Samenstelling
Imvanex XGVS Aanvullende monitoring Bavarian Nordic A/S
- Toedieningsvorm
- Suspensie voor injectie
- Sterkte
- ≥ 5 × 10 7 IE/dosis
- Verpakkingsvorm
- flacon
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Comirnaty JN.1 XGVS Aanvullende monitoring Pfizer bv
- Toedieningsvorm
- Concentraat voor dispersie voor injectie
- Sterkte
- 3 microg/dosis
- Verpakkingsvorm
- flacon voor meervoudige dosering
Bevat per flacon (0,48 ml) na verdunning: 3 doses à 0,3 ml. Eén dosis bevat 3 microg bretovameran. Flacon heeft een gele dop.
- Toedieningsvorm
- Dispersie voor injectie
- Sterkte
- 10 microg/dosis
- Verpakkingsvorm
- flacon voor meervoudige dosering
Bevat per flacon (2,25 ml): 6 doses à 0,3 ml. Eén dosis bevat 10 microg bretovameran. Flacon heeft blauwe dop.
- Toedieningsvorm
- Dispersie voor injectie
- Sterkte
- 30 microg/dosis
- Verpakkingsvorm
- flacon voor meervoudige dosering
Bevat per flacon (2,25 ml): 6 doses à 0,3 ml. Eén dosis bevat 30 microg bretovameran. Flacon heeft grijze dop.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Imvanex wordt in Nederland gebruikt als post-expositieprofylaxe na hoog- en matigrisico-blootstelling aan een persoon met mpox. Daarnaast wordt het aangeboden als pre-expositieprofylaxe (PrEP) aan gedefinieerde doelgroepen die het hoogste risico lopen op het verkrijgen en verspreiden van mpox. Zie, voor meer informatie, conceptrichtlijnen Mpoxvaccinatie en Mpox op lci.rivm.nl. Dit vaccin is geregistreerd in het kader van 'voorwaardelijke toelating' om het versneld beschikbaar te maken.
Advies
De Gezondheidsraad adviseert om in het najaar van 2024 vaccinatie aan te bieden aan mensen van 60 jaar en ouder, volwassenen die in aanmerking komen voor de jaarlijkse griepprik en volwassenen en kinderen vanaf 6 maanden uit medische hoog-risicogroepen. Ook medewerkers in de gezondheidszorg die direct contact hebben met kwetsbare patiënten komen in aanmerking voor vaccinatie. Buiten deze najaarsronde, is vaccinatie alleen geïndiceerd voor volwassenen en kinderen uit medische hoogrisicogroepen (als dat geadviseerd wordt door een behandelend arts) en voor personen die op individuele basis door een behandelend arts zijn verwezen voor vaccinatie. COVID-19-vaccinatie wordt niet standaard aan alle zwangeren geadviseerd.
Indicaties
Actieve immunisatie van volwassenen tegen:
- pokken (variola),
- mpox (apenpokken),
- ziekte veroorzaakt door het vacciniavirus.
Indicaties
- Actieve immunisatie ter preventie van 'coronavirus disease 2019' (COVID-19), veroorzaakt door SARS-CoV-2, bij volwassenen en kinderen ≥ 6 maanden.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Ter preventie van pokken, ziekte door vacciniavirus
Volwassenen
Basisimmunisatie (niet eerder gevaccineerd tegen pokken): s.c. één dosis van 0,5 ml en na minimaal 28 dagen nogmaals één dosis van 0,5 ml.
Boosterdosis (eerder gevaccineerd tegen pokken): eenmalig 0,5 ml. De juiste timing voor boosterdoses is niet vastgesteld. Patiënten met een verzwakt immuunsysteem (bv. als gevolg van een HIV-infectie of immunosuppressieve therapie) dienen twee boosterdoses à 0,5 ml te krijgen met ten minste 28 dagen tussentijd.
