Samenstelling
Reapam
Bijlage 2
Pfizer bv
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 10 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Byfavo (als besilaat) XGVS Aanvullende monitoring PAION Deutschland GmbH
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectie
- Sterkte
- 20 mg
- Verpakkingsvorm
- flacon
Bevat per ml: remimazolam 2,5 mg.
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectie/infusie
- Sterkte
- 50 mg
- Verpakkingsvorm
- flacon
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij een angststoornis met een geringe ziektelast volstaan voorlichting en zelfhulpadviezen. Bij onvoldoende effect daarvan of bij ernstige ziektelast zijn cognitieve gedragstherapie, een antidepressivum of beide aangewezen. Er is een lichte voorkeur voor SSRI’s boven serotonerge TCA’s vanwege een geringere kans op ernstige bijwerkingen. Bij sociale fobie komen TCA’s niet in aanmerking. Na herstel van de angststoornis is begeleiding bij het stoppen van het antidepressivum en terugvalpreventie belangrijk. Bij examenangst/plankenkoorts kan incidenteel propranolol gegeven worden.
Indien de antidepressiva en cognitieve gedragstherapie niet voldoende effectief zijn, hebben benzodiazepinen een beperkte plaats in de onderhoudsbehandeling van sociale angststoornissen en paniekstoornissen. Daarnaast kunnen benzodiazepinen bij de start van een behandeling met antidepressiva kortdurend worden toegevoegd (maximaal 2–4 weken) om de initieel toenemende angst op te vangen.
Aan de vergoeding van prazepam zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Advies
Voor de toepassing van remimazolam is geen advies vastgesteld.
Indicaties
- Pathologische angst en spanning, die ernstig is, invaliderend is of ernstig lijden veroorzaakt.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Procedurele sedatie bij volwassenen;
- Inductie en onderhoud van anesthesie bij volwassenen.
Doseringen
Angst en spanning
Volwassenen
10–60 mg/dag; gebruikelijk: 30 mg/dag. Behandelduur: zo kort mogelijk; max. 8–12 weken (incl. afbouwen). Na herevaluatie kan in bepaalde situaties een verlenging nodig zijn.
Ouderen
Begindosering: 10–15 mg per dag.
Bij een verminderde nier- en leverfunctie is de begindosering 10–15 mg per dag.
Bij chronische respiratoire insufficiëntie is de begindosering 10–15 mg per dag.
Doseringen
Controleer voortdurend de hart- en ademhalingsfunctie.
Er moet een benzodiazepine-antidotum (flumazenil) en bewakings- en reanimatieapparatuur klaarstaan voor direct gebruik.
Procedurele sedatie met gelijktijdig gebruik van een opioïd
Volwassenen (exclusief ouderen ≥ 65 jaar, en/of ASA-classificatie III–IV en/of lichaamsgewicht < 50 kg)
Dien het opioïd eerst toe en wacht 1–2 min. Bv. 50 microg fentanyl.
Aanvangsdosis remimazolam: i.v. 5 mg (2 ml) gedurende 1 min, wacht 2 min.
Onderhoudsbehandeling/titratie: i.v. 2,5 mg (1 ml) gedurende 15 seconden De dosering is individueel en afhankelijk van de respons van de patiënt. Indien nodig kunnen aanvullende doses worden toegediend om het gewenste sedatieniveau te bereiken of te handhaven. Wacht ten minste 2 minuten alvorens een aanvullende dosis te geven, om het sedatieve effect volledig te kunnen beoordelen. Als 5 doses binnen 15 minuten niet leiden tot het gewenste sedatieniveau, moet een aanvullend of ander sedativum worden overwogen. De toegediende maximale totale dosis in klinische proeven was 33 mg.
Ouderen (≥ 65 jaar) en/of ASA-classificatie III–IV en/of lichaamsgewicht < 50 kg
Dien het opioïd eerst toe en wacht 1–2 min. Bv. 50 microg fentanyl of een voldoende verlaagde dosis voor oudere of verzwakte patiënten.
Aanvangsdosis remimazolam: i.v. 2,5–5 mg (1–2 ml) gedurende 1 min, wacht 2 min.
