Samenstelling
Byfavo (als besilaat) XGVS Aanvullende monitoring PAION Deutschland GmbH
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectie
- Sterkte
- 20 mg
- Verpakkingsvorm
- flacon
Bevat per ml: remimazolam 2,5 mg.
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectie/infusie
- Sterkte
- 50 mg
- Verpakkingsvorm
- flacon
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Nitrazepam
Bijlage 2
Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 5 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Voor de toepassing van remimazolam is geen advies vastgesteld.
Advies
De behandeling van slapeloosheid is vooral niet-medicamenteus. Voor een geneesmiddel is alleen plaats in uitzonderingsgevallen, zoals bij acute ernstige slapeloosheid of ernstig disfunctioneren overdag, en dan alleen kortdurend gedurende enkele nachten. De voorkeur gaat uit naar een kortwerkende benzodiazepine-agonist: lormetazepam, temazepam, zolpidem of zopiclon. Met deze middelen bestaat ruime ervaring en bij gebruik in lage dosering is er weinig kans op nawerking de volgende dag.
Voor nitrazepam is geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling van het syndroom van Lennox en het syndroom van West.
Aan de vergoeding van nitrazepam zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Indicaties
- Procedurele sedatie bij volwassenen;
- Inductie en onderhoud van anesthesie bij volwassenen.
Indicaties
- Kortdurende behandeling van ernstige slaapstoornissen, die het normale functioneren verstoren of waaronder ernstig geleden wordt.
- Bepaalde vormen van epilepsie, namelijk infantiele spasmen met hypsaritmie (syndroom van West) en typische en atypische 'petit mal' (syndroom van Lennox).
Gerelateerde informatie
Doseringen
Controleer voortdurend de hart- en ademhalingsfunctie.
Er moet een benzodiazepine-antidotum (flumazenil) en bewakings- en reanimatieapparatuur klaarstaan voor direct gebruik.
Procedurele sedatie met gelijktijdig gebruik van een opioïd
Volwassenen (exclusief ouderen ≥ 65 jaar, en/of ASA-classificatie III–IV en/of lichaamsgewicht < 50 kg)
Dien het opioïd eerst toe en wacht 1–2 min. Bv. 50 microg fentanyl.
Aanvangsdosis remimazolam: i.v. 5 mg (2 ml) gedurende 1 min, wacht 2 min.
Onderhoudsbehandeling/titratie: i.v. 2,5 mg (1 ml) gedurende 15 seconden De dosering is individueel en afhankelijk van de respons van de patiënt. Indien nodig kunnen aanvullende doses worden toegediend om het gewenste sedatieniveau te bereiken of te handhaven. Wacht ten minste 2 minuten alvorens een aanvullende dosis te geven, om het sedatieve effect volledig te kunnen beoordelen. Als 5 doses binnen 15 minuten niet leiden tot het gewenste sedatieniveau, moet een aanvullend of ander sedativum worden overwogen. De toegediende maximale totale dosis in klinische proeven was 33 mg.
Ouderen (≥ 65 jaar) en/of ASA-classificatie III–IV en/of lichaamsgewicht < 50 kg
Dien het opioïd eerst toe en wacht 1–2 min. Bv. 50 microg fentanyl of een voldoende verlaagde dosis voor oudere of verzwakte patiënten.
Aanvangsdosis remimazolam: i.v. 2,5–5 mg (1–2 ml) gedurende 1 min, wacht 2 min.
Onderhoudsbehandeling/titratie: i.v. 1,25–2,5 mg (0,5–1 ml) gedurende 15 seconden De dosering is individueel en afhankelijk van de respons van de patiënt. Indien nodig kunnen aanvullende doses worden toegediend om het gewenste sedatieniveau te bereiken of te handhaven. Wacht ten minste 2 minuten alvorens een aanvullende dosis te geven, om het sedatieve effect volledig te kunnen beoordelen. Als 5 doses binnen 15 minuten niet leiden tot het gewenste sedatieniveau, moet een aanvullend of ander sedativum worden overwogen. De toegediende maximale totale dosis in klinische proeven was 17,5 mg.
Procedurele sedatie zonder gelijktijdig gebruik van een opioïd
Volwassenen (exclusief ouderen, en/of ASA-classificatie III–IV en/of lichaamsgewicht < 50 kg)
Aanvangsdosis: i.v. 7 mg (2,8 ml) gedurende 1 min, wacht 2 min.