Ter preventie van mpox
Volwassenen
Volgens het LCI: als pre- en postexpositieprofylaxe, bij personen die niet eerder mpox hebben gehad s.c. één dosis van 0,5 ml. Vervolgens, indien daarvoor een indicatie bestaat (zie tabel 1 LCI-richtlijn Mpoxvaccinatie), na minimaal 28 dagen een tweede dosis van 0,5 ml. Het is onbekend wat de beschermingsduur is.
Toediening
- Zwenk flacon voor gebruik rustig gedurende 30 seconden;
- Subcutaan toedienen bij voorkeur in de bovenarm.
Doseringen
Ter preventie van COVID-19
Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen ≥ 12 jaar
I.m. één dosis van 30 microg, ongeacht de voorafgaande COVID-19-vaccinatiestatus, bij voorkeur 6 maanden of langer (ten minste 3 maanden) na de laatste vorige dosis van een COVID-19-vaccin. In individuele gevallen kan de behandelend specialist adviseren een (primaire) serie van meerdere vaccinaties te geven, bijvoorbeeld bij hervaccinatie na een stamceltransplantatie. Primaire serie: 2 doses van 30 microg met 3 weken tussentijd, eventueel gevolgd door een derde dosis ten minste 4 weken na de tweede dosis, en vervolgens revaccinatie met 1 dosis van 30 microg bij voorkeur 6 maanden of langer (ten minste 3 maanden) na de laatste dosis. Zie voor meer informatie COVID-19 vaccinatie en de Handleiding COVID-19-vaccinatie van immuungecompromitteerde patiënten op lci.rivm.nl voor gedetailleerdere informatie over vaccinatie bij ernstige immunosuppressie.
Kinderen 5–11 jaar
I.m. één dosis van 10 microg, ongeacht de voorafgaande COVID-19-vaccinatiestatus, bij voorkeur 6 maanden of langer (ten minste 3 maanden) na de laatste vorige dosis van een COVID-19-vaccin. In individuele gevallen kan de behandelend specialist adviseren een (primaire) serie van meerdere vaccinaties te geven, bijvoorbeeld bij hervaccinatie na een stamceltransplantatie. Primaire serie: 2 doses van 10 microg met 4 weken tussentijd (maximaal 8 weken), vervolgens revaccinatie met 1 dosis van 10 microg bij voorkeur 6 maanden of langer (ten minste 3 maanden) na de laatste dosis. Zie voor meer informatie COVID-19 vaccinatie en de Handleiding COVID-19-vaccinatie van immuungecompromitteerde patiënten op lci.rivm.nl voor gedetailleerdere informatie over vaccinatie bij ernstige immunosuppressie.
Kinderen 6 maanden - 4 jaar
Medisch hoog risico met een voorgeschiedenis van voltooiing van een primaire serie COVID-19-vaccinatie en/of een actuele of doorgemaakte infectie met SARS-CoV-2: i.m. één dosis van 3 microg, bij voorkeur 6 maanden of langer (ten minste 3 maanden) na de laatste COVID-19-vaccinatie. In individuele gevallen kan de behandelend specialist adviseren een (primaire) serie van meerdere vaccinaties te geven, bijvoorbeeld bij hervaccinatie na een stamceltransplantatie. Primaire serie: 3 doses van 3 microg, de eerste 2 doses bij voorkeur met 4 weken (ten minste 3 weken) tussentijd en de derde dosis ten minste 8 weken na de tweede dosis; vervolgens revaccinatie met 1 dosis van 3 microg bij voorkeur 6 maanden of langer (ten minste 3 maanden) na de laatste dosis. Als een kind 5 jaar tijdens de primaire serie, deze voltooien met hetzelfde dosisniveau van 3 microg. Zie voor meer informatie COVID-19 vaccinatie en de Handleiding COVID-19-vaccinatie van immuungecompromitteerde patiënten op lci.rivm.nl voor gedetailleerdere informatie over vaccinatie bij ernstige immunosuppressie.