Onderhoudsbehandeling/titratie: i.v. 1,25–2,5 mg (0,5–1 ml) gedurende 15 seconden De dosering is individueel en afhankelijk van de respons van de patiënt. Indien nodig kunnen aanvullende doses worden toegediend om het gewenste sedatieniveau te bereiken of te handhaven. Wacht ten minste 2 minuten alvorens een aanvullende dosis te geven, om het sedatieve effect volledig te kunnen beoordelen. Als 5 doses binnen 15 minuten niet leiden tot het gewenste sedatieniveau, moet een aanvullend of ander sedativum worden overwogen. De toegediende maximale totale dosis in klinische proeven was 17,5 mg.
Procedurele sedatie zonder gelijktijdig gebruik van een opioïd
Volwassenen (exclusief ouderen, en/of ASA-classificatie III–IV en/of lichaamsgewicht < 50 kg)
Aanvangsdosis: i.v. 7 mg (2,8 ml) gedurende 1 min, wacht 2 min.
Onderhoudsbehandeling/titratie: i.v. 2,5 mg (1 ml) gedurende 15 seconden De dosering is individueel en afhankelijk van de respons van de patiënt. Indien nodig kunnen aanvullende doses worden toegediend om het gewenste sedatieniveau te bereiken of te handhaven. Wacht ten minste 2 minuten alvorens een aanvullende dosis te geven, om het sedatieve effect volledig te kunnen beoordelen. Als 5 doses binnen 15 minuten niet leiden tot het gewenste sedatieniveau, moet een aanvullend of ander sedativum worden overwogen. De toegediende maximale totale dosis in klinische proeven was 33 mg.
Ouderen (≥ 65 jaar) en/of ASA-classificatie III–IV en/of lichaamsgewicht < 50 kg
Aanvangsdosis: i.v. 2,5–5 mg (1–2 ml) gedurende 1 min, wacht 2 min.
Onderhoudsbehandeling/titratie: i.v. 1,25–2,5 mg (0,5–1 ml) gedurende 15 seconden De dosering is individueel en afhankelijk van de respons van de patiënt. Indien nodig kunnen aanvullende doses worden toegediend om het gewenste sedatieniveau te bereiken of te handhaven. Wacht ten minste 2 minuten alvorens een aanvullende dosis te geven, om het sedatieve effect volledig te kunnen beoordelen. Als 5 doses binnen 15 minuten niet leiden tot het gewenste sedatieniveau, moet een aanvullend of ander sedativum worden overwogen. De toegediende maximale totale dosis in klinische proeven was 17,5 mg.
Algemene anesthesie
Volwassenen
Inductie: individueel. Aanvankelijk 6 mg/min, zo nodig optitreren tot max. 12 mg/min. afhankelijk van respons en gebruike pre-medicatie is veelal 10–40 mg remimazolam nodig voor de inductie. Gewoonlijk worden aanvullend opioïde analgetica gegeven in combinatie met remimazolam.
Onderhoud: Aanbevolen startdosis middels continue infusie is 1 mg/min met een bereik van 0,1–2,5 mg/min. Aanvullend kunnen bolussen van 6 mg gedurende 1 min. gegeven worden. Max. 3 bolussen per 60 min, met een minimale tussentijd van 5 min per bolus. Tegen het einde van de operatie eventueel de dosis neertitreren, om sneller herstel mogelijk te maken.
Ouderen ≥ 65 jaar, en/of ASA-classificatie III–IV en/of lichaamsgewicht < 50 kg
Overweeg een startdosis in een lager bereik.
Verminderde nierfunctie: Een dosisaanpassing is niet nodig.
Verminderde leverfunctie: Bij een lichte tot matige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 5–9) is een dosisaanpassing niet nodig. Uit relatief weinig gegevens bij ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 10–15) blijkt dat klinische effecten (waaronder ademhalingsdepressie) meer uitgesproken zijn en langer aanhouden; een dosisaanpassing is niet nodig maar het tijdstip van de titratiedoses tot een werkzame dosis moet zorgvuldig worden bepaald.
Toediening: Bedoeld voor i.v.-gebruik, vóór toediening reconstitueren met natriumchloride (0,9%) oplossing voor injectie.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): vermoeidheid, sedatie.
