Samenstelling
Pneumovax 23
(polyvalent, van 23 kapseltypen)
Bijlage 2
Merck Sharp & Dohme bv
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Verpakkingsvorm
- flacon 0,5 ml, wegwerpspuit 0,5 ml
Bevat 50 microg/ml met de volgende serotypen: 1, 2, 3, 4, 5, 6B, 7F, 8, 9N, 9V, 10A, 11A, 12F, 14, 15B, 17F, 18C, 19A, 19F, 20, 22F, 23F en 33F. Conserveermiddel: fenol.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Prevenar 20 (voorheen Apexxnar) XGVS Aanvullende monitoring Pfizer bv
- Toedieningsvorm
- Suspensie voor injectie
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 0,5 ml
Bevat per dosis à 0,5 ml: serotypen 1, 3, 4, 5, 6A, 7F, 8, 9V, 10A, 11A, 12F, 14, 15B, 18C, 19A, 19F, 22F, 23F, 33F: 2,2 microg; serotype 6B: 4,4 microg. Is geconjugeerd aan dragereiwit CRM 197 en geadsorbeerd aan aluminiumfosfaat.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
De richtlijn Pneumokokkenziekte op de site van het RIVM informeert over de actieve immunisatie met behulp van een pneumokokkenvaccin. De Gezondheidsraad heeft in 2018 een Advies uitgebracht over Vaccinatie tegen pneumokokken bij ouderen. In het licht van de COVID-19-pandemie heeft de Gezondheidsraad in april 2020 een aanvullend advies uitgebracht. Zie voor meer informatie de factsheet Pneumokokkenvaccinatie op LCI.RIVM.nl.
Aan de vergoeding van dit pneumokokkenvaccin zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Advies
De richtlijn Pneumokokkenziekte en de factsheet Pneumokokkenvaccinatie op de site van het RIVM informeert over de actieve immunisatie met behulp van een pneumokokkenvaccin.
Indicaties
- Actieve immunisatie tegen ziekte veroorzaakt door Streptococcus pneumoniae, waarvan de serotypen in het vaccin zijn opgenomen, bij personen vanaf de leeftijd van 2 jaar.
Indicaties
- Actieve immunisatie voor de preventie van invasieve ziekten en pneumonie veroorzaakt door Streptococcus pneumoniae bij volwassenen en kinderen vanaf 6 weken.
- Actieve immunisatie voor de preventie van acute otitis media veroorzaakt door Streptococcus pneumoniae bij kinderen vanaf 6 weken tot 18 jaar.
Doseringen
Het vaccin toedienen uiterlijk twee weken vóór een electieve splenectomie of start van chemotherapie of een andere immunosuppressieve behandeling. Na voltooiing van chemo- of radiotherapie de vaccinatie met een tussentijd van minimaal 3 maanden geven; bij intensieve of langdurige therapie kan een langere tussentijd aangewezen zijn.
Actieve immunisatie tegen infecties veroorzaakt door pneumokokken:
Volwassenen en kinderen ≥ 2 jaar:
Primaire vaccinatie: eenmalig 0,5 ml i.m. of s.c.
Revaccinatie: eenmalig 0,5 ml i.m. of s.c. bij personen die meer kans hebben op een ernstige pneumokokkeninfectie en die langer dan 5 jaar geleden een pneumokokkenvaccin kregen toegediend of bij hen waarbij een snelle daling van de antilichaamniveaus tegen pneumokokken wordt vastgesteld. Overweeg voor bepaalde bevolkingsgroepen (bv. personen zonder milt, kinderen met nefrotisch syndroom of sikkelcelziekte) met een bekend groot risico van fatale pneumokokkeninfecties, revaccinatie na 3 jaar. Revaccinatie met een tussentijd van minder dan 3 jaar wordt niet aanbevolen vanwege meer kans op (systemische) bijwerkingen.
Bij voorkeur intramusculair toedienen in de m. deltoideus of lateraal halverwege de dij bij jonge kinderen. Niet intraveneus of intradermaal toedienen.
Een griepvaccinatie kan gelijktijdig worden toegediend, mits geïnjecteerd in een andere ledemaat.