Medisch hoog risico zonder voorgeschiedenis van voltooiing van een primaire serie COVID-19-vaccinatie of een eerdere infectie met SARS-CoV-2: i.m. 3 doses van 3 microg, de eerste 2 doses bij voorkeur met 4 weken (ten minste 3 weken) tussentijd en de derde dosis ten minste 8 weken na de tweede dosis; vervolgens revaccinatie met 1 dosis van 3 microg bij voorkeur 6 maanden of langer (ten minste 3 maanden) na de laatste dosis. Zie voor meer informatie COVID-19 vaccinatie en de Handleiding COVID-19-vaccinatie van immuungecompromitteerde patiënten op lci.rivm.nl voor gedetailleerdere informatie over vaccinatie bij ernstige immunosuppressie.
Geen medisch hoog risico: i.m. één dosis van 3 microg, ongeacht de voorafgaande COVID-19-vaccinatiestatus, bij voorkeur 6 maanden of langer (ten minste 3 maanden) na de laatste vorige dosis van een COVID-19-vaccin.
Toediening
- Intramusculair toedienen, bij voorkeur in de deltaspier van de bovenarm of bij baby's en jonge kinderen in het anterolaterale deel van het bovenbeen. Als er niet in de bovenarm gevaccineerd kan worden, kan het vaccin in het bovenbeen worden toegediend;
- Wees voorzichtig bij mensen met trombocytopenie, bloedstollingsstoornissen (zoals hemofilie) of personen die met anticoagulantia worden behandeld; intramusculaire bloedingen kunnen ontstaan na i.m.-injectie.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): pijn, roodheid, zwelling, induratie en jeuk op injectieplaats, vermoeidheid. hoofdpijn. Nausea. Myalgie.
Vaak (1-10%): eetluststoornis. Pijn in de ledematen, artralgie. Koude rillingen. Nodus, verkleuring, bloeduitstorting en warmte op injectieplaats. Verhoogde lichaamstemperatuur, koorts.
Soms (0,1-1%): hemorragie en irritatie op de injectieplaats. Nasofaryngitis, bovensteluchtweginfectie. Keelpijn, rinitis, hoesten. Diarree, braken. Huiduitslag, jeuk, dermatitis. Musculoskeletale stijfheid. Zwelling van de oksel, malaise. Lymfadenopathie. Slaapstoornis. Duizeligheid, paresthesie. Blozen, pijn op de borst. Verhoogd troponine I, stijging van leverenzymwaarden, verlaagd gemiddeld trombocytenvolume, verlaagd aantal leukocyten.
Zelden (0,01-0,1%): exfoliatie, ontsteking, paresthesie, huiduitslag, anesthesie, droogheid en blaasjes op de injectieplaats. Bewegingsstoornis op de injectieplaats. Sinusitis, influenza, conjunctivitis. Migraine, perifere sensorische neuropathie, slaperigheid. Draaiduizeligheid. Tachycardie. Orofaryngeale pijn. Droge mond, buikpijn. Urticaria, huidverkleuring, hyperhidrose, ecchymose, nachtzweten, subcutane nodus, angio-oedeem. Rugpijn, nekpijn, spierspasmen, muscoskeletale pijn, spierzwakte. Axillaire pijn. Perifeer oedeem, asthenie, influenza-achtige ziekte. Kneuzing. Aantal leukocyten verhoogd.
Personen met atopisch eczeem ontwikkelden na vaccinatie meer lokale en gegeneraliseerde symptomen.
Bijwerkingen
De meeste bijwerkingen zijn mild tot matig-ernstig van aard, en verdwijnen binnen een paar dagen na vaccinatie. Bijwerkingen zijn afkomstig van onderzoek en ervaring met Comirnaty en Comirnaty Original/Omicron BA.4-5 vaccins.
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn. Diarree. Spierpijn, gewrichtspijn. Vermoeidheid. Koude rillingen, koorts (meestal na de 2e dosis). Pijn, zwelling op de injectieplaats. Bij kinderen van 6-23 maanden: prikkelbaarheid, gevoeligheid van de injectieplaats, verminderde eetlust en sufheid.
