Samenstelling
Minims Povidon Jodium (polyvinylpyrrolidon-jodiumcomplex) XGVS Bausch & Lomb
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels (5%)
- Sterkte
- 50 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 0,4 ml (voor éénmalig gebruik)
Povidonjodium oogdruppels FNA (polyvinylpyrrolidon-jodiumcomplex) Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels (0,3%)
- Sterkte
- 3 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 10 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Vigamox (als hydrochloride) Novartis Pharma bv
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels
- Sterkte
- 5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 5 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Preoperatieve desinfectie met povidonjodiumoogdruppels tijdens cataractchirurgie en refractiechirurgie wordt, als onderdeel van infectieprofylaxe, aanbevolen in de richtlijnen van het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap (NOG). Dit advies is afkomstig uit de module Povidonjood bij cataractoperatie van de NOG-Richtlijn Cataract (2021) op richtlijnendatabase.nl en is conform de Consensus refractiechirurgie (2018) op oogheelkunde.org. In de richtlijn Cataract staat het advies om voor de cataractoperatie de huid rondom het te opereren oog met povidonjodium 5–10% te 'poetsen' en een oogdruppel povidonjodium van 0,3-5% in de conjunctivaalzak te laten inwerken. Hierna moeten de ooglidranden en wimpers zorgvuldig worden afgedekt.
Bij een infectieuze conjunctivitis door een banale verwekker is een lokaal antibioticum niet geïndiceerd, behalve bij risicogroepen voor complicaties (bv. na recente oogoperaties, bij chronisch infectieuze oogziekten of immuun-gecompromitteerde patiënten) of soms, als de conjunctivitis langer dan twee weken duurt. In deze gevallen gaat de voorkeur uit naar chlooramfenicol-oogdruppels en/of -oogzalf boven fusidinezuur-ooggel, vanwege een breder werkingsspectrum en minder snelle resistentieontwikkeling.
Behandel een infectieuze conjunctivitis door chlamydia en/of gonokok met een gericht systemisch antibioticum, conform de behandeling van een anogenitale infectie (soa). Bij een herpes-simplexvirusconjunctivitis is aciclovir-oogzalf aangewezen. Verwijs, bij een conjunctivitis door het varicella-zostervirus, dezelfde dag naar de oogarts door en start direct met een oraal nucleoside-analogon.
Povidonjodiumoogdruppels hebben als voordeel dat resistentieontwikkeling niet optreedt, echter deze worden niet geadviseerd vanwege praktische nadelen (apotheekbereiding en zeer beperkte houdbaarheid).
Advies
Bij een infectieuze conjunctivitis door een banale verwekker is een lokaal antibioticum niet geïndiceerd, behalve bij risicogroepen voor complicaties (bv. na recente oogoperaties, bij chronisch infectieuze oogziekten of immuun-gecompromitteerde patiënten) of soms, als de conjunctivitis langer dan twee weken duurt. In deze gevallen gaat de voorkeur uit naar chlooramfenicol-oogdruppels en/of -oogzalf boven fusidinezuur-ooggel, vanwege een breder werkingsspectrum en minder snelle resistentieontwikkeling.
Behandel een infectieuze conjunctivitis door chlamydia en/of gonokok met een gericht systemisch antibioticum, conform de behandeling van een anogenitale infectie (soa).
Oogpreparaten met fluorchinolonen (zoals moxifloxacine) behoren tot de reserve-antibiotica die alleen op strikte indicatie en in de tweedelijnszorg gebruikt worden om resistentieproblematiek te voorkomen. Het gebruik ervan beperken tot de behandeling van ernstige ooginfecties zoals keratitis en Pseudomonas-infecties, onder controle van een oogarts.
Indicaties
- 50 mg/ml: cutane peri-oculaire en conjunctivale desinfectie voorafgaand aan een oogoperatie en/of intravitreale injectie ter ondersteuning van postoperatieve infectiebeheersing (d.w.z. profylaxe).
- 3 mg/ml (FNA):
- pre-operatieve desinfectie;
- conjunctivitis.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Purulente bacteriële conjunctivitis veroorzaakt door stammen die gevoelig zijn voor moxifloxacine.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Pre–operatieve desinfectie van het oog
Volwassenen en kinderen
Oogdruppels 50 mg/ml: 2–3 druppels aanbrengen in de conjunctivaalzak; laat de patiënt na het druppelen de ogen sluiten en met de ogen ronddraaien zodat de oplossing zich kan verspreiden. Vervolgens 2 minuten laten inwerken en daarna grondig uitspoelen met ten minste 10 ml steriele NaCl-oplossing (0,9%) totdat de bruine kleur verdwenen is.
