepalen.
Ernstige chronische rinosinusitis met neuspoliepen
Volwassenen
Onderhoudsdosering: s.c. 75–600 mg per keer in 1 tot 4 injecties elke 2 of 4 weken; maximaal 150 mg per injectieplaats en 600 mg omalizumab iedere 2 weken. De geschikte dosis en toedieningsfrequentie wordt bepaald aan de hand van de beginwaarde van het IgE-gehalte en het lichaamsgewicht. Zie voor de dosisbepalingen de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, tabel 2 en 3), zie hiervoor de link onder 'Zie ook'. De doses aanpassen bij significante verandering in lichaamsgewicht. Vóór de eerste dosering het totaal serum-IgE meten ter bepaling van de dosis. Periodiek de ernst van de ziekte en de mate van symptoomcontrole beoordelen alvorens de behandeling voort te zetten. Na staken of tijdelijke onderbreking de dosisbepaling bij hervatten baseren op de initiële beginwaarde van het IgE-gehalte. Bij staken langer dan 1 jaar de beginwaarde opnieuw bepalen.
Chronische spontane urticaria
Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar
S.c. 300 mg 1×/4 weken; maximaal 150 mg per injectieplaats. Herbeoordeel periodiek (elke 3–6 maanden) de noodzaak tot behandeling. Er is weinig ervaring met behandeling > 6 maanden.
Ouderen (> 65 j.): er is (op basis van relatief weinig gegevens) geen dosisaanpassing nodig op basis van de leeftijd.
Verminderde lever- of nierfunctie: er is geen dosisaanpassing nodig omdat omalizumab vnl. door het reticulo-endotheliaal systeem wordt afgebroken; er zijn echter geen studies uitgevoerd bij een verminderde lever- of nierfunctie.
Toediening: de injecties subcutaan toedienen. Als er meerdere injecties nodig zijn, deze verdelen over twee of meer injectieplaatsen. De injectievloeistof (via wegwerpspuit) kan vanaf de 4e dosis door de patiënt (zonder bekende voorgeschiedenis van anafylaxie) na instructie worden toegediend, als dit door de arts als passend is beoordeeld.
Doseringen
Ernstig astma
Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar (incl. ouderen)
S.c.: 210 mg éénmaal per 4 weken. Evalueer minstens jaarlijks of de behandeling moet worden voortgezet op basis van de mate van astmacontrole.
Gemiste dosis: deze zo snel mogelijk toedienen, daarna de dosering hervatten op de geplande dag van toediening. Geen dubbele dosis toedienen.
Verminderde nier- of leverfunctie: geen dosisaanpassing nodig.
Toediening
- Subcutane injectie in bovenarm, dij of buik, behalve binnen een gebied van 5 cm rond de navel. Een patiënt mag niet zelf in de bovenarm injecteren.
- Niet injecteren in gebieden waar de huid gevoelig, verhard, erythemateus of blauw is.
- Wissel bij elke injectie de injectieplaats af.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): koorts bij kinderen van 6–12 jaar.
Vaak (1-10%): hoofdpijn (vaker bij kinderen van 6–12 j.). Reacties op de injectieplaats zoals pijn, jeuk, erytheem, zwelling. Pijn in de bovenbuik (bij kinderen van 6–12 j. en bij chronische rinosinusitis met neuspoliepen). Bovensteluchtweginfectie, sinusitis (bij urticaria). Artralgie (vooral bij chronische rinosinusitis met neuspoliepen)
Soms (0,1-1%): misselijkheid, diarree, dyspepsie. Gewichtstoename. Moeheid, slaperigheid, duizeligheid (vaker bij chronische rinosinusitis met neuspoliepen), paresthesie, syncope. Orthostatische hypotensie, blozen. Hoesten, faryngitis, allergische bronchospasmen. Urticaria, huiduitslag, jeuk, fotosensibilisatie. Opgezwollen armen, influenza-achtig beeld.
Zelden (0,01-0,1%): parasitaire infecties. Anafylaxie, angio-oedeem, vorming van antilichamen tegen omalizumab. Larynxoedeem, Systemische lupus erythematodes.
Verder zijn gemeld: (ernstige) immuungemedieerde trombocytopenie. Allergische granulomateuze vasculitis (met name Churg-Strauss-syndroom), serumziekte (waaronder koorts, lymfadenopathie). Artralgie, myalgie, gewrichtszwelling. Alopecia.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): Faryngitis. Huiduitslag (waaronder erythemateus en maculopapuleus), jeuk. Artralgie. Reacties op de injectieplaats (zoals erytheem, zwelling en pijn).