Doseringen
Er zijn geen of relatief weinig gegevens beschikbaar voor Prevenar 20 bij zuigelingen < 6 weken, premature zuigelingen, oudere ongevaccineerde of gedeeltelijk gevaccineerde zuigelingen en kinderen. De doseringsaanbevelingen zijn hoofdzakelijk gebaseerd op de ervaring met Prevenar 13.
Actieve immunisatie
Volwassenen
i.m. 1 dosis. De noodzaak voor een boostervaccinatie is niet vastgesteld.
Kinderen 2–17 jaar
i.m. 1 dosis. BIj eerdere vaccinatie met Prevenar 13, ten minste 8 weken wachten voordat Prevenar 20 wordt toegediend.
Kinderen van 12–23 maanden
i.m. 2 doses met een interval van ten minste 8 weken. Bij eerdere vaccinatie met Prevenar 13, ten minste 8 weken wachten voordat Prevenar 20 wordt toegediend.
Zuigelingen van 7–11 maanden
i.m. 3 doses waarvan de eerste 2 doses met een interval van ten minste 4 weken. Een derde dosis wordt aanbevolen in het tweede levensjaar.
Zuigelingen 6 weken–6 maanden
i.m. 4 doses bestaande uit primaire serie van drie doses met elk een interval van ten minste 4 weken. De vierde dosis (booster) tussen de leeftijd van 11 en 15 maanden.
Te vroeggeboren zuigelingen (< 37 weken)
i.m. 4 doses, bestaande uit primaire serie van drie doses met elk een interval van ten minste 4 weken, met de eerste dosis op de leeftijd van 2 maanden (eventueel vanaf 6 weken). De vierde dosis (booster) tussen de leeftijd van 11 en 15 maanden.
Toediening
- I.m. toedienen in de deltaspier, bij zuigelingen in het anterolaterale deel van de dij;
- Niet in of nabij zenuwen en bloedvaten injecteren;
- In uitzonderlijke gevallen (bv. trombocytopenie of bij risico van bloeding) mag het vaccin subcutaan worden toegediend.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): lokale reacties zoals erytheem, oedeem, verharding, gevoeligheid, zwelling. warmte en pijn. Koorts (≤ 38,8° C).
Zelden (< 0,01%): cellulitis op de plaats van injectie. Uitgebreide zwelling van gevaccineerde arm of cellulitis (op injectieplaats).
Verder zijn gemeld: hemolytische anemie, leukocytose, lymfadenitis, lymfadenopathie, trombocytopenie. AnafylactoÏde reacties, angioneurotisch oedeem, serumziekte. Koortsstuipen, syndroom van Guillain-Barré, hoofdpijn, paresthesie, radiculo-neuropathie. Misselijkheid, braken. huiduitslag, urticaria. Artralgie, artritis, myalgie. Asthenie, rillingen, koorts, malaise, verminderde mobiliteit van of perifeer oedeem in geïnjecteerde ledemaat.
Bijwerkingen
Kinderen 6 weken tot 5 jaar
Zeer vaak (> 10%): reacties op de injectieplaats (roodheid, zwelling, pijn, gevoeligheid). Verminderde eetlust. Prikkelbaarheid. Sufheid/veel slapen, rusteloos of weinig slapen. Koorts.
Vaak (1-10%): reacties op injectieplaats (pijn of gevoeligheid die leiden tot bewegingsbeperking van het ledemaat). Koorts >38,9 °C. Diarree, braken. Huiduitslag
Soms (0,1-1%): huilen. Insult (waaronder koortsstuip). Urticaria.
Zelden (0,01-0,1%): overgevoeligheidsreactie (zoals gezichtsoedeem, dyspneu, bronchospasme). Overgevoeligheid op de plaats van vaccinatie. Hypotone-hyporesponsieve episode.
Gemeld zijn: lymfadenopathie in regio vaccinatieplaats, anafylactische reactie (incl. shock), angio-oedeem, erythema multiforme, dermatitis, urticaria en jeuk op de vaccinatieplaats.
