Samenstelling
Trental Genzyme Europe bv
- Toedieningsvorm
- Tablet met gereguleerde afgifte
- Sterkte
- 400 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Theofylline Klysma FNA (als megluminezout) Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Klysma
- Sterkte
- 10 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 10 ml
- Toedieningsvorm
- Klysma
- Sterkte
- 30 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 10 ml
- Toedieningsvorm
- Klysma
- Sterkte
- 50 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 10 ml
(Clysma theophyllini)
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Maak voor het beleid bij symptomatisch perifeer arterieel vaatlijden onderscheid tussen acute ischemie van het (onder)been en chronisch obstructief arterieel vaatlijden. Verwijs bij verdenking op acute ischemie met spoed voor antistolling met heparine en zo nodig revascularisatie. Geef zo nodig pijnstilling. Het beleid bij chronisch obstructief arterieel vaatlijden omvat in alle gevallen cardiovasculair risicomanagement, incl. een trombocytenaggregatieremmer. Bij claudicatio intermittens is gesuperviseerde looptraining geïndiceerd. Verwijs bij kritieke ischemie voor aanvullend onderzoek en aanvullende behandeling. Het effect van geneesmiddelen die de arteriële doorbloeding gunstig zouden beïnvloeden, zoals pentoxifylline of iloprost, is zeer beperkt.
Advies
De belangrijkste niet-medicamenteuze adviezen bij astma zijn stoppen met roken en zorgen voor een rookvrije omgeving. Verder is het vermijden van expositie aan allergenen en andere prikkels van groot belang, met name bij allergisch astma. Bij volwassenen is de basis van de medicamenteuze behandeling een inhalatiecorticosteroïde (ICS), al dan niet in combinatie met een langwerkend β2-sympathicomimeticum (LABA). Het indicatiegebied voor gebruik van een kortwerkend β2-sympathicomimeticum (SABA) is beperkt; alleen bij zeer weinig frequente astmaklachten (≤ 2×/week overdag) of bij inspanningsklachten is 'zo nodig'-gebruik (max. 2x/week) van een SABA geïndiceerd. Bij kinderen bestaat de behandeling bij weinig frequente klachten (≤ 2×/week overdag) of bij inspanningsklachten uit ‘zo nodig’-gebruik een SABA; bij frequentere klachten deze behandeling combineren met een onderhoudsbehandeling ICS.
Theofylline heeft in de eerste- en tweedelijnsbehandeling van een astma-aanval bij kinderen geen plaats.
Geef bij een ernstige longaanval van astma bij volwassenen en kinderen (die ABCDE-stabiel zijn) salbutamol en eventueel bij volwassenen ook ipratropium. Geef tevens een orale predniso(lo)nkuur. Start bij een minder ernstige longaanval van astma bij volwassenen een kortwerkende β2-sympathicomimeticum (SABA) of verhoog de dosis. Overweeg daarnaast te starten met inhalatiecorticoteroïde (ICS) of formoterol-ICS of verhoog de dosis. Overweeg een orale predniso(lo)nkuur op basis van eerdere ervaring.
Indicaties
- Ernstige claudicatio intermittens, als looptraining niet mogelijk is of onvoldoende effect heeft.
Gerelateerde informatie
Indicaties
Klysma
- Acute astma-aanval bij kinderen, indien een β2-sympathicomimeticum of parasympathicolyticum niet gebruikt kan worden of onvoldoende effectief is.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Claudicatio intermittens
400 mg 2–3× per dag na de maaltijd. Bij ernstige vaatstoornissen beginnen met 400 mg eenmaal per dag en geleidelijk verhogen. Als na 2–3 maanden het resultaat onvoldoende is, heeft voortzetting geen zin.
Tabletten innemen zonder kauwen.
Doseringen
Bij dit geneesmiddel wordt (tevens) gedoseerd op geleide van de bloedspiegel; zie voor meer informatie hierover op Theofylline van tdm-monografie.org.
De dosering is individueel, indien mogelijk op geleide van de serumspiegel, en wordt berekend op basis van het lichaamsgewicht. Hierbij het ideale gewicht van de patiënt gebruiken, omdat theofylline zich niet over het vetweefsel verdeelt.
