Samenstelling
Pentacarinat inhalatie (isetionaat) Sanofi SA
- Toedieningsvorm
- Poeder (gelyofiliseerd) voor inhalatievloeistof
- Sterkte
- 300 mg
- Verpakkingsvorm
- flacon
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Pentacarinat (isetionaat) Sanofi SA
- Toedieningsvorm
- Poeder (gelyofiliseerd) voor injectievloeistof
- Sterkte
- 300 mg
- Verpakkingsvorm
- flacon
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Ter preventie van Pneumocystis jiroveci-pneumonie gaat de voorkeur uit naar cotrimoxazol omdat dit ook beschermt tegen extrapulmonale infectie. Pentamidine-inhalatie komt in aanmerking indien cotrimoxazol is gecontra-indiceerd, bv. bij overgevoeligheid voor cotrimoxazol en bij ernstige bloedbeeldafwijkingen. De pentamidine inhalatie dient slechts te worden voorgeschreven door en in overleg met een gespecialiseerde arts met brede ervaring in de behandeling van AIDS.
Advies
Pentamidine injecties dienen slechts te worden voorgeschreven door of in overleg met een gespecialiseerde arts met brede ervaring in de behandeling van AIDS.
Bij de behandeling van Pneumocystis jiroveci-pneumonie heeft, op grond van de effectiviteit, cotrimoxazol de voorkeur. Indien cotrimoxazol niet wordt verdragen gaat, met name op basis van een gunstiger bijwerkingenprofiel maar ook vanwege het toedieningsgemak, de voorkeur uit naar atovaquon boven pentamidine injecties.
Indicaties
- Preventie van een Pneumocystis jiroveci-pneumonie bij patiënten met AIDS en bij asymptomatische, met HIV-geïnfecteerde patiënten, met T4-celaantal < 200/mm3.
Indicaties
- Pneumonie veroorzaakt door Pneumocystis jiroveci bij patiënten met AIDS, indien cotrimoxazol is gecontra-indiceerd óf ineffectief is gebleken.
Doseringen
Preventie van een Pneumocystis jiroveci pneumonie:
Volwassenen:
300 mg eenmaal per maand of 150 mg elke 2 weken.
Kinderen:
Volgens de fabrikant is de dosering bij kinderen niet vastgesteld. Volgens het Kinderformularium van het NKFK: kan bij kinderen van 1 mnd. tot 18 jaar 300 mg eenmaal per maand gebruikt worden.
Toedieningsinformatie: Tijdens bereiding en toediening contact met huid of slijmvliezen vermijden. Toedienen gedurende 15-30 min. met behulp van een vernevelaar die een gemiddelde deeltjesgrootte levert van minder dan 5 micron, bij voorkeur < 2 micron (bv. Respirgard II vernevelaar).
Doseringen
Pneumonie door Pneumocystis jiroveci bij patiënten met AIDS
Volwassenen en kinderen ≥ 1 maand
i.v. 4 mg/kg lichaamsgewicht 1×/dag bij een liggende patiënt (vanwege de kans op hypotensie en syncope). De doseergegevens bij kinderen zijn afkomstig van het Kinderformularium van het NKFK.
Behandelduur: Meestal is 14 dagen behandelen voldoende; zo niet dan de therapie nog 1 week voortzetten.
Bij een reeds gestoorde nierfunctie (creatinineklaring < 10 ml/min): in levensbedreigende situaties: 4 mg/kg 1×/dag gedurende 7–10 dagen, daarna 4 mg/kg om de dag totdat de kuur is afgemaakt. In minder ernstige situaties: 4 mg/kg om de dag tijdens de gehele behandelduur. Bij een creatinineklaring ≥ 10 ml/min is geen dosisaanpassing nodig.
Bij stijging van de serumcreatininespiegels met meer dan 88 micromol/l (1 mg/dl): de dagdosis met 30–50% verminderen om verslechtering van de nierfunctie te vermijden.