Conjunctivitis
Volwassenen en kinderen
Oogdruppels 3 mg/ml (FNA): 4–6×/dag 1 druppel. Behandelduur: afhankelijk van de respons, als richtlijn: meestal tot 14 dagen.
Vergeten dosis: deze alsnog toedienen, tenzij het bijna tijd is voor de volgende dosis. Sla dan de vergeten dosis over en hervat het normale schema. Geen dubbele dosis druppelen.
Toediening
- Bij conjunctivitis:
- Druk de traanbuis 1–3 min dicht tijdens en direct na toediening van de oogdruppels; dit voorkomt dat de oogdruppel afvloeit naar de neus- en keelholte wat systemische reacties tot gevolg kan hebben;
- Bij gebruik van meerdere soorten oogpreparaten deze toedienen met een interval van ten minste 5 minuten. De oogdruppels die de minste irritatie geven als eerste en viskeuze oogdruppels of oogzalven als laatste toedienen;
- De 'Minims' zijn bestemd voor eenmalig gebruik.
Doseringen
Purulente bacteriële conjunctivitis
Volwassenen en kinderen > 1 maand
1 druppel 3×/dag in het aangedane oog. Gewoonlijk verbetert de infectie binnen 5 dagen. De behandeling daarna gedurende nog 2–3 dagen voortzetten. De duur van de behandeling is verder afhankelijk van de ernst van de aandoening en het klinische en bacteriologische verloop van de infectie. Indien binnen 5 dagen na aanvang van de behandeling géén verbetering optreedt, de diagnose en/of behandeling heroverwegen.
Ouderen: geen dosisaanpassing nodig.
Verminderde nier- of leverfunctie: geen dosisaanpassing nodig.
Toediening
- Druk de traanbuis 1–3 minuten dicht tijdens en direct na toediening; dit voorkomt dat de oogdruppel afvloeit naar de neus- en keelholte wat systemische reacties tot gevolg kan hebben;
- Bij gebruik van meerdere soorten oogpreparaten deze toedienen met een interval van ten minste vijf minuten. De oogdruppels die de minste irritatie geven als eerste en viskeuze druppels of oogzalven als laatste toedienen.
Bijwerkingen
Lokaal
Zelden (0,01-1%): conjunctivale hyperemie, oppervlakkige keratitis punctata.
Zeer zelden (< 0,01%): hoornvliesverkalking bij een significant aangetast hoornvlies.
Verder zijn gemeld: oogirritatie, oppervlakkige epitheliopathie (punctata), keratoconjunctivitis sicca, blijvende gele verkleuring van het bindvlies, cytotoxiciteit op slijmvliezen en bindweefsel. Cutaan peri-oculair: contacteczeem (o.a. erytheem, blaren, jeuk), angio-oedeem, reversibele bruine verkleuring van de huid.
Systemisch
Verder is gemeld: hypothyroïdie bij pasgeborenen (bij regelmatig en langdurig gebruik). Overgevoeligheidsreacties (urticaria, angio–oedeem, anafylactische reactie).
Bijwerkingen
Lokaal
Vaak (1-10%): oogirritatie, oogpijn.
Soms (0,1–1%): keratitis punctata, droog oog, oculaire hyperemie, bloeding van de conjunctiva, ooglidoedeem, jeuk en ongemak in het oog.
Zelden (0,01–0,1%): cornea–epitheel defect, conjunctivitis, conjunctivaal oedeem, erytheem van het ooglid, blefaritis, wazig zien, zwelling van het oog, asthenopie.
Verder zijn gemeld: ulceratieve keratitis, cornea–erosie, corneale opaciteit, afzettingen op de cornea, cornea–infiltraten, cornea–oedeem, ooglidoedeem, tranend oog, oogafscheiding, gevoel van vreemd lichaam in het oog, verhoogde intra–oculaire druk, endoftalmitis, fotofobie.
Systemisch
Soms (0,1–1%): hoofdpijn. Smaakstoornis. Verhoogd ALAT en/of γGT.