Vaak (1-10%): roodheid op de injectieplaats (zeer vaak bij kinderen 5-11 jaar). Misselijkheid, braken. Lymfadenopathie.
Soms (0,1-1%): jeuk op de injectieplaats. Slapeloosheid. Pijn in de gevaccineerde arm. Malaise, asthenie. Overgevoeligheidsreacties (zoals huiduitslag, jeuk, urticaria, zelden angio-oedeem). Verminderde eetlust. Hyperhidrose, nachtzweten. Lethargie, duizeligheid.
Zelden (0,01-0,1%): acute perifere faciale paralyse; bij meldingen gezien na dag 3 tot dag 48 na vaccinatie.
Zeer zelden (0,001-0,01%): myocarditis, pericarditis.
Verder zijn gemeld: anafylaxie. Erythema multiforme. Paresthesie, hypo-esthesie. Uitgebreide zwelling van gevaccineerde ledemaat, zwelling van het gezicht bij eerder gebruik van huidvullers (fillers). Hevige menstruatie.
Interacties
Er is geen onderzoek uitgevoerd naar interacties, ook niet naar gelijktijdige toediening van andere vaccins of immunoglobulinen.
Gelijktijdig gebruik van immunosuppressiva kan, zoals bij andere vaccins, mogelijk resulteren in onvoldoende respons op de vaccinatie.
Volgens de LCI-uitvoeringsrichtlijn Mpox-vaccinatie bij toediening van een ander levend verzwakt vaccin, veiligheidshalve een interval van > 4 weken aanhouden. Dit vaccin valt tussen de groepen levend verzwakte en geïnactiveerde vaccins in. Wegens onvoldoende ervaring hiermee, worden de adviezen van levend verzwakte vaccins aangehouden.
Mag samen met geïnactiveerde vaccins worden toegediend. Houd echter bij mannen tot 40 jaar een interval aan van minimaal 4 weken tussen een mRNA-COVID-19-vaccin en Imvanex-vaccinatie. Als recent een mRNA-COVID-vaccin is toegediend en er is een indicatie voor PEP-vaccinatie met Imvanex vanwege blootstelling, dan moet Imvanex wel worden toegediend (LCI-uitvoeringsrichtlijn Mpox-vaccinatie).
Interacties
Kan gelijktijdig met het griepvaccin worden toegediend. Verschillende vaccins op verschillende injectieplaatsen toedienen.
Gelijktijdig gebruik van immunosuppressiva kan, zoals bij andere vaccins, mogelijk resulteren in onvoldoende respons op de vaccinatie.
Volgens het LCI hoeft er geen specifiek interval gehanteerd te worden met andere vaccinaties, bijvoorbeeld vaccinatie in het kader van het Rijksvaccinatieprogramma, de griep- of pneumokokkenvaccinatie of reizigersvaccinaties. Een uitzondering is vaccinatie tegen Mpox. Houd bij mannen tot 40 jaar een interval aan van minimaal 4 weken tussen een mRNA-COVID-19-vaccin en een Imvanex-vaccin (zie ook de LCI-uitvoeringsrichtlijn Mpox-vaccinatie). Bij een hoog risico op ernstige complicaties van COVID-19 of een hoog risico op Mpox, de vaccinatie met één van beide vaccins niet uitstellen (conform advies CDC).
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Gebruik ontraden. Overweeg vaccinatie alleen bij een aanzienlijke blootstelling aan het virus, na individuele afweging van voordelen ten opzichte van risico’s van vaccinatie.
Zwangerschap
Teratogenese: Ruime ervaring met de mRNA-vaccins laat geen nadelige gevolgen zien voor de zwangerschap en het ongeboren kind.
Advies: Kan tijdens de hele zwangerschap worden gebruikt. Zie ook Coronavaccin tijdens de zwangerschap op lareb.nl.