Vaak (1-10%): slaperigheid, verminderde waakzaamheid, verwardheid, levendige dromen, emotionele vervlakking, prikkelbaarheid, hyperactiviteit. Duizeligheid, ataxie, hoofdpijn, tremor, spraakstoornissen. Wazig zien. Droge mond, verhoogde eetlust, slikstoornissen, maag-darmstoornissen. Palpitaties. Zweten, voorbijgaande huiduitslag. Gewrichtspijnen. Asthenie.
Soms (0,1-1%): dysurie.
Zelden (0,01-0,1%): verminderd libido, Syncope. Polyurie, incontinentie. zwelling van de voeten. Jeuk.
Zeer zelden (< 0,01%): Gewichtstoename, verlaagde bloeddruk, afwijkingen in leverfunctietesten.
Verder zijn gemeld: diplopie in het begin van de behandeling, anterograde amnesie (soms met onaangepast gedrag) bij hogere doseringen, manifest worden van een onopgemerkte depressie, psychische en lichamelijke afhankelijkheid, onthoudings- of rebound-verschijnselen bij staken.
Vooral bij kinderen en ouderen: paradoxale reacties, zoals rusteloosheid, agitatie, irritatie, opwinding, agressie, woede-aanvallen, wanen, hallucinaties, psychosen, geheugenverlies, gedragsstoornissen.
Bijwerkingen
Bij procedurele sedatie
Zeer vaak (> 10%): Hypotensie. Ademhalingsdepressie.
Vaak (1-10%): Hoofdpijn, duizeligheid. (Sinus)bradycardie. Misselijkheid, braken.
Soms (0,1-1%): Slaperigheid. Hik. Koude rillingen, koud gevoel.
Verder zijn gemeld: anafylactische reactie. Anterograde amnesie.
Bij anesthesie
Zeer vaak (> 10%): (sinus)bradycardie. Hypotensie. Misselijkheid, braken.
Vaak (1-10%): agitatie. Hoofdpijn, duizeligheid. Ademhalingsdepressie. Koude rillingen. Verlengd effect.
Soms (0,1-1%): glossoptose. Hik. Hypothermie.
Verder zijn gemeld: anafylactische reactie. Anterograde amnesie.
Interacties
Alcohol en andere centraal dempende stoffen versterken het centrale effect van benzodiazepinen. Gelijktijdig gebruik met opioïden is niet aanbevolen, vanwege het risico op sedatie, ademhalingsdepressie, coma en overlijden; controleer patiënten nauwlettend en geef uitleg over de symptomen (ook aan de directe omgeving). Daarnaast kan euforie en daarmee de psychische afhankelijkheid van opioïden worden versterkt.
Bij gelijktijdig gebruik van stoffen met een sterke invloed op leverenzymen, zoals ritonavir, cimetidine en hormonale anticonceptiva, dient men rekening te houden met een verlengde plasmahalfwaardetijd van desmethyldiazepam.
Bij gebruik van clozapine de begindosering halveren.
Interacties
Vermijd alcohol (gedurende 24 uur voorafgaand aan de toediening van remimazolam) en andere centraal dempende middelen (zoals antipsychotica, barbituraten, benzodiazepinen, centraalwerkende antihypertensiva, etomidaat, ketamine, niet-recente H1-antihistaminica, opioïden, propofol, sedatieve antidepressiva) versterken de sedatie en cardiorespiratoire depressie.
Bij chronisch gebruik van benzodiazepinen kan tolerantie optreden voor de sedatieve effecten van remimazolam; een hogere cumulatieve dosis kan nodig zijn.
Gelijktijdig gebruik met opioïden kan leiden tot diepe sedatie en ademhalingsdepressie (onderdrukking van de ademhalingsreactie op CO2-stimulatie), coma en overlijden; controleer patiënten nauwlettend hierop.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens. Bij dieren reproductietoxiciteit bij hoge doseringen.
Farmacologisch effect: Hypothermie, hypotonie, matige ademhalingsdepressie en voedingsproblemen (floppy-infantsyndroom) kunnen bij pasgeborenen optreden, vooral na langdurig gebruik tijdens het laatste trimester. Bij langdurig gebruik kan bij de pasgeborene afhankelijkheid optreden en bestaat het risico van onthoudingsverschijnselen (zoals prikkelbaarheid, hypertonie, tremoren, convulsies, onregelmatige ademhaling, braken, diarree en hard huilen) in de postnatale periode.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken, kortdurend en in een zo laag mogelijke dosering.