Zelden (0,01–0,1%): paresthesie. Verlaagde hemoglobinespiegels. Braken. Nasaal ongemak, faryngolaryngeale pijn, gevoel van vreemd lichaam in de keel.
Verder zijn gemeld: hartkloppingen. Duizeligheid. Dyspneu. Misselijkheid. Overgevoeligheid, erytheem, huiduitslag, jeuk, urticaria.
Interacties
Gelijktijdig gebruik met andere oogpreparaten met kwikbevattende conserveringsmiddelen is gecontra-indiceerd, vanwege mogelijke vorming van bijtende substanties.
Niet na of gelijktijdig gebruiken met andere oculaire desinfectantia.
Interacties
Gelijktijdige toediening van corticosteroïden kan de symptomen van een infectie maskeren.
Zwangerschap
Jodium passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens. Bij dieren, geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: Bij langdurig gebruik (bij conjunctivitis) kan vanaf de twaalfde zwangerschapsweek door opname van jodium foetale hypothyroïdie optreden met schildkliervergroting. Bij eenmalig gebruik (desinfectie voorafgaand aan een oogoperatie) worden echter geen effecten op de foetus verwacht omdat de systemische blootstelling aan jodium dan verwaarloosbaar is.
Advies: Kan eenmalig of kortdurend waarschijnlijk veilig worden gebruikt. Langdurig gebruik ontraden. Indien herhaalde toepassing verwacht wordt (oogdesinfectie bij herhaling van intravitreale injecties); weeg het gebruik af.
Zwangerschap
Moxifloxacine passeert de placenta.
Teratogenese: De beperkte hoeveelheid gegevens over het systemische gebruik van fluorchinolonen tijdens het 1e trimester laten geen kanstoename zien van ernstige misvormingen of van andere nadelige effecten op de zwangerschap. Bij dieren kunnen fluorchinolonen kraakbeen- en gewrichtsafwijkingen veroorzaken. Dergelijke effecten, die vanaf het 2e trimester kunnen optreden, zijn bij de mens niet gemeld.
Farmacologisch effect: De systemische blootstelling aan moxifloxacine bij gebruik van de oogdruppels is laag en waarschijnlijk klinisch niet relevant, waardoor een effect bij de foetus niet waarschijnlijk is.
Advies: Kan worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, jodium gaat gemakkelijk vanuit het bloed over in de moedermelk (tot ca. 50%) en kan daar stapelen.
Farmacologisch effect: Bij langdurig gebruik (bij conjunctivitis) kan door opname van jodium foetale hypothyroïdie optreden met schildkliervergroting. Bij eenmalig gebruik (desinfectie voorafgaand aan een oogoperatie) worden geen effecten op de zuigeling verwacht omdat de systemische blootstelling aan jodium dan verwaarloosbaar is.
Advies: Kan eenmalig of kortdurend waarschijnlijk veilig worden gebruikt. Bij langdurig gebruik, het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden. Indien herhaalde toepassing verwacht wordt (oogdesinfectie bij herhaling van intravitreale injecties); weeg het gebruik af.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, bij de mens. Bij systemisch gebruik van fluorchinolonen bij jonge dieren zijn kraakbeenafwijkingen aangetoond. Mogelijke schade bij de zuigeling bij systemisch gebruik van fluorchinolonen door de moeder is daarom niet uit te sluiten. Na oculaire toediening zal de hoeveelheid in de moedermelk echter minimaal zijn en is het onwaarschijnlijk dat dit tot effecten bij de zuigeling kan leiden.
Advies: Kan worden gebruikt.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor jodium.
Voor meer contra-indicaties zie de rubriek Interacties.
Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor (fluor)chinolonen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Uitsluitend gebruiken voor desinfectie van het cutane peri-oculaire en conjunctivale oppervlak. Er is geen ervaring met oculaire instillatie, anders dan voor de desinfectie voor een ingreep.
Bij schildklierstoornissen en bij ouderen met een verhoogd risico hierop voorzichtig zijn; overweeg controle van de schildklier bij regelmatig en herhaald gebruik. Wees terughoudend met herhaalde toepassing bij zuigelingen en kleine kinderen, omdat zij meer kans hebben op het ontwikkelen van een schildklierstoornis.
Droge ogen syndroom: Herhaald gebruik kan op lange termijn resulteren in (verergering van) afwijkingen van de traanfilm. Controleer patiënten met keratoconjunctivitis sicca op verergering van droge ogen.