Onderhoudsbehandeling/titratie: i.v. 2,5 mg (1 ml) gedurende 15 seconden De dosering is individueel en afhankelijk van de respons van de patiënt. Indien nodig kunnen aanvullende doses worden toegediend om het gewenste sedatieniveau te bereiken of te handhaven. Wacht ten minste 2 minuten alvorens een aanvullende dosis te geven, om het sedatieve effect volledig te kunnen beoordelen. Als 5 doses binnen 15 minuten niet leiden tot het gewenste sedatieniveau, moet een aanvullend of ander sedativum worden overwogen. De toegediende maximale totale dosis in klinische proeven was 33 mg.
Ouderen (≥ 65 jaar) en/of ASA-classificatie III–IV en/of lichaamsgewicht < 50 kg
Aanvangsdosis: i.v. 2,5–5 mg (1–2 ml) gedurende 1 min, wacht 2 min.
Onderhoudsbehandeling/titratie: i.v. 1,25–2,5 mg (0,5–1 ml) gedurende 15 seconden De dosering is individueel en afhankelijk van de respons van de patiënt. Indien nodig kunnen aanvullende doses worden toegediend om het gewenste sedatieniveau te bereiken of te handhaven. Wacht ten minste 2 minuten alvorens een aanvullende dosis te geven, om het sedatieve effect volledig te kunnen beoordelen. Als 5 doses binnen 15 minuten niet leiden tot het gewenste sedatieniveau, moet een aanvullend of ander sedativum worden overwogen. De toegediende maximale totale dosis in klinische proeven was 17,5 mg.
Algemene anesthesie
Volwassenen
Inductie: individueel. Aanvankelijk 6 mg/min, zo nodig optitreren tot max. 12 mg/min. afhankelijk van respons en gebruike pre-medicatie is veelal 10–40 mg remimazolam nodig voor de inductie. Gewoonlijk worden aanvullend opioïde analgetica gegeven in combinatie met remimazolam.
Onderhoud: Aanbevolen startdosis middels continue infusie is 1 mg/min met een bereik van 0,1–2,5 mg/min. Aanvullend kunnen bolussen van 6 mg gedurende 1 min. gegeven worden. Max. 3 bolussen per 60 min, met een minimale tussentijd van 5 min per bolus. Tegen het einde van de operatie eventueel de dosis neertitreren, om sneller herstel mogelijk te maken.
Ouderen ≥ 65 jaar, en/of ASA-classificatie III–IV en/of lichaamsgewicht < 50 kg
Overweeg een startdosis in een lager bereik.
Verminderde nierfunctie: Een dosisaanpassing is niet nodig.
Verminderde leverfunctie: Bij een lichte tot matige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 5–9) is een dosisaanpassing niet nodig. Uit relatief weinig gegevens bij ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 10–15) blijkt dat klinische effecten (waaronder ademhalingsdepressie) meer uitgesproken zijn en langer aanhouden; een dosisaanpassing is niet nodig maar het tijdstip van de titratiedoses tot een werkzame dosis moet zorgvuldig worden bepaald.
Toediening: Bedoeld voor i.v.-gebruik, vóór toediening reconstitueren met natriumchloride (0,9%) oplossing voor injectie.
Doseringen
Slaapstoornissen
Volwassenen
2,5–10 mg voor het slapen gaan, in het algemeen 5 mg.
Ouderen en mensen met lever- en/of nierfunctiestoornissen: 2,5–5 mg voor het slapen gaan. Bij chronische respiratoire insufficiëntie (vanwege de kans op ademhalingsdepressie) lager dan gewoonlijk doseren. Gebruiksduur als slaapmiddel: zo kort mogelijk, meestal een aantal dagen tot 2 weken, max. 4 weken (incl. uitsluipen). In sommige gevallen kan na herevaluatie verlenging van de max. gebruiksduur nodig zijn.
Kinderen ≥ 1 jaar
alleen op strikte indicatie, max. 5 mg; volgens het Kinderformularium van het NKFK zijn de doseergegevens bij kinderen 1–5 jaar: 2,5–5 mg voor het slapen gaan; kinderen > 6 jaar: 5 mg voor het slapen gaan.
Bepaalde vormen van epilepsie
Kinderen 1-14 jaar
15 mg per dag in 3 doses.
Kinderen 0–1 jaar
5–10 mg per dag in 3 doses. Controleer vóór start van de behandeling bij zuigelingen of de bovenste luchtwegen vrij zijn.
Toediening: Tabletten kunnen zowel worden fijngekauwd, als opgelost in een glas water of heel worden ingenomen met wat water.
Bijwerkingen
Bij procedurele sedatie
Zeer vaak (> 10%): Hypotensie. Ademhalingsdepressie.
Vaak (1-10%): Hoofdpijn, duizeligheid. (Sinus)bradycardie. Misselijkheid, braken.
Soms (0,1-1%): Slaperigheid. Hik. Koude rillingen, koud gevoel.
Verder zijn gemeld: anafylactische reactie. Anterograde amnesie.
Bij anesthesie
Zeer vaak (> 10%): (sinus)bradycardie. Hypotensie. Misselijkheid, braken.
Vaak (1-10%): agitatie. Hoofdpijn, duizeligheid. Ademhalingsdepressie. Koude rillingen. Verlengd effect.
Soms (0,1-1%): glossoptose. Hik. Hypothermie.
Verder zijn gemeld: anafylactische reactie. Anterograde amnesie.
Bijwerkingen
Vooral in het begin van de behandeling slaperigheid overdag, spierzwakte, duizeligheid, verwarring, moeheid en dubbelzien.
Verder zijn gemeld: maag-darmstoornissen, verminderde libido, hoofdpijn, slikstoornissen en huidreacties. Anterograde amnesie kan enkele uren na inname optreden. Manifest worden van een onopgemerkte depressie. Vooral bij kinderen en ouderen kunnen zich psychiatrische en paradoxale reacties met rusteloosheid, agitatie, agressie, wanen, woede-uitbarsting, nachtmerries, hallucinaties, onaangepast gedrag, acute opwinding, verwarring en verandering van de psychische toestand voordoen. Gebruik van benzodiazepinen kan leiden tot fysieke afhankelijkheid; bij staken van de behandeling kunnen onthoudings- of rebound-verschijnselen optreden. Psychische afhankelijkheid kan optreden. Bloedafwijkingen, hypotensie, geelzucht, urineretentie, slaapwandelen.
Bij zuigelingen, jonge kinderen, ouderen en bedlegerigen: Zelden: bronchiale hypersecretie, leidend tot aspiratie/longontsteking.
Interacties
Vermijd alcohol (gedurende 24 uur voorafgaand aan de toediening van remimazolam) en andere centraal dempende middelen (zoals antipsychotica, barbituraten, benzodiazepinen, centraalwerkende antihypertensiva, etomidaat, ketamine, niet-recente H1-antihistaminica, opioïden, propofol, sedatieve antidepressiva) versterken de sedatie en cardiorespiratoire depressie.
Bij chronisch gebruik van benzodiazepinen kan tolerantie optreden voor de sedatieve effecten van remimazolam; een hogere cumulatieve dosis kan nodig zijn.
Gelijktijdig gebruik met opioïden kan leiden tot diepe sedatie en ademhalingsdepressie (onderdrukking van de ademhalingsreactie op CO2-stimulatie), coma en overlijden; controleer patiënten nauwlettend hierop.
Interacties
Alcohol en andere centraal dempende middelen versterken het centrale effect van benzodiazepinen. Gelijktijdig gebruik met opioïden is niet aanbevolen, vanwege het risico op sedatie, ademhalingsdepressie, coma en overlijden; controleer patiënten nauwlettend en geef uitleg over de symptomen (ook aan de directe omgeving). Daarnaast kan euforie en daarmee de psychische afhankelijkheid van opioïden worden versterkt.
Bij gelijktijdig gebruik van middelen met een sterke invloed op leverenzymen, zoals cimetidine en hormonale anticonceptiva, dient men rekening te houden met een verlengde halfwaardetijd van nitrazepam.
Zwangerschap
Teratogenese: Onbekend bij de mens, geen aanwijzingen voor reproductietoxiciteit bij dieren.