Zwangerschap
Teratogenese: Onbekend bij de mens, geen aanwijzingen voor reproductietoxiciteit bij dieren.
Advies: Gebruik ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja (in geringe mate).
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend bij de mens, wel bij dieren.
Advies: Het geven van borstvoeding of het geven van dit geneesmiddel ontraden. Als remimazolam moet worden toegediend, wordt geadviseerd borstvoeding gedurende 24 uur te staken.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor benzodiazepinen;
- myasthenia gravis;
- ernstige respiratoire insufficiëntie;
- slaap-apneusyndroom;
- ernstige leverinsufficiëntie.
Contra-indicaties
- instabiele myasthenia gravis.
Waarschuwingen en voorzorgen
Staak de behandeling bij het optreden van paradoxale reacties.
Verlaag de dosering bij ouderen en bij verminderde lever- of nierfunctie of chronische respiratoire insufficiëntie. Ouderen zijn gevoeliger voor de sedatieve effecten van benzodiazepinen, bovendien is bij hen het gevaar van cumulatie groter.
Er is meer kans op anterograde amnesie bij hogere doseringen en als er minder dan 7–8 uur beschikbaar is om te slapen. Amnestische effecten kunnen gepaard gaan met onaangepast gedrag.
Beperk het gebruik in verband met de kans op afhankelijkheid, tolerantie en centrale bijwerkingen tot maximaal 8–12 weken (incl. afbouwen). Controleer op misbruik. Wees terughoudend met middelenmisbruik in de voorgeschiedenis. Sluip prazepam uit bij staken van de behandeling en bij overschakeling van een lang- op een kortwerkend benzodiazepine, om mogelijke onthoudings- en/of rebound-verschijnselen te voorkomen. De kans op afhankelijkheid neemt toe bij hogere doseringen, een langere gebruiksduur en bij alcohol- en/of drugsmisbruik in de voorgeschiedenis. Bij herhaald gebruik gedurende enkele weken kan het hypnotisch effect van benzodiazepinen minder worden (tolerantie). Er zijn meldingen geweest fatale overdosering bij gebruik van benzodiazepinen in combinatie met andere CZS-depressiva, waaronder opioïden, andere benzodiazepinen, alcohol en/of illegale middelen.
De veiligheid en werkzaamheid zijn bij kinderen < 18 jaar niet vastgesteld; vermijd gebruik bij kinderen.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Waarschuwingen en voorzorgen
Cardiorespiratoire effecten: ademhalingsdepressie, bradycardie en hypotensie zijn gemeld. Toediening kan gepaard gaan met een tijdelijke verhoging van de hartslag (10–20 slagen/min.) die na 30 s (= Tmax) al kan optreden en weer binnen ca. 30 min na het einde van de toediening verdwijnt. De hartslagverhoging valt samen met een bloeddrukdaling en mogelijk een lichte verlenging van de QTcF-interval in de eerste minuten na toediening. Controleer tijdens het toedienen nauwlettend op tekenen en symptomen van ademhalingsdepressie. Wees voorzichtig bij ouderen (≥ 65 j.), bij verminderde hart- en ademhalingsfunctie en bij slechtere algemene gezondheidstoestand.
Amnesie: Kan (langdurig) anterograde amnesie veroorzaken, controleer hierop bij ontslag uit ziekenhuis of behandelkamer.
Myasthenia gravis: Wees voorzichtig bij myasthenia gravis, dit middel is gecontra-indiceerd bij instabiele myasthenia gravis.
Misbruik: Remimazolam heeft het potentieel voor misbruik en afhankelijkheid; houd hiermee rekening bij voorschrijven of toedienen bij patiënten met een verhoogd risico op misbruik.
Paradoxale reacties: Paradoxale reacties, zoals onwillekeurige bewegingen, hyperactiviteit en agressie, zijn gemeld bij het gebruik van benzodiazepinen. Er is meer kans op deze reacties bij ouderen, hogere doses en snelle toediening.
Verlengd effect: Een verlengd effect van remimazolam (sedatie, tijd tot oriëntatie) werd soms na operaties waargenomen en trad vaker op bij ouderen, bij ASA-classificatie III-IV en bij hogere doses.