Draag geen contactlenzen tijdens behandeling van een ooginfectie.
Overgevoeligheid (anafylactoïde reacties) voor gejodeerde contrastmiddelen is geen contra-indicatie voor het gebruik van oogdruppels met povidonjodium.
Interferentie met schildkliertesten kan optreden bij meermalig gebruik.
Fosfaathoudende oogdruppels (Minims) kunnen bij een ernstig beschadigde cornea leiden tot corneale calcificatie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij overgevoeligheid van chinolonen in de voorgeschiedenis. Bij optreden van een allergische reactie de behandeling staken.
Bij orale toediening van fluorchinolonen zijn peesontstekingen en peesrupturen gemeld, vooral bij ouderen en patiënten die corticosteroïden gebruiken. Ondanks de veel lagere plasmaspiegels bij oculair gebruik, bij de eerste tekenen van een peesontsteking de behandeling staken.
Overgroei van niet-gevoelige micro-organismen, incl. schimmels, is mogelijk; in dat geval de toediening staken.
Draag geen contactlenzen tijdens behandeling van een ooginfectie.
Bij kinderen < 1 maand zijn de veiligheid en werkzaamheid onvoldoende vastgesteld.
Eigenschappen
Povidonjodium is een antisepticum met een brede werking; het doodt bacteriën, virussen en schimmels. De effectiviteit is gerelateerd aan de hoeveelheid vrij jodium in de oplossing en de hoeveelheid vrij jodium die na applicatie uit het polyvinylpyrrolidon-jodiumcomplex wordt afgegeven. Jodium heeft een bactericide effect door de reactie met de NH-groepen van aminozuren en nucleotiden en door de oxidatie van de SH-groep van cysteïne. De virucide werking berust voornamelijk op de oxidatieve eigenschappen van het hypojodiumzuur. Bactericide effect < 5 min (in vitro).
Kinetische gegevens
Resorptie | In beperkte mate via het bindvlies. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Gefluorideerde chinolonverbinding. Fluorchinolonen hebben een bactericide werking en beïnvloeden de DNA-synthese door remming van het bacteriële DNA-gyrase.
Doorgaans gevoelig zijn: Corynebacterium species waaronder C. diphtheriae, Staphylococcus aureus (meticilline-gevoelig), Streptococcus pneumoniae, Streptococcus pyogenes, Streptococcus viridans-groep, Enterobacter cloacae, Haemophilus influenzae, Klebsiella oxytoca, Moraxella catarrhalis, Serratia marcescens, Proprionibacterium acnes en Chlamydia trachomatis.
Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij: Staphylococcus aureus (meticilline-resistent (MRSA)), Staphylococcus coagulase–negatieve species (meticilline resistent) en Neisseria gonorrhoeae.
Ongevoelig is: Pseudomonas aeruginosa.
Kinetische gegevens
Overig | Na herhaaldelijke oculaire toediening waren de piekplasmaconcentratie en totale blootstelling resp. 1600 en 1200 keer lager dan na orale doses van 400 mg. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
povidonjodium (oculair) hoort bij de groep antibacteriële middelen, oculair.
- azitromycine (oculair) (S01AA26) Vergelijk
- cefuroxim (intra-oculair) (S01AA27) Vergelijk
- chlooramfenicol (S01AA01) Vergelijk
- erytromycine (oculair) (S01AA17) Vergelijk
- fusidinezuur (oculair) (S01AA13) Vergelijk
- moxifloxacine (oculair) (S01AE07) Vergelijk
- ofloxacine (oculair) (S01AE01) Vergelijk
- tetracycline (oculair) (S01AA09) Vergelijk
- tobramycine (oculair) (S01AA12) Vergelijk
Groepsinformatie
moxifloxacine (oculair) hoort bij de groep antibacteriële middelen, oculair.
- azitromycine (oculair) (S01AA26) Vergelijk
- cefuroxim (intra-oculair) (S01AA27) Vergelijk
- chlooramfenicol (S01AA01) Vergelijk
- erytromycine (oculair) (S01AA17) Vergelijk
- fusidinezuur (oculair) (S01AA13) Vergelijk
- ofloxacine (oculair) (S01AE01) Vergelijk
- povidonjodium (oculair) (S01AX18) Vergelijk
- tetracycline (oculair) (S01AA09) Vergelijk
- tobramycine (oculair) (S01AA12) Vergelijk