Bij verminderde werkzaamheid, bijwerkingen, veranderen van de dosering en bij langdurig gebruik de serumspiegel regelmatig controleren.
Acute astma-aanval
Kinderen
Rectaal (klysma) 5–6 of 9 mg/kg lichaamsgewicht eenmalig (op grond van de beperkte hoeveelheid gegevens), alleen indien niet reeds theofyllinepreparaten werden gebruikt.
Lagere doseringen zijn nodig bij: hartfalen, ernstige hypoxie, gestoorde leverfunctie, ernstig gestoorde nierfunctie, pneumonie, virale infecties (met name influenza), na vaccinatie tegen tuberculose en influenza en bij gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen die het metabolisme van theofylline remmen (zie Interacties). Ook bij koorts kan, door een verminderde klaring, een lagere dosering nodig zijn.
Hogere doseringen zijn nodig bij: roken, regelmatig gebruik van alcohol en bij gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen die het metabolisme van theofylline induceren (zie Interacties).
Bijwerkingen
Gemeld zijn: trombocytopenie (mogelijk met trombocytopenische purpura), aplastische anemie. Anafylactische/anafylactoïde reactie, shock, angio-oedeem, bronchospasme. Agitatie, slaapstoornis. Duizeligheid, hoofdpijn, aseptische meningitis met name bij patiënten met een collageenaandoening (bv. SLE, MCTD). Cardiale aritmie, tachycardie, angina pectoris. Opvliegers, Hemorragie (incl. huidbloeding, slijmvliesbloeding, retinale bloeding met mogelijk visusstoornis). Epigastrisch ongemak, abdominale distensie, braken, misselijkheid, diarree. Cholestase. Jeuk, huiduitslag, erytheem, urticaria. stijging transaminasen, bloeddrukdaling.
Bijwerkingen
De meest frequente bijwerkingen zijn: misselijkheid, braken, buikpijn, buikkramp, anorexie.
Zelden (0,01-0,1%): overgevoeligheidsreacties.
Verder zijn gemeld: diarree, hoofdpijn, agitatie, tremor, rusteloosheid, slapeloosheid, snelle of onregelmatige hartslag, hartkloppingen, verlaagde bloeddruk, hyperglykemie, hyperurikemie, hyperkaliëmie, polyurie, stijging van de calciumconcentratie en van de creatinineconcentratie en elektrolytstoornissen.
Kinderen zijn bijzonder gevoelig voor centrale bijwerkingen, zoals excitatie; dit gevaar dreigt vooral bij dehydratie, zoals bij braken, diarree en verhoogde diurese.
Reflux-oesofagitis kan optreden of verergeren, omdat theofylline door daling van de sfincterdruk van de oesofagus kan leiden tot reflux van de maaginhoud.
Interacties
Combinatie met ciprofloxacine kan de pentoxifyllinespiegel verhogen.
Het effect van bloedglucoseverlagende middelen of vitamine K-antagonisten kan versterkt worden door pentoxifylline; monitoring is noodzakelijk. Bij combinatie met geneesmiddelen die de trombocytenaggregatie remmen (zoals clopidogrel, eptifibatide, tirofiban, epoprostenol, iloprost, anagrelide, NSAID's, acetylsalicylzuur, dipyridamol) is er meer kans op een bloeding; combinatie alleen voorzichtig toepassen.
Versterking van de werking van antihypertensiva of andere bloeddrukverlagende medicatie is mogelijk.
Bij combinatie met cimetidine kan de plasmaconcentratie van pentoxifylline en de actieve metaboliet toenemen.
De theofyllinespiegel kan toenemen door combinatie met pentoxifylline.
Interacties
Afname theofylline: de concentratie daalt door bepaalde inductoren (carbamazepine, efavirenz, etravirine, fenobarbital, fenytoïne, hypericum, lopinavir, nevirapine, primidon, rifampicine, ritonavir). Bovendien kan theofylline de carbamazepineconcentratie verlagen (incidenteel gemeld) en mogelijk ook de fenytoïneconcentratie. Roken (ook cannabis) versnelt het metabolisme van theofylline.