Vruchtbaarheid: Ook bij een kinderwens mag de coronavaccinatie gegeven worden. Er worden geen negatieve gevolgen van de coronavaccins op de vruchtbaarheid gezien.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden. Overweeg vaccinatie alleen bij een aanzienlijke blootstelling aan het virus, na individuele afweging van voordelen ten opzichte van risico’s van vaccinatie voor de moeder en voor de zuigeling.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Er worden geen ernstige nadelige gevolgen voor het kind gezien. Soms zijn één of meer symptomen gemeld zoals meer slapen of koorts. Sommige vrouwen meldden dat ze meer of minder melk gingen produceren na vaccinatie. Mogelijk hangt het samen met systemische bijwerkingen bij de moeder zoals vermoeidheid, koorts en braken. Vaak herstelde dit binnen enkele dagen. Antistoffen die de moeder aanmaakt na vaccinatie, zijn aangetoond in de moedermelk en kunnen bijdragen aan de bescherming van het kind. Zie ook Coronavaccin tijdens de borstvoedingsperiode op lareb.nl.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor in sporenhoeveelheden aanwezige residuen (kuikeneiwitten, benzonase, gentamicine en ciprofloxacine).
Contra-indicaties
- een ernstige en/of onmiddellijke allergische reactie (binnen 4 uur) na eerdere toediening van het COVID-19 vaccin.
Waarschuwingen en voorzorgen
Stel vaccinatie uit bij acute ernstige ziekte gepaard gaande met koorts of een acute infectie. Bij aanwezigheid van een lichte infectie en/of lichte koorts hoeft de vaccinatie niet uitgesteld te worden.
Het is mogelijk dat niet bij alle gevaccineerden een beschermende immuunrespons wordt opgewekt.
De beschermende werkzaamheid tegen pokken, mpox en ziekte veroorzaakt door het vacciniavirus is niet onderzocht bij mensen.
De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 18 jaar zijn niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens over personen met een onderdrukt immuunsysteem.
Waarschuwingen en voorzorgen
Anafylaxie is gemeld; observeer nauwlettend direct na vaccinatie gedurende ten minste 15 minuten. Zorg zo nodig voor adequate behandeling. Niet toedienen bij optreden van een ernstige anafylaxie en/of onmiddellijke reactie (binnen 4 uur) na een eerdere dosis.
Stel vaccinatie uit bij acute ernstige ziekte gepaard gaande met koorts of een acute infectie. Bij aanwezigheid van een lichte infectie en/of laaggradige koorts hoeft de vaccinatie niet uitgesteld te worden.
Myocarditis en pericarditis zijn in zeer zeldzame gevallen gemeld, voornamelijk binnen 14 dagen na vaccinatie, vaker na de tweede dosis, en vaker bij jongens en jongere mannen. De meesten herstellen. Instrueer gevaccineerden om onmiddellijk medisch hulp in te schakelen bij symptomen die op myocarditis of pericarditis wijzen, zoals (acute en aanhoudende) pijn op de borst, dyspneu of palpitaties. Zie ook rubriek Interacties.
Bij immuungecompromitteerde personen (gebruik van systemische immunosuppressiva of immunodeficiëntie) zijn de werkzaamheid en veiligheid van het vaccin niet onderzocht; de immunologische respons kan verminderd zijn.
Bij kinderen < 6 maanden zijn de werkzaamheid en veiligheid niet vastgesteld.
Overdosering
Overdosering kan plaatsvinden door onjuiste verdunning van het vaccin. In geval van overdosering; monitor de vitale functies en behandel op basis van symptomen.
Eigenschappen
Derdegeneratie pokkenvaccin. Bevat levend, gemodificeerd vacciniavirus Ankara (MVA), dat in kippenembryocellen het vermogen tot repliceren heeft verloren, maar nog wel pokkenspecifieke antigenen tot expressie kan brengen in gastheercellen. Daarmee kan een immuunrespons tegen het virus worden opgewekt. Hierdoor kunnen ook immuungecompromitteerde personen gevaccineerd worden.