Verder is gemeld: (vertraagde) overgevoeligheidsreactie, waaronder anafylaxie.
Interacties
Indirect kan omalizumab de werkzaamheid van geneesmiddelen voor de behandeling van worm- of andere parasitaire infecties verminderen omdat IgE betrokken kan zijn bij de immunologische respons tegen sommige worminfecties.
Interacties
Er is geen onderzoek naar interacties uitgevoerd.
Vermijd gebruik van levend verzwakte vaccins.
Zwangerschap
Omalizumab passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens; relatief weinig gedocumenteerde ervaring (uit 'case reports' en een zwangerschapsregister) geeft geen duidelijke aanwijzingen voor nadelige effecten. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Zwangerschap
IgG-antilichamen passeren de placenta.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in moedermelk: Waarschijnlijk zeer gering vanwege de grootte van het eiwitmolecuul.
Omalizumab wordt niet opgenomen vanuit het maag-darmkanaal van de zuigeling.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel tijdens het geven van borstvoeding is waarschijnlijk veilig.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend bij de mens. Ja, bij dieren. Van humane IgG's is bekend dat ze de eerste paar dagen na de geboorte in de moedermelk worden uitgescheiden en kort daarna tot lage concentraties dalen.
Advies: Vermijd het gebruik van dit middel of het geven van borstvoeding tijdens de eerste paar dagen na de geboorte. Daarna kan tezepelumab worden gebruikt als dit klinisch nodig is.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen (relevante) contra-indicaties bekend.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Waarschuwingen en voorzorgen
Astma: Behandeling met omalizumab alleen overwegen bij patiënten met overtuigend IgE-gemedieerd astma. Niet toepassen bij de behandeling van acute verergering van astma, acute bronchospasmen of status asthmaticus.
Parasitaire infecties: Voorzichtig toepassen bij patiënten die veel kans lopen op worminfecties, vooral wanneer zij naar gebieden reizen waar deze infecties endemisch zijn, omdat IgE mogelijk betrokken is bij de immunologische respons op sommige worminfecties. Bij onvoldoende reactie op de aanbevolen behandeling met anthelminthica, overwegen de behandeling met omalizumab te staken.
Behandeling met systemische, intranasale of inhalatiecorticosteroïden niet abrupt staken bij starten met omalizumab. Bij vermindering van systemische corticosteroïdbehandeling alert zijn op symptomen van eosinofilie, vasculitische huiduitslag, achteruitgang van pulmonale symptomen, paranasale sinusafwijkingen, cardiale complicaties en/of neuropathie. Overweeg de behandeling met omalizumab te staken bij ernstige systemische eosinofilie of vasculitis.
Overgevoeligheid: Lokale of systemische allergische reacties (waaronder anafylaxie/anafylactische shock) kunnen optreden, ook na langdurige behandeling; gewoonlijk binnen 2 uur, maar ook 2–24 uur na injectie. Meestal treden anafylactische reacties op binnen de eerste 3 doses. Een voorgeschiedenis van anafylaxie niet gerelateerd aan omalizumab kan een risicofactor zijn. De behandeling staken bij ernstige overgevoeligheidsreacties. Serumziekte en serumziekte-achtige reacties (allergische reactie type III) kunnen optreden 1–5 dagen na toediening van de eerste of daaropvolgende injecties, ook na langdurige behandeling. Wees alert op symptomen die wijzen op serumziekte, zoals artritis/artralgie, huiduitslag, koorts en lymfadenopathie.
Onderzoeksgegevens: Wees voorzichtig bij auto-immuunziekten, immuuncomplexgemedieerde aandoeningen of reeds bestaande nier- of leverinsufficiëntie vanwege onvoldoende onderzoeksgegevens. Bij hyperimmunoglobuline E-syndroom of allergische bronchopulmonaire aspergillose of voor de preventie van anafylactische reacties (waaronder die reacties die worden veroorzaakt door voedselallergie), atopisch eczeem of allergische rinitis is omalizumab niet onderzocht. Voor gebruik bij ernstige chronische rinosinusitis met neuspoliepen zijn de werkzaamheid en veiligheid bij kinderen niet vastgesteld. Voor gebruik bij allergisch astma zijn de werkzaamheid en veiligheid bij kinderen < 6 jaar niet vastgesteld.
Waarschuwingen en voorzorgen
Niet gebruiken voor de behandeling van een longaanval bij astma.
Infecties: Blokkeren van thymisch stromaal lymfopoëtine (TSLP) kan theoretisch het risico op ernstige infecties verhogen en een rol spelen bij de immunologische respons op sommige worminfecties. Bestaande ernstige infecties en worminfecties behandelen vóór de start met tezepelumab. Staak de behandeling bij een tijdens de behandeling opgelopen ernstige infectie of worminfectie, die niet reageert op een anti-wormbehandeling.
Staak de behandeling bij een ernstige, acute cardiale episode (met symptomen als pijn op de borst, dyspneu, syncope, malaise, duizeligheid) tot deze gestabiliseerd is. In klinisch onderzoek op lange termijn werd een verschil in ernstige cardiale episoden waargenomen bij tezepelumab in vergelijking met placebo. Een causaal verband is niet aangetoond en een risicogroep is niet geïdentificeerd.
Een voorgeschiedenis van anafylaxie kan een risicofactor zijn voor een anafylactische reactie na toediening van tezepelumab. Observeer de patiënt na toediening gedurende passende tijd.
Onderzoeksgegevens
- De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 12 jaar zijn niet vastgesteld.
- Patiënten met een worminfectie werden uitgesloten van deelname aan de klinische studie.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met omalizumab contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met tezepelumab contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Gehumaniseerd monoklonaal antilichaam, bereid via DNA-recombinanttechniek in ovariumcellen van de Chinese hamster, dat zich selectief bindt aan humaan immunoglobuline E (IgE). Het voorkomt binding van IgE aan de hoog-affiene FCεRI-receptor, waardoor de hoeveelheid vrij IgE die beschikbaar is om een allergische cascade teweeg te brengen, afneemt. Voorts neemt het aantal eosinofielen (van bloed en weefsel) en het aantal ontstekingsmediatoren (zoals IL-4, IL-5 en IL-13) door aangeboren en adaptieve immuuncellen en niet-immuuncellen, af. Binnen 1 uur na injectie wordt de serumconcentratie vrij IgE verlaagd. De gemiddelde vermindering is 84–99% van de beginwaarde. Effect is aangetoond na ten minste 4 weken (chronische rinosinusitis met poliepen) 12–16 weken (allergisch astma) behandeling.
Kinetische gegevens
Resorptie | traag na enkelvoudige dosering. |
F | ca. 62%. De farmacokinetiek neemt evenredig toe bij doses hoger dan 0,5 mg/kg. |
T max | ca. 6–8 dagen. |
V d | gem. 78 ml/kg. |
Metabolisering | bij de klaring van omalizumab zijn zowel IgG-klaringsprocessen betrokken als klaring via specifieke binding en complexvorming met het target-ligand, IgE. Eliminatie van IgG door de lever omvat afbraak in het macrofagensysteem van het weefsel en endotheelcellen. Intact IgG wordt ook in gal uitgescheiden. |
T 1/2el | ca. 26 dagen (bij astma); ca. 24 dagen (bij urticaria). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Tezepelumab is een monoklonaal antilichaam (IgG2λ) gericht tegen thymisch stromaal lymfopoëtine (TSLP), het voorkomt interactie met de heterodimere TSLP-receptor. Bij astma induceren zowel allergische als niet-allergische triggers TSLP-productie. Blokkade van TSLP vermindert een breed spectrum van biomarkers en cytokinen die geassocieerd zijn met luchtwegontsteking (zoals eosinofielen in het bloed, eosinofielen in de submucosa van de luchtwegen, IgE, FeNO, IL-5 en IL-13). Het werkingsmechanisme van tezepelumab bij astma is niet definitief vastgesteld.
Kinetische gegevens
T max | 3-10 dagen. |
F | ca. 77% |
V d | centraal 0,056 l/kg; perifeer 0,031 l/kg. |
Metabolisering | afbraak door proteolytische enzymen (intracellulair katabolisme). |
T 1/2el | ca. 26 dagen. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
omalizumab hoort bij de groep monoklonale antilichamen, pulmonaal.
Groepsinformatie
tezepelumab hoort bij de groep monoklonale antilichamen, pulmonaal.