Advies: Gebruik ontraden.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens; een zeer beperkt aantal gegevens wijst niet op meer kans. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: Hypothermie, hypotonie, matige ademhalingsdepressie en voedingsproblemen bij pasgeborenen kunnen optreden, vooral na langdurig gebruik tijdens het laatste trimester. Bovendien kan bij de pasgeborene dan afhankelijkheid zijn opgetreden en bestaat het risico van onthoudingsverschijnselen in de postnatale periode.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken, kortdurend en in een zo laag mogelijke dosering.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend bij de mens, wel bij dieren.
Advies: Het geven van borstvoeding of het geven van dit geneesmiddel ontraden. Als remimazolam moet worden toegediend, wordt geadviseerd borstvoeding gedurende 24 uur te staken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja (in geringe mate).
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- instabiele myasthenia gravis.
Contra-indicaties
- myasthenia gravis;
- ernstige leverinsufficiëntie;
- slaap-apneusyndroom;
- ernstige respiratoire insufficiëntie;
- overgevoeligheid voor benzodiazepinen.
Waarschuwingen en voorzorgen
Cardiorespiratoire effecten: ademhalingsdepressie, bradycardie en hypotensie zijn gemeld. Toediening kan gepaard gaan met een tijdelijke verhoging van de hartslag (10–20 slagen/min.) die na 30 s (= Tmax) al kan optreden en weer binnen ca. 30 min na het einde van de toediening verdwijnt. De hartslagverhoging valt samen met een bloeddrukdaling en mogelijk een lichte verlenging van de QTcF-interval in de eerste minuten na toediening. Controleer tijdens het toedienen nauwlettend op tekenen en symptomen van ademhalingsdepressie. Wees voorzichtig bij ouderen (≥ 65 j.), bij verminderde hart- en ademhalingsfunctie en bij slechtere algemene gezondheidstoestand.
Amnesie: Kan (langdurig) anterograde amnesie veroorzaken, controleer hierop bij ontslag uit ziekenhuis of behandelkamer.
Myasthenia gravis: Wees voorzichtig bij myasthenia gravis, dit middel is gecontra-indiceerd bij instabiele myasthenia gravis.
Misbruik: Remimazolam heeft het potentieel voor misbruik en afhankelijkheid; houd hiermee rekening bij voorschrijven of toedienen bij patiënten met een verhoogd risico op misbruik.
Paradoxale reacties: Paradoxale reacties, zoals onwillekeurige bewegingen, hyperactiviteit en agressie, zijn gemeld bij het gebruik van benzodiazepinen. Er is meer kans op deze reacties bij ouderen, hogere doses en snelle toediening.
Verlengd effect: Een verlengd effect van remimazolam (sedatie, tijd tot oriëntatie) werd soms na operaties waargenomen en trad vaker op bij ouderen, bij ASA-classificatie III-IV en bij hogere doses.
Onderzoeksgegevens: De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 18 jaar zijn nog niet vastgesteld. De veiligheid en werkzaamheid bij intracraniële chirurgie en bij een reeds aanwezige cognitieve stoornis zijn nog niet vastgesteld.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bij optreden van psychiatrische of paradoxale reacties het gebruik staken.
Amnesie: Indien minder dan 7–8 uur beschikbaar is om te slapen, is de kans op anterograde amnesie gedurende enige tijd veel groter.
Sedatie: Ouderen zijn gevoeliger voor de sedatieve effecten van benzodiazepinen, bovendien is bij hen het gevaar van cumulatie groter.
Afhankelijkheid, tolerantie en rebound: Het risico van afhankelijkheid neemt toe bij hogere doseringen, een langere gebruiksduur en bij alcohol- en/of drugsmisbruik in de voorgeschiedenis; wees terughoudend. Bij herhaald gebruik gedurende enkele weken kan het hypnotisch effect van benzodiazepinen minder worden (tolerantie). In verband met de risico's van afhankelijkheid, tolerantie en centrale bijwerkingen de gebruiksduur als slaapmiddel te beperken; zie onder Dosering. Om mogelijke onthoudings- en/of rebound-verschijnselen te voorkomen dient men de behandeling niet abrupt te staken van maar de dosering geleidelijk te verminderen (uitsluipen).
Slaapwandelen: Bij optreden van slaapwandelen overwegen met nitrazepam te stoppen.
Epilepsie: Bij behandeling van epilepsie ('petit mal') dient nitrazepam tegelijk met barbituraten en hydantoïnederivaten te worden gegeven om convulsieve crises door een latent aanwezige 'grand mal' te voorkomen.
Kinderen: Benzodiazepinen niet toepassen bij kinderen voor de behandeling van slaapstoornissen, tenzij in uiterste noodzaak.
Rijvaardigheid: Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Overdosering
Symptomen
o.a. duizeligheid, verwardheid, sufheid, wazig zien of nystagmus, agitatie, zwakte, hypotensie, bradycardie, ademhalingsdepressie en coma.
Therapie
specifiek antidotum: flumazenil.
Neem voor meer informatie over symptomen en behandeling van een remimazolam-intoxicatie contact op met Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Zie voor symptomen en behandeling www.vergiftigingen.info en www.toxicologie.org/benzodiazepinen.
Eigenschappen
Ultrakortwerkend benzodiazepine-agonist. Bindt met hoge affiniteit aan benzodiazepine-bindingsplaatsen van γ-aminoboterzuur type A (GABAA)-receptoren, zonder duidelijke selectiviteit. Het effect treedt na 1 tot 2 minuten op. Leidt tot een snelle inductie (pieksedatie na 3–3,5 min) en een snel herstel van sedatie (volledig alert na 12–14 min).
Kinetische gegevens
T max | 30 s. |
V d | 0,9 l/kg. |
Eiwitbinding | ca. 90%. |
Metabolisering | voornamelijk via omzetting in de inactieve carboxylzuur metaboliet CNS7054, vervolgens verdere metabolisering door hydroxylering en glucuronidering. |
Eliminatie | ten minste 80% met de urine als metaboliet. |
T 1/2el | 7–11 min. |
Overig | Een ernstige leverfunctiestoornis leidt tot een verminderde klaring en dientengevolge tot een vertraagd herstel van sedatie. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Benzodiazepine, toegepast als hypnoticum. Bij inname als slaapmiddel: slaap treedt 30–60 min na inname in en houdt 6–8 uur aan.
Kinetische gegevens
Resorptie | volledig. |
T max | ca. 2 uur. |
Overig | Vd jongeren= 2 l/kg. |
Metabolisering | in de lever tot inactieve metaboliet. |
T 1/2el | gem. 30 uur, bij gestoorde leverfunctie of hoge leeftijd verlengd tot 40 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
remimazolam hoort bij de groep benzodiazepine-agonisten.
- alprazolam (N05BA12) Vergelijk
- bromazepam (N05BA08) Vergelijk
- brotizolam (N05CD09) Vergelijk
- clobazam (N05BA09) Vergelijk
- clorazepinezuur (N05BA05) Vergelijk
- diazepam (N05BA01) Vergelijk
- flunitrazepam (N05CD03) Vergelijk
- flurazepam (N05CD01) Vergelijk
- loprazolam (N05CD11) Vergelijk
- lorazepam (N05BA06) Vergelijk
- lormetazepam (N05CD06) Vergelijk
- midazolam (N05CD08) Vergelijk
- nitrazepam (N05CD02) Vergelijk
- oxazepam (N05BA04) Vergelijk
- prazepam (N05BA11) Vergelijk
- temazepam (N05CD07) Vergelijk
- zolpidem (N05CF02) Vergelijk
- zopiclon (N05CF01) Vergelijk
Groepsinformatie
nitrazepam hoort bij de groep benzodiazepine-agonisten.
- alprazolam (N05BA12) Vergelijk
- bromazepam (N05BA08) Vergelijk
- brotizolam (N05CD09) Vergelijk
- clobazam (N05BA09) Vergelijk
- clorazepinezuur (N05BA05) Vergelijk
- diazepam (N05BA01) Vergelijk
- flunitrazepam (N05CD03) Vergelijk
- flurazepam (N05CD01) Vergelijk
- loprazolam (N05CD11) Vergelijk
- lorazepam (N05BA06) Vergelijk
- lormetazepam (N05CD06) Vergelijk
- midazolam (N05CD08) Vergelijk
- oxazepam (N05BA04) Vergelijk
- prazepam (N05BA11) Vergelijk
- remimazolam (N05CD14) Vergelijk
- temazepam (N05CD07) Vergelijk
- zolpidem (N05CF02) Vergelijk
- zopiclon (N05CF01) Vergelijk