Toename theofylline: de concentratie stijgt door allopurinol, cimetidine, krachtige CYP1A2-remmers, deferasirox, diltiazem, disulfiram, erytromycine, isoniazide, norfloxacine, 50-pil en verapamil. Bovendien kan theofylline de werking van erytromycine verminderen. Influenzavaccin, bcg-vaccin, propafenon en hoge doses propranolol kunnen de klaring van theofylline verminderen.
Versterkt effect van theofylline: Bij gelijktijdig gebruik met sympathicomimetica is het risico op toxische effecten op het hart verhoogd.
Overige effecten: Gelijktijdig gebruik met lithium kan leiden tot verlaging van de lithiumspiegel. β-sympathicomimetica, coffeïne en vergelijkbare stoffen versterken het effect van theofylline. Bij gelijktijdig gebruik met imipenem is het risico op convulsies mogelijk verhoogd. Het effect van diuretica wordt versterkt.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Gebruik ontraden.
Zwangerschap
Theofylline passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens.
Farmacologisch effect: Tegen het einde van de zwangerschap kunnen bij de neonaat reversibele farmacologische verschijnselen optreden (prikkelbaarheid, braken, tachycardie, ritmestoornissen) en bij de moeder een weeënremmend effect.
Advies: 1e trimester: gebruik ontraden. 2e en 3e trimester: alleen op strikte indicatie gebruiken; de prenataal blootgestelde neonaat nauwkeurig vervolgen op de effecten van theofylline. De serumspiegels van de moeder controleren in verband met een mogelijk verminderde klaring van theofylline, met name gedurende het laatste trimester.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, voor zover bekend in geringe hoeveelheden.
Farmacologisch effect: De beschikbare gegevens zijn beperkt. Nadelige effecten bij de zuigeling zijn nooit beschreven.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja. De concentratie in de moedermelk bedraagt circa 60–90% van de plasmaconcentratie. Door de verlengde halfwaardetijd en de lagere eiwitbinding in de zuigeling kan de theofyllineconcentratie een therapeutisch niveau behalen.
Farmacologisch effect: Prikkelbaarheid en slaapstoornissen kunnen optreden.
Advies: Zo laag mogelijke dosering gebruiken en zo nodig de plasmaspiegel bij de zuigeling controleren. Indien hogere doseringen nodig zijn, borstvoeding staken. Theofylline vlak na het voeden innemen om piekconcentraties in de melk te vermijden.
Contra-indicaties
- massale bloedingen (ook retinaal);
- lever- of nierfunctiestoornis;
- hypotensie;
- overgevoeligheid voor andere methylxanthinen (theofylline, coffeïne).
Contra-indicaties
- recent myocardinfarct;
- acute tachy-aritmie.
Zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bij ernstige vaatstoornis dient men vooral bij hoge doseringen rekening te houden met tijdelijke bloeddrukdaling, gepaard gaande met angina pectoris.
Monitoring is noodzakelijk bij ernstige hartritmestoornis, myocardinfarct, gelijktijdige behandeling met ciprofloxacine, theofylline, vitamine K–antagonisten, trombocytenaggregatieremmers of bloedglucoseverlagende middelen.
Bij de eerste tekenen van een anafylactische reactie het gebruik van pentoxifylline staken en een arts raadplegen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Therapeutische breedte: Controleer de plasmaconcentratie bij onvoldoende effect van de aanbevolen dosis en in het geval van bijwerkingen, vanwege de smalle therapeutische breedte.
Risicogroepen: Wees voorzichtig bij kinderen, bij instabiele angina pectoris, cardiale aritmie, ernstige hypertensie, hypertrofische obstructieve cardiomyopathie, hyperthyroïdie, epilepsie, ulcus ventriculi of duodeni, porfyrie, chronisch alcoholisme (met leverfalen), (acute ziekten met) koorts, longoedeem, cor pulmonale en hypoxie. Kinderen zijn gevoeliger voor centrale bijwerkingen dan volwassenen, vooral in geval van dehydratie, zoals bij braken, diarree en verhoogde diurese.
Overdosering
Neem voor informatie over een pentoxifylline-vergiftiging contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Bij plasmaspiegels > 25 mg/l kunnen toxische effecten optreden.