Kinderen van 5–18 jaar
Zeer vaak (> 10%): reacties op de injectieplaats (roodheid, zwelling, induratie, pijn, gevoeligheid). Verminderde eetlust. Prikkelbaarheid. Suf voelen/veel slapen, rusteloos of weinig slapen. Hoofdpijn. Spierpijn. Vermoeidheid. Erytheem, induratie van of zwelling op vaccinatieplaats.
Vaak (1-10%): reacties op injectieplaat (pijn of gevoeligheid die leiden tot bewegingsbeperking van het ledemaat). Diarree, braken. Huiduitslag. Gewrichtspijn. Soms (0,1-1%): koorts. Urticaria.
Gemeld zijn: lymfadenopathie in regio vaccinatieplaats, anafylactische reactie (incl. shock), angio-oedeem, erythema multiforme, dermatitis, urticaria en jeuk op de vaccinatieplaats.
Volwassenen
Zeer vaak (> 10%): reacties op de injectieplaats (pijn of gevoeligheid die leiden tot bewegingsbeperking van het ledemaat). Verminderde eetlust. Hoofdpijn. Spierpijn. Gewrichtspijn. Vermoeidheid. Erytheem, induratie van of zwelling op vaccinatieplaats.
Vaak (1-10%): reacties op injectieplaats (induratie, zwelling, erytheem), koorts.
Soms (0,1-1%): Reacties op injectieplaats (jeuk, urticaria). Lymfadenopathie, koude rillingen.
Gemeld zijn: lymfadenopathie in regio vaccinatieplaats, anafylactische reactie (incl. shock), angio-oedeem, erythema multiforme, dermatitis.
Interacties
Gelijktijdige behandeling met immunosuppressiva, oncolytica of radiotherapie kan de respons op het vaccin nadelig beïnvloeden.
Gelijktijdig toedienen met varicella-zoster vaccin Zostavax laat in een kleinschalig onderzoek een verminderde immunogeniciteit van het varicella-zostervaccin zien. Het risico op ontwikkeling van herpes zoster is echter niet vergroot.
Interacties
Overweeg bij mensen met onderliggende aandoeningen die gepaard gaan met een hoog risico op het ontwikkelen van levensbedreigende pneumokokkenziekte, het griepvaccin (quadrivalent) apart toe te dienen (bv. met ca. 4 w. ertussen). Bij gelijktijdige toediening bij volwassenen ≥ 65 jaar was de immuunrespons niet minder, maar werden wel lagere titers waargenomen voor alle pneumokokkenserotypen die Prevenar 20 bevat, dan wanneer Prevenar 20 alleen werd toegediend. De klinische relevantie is onbekend.
Kan bij volwassenen samen met COVID-19-mRNA-vaccin worden toegediend.
Bij combinatie met immunosuppressieve therapie wordt mogelijk geen adequate respons op de vaccinatie bereikt.
Zwangerschap
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren onvoldoende gegevens.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Zwangerschap
Antistoffen kunnen de placenta passeren.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor reproductietoxiciteit. De beschikbare gegevens over de toediening van vaccins met geïnactiveerde micro-organismen of delen daarvan, wijzen niet op een groter risico op aangeboren afwijkingen of andere nadelige effecten.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onwaarschijnlijk.
Advies: Kan worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: Er zijn geen negatieve effecten bekend.
Advies: Kan worden gebruikt.
Contra-indicaties
Er zijn geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Contra-indicaties
- acute ernstige ziekte met koorts;
- overgevoeligheid voor difterietoxoïd.
Waarschuwingen en voorzorgen
Stel vaccinatie uit bij ziekte met significante koorts, andere infecties of wanneer een systemische reactie een aanzienlijk risico zou kunnen vormen, behalve wanneer uitstel een nog groter risico zou zijn.
Zo snel mogelijk vaccineren na het vaststellen van de diagnose (a)symptomatische HIV-infectie.
De antilichaamrespons na vaccinatie kan verminderd zijn bij patiënten met een onderdrukt afweersysteem (bv. genetisch defect, HIV–infectie, immunosuppressieve behandeling (geneesmiddelen, radiotherapie, splenectomie) na de eerste of tweede dosis. Sommige patiënten vertoonden een significante verbetering van de antilichaamrespons gedurende de periode van 2 jaar volgend op het einde van de chemotherapie of immunosuppressieve therapie, vooral bij een groter interval tussen het einde van de behandeling en de start van de vaccinatie.