Eigenschappen
Bretovameran is een enkelstrengs 5'-capped 'boodschapper'-RNA (mRNA), geproduceerd door middel van een celvrije in vitro-transcriptie van de corresponderende DNA-templates. Deze codeert voor het virale spike-eiwit (S-eiwit) van SARS-CoV-2 Omicron JN.1).
Het nucleoside-gemodificeerde mRNA in dit COVID-19-vaccin is geformuleerd in lipide-nanodeeltjes, waardoor afgifte van het niet-replicerende RNA in gastcellen mogelijk is om het S-antigeen van SARS-CoV-2 tot transiënte expressie te brengen. Het mRNA codeert voor het in de membraan verankerde S-eiwit over de volledige lengte met tweepuntsmutaties binnen de centrale helix. Mutatie van deze twee aminozuren tot proline vergrendelt het antigeen S in een prefusieconformatie die nodig is om een juiste immuunrespons op te wekken. Het vaccin leidt tot zowel neutraliserende antistoffen als cellulaire immuunresponsen op het spike-(S)-antigeen, wat mogelijk bijdraagt tot de bescherming tegen COVID-19.
Zoals met alle vaccins is het mogelijk dat vaccinatie met dit COVID-19-vaccin niet bij alle gevaccineerden bescherming biedt. De beschermingsduur is onbekend; deze wordt met de lopende onderzoeken bepaald.
Groepsinformatie
pokkenvaccin hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
- COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) (J07BN01) Vergelijk
- COVID-19 subunitvaccin (Nuvaxovid) (J07BN04) Vergelijk
- denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk
Groepsinformatie
COVID-19 mRNA vaccin (Comirnaty) hoort bij de groep vaccins.
- BCG-vaccin (als vaccin) (J07AN01) Vergelijk
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J07BD52) Vergelijk
- choleravaccin, geïnactiveerd, hele cel (J07AE01) Vergelijk
- choleravaccin, levend verzwakt (J07AE02) Vergelijk
- COVID-19 subunitvaccin (Nuvaxovid) (J07BN04) Vergelijk
- denguevaccin (J07BX04) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J07CA09) Vergelijk
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanusvaccin (J07AJ52) Vergelijk
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J07CA01) Vergelijk
- gelekoortsvaccin (J07BL01) Vergelijk
- haemophilus influenzae B-vaccin (J07AG01) Vergelijk
- hepatitis A+B-vaccin (J07BC20) Vergelijk
- hepatitis A-vaccin (J07BC02) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Engerix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (Fendrix) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (HBVAX) (J07BC01) Vergelijk
- hepatitis B-vaccin (PreHevbri) (J07BC01) Vergelijk
- influenzavaccin (J07BB02) Vergelijk
- japanse-encefalitisvaccin (J07BA02) Vergelijk
- leptospirosevaccin (J07AX01) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J07AH08) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type B (J07AH09) Vergelijk
- meningokokkenvaccin type C (J07AH07) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (2-valent) (J07BM02) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (4-valent) (J07BM01) Vergelijk
- papillomavirusvaccin (9-valent) (J07BM03) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (10-valent) (J07AL52) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (13-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (15-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (20-valent) (J07AL02) Vergelijk
- pneumokokkenvaccin (23-valent) (J07AL01) Vergelijk
- pokkenvaccin (J07BX01) Vergelijk
- poliomyelitisvaccin (J07BF03) Vergelijk
- rabiësvaccin (J07BG01) Vergelijk
- rotavirusvaccin (J07BH01) Vergelijk
- RS-virusvaccin (J07BX05) Vergelijk
- tekenencefalitisvaccin (J07BA01) Vergelijk
- tetanusvaccin (J07AM01) Vergelijk
- tyfusvaccin (parenteraal) (J07AP03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Provarivax) (J07BK01) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Shingrix) (J07BK03) Vergelijk
- varicella-zostervaccin (Zostavax) (J07BK02) Vergelijk