Bij leverinsufficiëntie: voorzichtig zijn vanwege het ontbreken van gegevens over de toepassing hierbij. Bij verdere verslechtering van de leverfunctie een afweging maken tussen de voor- en nadelen van voortzetting van de therapie met pentamidine.
Toediening: Pentamidine, na reconstitutie en verdere verdunning, bij voorkeur toedienen via langzame i.v.-infusie gedurende ten minste 60 min. Vermijd een bolusinjectie. De i.v.-toediening verdient de voorkeur vanwege de lokale toxische effecten bij i.m.-toediening. Niet mengen met andere infusievloeistoffen dan water voor injectie, glucose voor infusie of natriumchloride-oplossing (0,9%).
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): hoesten, kortademigheid, piepende ademhaling en bronchospasmen (m.n. bij rokers en astma). Metaalsmaak, misselijkheid.
Zelden (0,01-0,1%): eosinofiele pneumonie.
Verder zijn gemeld: allergische reacties (waaronder anafylactische shock, angio-oedeem). Hypoglykemie. Licht gevoel in het hoofd. Bradycardie. Hypotensie. Pneumothorax bij een voorgeschiedenis van Pneumocystis jiroveci-pneumonie. Acute pancreatitis. Huiduitslag. Nierinsufficiëntie. Koorts, verminderde eetlust, vermoeidheid.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): lokale reacties op de injectie-/infusieplaats zoals pijn, induratie, abcesvorming en spiernecrose (vooral bij i.m.-toediening). Stijging ureum en creatinine, acuut nierfalen, macroscopische hematurie.
Vaak (1-10%): hypotensie, overmatig blozen. Syncope, duizeligheid. Misselijkheid, braken, smaakstoornis. Huiduitslag. Anemie, leukopenie, trombocytopenie. Hypoglykemie, hyperglykemie, diabetes mellitus (met of zonder voorgaande hypoglykemie, is gemeld tot enkele maanden na het staken van de behandeling), hyperkaliëmie, hypocalciëmie, hypomagnesiëmie. Afwijkende leverfunctiewaarden.
Zelden (0,01-0,1%): pancreatitis. Verlengd QT-interval, hartaritmieën.
Verder zijn gemeld: bradycardie, 'torsade de pointes'. Overgevoeligheidsreacties, waaronder angio-oedeem, anafylactische reactie, anafylactische shock, Stevens-Johnsonsyndroom. Tijdens de i.v.-infusie kunnen paresthesie van de extremiteiten en faciale en periorale hypo-esthesie optreden; deze verdwijnen na onderbreking of voltooiing van het infuus. Na i.m.-toediening kan rabdomyolyse optreden.
Als gevolg van ernstige hypotensie, hypoglykemie, acute pancreatitis en cardiale aritmieën zijn gevallen met fatale afloop gemeld.
Interacties
Wees voorzichtig bij combinatie met geneesmiddelen die het QT-interval kunnen verlengen zoals fenothiazinen, tricyclische antidepressiva, macroliden (o.a. erytromycine) en fluorchinolonen.
Bij combinatie met foscarnet neemt de kans op hypocalciëmie toe.
Interacties
Wees voorzichtig met het combineren met geneesmiddelen die het volgende kunnen veroorzaken:
- bloeddrukverlaging;
- nefrotoxiciteit (bv. aminoglycosiden, amfotericine B, foscarnet, ganciclovir, vancomycine en aldesleukine);
- hepatotoxiciteit (bv. bosentan, rifampicine, nevirapine);
- verlenging van het QT-interval (bv. amiodaron, disopyramide, kinidine, sotalol, tricyclische antidepressiva, sommige antipsychotica, methadon, macroliden, fluorchinolonen, enkele antimycotica);
- hyperkaliëmie (bv. ACE-remmers, kaliumsparende diuretica zoals spironolacton, kaliumzouten, heparine, trimethoprim, tacrolimus en ciclosporine);
- hypocalciëmie (bv. foscarnet).
Zwangerschap
Pentamidine passeert de placenta.