Onderzoeksgegevens: De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 18 jaar zijn nog niet vastgesteld. De veiligheid en werkzaamheid bij intracraniële chirurgie en bij een reeds aanwezige cognitieve stoornis zijn nog niet vastgesteld.
Overdosering
Zie voor symptomen en behandeling vergiftigingen.info en toxicologie.org/benzodiazepinen.
Overdosering
Symptomen
o.a. duizeligheid, verwardheid, sufheid, wazig zien of nystagmus, agitatie, zwakte, hypotensie, bradycardie, ademhalingsdepressie en coma.
Therapie
specifiek antidotum: flumazenil.
Neem voor meer informatie over symptomen en behandeling van een remimazolam-intoxicatie contact op met Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Benzodiazepine, toegepast als anxiolyticum.
Kinetische gegevens
Overig | prodrug van desmethyldiazepam: vrijwel volledig 'first pass'-effect. |
T max | 6 uur. |
Eiwitbinding | desmethyldiazepam: eiwitbinding: 95–98%. Kan cumuleren. |
V d | 14,5 l/kg (prazepam), 1,4 l/kg (desmethyldiazepam). |
Metabolisering | in de lever tot desmethyldiazepam. |
Eliminatie | voornamelijk via de nieren als metaboliet. |
T 1/2el | 42–120 uur (desmethyldiazepam). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Ultrakortwerkend benzodiazepine-agonist. Bindt met hoge affiniteit aan benzodiazepine-bindingsplaatsen van γ-aminoboterzuur type A (GABAA)-receptoren, zonder duidelijke selectiviteit. Het effect treedt na 1 tot 2 minuten op. Leidt tot een snelle inductie (pieksedatie na 3–3,5 min) en een snel herstel van sedatie (volledig alert na 12–14 min).
Kinetische gegevens
T max | 30 s. |
V d | 0,9 l/kg. |
Eiwitbinding | ca. 90%. |
Metabolisering | voornamelijk via omzetting in de inactieve carboxylzuur metaboliet CNS7054, vervolgens verdere metabolisering door hydroxylering en glucuronidering. |
Eliminatie | ten minste 80% met de urine als metaboliet. |
T 1/2el | 7–11 min. |
Overig | Een ernstige leverfunctiestoornis leidt tot een verminderde klaring en dientengevolge tot een vertraagd herstel van sedatie. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
prazepam hoort bij de groep benzodiazepine-agonisten.
- alprazolam (N05BA12) Vergelijk
- bromazepam (N05BA08) Vergelijk
- brotizolam (N05CD09) Vergelijk
- clobazam (N05BA09) Vergelijk
- clorazepinezuur (N05BA05) Vergelijk
- diazepam (N05BA01) Vergelijk
- flunitrazepam (N05CD03) Vergelijk
- flurazepam (N05CD01) Vergelijk
- loprazolam (N05CD11) Vergelijk
- lorazepam (N05BA06) Vergelijk
- lormetazepam (N05CD06) Vergelijk
- midazolam (N05CD08) Vergelijk
- nitrazepam (N05CD02) Vergelijk
- oxazepam (N05BA04) Vergelijk
- remimazolam (N05CD14) Vergelijk
- temazepam (N05CD07) Vergelijk
- zolpidem (N05CF02) Vergelijk
- zopiclon (N05CF01) Vergelijk
Groepsinformatie
remimazolam hoort bij de groep benzodiazepine-agonisten.
- alprazolam (N05BA12) Vergelijk
- bromazepam (N05BA08) Vergelijk
- brotizolam (N05CD09) Vergelijk
- clobazam (N05BA09) Vergelijk
- clorazepinezuur (N05BA05) Vergelijk
- diazepam (N05BA01) Vergelijk
- flunitrazepam (N05CD03) Vergelijk
- flurazepam (N05CD01) Vergelijk
- loprazolam (N05CD11) Vergelijk
- lorazepam (N05BA06) Vergelijk
- lormetazepam (N05CD06) Vergelijk
- midazolam (N05CD08) Vergelijk
- nitrazepam (N05CD02) Vergelijk
- oxazepam (N05BA04) Vergelijk
- prazepam (N05BA11) Vergelijk
- temazepam (N05CD07) Vergelijk
- zolpidem (N05CF02) Vergelijk
- zopiclon (N05CF01) Vergelijk