Vaccin is mogelijk niet doeltreffend bij het voorkomen van een infectie als gevolg van een schedelbasisfractuur of van uitwendig contact met cerebrospinaal vocht.
Een noodzakelijke profylactische behandeling tegen een pneumokokken-infectie met antibiotica niet onderbreken na de vaccinatie.
De veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld bij kinderen jonger dan 2 jaar.
Waarschuwingen en voorzorgen
Stel vaccinatie uit bij een acute ernstige ziekte gepaard gaande met koorts. Bij aanwezigheid van een lichte infectie hoeft de vaccinatie niet uitgesteld te worden.
Overweeg bij immuungecompromitteerden vaccinatie op individuele basis; er zijn geen veiligheids- en immunogeniciteitsgegevens beschikbaar. Bij een verminderde immuunrespons, hetzij door het gebruik van immunosuppressiva, een genetische afwijking, HIV-infectie of andere oorzaken, is een verminderde antilichaamrespons mogelijk. De klinische relevantie hiervan is niet bekend.
Van een beperkt aantal mensen met een HIV-infectie, sikkelcelziekte (SCD) of een hematopoëtische stamceltransplantatie (HSCT) zijn veiligheids- en immunogeniciteitsgegevens beschikbaar met Prevenar 13 (een vaccin met 13 polysacharideconjugaten die ook in het 20-valent vaccin zitten). Voor het 20-valent vaccin werden voor de meeste serotypen lagere gemiddelde titers waargenomen dan met het 13-valent vaccin. De klinische relevantie voor immuungecompromitteerde mensen is echter niet bekend.
Overweeg ademhalingscontrole gedurende 48–72 uur bij de toediening van de primaire immunisatieserie aan zeer premature kinderen (geboren ≤ week 28 van de zwangerschap), vanwege het potentiële risico van apneu, vooral bij kinderen met een voorgeschiedenis van onvoldoende rijping van de longen; aangezien het voordeel van vaccinatie groot is bij deze groep kinderen, de vaccinatie echter niet onthouden of uitstellen.
Er zijn geen gegevens beschikbaar over opeenvolgende vaccinatie met andere pneumokokkenvaccins of een boosterdosis. Als het gebruik van een 23-valent pneumokokkenpolysaccharidenvaccin (Pneumovax 23) zinvol wordt geacht, dient volgens de fabrikant eerst het 20-valent vaccin gegeven te worden, gebaseerd op de klinische ervaring met het 13-valent vaccin.
De veiligheid en werkzaamheid bij zuigelingen < 6 weken zijn niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Eigenschappen
Bevat 23 Streptococcus pneumoniae-serotypen, die ca. 90% van de invasieve pneumokokkeninfecties veroorzaken. De beschermende antilichaamtiters, specifiek voor elk kapseltype, verschijnen 2–3 weken na de inenting maar kunnen al na 3–5 jaar na de vaccinatie afnemen, soms sneller (bv. bij kinderen en ouderen). De immuniteitsduur is niet precies bekend.
Eigenschappen
Pneumokokkenconjugaatvaccin (PCV), bevat kapselpolysachariden van twintig Streptococcus pneumoniae-serotypen (20-valent). Het wijzigt de immuunrespons op de polysacharide van een T-cel-onafhankelijke respons in een T-cel-afhankelijke respons. De T-cel-afhankelijke respons leidt tot een betere antilichaamrespons en generatie van B-geheugencellen, waardoor een anamnestische (booster-)respons op nieuwe blootstelling aan de bacterie mogelijk wordt gemaakt.
Groepsinformatie
pneumokokkenvaccin (23-valent) hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
- COVID-19 subunitvaccin (Nuvaxovid) (J07BN04) Vergelijk
- denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk
Groepsinformatie
pneumokokkenvaccin (20-valent) hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
- COVID-19 subunitvaccin (Nuvaxovid) (J07BN04) Vergelijk
- denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
- pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk