Samenstelling
Oxybuprocaïne Minims XGVS Bausch & Lomb
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels
- Sterkte
- 4 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 0,5 ml
Oxybuprocaïne Monofree (hydrochloride) XGVS Théa Pharma bv
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels (0,4%)
- Sterkte
- 4 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 0,4 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Cocaïne Oogdruppels FNA (hydrochloride) XGVS Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels (5%)
- Sterkte
- 50 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 10 ml
Conserveermiddel: benzalkoniumchloride.
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels (5%) zond cons
- Sterkte
- 50 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 1 ml
Conserveermiddel: geen.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
De toepassing van lokale anesthetica in oogdruppels dient te worden beperkt tot de kliniek of de spreekkamer. Oxybuprocaïne dient derhalve niet op recept aan de patiënt te worden afgeleverd.
Advies
Voor dit geneesmiddel is geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling.
Indicaties
- Tonometrie, tonografie;
- Anesthesie bij kleine operatieve ingrepen;
- Verwijderen van corpora aliena uit de cornea en conjunctiva;
- Proefpassen van contactlenzen.
Indicaties
- Offlabel: als diagnosticum bij het Horner-syndroom.
Doseringen
Oppervlakte-anesthesie:
Volwassenen en kinderen
Eén of zonodig meer druppels per keer in de conjunctivaalzak.
Door dichtdrukken van de traanbuis of het gesloten houden van de ogen gedurende 3 minuten wordt de kans op systemische reacties verminderd en de lokale werkzaamheid bevorderd.
'Minims' en 'Monofree' bevatten geen conserveermiddel en zijn bestemd voor eenmalig gebruik.
Doseringen
Als diagnosticum bij het syndroom van Horner
Volwassenen
1 druppel in beide ogen, eventueel na enkele minuten herhalen.
Bij een zeer donkere iris kan de reactie op cocaïne onvoldoende of zeer traag zijn.
Bijwerkingen
Lokaal: Gemeld zijn: oogklachten (licht branderig gevoel, pijn, wazig zicht), lichte beschadiging van het cornea-epitheel. Overgevoeligheidsreacties, anafylactische reactie of shock, allergische blefaritis.
Lokale anesthetica kunnen de trofische functie van de corneale zenuwuiteinden zodanig verstoren, dat ondraaglijke pijn ontstaat in een overigens ongevoelig hoornvlies (anesthesie dolorosa). Dit kan ten onrechte aanleiding zijn vaker te druppelen. Frequent en langdurig gebruik kunnen tevens irreversibele beschadiging van de cornea en vertraagde wondgenezing van het cornea-epitheel veroorzaken.
Bijwerkingen
Lokaal: irritatie, allergische reacties zoals jeuk, roodheid en lokale huiduitslag rond het oog.
Bij misbruik kunnen tegelijkertijd centrale en perifere sympathicomimetische effecten optreden: euforie, opwinding, rusteloosheid, tremor gevolgd door tonisch-klonische convulsies. Tachycardie, hypertensie, myocardischemie, angina pectoris, myocardinfarct. Torsade de pointes, verlengd QT-interval.
Interacties
Ondanks de hoofdzakelijk lokale werking van cocaïne-oogdruppels kan in combinatie met een andere vasoconstrictor overmatige stimulering van het centraal zenuwstelsel optreden.
Combinatie met β-Blokkers kan leiden tot hypertensie en bradycardie.
Zwangerschap
Oxybuprocaïne passeert de placenta.
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.
Farmacologisch effect: gezien de lage systemische belasting bij gebruik van de oogdruppels en de eenmalige toediening worden geen nadelige effecten bij de foetus verwacht.
Advies: Kan worden gebruikt.
Zwangerschap
Cocaïne passeert de placenta.
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren onvoldoende gegevens.
Farmacologisch effect: Misbruik van cocaïne geeft een verhoogd risico op spontane abortus, intra-uteriene groeiremming en aangeboren afwijkingen.
Advies: Gebruik ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: gezien de lage systemische belasting bij gebruik van de oogdruppels en de eenmalige toediening wordengeen nadelige effecten bij de zuigeling verwacht.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Farmacologisch effect: Neonaten zijn zeer gevoelig voor de toxische effecten van cocaïne.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor anesthetica uit de para-aminobenzoëzuurgroep.
Contra-indicaties
- aangeboren of verworven lang-QT-intervalsyndroom en Brugada-syndroom vanwege een mogelijk verhoogd risico op ventriculaire hartritmestoornissen, hartstilstand en plotselinge dood;
- overgevoeligheid voor andere lokale anesthetica van het ester–type.
Waarschuwingen en voorzorgen
De oogdruppels niet frequent en langdurig toepassen, niet systematisch toepassen bij het inzetten van contactlenzen.
Het gebruik dient tot de spreekkamer of de operatiekamer beperkt te blijven.
Vanwege de bacteriostatische werking moet, indien nodig, vóór het indruppelen kweekmateriaal worden afgenomen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Cocaïne heeft een sterk centraal stimulerende werking en kan aanleiding geven tot verslaving. Het wordt als dopingmiddel aangemerkt.
Wees voorzichtig bij nauwe–kamerhoekglaucoom.
Vanwege de indirect sympathicomimetische werking voorzichtig zijn bij ernstige cardiovasculaire aandoeningen, zoals angina pectoris, ischemische hartziekten en hartfalen, hypertensie, ritmestoornissen, en bij epilepsie.
Patiënten met hyperthyroïdie kunnen extra gevoelig zijn voor catecholaminen.
Bij een zeer donkere iris kan de reactie op cocaïne onvoldoende of zeer traag zijn.
Overdosering
In toxische doses veroorzaakt cocaïne Cheyne-Stokes-ademhaling, vasomotorische collaps en convulsies; in een aantal gevallen is rabdomyolyse gemeld. De dood kan plotseling intreden door stoppen van de ademhaling.
Cocaïne is in het algemeen toxisch vanaf een dosis van 200 mg (oppervlakte-anesthesie in de KNO-heelkunde). Er bestaan echter grote interindividuele verschillen; er zijn ook meldingen van ernstige toxische verschijnselen bij een dosis van slechts 20 mg.
Bij accidentele orale inname zie toxicologie.org/cocaine en/of vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Lokaal anestheticum van het ester–type. Werking: binnen 15 s na indruppelen. Werkingsduur: 10–20 min.
Eigenschappen
Cocaïne is een lokaal anestheticum van het ester-type en een indirect sympathicomimeticum; het remt de heropname van noradrenaline en dopamine. Heeft een lokaal anesthetische, vasoconstrictieve en mydriatische werking. De mydriatische werking ontstaat door remming van de heropname van noradrenaline in de iris. Wordt gebruikt als diagnosticum bij het Horner-syndroom. Hierbij is de sympatische innervatie van het oog onderbroken, waardoor het mydriatische effect van cocaïne niet of nauwelijks optreedt.
Evaluatie van de mate van mydriasis: na 50–60 min.
Dit preparaat valt onder de bepalingen van de Opiumwet in zijn volle omvang.
Kinetische gegevens
Resorptie | goed door de slijmvliezen. |
Metabolisering | in plasma en lever door cholinesterasen. |
Eliminatie | met de urine, vnl. als metabolieten. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
oxybuprocaïne hoort bij de groep anesthetica, lokaal via huid of slijmvlies.
- capsaïcine (N01BX04) Vergelijk
- chloorhexidine/lidocaïne (N01BB52) Vergelijk
- cocaïne (S01HA01) Vergelijk
- lidocaïne (bij ooraandoening) (S02DA01) Vergelijk
- lidocaïne (gel, aanstipvloeistof) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (in de oogheelkunde) (S01HA07) Vergelijk
- lidocaïne (pleister) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (spray) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (vetcrème, zalf) (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne/amylmetacresol/dichloorbenzylalcohol (R02AA20) Vergelijk
- lidocaïne/levomenthol (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne/prilocaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/propylparahydroxybenzoaat (R02AD02) Vergelijk
- lidocaïne/tetracaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/zinkoxide (D04AB01) Vergelijk
- pramocaïne/zinkoxide (D04AB07) Vergelijk
- tetracaïne (S01HA03) Vergelijk
Groepsinformatie
cocaïne hoort bij de groep anesthetica, lokaal via huid of slijmvlies.
- capsaïcine (N01BX04) Vergelijk
- chloorhexidine/lidocaïne (N01BB52) Vergelijk
- lidocaïne (bij ooraandoening) (S02DA01) Vergelijk
- lidocaïne (gel, aanstipvloeistof) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (in de oogheelkunde) (S01HA07) Vergelijk
- lidocaïne (pleister) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (spray) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (vetcrème, zalf) (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne/amylmetacresol/dichloorbenzylalcohol (R02AA20) Vergelijk
- lidocaïne/levomenthol (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne/prilocaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/propylparahydroxybenzoaat (R02AD02) Vergelijk
- lidocaïne/tetracaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/zinkoxide (D04AB01) Vergelijk
- oxybuprocaïne (S01HA02) Vergelijk
- pramocaïne/zinkoxide (D04AB07) Vergelijk
- tetracaïne (S01HA03) Vergelijk