Teratogenese: Over het gebruik van deze stof tijdens zwangerschap bij de mens bestaan onvoldoende gegevens om de mogelijke schadelijkheid te beoordelen. Een miskraam in het 1e trimester is gemeld. In dierproeven is het middel schadelijk gebleken (embryoverlies, bij therapeutische parenterale doseringen).
Advies: Gebruik ontraden.
Zwangerschap
Pentamidine passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren zijn geen teratogene afwijkingen gezien, wel is bij therapeutische doseringen embryoverlies geconstateerd.
Advies: Gebruik ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een nadelig effect voor de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Volgens de fabrikant van pentamidine is toepassing tijdens lactatie gecontra-indiceerd, tenzij de toediening absoluut noodzakelijk is. Bij een maternale HIV-infectie borstvoeding ontraden omdat de kans bestaat op overdracht van HIV.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een nadelig effect voor de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies:Volgens de fabrikant van pentamidine is toepassing tijdens lactatie gecontra-indiceerd, tenzij de toediening absoluut noodzakelijk is. Bij een maternale HIV-infectie borstvoeding ontraden omdat de kans bestaat op overdracht van HIV.
Contra-indicaties
Zie rubriek Lactatie.
Contra-indicaties
Zie rubriek Lactatie
Waarschuwingen en voorzorgen
Bij i.m.- of i.v.-toediening zijn als gevolg van ernstige hypotensie, hypoglykemie, acute pancreatitis en cardiale aritmieën gevallen met fatale afloop gemeld. Uiterst voorzichtig toepassen bij patiënten met een lever- of nierfunctiestoornis, hyper- of hypotensie, hyper- of hypoglykemie, anemie, leukopenie of trombocytopenie. Het middel toedienen terwijl de patiënt ligt en de bloeddruk regelmatig controleren totdat de behandeling beëindigd is.
Pentamidine kan het QT-interval verlengen. 'Torsade de pointes' is waargenomen. Bij een QT-interval > 500 ms constante hartbewaking overwegen; bij een QT-interval > 550 ms niet toepassen. Wees voorzichtig bij risicofactoren voor QT-verlenging en aritmie zoals significante bradycardie (< 50 slagen/min), een voorgeschiedenis van ventriculaire aritmieën, ongecorrigeerde hypokaliëmie of hypomagnesiëmie, relevante hartziekte (hartfalen, coronaire hartaandoening; o.a. na een myocardinfarct), congenitale of verworven QT-verlenging en comedicatie met geneesmiddelen die het QT-interval verlengen (zie ook rubriek Interacties).
Bij hoesten of bronchospasmen pentamidine combineren met een bronchodilatator voorafgaand aan de behandeling. Roken dient bij voorkeur te worden gestaakt omdat dit de lokale reacties van de bovenste luchtwegen kan versterken.
Omdat bij toediening per aerosol geringe systemische concentraties worden bereikt, moet men bedacht zijn op extrapulmonale lokalisatie van infecties van Pneumocystis (zoals choroiditis). Tijdens chronische profylaxe is dan ook oogheelkundig onderzoek aan te bevelen.
Bij gebruik van een niet optimale vernevelaar loopt de omgeving van de patiënt gevaar van blootstelling aan pentamidine met als mogelijk gevolg bijwerkingen zoals bronchoconstrictie.
Voor invloeden op laboratoriumtesten raadpleeg (rubriek 4.4 van) de officiële productinformatie CBG/EMA (link onder Inhoudsopgave via 'Zie ook').
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees extra voorzichtig bij hyper- of hypotensie, hyper- of hypoglykemie, lever- en/of nierinsufficiëntie, anemie, leukopenie of trombocytopenie. De uitgangswaarde van de bloeddruk bepalen; tijdens en na toediening de bloeddruk controleren totdat de behandeling is beëindigd.