Symptomen
neurologische en cardiovasculaire problemen zoals convulsies, ernstige hartritmestoornissen en hartfalen. Rabdomyolyse.
Therapie
bij acute overdosering de patiënt laten braken indien deze nog bij bewustzijn is en geen convulsies zijn opgetreden; bij bewusteloosheid maagspoelen. Hierna actieve kool en natriumsulfaat om de 6 uur (i.v.m. enterohepatische kringloop) toedienen ter versnelling van de eliminatie. In sommige gevallen kan hemoperfusie nodig zijn. Bij neurologische reacties (bv. rusteloosheid en convulsies): diazepam i.v. 0,1–0,3 mg/kg lichaamsgewicht, tot en met 15 mg. Bij potentieel levensbedreigende hartritmestoornissen bij niet-astmatici: propranolol i.v. (1 mg bij volwassenen; 0,02 mg/kg lichaamsgewicht bij kinderen; deze dosering elke 5–10 minuten herhalen tot normalisatie van het hartritme (max. 0,1 mg/kg). Bij astmatici kan propranolol ernstige bronchospasmen uitlokken; deze patiënten behandelen met verapamil.
Voor meer informatie over een vergiftiging met theofylline zie de stofmonografie op toxicologie.org/theofylline of zoek die op in het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Xanthinederivaat. Heeft geringe vaatverwijdende eigenschappen. Remt de trombocytenaggregatie en verlaagt het plasmafibrinogeengehalte. Door verhoging van de ATP-concentratie in de erytrocyten verhoogt het de vervormbaarheid van erytrocyten. Hierdoor neemt de viscositeit van het bloed af.
Kinetische gegevens
Resorptie | vrijwel volledig. |
F | ca. 20% door groot first-pass-effect. |
T max | 2–4 uur. |
Metabolisering | vnl. in de lever, in verschillende metabolieten, waaronder de actieve metaboliet 1-(5'-hydroxyhexyl)-3,7-dimethylxanthine (Metaboliet I), waarschijnlijk door CYP1A2. |
Eliminatie | vnl. met de urine als metabolieten. |
T 1/2el | 0,4–1 uur, 0,8–1,6 uur (metabolieten). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Theofylline veroorzaakt bronchodilatatie, mogelijk door remming van het enzym fosfodi-esterase in de gladde spiercellen van de bronchioli. Daarnaast heeft het positief-chronotrope en -inotrope, CZS-stimulerende en zwak diuretische eigenschappen.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel en volledig. |
F | 80-90% |
T max | volwassenen: 1-1,5 uur; kinderen: 0,5-1 uur. |
Overig | Therapeutische plasmaspiegel: 5–20 mg/l (bij steady-state 8–20 mg/l). |
Metabolisering | in de lever voor ca. 90% tot o.a. het minder actieve 3–methylxanthine. |
Eliminatie | met de urine als metabolieten en voor 7–13% onveranderd. |
T 1/2el | vertoont grote interindividuele variatie. Bij volwassenen bedraagt de eliminatiehalfwaardetijd gemiddeld 7-9 uur, bij rokers 4-5 uur, bij kinderen > 6 jaar 1.5-5.9 uur, bij kinderen 4-6 jaar niet bekend, bij kinderen 1-4 jaar 1.2-5.6 uur, bij zuigelingen 3-30 weken 6-29 uur, bij pasgeborenen 1-2 dagen 25-26.5 uur, bij prematuren van 25-57 dagen 9.4-30.6 uur en bij prematuren van 3-15 dagen 17-43 uur. De eliminatiehalfwaardetijd is verkort bij ernstige psoriasis. De eliminatiehalfwaardetijd is verlengd bij lichamelijke inspanning, ouderen, leverfunctiestoornis, hartfalen, ernstige hypoxie, virale infecties en koorts. Bij leverfunctiestoornis en bij hartfalen is de eliminatiehalfwaardetijd meer dan 24 uur. De eliminatie raakt verzadigd bij concentraties boven de therapeutische plasmaconcentratie. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
pentoxifylline hoort bij de groep xanthinederivaten.
Groepsinformatie
theofylline hoort bij de groep xanthinederivaten.