Tijdens de behandeling: dagelijks het serumcreatinine, bloedureum, volledig bloedbeeld, bloedglucose (nuchter), serumelektrolyten en urine-analyse controleren; tweemaal per week het serummagnesium controleren; wekelijks leverfunctietesten (bilirubine, alkalisch fosfatase, ASAT, ALAT) uitvoeren alsmede het serumcalcium bepalen. De leverfunctietesten iedere 3-5 dagen controleren, indien tevens andere potentieel hepatotoxische middelen worden gebruikt. Bij achteruitgang van de leverfunctie voortzetting van de therapie evalueren. Let op! Bepaal ook regelmatig ná de behandeling nog enkele maanden de glucosespiegels.
Wees voorzichtig bij risicofactoren voor QT-verlenging zoals significante bradycardie (< 50 slagen/min), een voorgeschiedenis van ventriculaire aritmieën, ongecorrigeerde hypokaliëmie of hypomagnesiëmie, relevante hartziekten (zoals hartfalen en coronaire aandoeningen; zoals na een myocardinfarct), congenitale of verworven QT-verlenging en comedicatie met geneesmiddelen die het QT-interval verlengen (zie rubriek Interacties). Regelmatig een ECG maken. Bij een QT-interval > 500 ms constante hartbewaking overwegen; bij een QT-interval > 550 ms niet toepassen.
Tijdens bereiding en toediening contact met huid of slijmvliezen vermijden.
Onderzoeksgegevens: Er zijn weinig gegevens over het gebruik bij kinderen. Er zijn geen gegevens over de werkzaamheid en veiligheid bij verminderde leverfunctie.
Overdosering
Symptomen
hartritmestoornissen, waaronder 'torsade de pointes'.
Voor meer informatie over een overdosering met parenteraal toegediend pentamidine neem contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Pentamidine is een antiprotozoicum, dat werkzaam is via interferentie met de DNA- en foliumzuurtransformatie en via remming van de RNA- en eiwitsynthese.
Werkt tegen met name Pneumocystis jiroveci, maar ook tegen Trypanosoma- en Leishmania-soorten. Pneumocystis jiroveci is overigens geen protozo, maar een gist-achtige schimmel, die niet gevoelig is voor antimycotica.
Kinetische gegevens
Overig | de maximale plasmaconcentratie na inhalatietherapie komt niet uit boven 10% van de concentratie na parenterale toediening. |
Overig | na eenmalige inhalatie wordt een adequate concentratie in het longweefsel bereikt, die vanwege de sterke weefselbinding nog wekenlang aantoonbaar is. |
Metabolisering | over de biotransformatie is weinig bekend. |
Eliminatie | gering deel met de urine onveranderd en zeer traag, waarschijnlijk door het langzame vrijkomen uit de weefsels. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Pentamidine is een antiprotozoicum. Het interfereert met het nucleaire metabolisme in protozoa door remming van de synthese van DNA, RNA, fosfolipiden en eiwitten. Het werkingsmechanisme dat hieraan ten grondslag ligt kan verschillen afhankelijk van de soort protozo.
Gevoelig zijn o.a. Trypanosoma en Leishmania. Pentamidine werkt tevens fungicide tegen de gist-achtige schimmel Pneumocystis jiroveci door remming van het glucosemetabolisme, het intracellulair aminozuurtransport én de RNA- en eiwitsynthese ervan.
Kinetische gegevens
F | i.m.: onvolledig. |
T max | ca. 40 min (i.m.). |
Overig | snelle verspreiding en binding in perifere weefsels. De hoogste concentraties worden gevonden in de longen, lever, nieren, bijnieren, milt en pancreas. Pentamidine penetreert de bloed-hersenbarrière slecht. |
Metabolisering | geen gegevens bekend. |
Eliminatie | gering deel met de urine, onveranderd en zeer traag, waarschijnlijk door het langzame vrijkomen uit de weefsels. |
T 1/2el | na herhaalde i.v.- of i.m.-toediening: 5–9 dagen. Door trage diffusie vanuit de weefsels duurt het zeer lang voordat pentamidine geheel is uitgescheiden. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
pentamidine (inhalatie) hoort bij de groep antiprotozoïca, overige.
Groepsinformatie
pentamidine (parenteraal) hoort bij de groep antiprotozoïca, overige.